Leerlingenstatuut VMBO-groen 2013

Index A. Algemeen 3 5 1. Betekenis 3 2. Doel 3 3. Begrippen 3 4. Procedure 4 5. Geldigheidsduur 4 6. Toepassing 5 7. Publicatie 5 BI Regels binnen de instelling 5 7 8. Regels over het onderwijs 5 9. Het volgen van onderwijs door leerlingen 5 10. Onderwijstoetsing 6 11. Werkstukken 7 12. Rapporten 7 13. Overgaan en zittenblijven 7 14. Schorsing en verwijdering 7 15. Verwerkingsopdrachten (huiswerk) 7 BII Regels over school als organisatie en gebouw 8 9 16. Vrijheid van meningsuiting 8 17. Vrijheid van uiterlijk 8 18. Aanplakborden 8 19. Ongewenst gedrag 8 20. Bijeenkomsten 8 21. Leerlingenraad 9 22. Schoolregels 9 C Klachtenregeling 9 23. Klachtenregeling Nordwin College 9 D Kwaliteit van het onderwijs 9 24. Recht op onderwijs 9 25. Schoolgids 9 26. Het jaarverslag 9 27. Recht op voorstellen en suggesties 10 E Niet voorziene aangelegenheden 10 28. Onvoorzien 10 29. Beslissingen ten aanzien van onvoorzien 10 2

A. ALGEMEEN INLEIDING VMBO-groen van Nordwin College geeft onderwijs aan dagschoolleerlingen van 12 tot 16/17 jaar. Het onderwijs wordt verzorgd op vier locaties in de provincie Fryslân: Buitenpost, Heerenveen, Leeuwarden en Sneek. Het leerlingenstatuut is bedoeld voor alle leerlingen van VMBO-groen. 1. BETEKENIS 2. DOEL Een leerlingenstatuut is een overzicht van de rechten en plichten van een leerling. Dit zoals bedoeld in artikel 24g van de Wet op het Voortgezet Onderwijs Het leerlingenstatuut biedt de mogelijkheid de rechtspositie van leerlingen te verduidelijken en te verbeteren. Het leerlingenstatuut werkt op 3 manieren. 1. Probleem voorkomend 2. Probleem oplossend 3. Willekeur uitsluitend 3. BEGRIPPEN In dit statuut wordt bedoeld met: - leerlingen alle leerlingen die bij het VMBO van Nordwin College staan ingeschreven; - ouders ouders, voogden, feitelijke verzorgers van de leerlingen; - onderwijs ondersteunend personeelsleden met een andere taak dan onderwijs; - docenten personeelsleden met een onderwijstaak; - schoolleiding de locatiedirecteur of diens vervanger (één van de teamleiders); - College van Bestuur voorzitter en lid (leden) van het College van Bestuur van Nordwin College (=bevoegd gezag); - Raad van Toezicht het toeziend orgaan op het bestuur van Nordwin College; - Leerlingenraad een uit en door de leerlingen gekozen groep, zoals bedoeld in de Wet Medezeggenschap Onderwijs, of een vergelijkbare organisatie die de belangen van leerlingen behartigt; 3

- Ouderraad een uit ouders bestaande groep, gekozen vanuit de Schooladviesraden (SAR) van de vier VMBOlocaties van Nordwin College. De Ouderraad behartigt op centraal niveau de belangen van de ouders in de school. Dit op basis van de Wet medezeggenschap educatie en beroepsonderwijs; - Medezeggenschapsstatuut is het reglement waarin het bevoegd gezag de bevoegdheden van de ouderraad heeft vastgelegd (dit zoals geregeld in de WEB hoofdstuk 8); - geleding een groepering binnen de school; - mentor/coach docent, aangewezen om een leerling of een groep leerlingen gedurende het schooljaar met name sociaal te begeleiden; - Petear webbased infosysteem van Nordwin College (alleen toegankelijk voor betrokkenen via een code); - EduArte leerling administratiesysteem waarin de school o.a. de resultaten van de leerlingen opslaat. Ouders/verzorgers hebben de mogelijkheid dit online in te zien; - website Nordwin College de officiële site van Nordwin College (http://www.nordwincollege.nl/); - teamleider medewerker die belast is met een aantal taken binnen de school, dan wel leiding geeft aan een groep docenten die werkzaam zijn in de onderof bovenbouw; - Klachtenregeling Deze is te raadplegen op de website Nordwin College (http://algemeen.aocfriesland.nl/algemeen/ klachtenregeling.pdf). 4. PROCEDURE Het leerlingenstatuut wordt vastgesteld door het College van Bestuur en treedt in werking nadat de ouderraad heeft ingestemd met dit statuut. In de voorbereidende fase zijn met betrekking tot dit statuut gehoord: - het personeel op de locaties - ouderraad - de leerlingen-/deelnemersraad per VMBO-locatie voor zover deze aanwezig is. 5. GELDIGHEIDSDUUR Het leerlingenstatuut wordt voor een periode van twee schooljaren vastgesteld door het College van Bestuur. Daarna wordt het geëvalueerd en weer al dan niet gewijzigd of aangevuld voor een periode van twee schooljaren vastgesteld. Wel mogen er jaarlijks redactionele bijstellingen plaatsvinden zonder dat alle geledingen worden geraadpleegd. 4

6. TOEPASSING Het leerlingenstatuut is bindend voor: - de leerlingen - personeel van Nordwin College - de schoolleiding - het college van bestuur - de ouders Dit geldt behoudens wettelijk vastgestelde bevoegdheden en reglementen. 7. PUBLICATIE Het leerlingenstatuut kan ingezien worden op en gedownload worden van de website van Nordwin College. (http://www.nordwincollege.nl/) 8. REGELS OVER HET ONDERWIJS BI. REGELS BINNEN DE INSTELLING 8.1 De leerlingen hebben er recht op dat de docenten zich inspannen om goed onderwijs te geven. Het gaat hierbij om zaken als: - redelijke verdeling van de lesstof over de lessen; - goede organisatie van aanbod, heldere presentatie en een duidelijke uitleg van de stof; - kiezen van geschikte onderwijsmethoden; - aansluiting van het opgegeven (huis)werk bij de verwerkte/aangeboden lesstof. - goede begeleiding en structuur - handhaving van regels en orde 8.2 Als een docent naar het oordeel van een leerling of een groep leerlingen zijn/haar taak niet op behoorlijke wijze vervult, dan kan dat door de leerling(en) aan de orde worden gesteld bij de schoolleiding. (Hierbij wordt er vanuit gegaan dat eerst in onderling overleg is getracht een oplossing te vinden.) 8.3 De schoolleiding geeft binnen tien schooldagen de leerling(en) een reactie op de klacht. 8.4 Is deze reactie naar het oordeel van de leerling(en) niet afdoende, dan kan beroep worden gedaan op de klachtenregeling van Nordwin College. 9. HET VOLGEN VAN ONDERWIJS DOOR LEERLINGEN 9.1 De leerlingen zijn verplicht zich in te spannen om een goed onderwijsproces en het aanleren van vaardigheden mogelijk te maken dat gebaseerd is op een overdracht van kennis en informatie die ordelijk moet verlopen. 9.2 Een leerling die een goede voortgang van de les verstoort of verhindert kan door de docent verplicht worden de les te verlaten. 9.3 Indien een leerling storend gedrag blijft vertonen nadat hier meer dan 1 keer voor gewaarschuwd is kunnen vanuit de schoolleiding passende maatregelen worden genomen. (De maatregel is bedoeld het storen gedrag te doen stoppen.) 5

10. ONDERWIJSTOETSING 10.1 Algemeen Voor de examenkandidaten VMBO geldt het examenreglement dat door het bevoegd gezag is vastgesteld en aan het begin van ieder examenjaar aan de leerlingen wordt uitgereikt. Voor de overige leerjaren gelden de volgende regels. 10.2 Toetsing van de leerstof (buiten de examens) kan geschieden d.m.v.: a. oefentoetsen b. overhoringen c. proefwerken d. werkstukken e. spreekbeurten f. praktijktoetsen g. stage-opdrachten h. ict-opdrachten i. overige vormen, van te voren gemeld en akkoord bevonden 10.3 Een oefentoets is uitsluitend bedoeld om de leerling en de docent inzicht te geven in hoeverre de leerling de lesstof geleerd en begrepen heeft. De oefentoets kan ook onverwacht gehouden worden. Van oefentoetsen wordt het cijfer niet meegeteld voor het rapport. 10.4 Van alle toetsen die in klas 1 en 2 meetellen voor beoordeling moet van tevoren duidelijk zijn wat het gewicht is van het cijfer bij het vaststellen van een rapportcijfer. 10.5 Een overhoring betreft de lesstof van een les of enkele lessen en kan zonder vooraankondiging gehouden worden. 10.6 Voordat een niet aangekondigde overhoring wordt afgenomen, geeft de docent de leerlingen de gelegenheid kort vragen te stellen over de stof van de overhoring. 10.7 Een proefwerk wordt tenminste vijf schooldagen van tevoren opgegeven. 10.8 Een leerling mag slechts twee proefwerken per schooldag krijgen. Bij herkansing of inhalen mag van deze regel afgeweken worden. 10.9 Een proefwerk mag alleen de behandelde lesstof bevatten die is afgerond. Er dient een redelijke verhouding te bestaan tussen de leerstof en het proefwerk. 10.10 De vorm van het proefwerk moet van tevoren duidelijk zijn. 10.11 De docent moet de uitslag van een proefwerk of overhoring binnen 10 schooldagen bekendmaken en bespreken en in het cijferregistratiesysteem EduArte zetten. In geval van calamiteiten (b.v. langdurige ziekte) kan van deze regel worden afgeweken, dit ter beoordeling aan de schoolleiding. 10.12 Een proefwerk dat voortbouwt op een vorig proefwerk of overhoring kan slechts worden afgenomen als het vorige proefwerk of overhoring is besproken en de cijfers bekend zijn. 10.13 Een leerling heeft het recht van inzage in en bespreking van een gemaakte toetsing. 10.14 De normen van de beoordeling van een toetsing worden door de docent van te voren vastgesteld en zo nodig toegelicht. 10.15 Wie het niet eens is met de beoordeling van een toetsing, tekent eerst bezwaar aan bij de docent. 10.16 Is de reactie van de docent niet bevredigend, dan wordt in overleg met de teamleider naar een oplossing gezocht. Leidt ook dit niet tot een bevredigende oplossing dan kan beroep worden gedaan op de klachtenregeling van Nordwin College. 6

10.17 De leerling die met een voor de docent of schoolleiding aanvaardbare reden niet heeft deelgenomen aan een toetsing heeft recht alsnog aan de toetsing deel te nemen. 10.18 De sanctie van het op heterdaad betrapt worden van fraude, ongeacht welke vorm het betreft, moet van tevoren duidelijk zijn. 10.19 Toetsing in de klassen 3 en 4 geschiedt volgens de structuur, zoals aangegeven in het examenreglement, waarbij voor het vervaardigen de werkwijze, zoals beschreven in het toetsbeleid wordt gehanteerd. 11. WERKSTUKKEN Wanneer het maken van werkstukken van wat voor soort ook, onderdeel is van het onderwijsprogramma en meetelt in een rapport- of examencijfer, dan dient van te voren duidelijk te zijn aan welke normen een werkstuk, opdracht, enz. moet voldoen. Hierbij kan gedacht worden aan wanneer het werkstuk gereed moet zijn en wat de beoordelingscriteria zijn. 12. RAPPORTEN 12.1 Een rapport geeft de leerling een overzicht van zijn prestaties voor alle vakken over een bepaalde periode. Het rapport is gericht aan de leerling. 12.2 De cijfers worden bij halve punten naar boven afgerond. 12.3 De cijfers op het eindrapport kunnen voor bepaalde vakken opgesteld worden op basis van een gemiddelde van de voorgaande rapporten; de weging die hier voor geldt dient van te voren (begin schooljaar) bekend te zijn gemaakt. 12.4 Voorkomen moet worden dat een rapportcijfer op grond van slechts één proefwerk wordt vastgesteld. 13. OVERGAAN EN ZITTEN BLIJVEN 13.1 Aan het begin van een schooljaar dient duidelijk te worden aangegeven aan welke normen een leerling moet voldoen om toegelaten te worden tot een hoger leerjaar. 13.2 Voorwaardelijke toelating tot een hoger leerjaar is mogelijk. De voorwaarden geven tenminste duidelijkheid op grond waarvan een leerling teruggezet kan worden. 14. SCHORSING EN VERWIJDERING 14.1 Nordwin College heeft een procedure Schorsing en Verwijdering vastgesteld. Deze wordt in voorkomende gevallen gehanteerd. Deze kan geraadpleegd worden via de website. ( http://www.nordwincollege.nl/ ) 15. VERWERKINGSOPDRACHTEN (HUISWERK) 15.1 De docenten die lesgeven aan een bepaalde klas, zorgen voor een redelijke totale belasting aan verwerkingsopdrachten op school of thuis (huiswerk). Hierbij wordt ook rekening gehouden met het maken van werkstukken en/of opdrachten. 15.2 De leerling die niet in de gelegenheid is geweest de verwerkingsopdrachten (het huiswerk) te maken, meldt dit voor de aanvang van de les aan de docent. Indien de docent van de leerling de reden waarom de leerling de verwerkingsopdrachten (het huiswerk) niet heeft kunnen maken niet aanvaardbaar acht, wordt dit aan de desbetreffende mentor/coach voorgelegd. 7

15.3 De mentor/coach hoort de betrokkenen en probeert in goed overleg met hen tot een oplossing te komen. Lukt dit niet dan wordt het voorgelegd aan de teamleider van de betrokken docent. Deze kan, eventueel in overleg met de directeur, bindende maatregelen nemen. BII. REGELS OVER DE SCHOOL ALS ORGANISATIE EN GEBOUW 16. VRIJHEID VAN MENINGSUITING 16.1 Een ieder heeft de vrijheid zijn mening op school te uiten, dit met inachtneming van artikel 19 Ongewenst gedrag. 16.2 Wie zich door een ander beledigd voelt, kan beroep doen op de klachtenregeling Nordwin College. (http://algemeen.nordwincollege.nl/algemeen/klachtenregeling.pdf) 17. VRIJHEID VAN UITERLIJK 17.1 Een ieder heeft het recht op vrijheid van uiterlijk, dit met inachtneming van artikel 19 Ongewenst gedrag. 17.2 De school kan bepaalde kleding verplicht stellen wanneer deze kleding aan bepaalde doelmatigheidseisen (b.v. veiligheid) moet voldoen. 18. AANPLAKBORDEN Er is een aanplakbord waarop de leerlingenraad, de leerlingenredactie van de schoolkrant en eventueel aanwezige leerlingencommissies zonder toestemming vooraf mededelingen en affiches van niet commerciële aard kunnen ophangen. 19. ONGEWENST GEDRAG 19.1 Het is niet toegestaan om te pesten of pestgedrag uit te lokken. Ook is het niet toegestaan om te discrimineren of discriminatie uit te lokken. Tevens is het niet toegestaan een ander te beledigen. Vormen van machtsmisbruik zullen niet worden getolereerd. (In het (anti-)pestbeleid en het pestprotocol zijn de regels en normen nader uitgewerkt.) 19.2 Een ieder heeft de plicht om waargenomen pestgedrag bij de schoolleiding te melden. 19.3 Als naar de mening van de klager de schoolleiding onvoldoende op de klacht reageert kan een beroep doen op de klachtenregeling van Nordwin College. 20. BIJEENKOMSTEN 20.1 De leerlingen hebben het recht te vergaderen over zaken aangaande het schoolgebeuren en daarbij gebruik te maken van de faciliteiten van de school. (Het betreft hier interne vergaderingen.) 20.2 Anderen dan leerlingen worden alleen toegelaten op een bijeenkomst van leerlingen, als de leerlingen dat toestaan en de schoolleiding akkoord is met het betreden van de school door die anderen. (Het gaat hier om toelating van bij de school betrokkenen anders dan eigen leerlingen.) 20.3 De schoolleiding is verplicht voor een bijeenkomst van leerlingen een ruimte ter beschikking te stellen, één en ander binnen de feitelijke mogelijkheden van de school. 20.4 De leerlingen zijn verplicht een ter beschikking gestelde ruimte op een behoorlijke wijze achter te laten. 8

20.5 De gebruikers zijn verantwoordelijk en aansprakelijk voor eventuele schade. 21. LEERLINGENRAAD De schoolleiding spant zich in om een leerlingenraad te hebben. Als dit niet lukt gaat zij op een andere wijze geregeld in gesprek met leerlingen uit de school. 22. SCHOOLREGELS 22.1 De locatieleiding stelt jaarlijks de schoolregels vast. Deze schoolregels mogen niet in strijd zijn met dit leerlingenstatuut. 22.2 Leidraad bij het opstellen van de schoolregels zijn redelijkheid, gelijkheid en rechtszekerheid. 22.3 De schoolregels bevat tenminste regels over: - orde - veiligheid - gezondheid en hygiëne - aanwezigheid - te laat komen - straffen en strafbevoegdheden 22.4 Iedereen is verplicht de regels na te leven. 22.5 Overtreding van de schoolregels kan door een ieder aan de schoolleiding worden gemeld. 22.6 De schoolregels uit de schoolgids maken na vaststelling deel uit van het leerlingstatuut. C. KLACHTENREGELING 23. KLACHTENREGELING NORDWIN COLLEGE Nordwin College heeft een klachtenregeling. Indien men in enigerlei situatie het gevoel krijgt dat er onvoldoende gehoor is voor een klacht dan kan men beroep aantekenen, zoals is weergegeven in deze regeling. Deze regeling staat vermeld op de website van Nordwin College. (http://algemeen.nordwincollege.nl/algemeen/klachtenregeling.pdf) 24. RECHT OP ONDERWIJS Leerlingen hebben recht op goed onderwijs. 25. SCHOOLGIDS D. KWALITEIT VAN HET ONDERWIJS In het kader van kwaliteitszorg wordt jaarlijks op elke VMBO-locatie een nieuwe schoolgids gemaakt. (De schoolgids is te bezien op het locatie deel van de website van het Nordwin College.) (http://www.vmbogroen-friesland.nl/locaties.html) 26. HET JAARVERSLAG Het jaarverslag van Nordwin College is voor een ieder te raadplegen op de website van het Nordwin College. 9

27. RECHT OP VOORSTELLEN EN SUGGESTIES Leerlingen hebben het recht voorstellen en suggesties te doen aangaande alle zaken op school. De schoolleiding dient hier zorgvuldig mee om te gaan. 28. ONVOORZIEN E. NIET VOORZIENE AANGELEGENHEDEN Alle zaken die men tot dit statuut kan rekenen, maar welke niet nader genoemd zijn in dit statuut worden bij verschil van inzicht voorgelegd aan de directeur van de locatie. Deze probeert eerst of er consensus tussen de betrokkenen kan worden bereikt. Slaagt dit niet dan neemt de directeur een beslissing. 29. BESLISSINGEN TEN AANZIEN VAN NIET VOORZIEN Alle kwesties die in het kader van artikel 28 aan de orde zijn geweest worden bij het CvB aangedragen om te bespreken en te regelen in de eerstvolgende herziening van dit statuut. 10