FASE 1 - BEREID JE VOOR STAP 1. BEDENK WAT JE WIL VERHAAL (EXODUS 1-4) Het verhaal van Mozes vind je in de Bijbel, in het boek Exodus. Daar kun je ook lezen hoe het verder ging. Hier vind je het verhaal in een verkorte vorm. Exodus betekent uittocht. Het verhaal van Mozes is een goed voorbeeld van iemand die een stap verder zet. Een stap die niet altijd zo makkelijk of van harte gaat, en waarbij de hulp van vrienden en familie soms hard nodig is. Het verhaal van Mozes wonderbaarlijke redding als een klein jongetje is waarschijnlijk wel bekend. Hier voor de zekerheid even in het kort: het volk waartoe hij behoort, het volk Israël, leeft als dwangarbeider in Egypte. De farao 7
van Egypte vindt dat die vreemdelingen met teveel zijn en besluit tot een forse maatregel: alle Israëlitische jongetjes die worden geboren moeten worden gedood. De moeder van Mozes besluit tot een wanhopig plan. Ze legt Mozes in een mand die ze waterdicht gemaakt heeft en laat hem op de rivier richting de badende dochter van de farao dobberen. De dochter van de farao adopteert hem. Mooi voor Mozes, maar hiermee zet hij nog geen stap. Dat doet hij pas als hij volwassen is. Het verhaal begint slecht. Mozes ziet dat een Israëlitische dwangarbeider geslagen wordt door een bewaker en hij wordt zo boos dat hij de bewaker doodslaat. Hij vlucht naar het buitenland, komt bij zijn oom terecht, trouwt zijn nicht Sippora en wordt schaapherder. Dan komt de voorbereiding voor de stap die Mozes gaat zetten. Hij wordt geroepen door God. Als Mozes met zijn kudde in de bergen is, ziet hij een struik die wel in brand staat maar niet verbrandt. Hij komt nieuwsgierig dichterbij en hoort dan de stem van God uit de struik Mozes, ik ben de God van je vader,de God van Abraham, de God van Isaäk en de God van Jakob. Ik heb gezien en gehoord hoe ellendig mijn volk het heeft en hoe ze lijden. Daarom wil ik ze bevrijden en ze naar een land van melk en honing brengen, een land waar het goed is. Daarom stuur ik jou nu naar de farao. Jíj moet mijn volk, de Israëlieten, uit Egypte wegleiden. Mozes reageert verschrikt en hij staat ook niet te springen bij wat God hem opdraagt. Hij zegt: Wie ben ik dat ik naar de farao zou gaan en de Israëlieten wegleiden? God antwoordt dat Hij bij Mozes zal zijn en hem helpen zal. Maar toch is Mozes niet overtuigd: Wie moet ik dan zeggen dat U bent, ik weet niet eens uw naam!. God antwoordt opnieuw: Ik ben die er zijn zal, dat is mijn naam en daar kun je van op aan. Dat konden je voorouders en dat kan jij ook. Ik trek me het lot aan van mijn volk en dat moet je ook tegen de leiders van het volk zeggen. De farao zal niet willen dat jullie vertrekken uit zijn land, maar hij zal uiteindelijk wel moeten. Weer sputtert Mozes tegen: Ze geloven me nooit!. God geeft hem twee tekenen om te laten zien dat hij echt met God gesproken heeft: hij kan zijn staf in een slang veranderen en zijn hand veranderen van gezond in ziek (en weer terug, gelukkig :-). Nog is Mozes niet 8
overtuigd: Neemt u maar iemand anders, want ik ben niet erg goed in spreken in het openbaar. Nu is God er wel klaar mee en zegt: Daarvoor zal ik je broer Aäron sturen, om je te helpen. Zeg jij hem maar wat hij moet zeggen. Ik zal bij je zijn en je helpen. Dan besluit Mozes om de stap te zetten. Hij gaat naar zijn schoonvader en zegt dat hij teruggaat naar Egypte. Zijn vrouw en kind gaan met hem mee. Onderweg komt zijn broer Aäron hem al tegemoet en samen gaan ze naar de oudsten van het volk om hun opdracht te vertellen. VRAGEN OM OVER NA TE DENKEN BIJ HET VERHAAL - Let eens op de reactie van Mozes bij de opdracht van God. Waaraan zie je dat hij eigenlijk de stap verder nog niet wil zetten? En wat heeft hij nodig om het uiteindelijk toch te willen doen? - Hoe belangrijk is het voor Mozes om niet alleen te gaan? Waarom zou dit zijn? OPDRACHT BIJ STAP 1 Stap 1 gaat om de voorbereiding voor je stap verder. Het gaat erom dat je nadenkt wat je wil veranderen en waarom je dat nu wilt doen. Zet op een rijtje wat je kan helpen en wat je voor moeilijkheden verwacht. De vragen die bij deze stap horen zijn dan ook: - Bedenk welke stap verder je wilt zetten. - Bedenk waarom je een stap verder wilt zetten en waarom NU de juiste tijd is. - Zorg voor mensen om je heen die je kunnen helpen en weten waar je mee bezig bent. Denk hier over na en schrijf je ideeën en plannen op. 9
INSPIRATIE Soms is het handig om je hoofd even op creatief -stand te zetten voor dat je nadenkt over de vragen. Een manier om dit te doen is de volgende: Gebruik de rest van deze bladzijde om met je ogen dicht er een kras op te zetten. Doe je ogen weer open en maak direct een tekening van de kras. Ga er niet lang over nadenken wat je er van kan maken, maar teken er gewoon iets van. Dit helpt om je hoofd even leeg te maken. Zo kun je daarna beter nadenken over welke stap je wilt zetten. 10
FASE 1 BEREID JE VOOR STAP 1 - AANTEKENINGEN 11