Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

Vergelijkbare documenten
Criminaliteit en rechtshandhaving Ontwikkelingen en samenhangen Samenvatting

5 Vervolging. M. Brouwers en A.Th.J. Eggen

Samenvatting. Vraagstelling. Welke ontwikkelingen zijn er in de omvang, aard en afdoening van jeugdcriminaliteit in de periode ?

De strafrechtsketen in samenhang

Berechting. Z.C. Driessen en R.F. Meijer

Vervolging. N.E. de Heer-de Lange

Vervolging. R.F. Meijer en A.Th.J. Eggen 1

Overtredingen. D.E.G. Moolenaar en E.C van Beek

Datum 7 april 2015 Onderwerp Antwoorden kamervragen over het bericht 7 op de 10 hoort niets na aangifte woninginbraak

1 Inleiding. M.M. van Rosmalen, S.N. Kalidien en F.P. van Tulder

Berechting. A.Th.J. Eggen

1 Inleiding. S.N. Kalidien en N.E. de Heer-de Lange

1 Inleiding. S.N. Kalidien en A.Th.J. Eggen

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag. Datum 21 maart 2016 Onderwerp PMJ-ramingen tot en met 2021

Misdrijven en opsporing

6 Berechting. M. Brouwers en A.Th.J. Eggen

Strafrechtketen 2014

1 Inleiding. S.N. Kalidien en N.E. de Heer-de Lange

Datum 13 augustus 2018 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over Aangiftebereidheid van minderjarige slachtoffers mensenhandel

Eindexamen maatschappijwetenschappen havo II

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

9 De strafrechtsketen in samenhang

Berechting. M. Brouwers en A.Th.J. Eggen

1 Inleiding. S.N. Kalidien en A.Th.J. Eggen 1

Strafrechtketen factsheet strafrechtketenmonitor. juni 2017

Datum 26 september 2011 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over de bescherming van juweliers en andere middenstanders

De strafrechtsketen in samenhang

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Criminaliteit en rechtshandhaving 2011

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

6 SECONDANT #1 MAART Slachtofferschap en onveiligheidsgevoelens in acht landen POSITIEVE VEILIGHEIDS- TRENDS IN NEDERLAND. Naar inhoudsopgave

Datum 14 januari 2015 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over de zin en onzin van aangifte te doen

De strafrechtsketen in samenhang

Nederland in internationaal perspectief 1

Datum 28 oktober 2013 Onderwerp Reactie op het SMV-onderzoek Burgers over Politie en Buitengewoon Opsporingsambtenaren

Strafrechtketen 2015 factsheet. juni 2016

Management samenvatting

Datum 2 september 2013 Onderwerp Antwoorden kamervragen over het gijzelen van mensen bij het niet betalen van (verkeers)boetes

Criminaliteit in Nederland

Datum 14 juni 2016 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over bestraffing van misdrijven buiten de rechter om

7.1.1 Door de rechter afgedane strafzaken

Criminaliteit en rechtshandhaving 2014

Crimiquiz over trends en ontwikkelingen

Aan de Voorzitter van Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Kosten van criminaliteit

Criminaliteit en slachtofferschap

De strafrechtsketen in samenhang

Bijna de helft van de geweldsmisdrijven wordt in de openbare ruimte gepleegd / foto: Inge van Mill.

Datum 19 februari 2019 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over het nieuwe bekostigingssysteem van het Openbaar Ministerie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

6. Veiligheid en criminaliteit

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Datum 8 mei 2015 Onderwerp Antwoorden kamervragen over het bericht dat de politie steeds vaker te maken krijgt met verwarde en overspannen mensen

Tenuitvoerlegging van sancties

Datum 12 november 2013 Onderwerp GPS (Geïntegreerd processysteem strafrecht) in relatie tot VPS en KEI

Datum 28 maart 2014 Onderwerp Brief met reactie op uitzending Altijd Wat Monitor d.d. 12 maart 2014

Datum 7 juni 2017 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over het boetebeleid voor onverzekerde auto s die buiten gebruik zijn

Bijlage 1 Gebruikte gegevens

Datum 5 juli 2012 Onderwerp Evaluatierapport bestuurlijke strafbeschikking overlast en bestuurlijke boete overlast

Diverse andere toezichthouders/ inspecties******* Arbeidsinspectie********

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Datum 28 februari 2013 Onderwerp Beantwoording kamervragen over vervolgingen en veroordelingen wegens majesteitsschennis

Veiligheid kernthema: maatschappelijk evenwicht & veiligheid

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 20 juni 2017 Onderwerp Progressief boetestelsel

Datum 27 november 2017 Onderwerp Reactie op rapporten van de procureur-generaal bij de Hoge Raad der Nederlanden

Jeugdcriminaliteit en jeugdveiligheid in Groningen

Samenvatting. Definities

Veiligheidstrends in Leiden

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Stadsmonitor. -thema Veiligheid-

Criminaliteit en rechtshandhaving 2007

Bestuursrechtelijke procedures en rechtsbijstand 2012

Hoe beoordelen Almeerders de leefbaarheid en veiligheid in hun buurt?

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Datum 2 oktober 2015 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over het bericht dat het nieuwe tapbeleid van Justitie een aanval is op onze grondrechten

Criminaliteit en rechtshandhaving 2015

Resultaten van de Nationale Veiligheidsindices 2013

Strafrechtketen factsheet strafrechtketenmonitor

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Afdoeningen van overtredingen door de politie en buitengewoon opsporingsambtenaren

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Datum 8 maart 2016 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over het bericht 'twee keer per dag vergeet justitie een verdachte op te halen'.

Datum 14 februari 2017 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over het bericht Onschuldig en toch voor het leven gestraft

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Afdoeningen van overtredingen door de politie en buitengewoon opsporingsambtenaren

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Ministerie van Veiligheid en Justitie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Monitor Veelplegers 2016

Aandeel van de meest frequent vervolgde daders in de strafzaken van

Twee eeuwen. Openbaar Ministerie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Vervolging en berechting

Centraal Bureau voor de Statistiek

Transcriptie:

1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj Onderwerp reactie op rapport Criminaliteit en rechtshandhaving 2012 Bij beantwoording de datum en ons kenmerk vermelden. Wilt u slechts één zaak in uw brief behandelen. In uw brief van 28 november 2013 verzoekt u mij, namens de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie, om toezending van mijn reactie op het rapport Criminaliteit en rechtshandhaving 2012. Bij dezen voldoe ik daar aan. Het rapport Criminaliteit en rechtshandhaving 2012 (C&R 2012)is een statistisch naslagwerk: het bevat een grote hoeveelheid cijfers over slachtofferschap onder burgers en bedrijven, geregistreerde criminaliteit, de zaakbehandeling van OM en rechter, de tenuitvoerlegging van straffen en maatregelen, de productie van instanties als Haltbureaus, slachtofferzorg en rechtshulp, en - tenslotte over financiële investeringen en internationale vergelijking. Als statistisch naslagwerk wordt C&R 2012 bijvoorbeeld gebruikt om allerlei voorkomende vragen te beantwoorden over de criminaliteit en de werking van de strafrechtelijke handhaving. Het vormt daarmee een onmisbare bron voor het te voeren justitiële beleid. De oorsprong van deze publicatie ligt in de jaren 90 van de vorige eeuw, waar de toenmalige minister van justitie de wens uitte om niet steeds geconfronteerd te worden met verschillende publicaties over criminaliteit en strafrecht maar om daarvoor één gezaghebbend rapport te krijgen. Daartoe is in 1998 een samenwerking gestart tussen het CBS en het WODC die leidde tot een jaarlijks rapport met de titel Criminaliteit en rechtshandhaving. Later, in 2011, is de Raad voor de rechtspraak bij het samenwerkingsverband aangesloten. In het rapport worden vele gegevens gepresenteerd en geduid, welke afkomstig zijn uit een veelheid van bronnen. Dat zijn slachtofferenquêtes onder burgers en bedrijven en registratiesystemen van diverse bij de strafrechtelijke handhaving betrokken instanties. In de tekst van het rapport worden de ontwikkelingen beschreven, rekening houdend met functionele verschillen in de definities die worden gehanteerd, en met veranderingen in telmethoden in de tijd. 1 Dergelijke verschillen en veranderingen nopen tot een zekere voorzichtigheid bij het beoordelen van de beleidsmatige betekenis van de cijfers. In de door u gevraagde reactie op het rapport geef ik mijn beoordeling van de trends die in het rapport worden gepresenteerd, waarbij ik me beperkt tot hoofdlijnen van de dynamiek die waar- 1 Zo kunnen er soms vanwege dergelijke, overigens verklaarbare, verschillen in telmethoden ietwat uiteenlopende cijfers bestaan tussen C&R2912 en bijvoorbeeld het Jaarverslag van het OM. Pagina 1 van 5

1990 1993 1996 1999 2002 2005 2008 2011 neembaar is in het domein van criminaliteit en strafrecht en hoe zich die verhoudt tot het door mij ingezette beleid. De ontwikkeling van de criminaliteit C&R 2012 concentreert zich op de trend vanaf het jaar 2005, waar eerdere afleveringen de constructie van een langer tijdsbeeld mogelijk maken. In de nevenstaande figuur staat de ontwikkeling van het slachtofferschap van 130 criminaliteit volgens de enquêtes onder burgers 2 120, en de tendens in het aantal door de politie geregistreerde misdrijven. 3 Deze twee 110 geregistreerd ontwikkelingen lopen parallel: 100 per saldo een opgaande lijn tot slachtoffer het jaar 2002, daarna een gestage neergang. Beleidsmatig lijkt 90 mij van belang om te constateren dat de meest recente cijfers 80 wijzen op een verdergaande daling van de criminaliteit. Dat betekent dat steeds minder mensen en bedrijven te maken krijgen met de nadelige gevolgen van een misdrijf. Meer specifiek blijkt uit de cijfers dat, waar eerder de geweldsdelicten en de vermogensmisdrijven fors daalden, nu het vandalisme sterk in volume is gedaald. Deze algemene trend laat onverlet, dat bij specifieke delicten na een eerdere terugloop weer een toename is vast te stellen. Dat betrof de gewelddadige overvallen na 2006 om na 2009 weer te verminderen. En de woninginbraken laten na 2008 een stijging zien. Het waren deze constateringen die mij er toe brachten prioriteit toe te kennen aan deze delicten met vaak een forse inwerking op de slachtoffers daarvan. Daar heb ik uw kamer steeds ook van op de hoogte gesteld. Voorts blijkt dat opname van cybercriminaliteit in de slachtofferenquête (en daarmee ook in C&R) zicht op de daaronder begrepen verschijnselen geeft, waarmee helder is dat deze een zodanige omvang hebben aangenomen dat de ingezette beleidsmatige investering daarop bepaald geen overbodige luxe is geweest. Hiermee hoop ik duidelijk te hebben gemaakt hoezeer het beleid gediend is met het houden van de vinger aan de pols der ontwikkelingen met de ontwikkeling van de Strafrechtsketenmonitor waarin voorlopige cijfers over de gehele strafrechtsketen per kwartaal beschikbaar zijn, kan dit nog beter gebeuren omdat die de actualiteit nog meer volgt. Dan kan nog sneller worden ingespeeld over zich voordoende ontwikkelingen. Over die monitor informeerde ik u in de brief VPS 14 november 2013. 2 Daarbij zijn (met gebruikmaking van overlappingen in metingen) de uitkomsten van de verschillende enquêtemethoden aan elkaar gekoppeld (gaat om percentage burgers dat aangeeft eens of vaker slachtoffer te zijn geworden van criminaliteit). (index: 1990-100) 3 Gecorrigeerd voor de trendbreuk in 2005. (index: 1990-100) Pagina 2 van 5

1990 1992 1994 1996 1998 2000 2002 2004 2006 2008 2010 2012 De ontwikkeling in de opheldering van delicten In de jaren 90 is het deel van de geregistreerde delicten waarbij een verdachte bekend werd, fors gedaald, zo blijkt uit de nevenstaande figuur. 4 Daarna is het ophelderings- 30% percentage weer gestegen, onder invloed van het toenmalige Veiligheidsprogramma waarbij onder meer doelen zijn gesteld om de plankzaken aan te pakken ( dat zijn zaken met een opsporingsindicatie die niet aangepakt werden). Sinds 2005 ligt het ophelderingspercentage rond de 25%. In 2012 is enige daling zichtbaar, reden om hierbij goed de vinger aan de pols te blijven houden. 0% Gegeven de achterblijvende prestaties bij specifieke delicten die sterk stegen (overvallen, straatroven) heb ik daar al bijzondere aandacht aan gegeven, leidend tot zoals C&R 2012 laat zien - forse toename van het ophelderingspercentage bij straatroven en bij overvallen. Inmiddels is ook ingezet op een toename van het ophelderingspercentage bij woninginbraken. 25% 20% 15% 10% 5% De zaaksbehandeling in de strafrechtelijke keten Een dalende criminaliteit, een stabiele aangiftebereidheid en een al enige tijd stabiel ophelderingspercentage leidt tot een verminderde zaak last bij OM en rechter, een vermindering van de ten uitvoer te leggen straffen en maatregelen waaronder die van de vrijheidsstraf. De reductie van het aantal daarvoor benodigde cellen komt grotendeels door de rechtstreekse doorwerking van de criminaliteitsvermindering voor een beperkt deel lijkt sprake van hogere straffen. Wel zijn er in de zaak verwerking enkele nadere tendensen te bespeuren in C&R, 2012 die opmerkenswaard zijn, of de makkelijk aanleiding kunnen geven tot misverstand: De reductie van het aantal door de politie aangebrachte minderjarige verdachten en de aan hen verbonden zaken en straffen bevinden zich nog steeds in een relatief sterk dalende ontwikkeling van sinds 2005 bijna 50%. Zowel bij jongens als bij meisjes, zowel bij autochtone als (eerste en tweede generatie) allochtonen daalt het aantal verdachten dat de politie in het vizier krijgt met meerdere tientallen procenten. Het volume aan sepots door de officier van justitie stijgt recent fors. Dit is een gevolg van een veranderde werkwijze. Voorheen legde de politie een zaak terzijde, indien er onvoldoende bewijs was om de zaak aan het OM door te sturen deze zaken werden dan niet geteld en in de statistieken opgenomen. Besloten is, in overeenstemming met de aanbeveling van de Algemene rekenkamer in haar rapport over de Prestaties in de strafrechtketen 5, dat in dergelijke gevallen niet de politie maar de officier van justitie beslist om de zaak te seponeren. Dat leidt dan vanzelfsprekend dat het OM meer zaken seponeert, vaak al snel in het kader van de ingevoerde ZSM-werkwijze bij standaardzaken. Daarmee is verklaard dat zowel het 4 Hierin is gecorrigeerd voor de trendbreuk in de politiestatistieken van het CBS van 2005. 5 Tweede Kamer, vergaderjaar 2011 2012, 33 173, nr. 2 Pagina 3 van 5

aantal sepots in de statistiek als hun aandeel in het geheel der afdoeningen is opgelopen. Er is dan geen sprake van een veranderde prestatie van politie of OM, maar van een veranderde procedure. De invoering van de strafbeschikking leidt tot een vertekening van het aantal behandelde zaken, omdat deze in C&R2012 alleen meetellen voor zover ze leiden tot een directe afhandeling maar niet zo lang deze nog in verwerking zijn omdat verzet tegen de beschikking is aangetekend en wanneer met niet betaalde. 6 En de nadere afwerking kan lang duren omdat de zaak alsnog aan de rechter wordt voorgelegd, zoals om gijzeling bij niet-betaling mogelijk te maken en deze te ten uitvoer te leggen via politie en het gevangeniswezen. Deze telmethode verklaart waarom het aantal door het OM afgedane zaken kunstmatig laag ligt (want deel strafbeschikkingen telt pas later mee). Deze vertekening is juist deze jaren fors, nu zowel bij de misdrijven als bij de overtredingen de strafbeschikking is ingevoerd dit effect zal pas na stabilisering langzaam verdwijnen. Inmiddels is overleg gestart over een telwijze die minder aanleiding tot vertekening en verwarring geeft. Sinds 2005 stijgt het percentage zaken waarin de rechter niet tot een veroordelend vonnis komt langzaam maar zeker, van 6 naar 10%. De ontwikkeling in de laatste jaren duidt echter niet op een toenemend probleem, omdat rekening moet worden gehouden met het - als gevolg van het invoeren van de strafbeschikking door het openbaar ministerie voor een fors deel wegvallen van de (eenvoudiger) zaken waarin de rechter alleen een geldboete oplegt. Dat leidt er toe dat naar verhouding zwaardere en complexere zaken bij de rechter terecht komen dat zijn zaken waarbij een niet-schuldigverklaring sneller aan de orde zal zijn. Dan neemt het aantal niet-schuldigverklaringen bepaald niet toe, maar stijgt logischerwijs het percentage zaken waarin dat het geval is. De prestaties in de tenuitvoerlegging van straffen en maatregelen, zoals bij de vrijheidsstraf, de taakstraf en de inning van financiële sancties, liggen vrij stabiel. U bent bekend met het programma U ter versterking van de prestaties in de tenuitvoerlegging. Overtredingen Het aantal strafrechtelijk te behandelen processen-verbaal wegens overtredingen (kantonrechterzaken) is door de jaren heen substantieel gedaald dat betreft alle categorieën van overtredingen zoals overtreding van lokale verordeningen en zwartrijden in het openbaar vervoer. Daarentegen is het aantal zaken betreffende de administratiefrechtelijke handhaving van verkeersvoorschriften ( Mulderzaken ) weer op een hoger niveau gebracht, als gevolg van het weer op een hoger peil brengen van de handhavingsinspanningen met digitale camera s en trajectcontroles. 6 Deze zaken tellen pas als afgedaan na geslaagde tenuitvoerlegging. De constatering in C&R2012 dat strafbeschikkingen een korte doorlooptijd kennen slaat dan alleen op de direct of na een aanmaning afgehandelde (betaalde) en neemt niet de langere doorlooptijden mee van de niet direct geslaagde. Dit laatste blijft dan langer in de voorraad zitten. Pagina 4 van 5

Conclusie Dit alles overziend, stel ik vast dat aan de daling van de criminaliteit nog geen einde is gekomen, dat op hoofdlijnen de strafrechtelijke interventies een stabiel niveau van prestaties kennen. Er kan evenwel geen misverstand over bestaan dat bij voortduring op specifieke thema s aanpassingen aan de veranderende omstandigheden nodig zijn om een voldoende prestatie te behouden. Dat geldt in het bijzonder opkomende vormen van criminaliteit, bij nieuwe delictsvormen zoals cybercrime). En tevens dat onder de vlag van het programma VPS gewerkt wordt aan het verbeteren van de prestaties in de strafrechtsketen als geheel. Ik vertrouw hiermee te hebben voldaan aan uw verzoek om een reactie op het rapport C&R 2012. De Minister van Veiligheid en Justitie Pagina 5 van 5