Intensieve Zorgen Maaseik



Vergelijkbare documenten
WAT IS VERPLEEGKUNDE?

18 juni 1990 (B.S. 26/07/90)

De verpleegkundige werkt onder het gezag van de hoofdverpleegkundige van Het Pand aan wie hij/zij rapporteert.

OFFICIEUZE COÖRDINATIE (d.d. 25 juni 2007)

Week Verpleegkunde Procedures. Marc Van Bouwelen JAG

Introductiebrochure schoonmaak Tel.: 089/

Introductiebrochure Pediatrie Tel.: 089/

Inwendige geneeskunde D1 Maaseik

FAQ ZORGKUNDIGE. 1. Welke verpleegkundige handelingen kunnen worden gedelegeerd aan de zorgkundige sinds de lijst van 12 januari 2006?

Wij willen je van harte welkom heten op onze afdeling, heelkunde (C) Maaseik.

Spoedgevallen Maaseik

NLRC (revalidatiecentrum) Bree

Inwendige geneeskunde D2 Maaseik

Geriatrie Maaseik 089/ INTRODUCTIEBROCHURE: Ziekenhuis Maas en Kempen vzw. Campus Maaseik Mgr. Koningsstraat Maaseik Tel.

Medische beeldvorming Maaseik

Psychogeriatrie Bree 089/ INTRODUCTIEBROCHURE: Ziekenhuis Maas en Kempen vzw. Campus Maaseik. Campus Bree

AFDELINGSPROFIEL HLK7 V2

Introductiebrochure Intensieve zorgen en Medium Care. Tel. IZ: 089/ of 089/ Tel. MC: 089/

AZ VESALIUS. Algemeen ziekenhuis Vesalius Hazelereik Tongeren tel: 012/ tel afdeling: 012/ INTRODUCTIEBROCHURE VOOR STUDENTEN

studenteninformatie Onthaalbrochure Interne D4 GezondheidsZorg met een Ziel

AFDELINGSPROFIEL GER3 A2

Introductie brochure voor studenten DAGHOSPITAAL TONGEREN E2

Studentenbrochure. Kinderdagziekenhuis 0K12D

-De toepassing van al deze prestaties en handelingen is niet gebonden aan een plaats tenzij dit expliciet vermeld wordt.

Inwendige 1. Infobrochure studenten

DAGHOSPITAAL BREE INTRODUCTIEBROCHURE: Ziekenhuis Maas en Kempen vzw. Campus Maaseik Mgr. Koningsstraat Maaseik Tel.

INFORMATIEBROCHURE STUDENTEN

Patiënteninformatie. Welkom op stroke unit

WONDZORG. Aansprakelijkheid bij het ontstaan van een decubituswonde. Jan Vande Moortel

Coordinatie--Verpleegkundige-acten--KB Toevertrouwde-verpleegkundige-acten.doc B.S. 26/07/1990.

verpleegeenheid MiCS medium care / hartbewaking / eenheid voor acute beroertezorg

studenteninformatie Onthaalbrochure Heelkunde 2B2 GezondheidsZorg met een Ziel

Inwendige geneeskunde

studenteninformatie Onthaalbrochure A-dienst GezondheidsZorg met een Ziel

Patiënteninformatie. Welkom op beroertezorg

Casus 3: De Intensieve patiënt OPLOSSING

Introductiebrochure studenten: Inwendige ziekten 2

Introductiebrochure Pediatrie. Tel.: 089/

Coordinatie--Verpleegkundige-acten--KB Toevertrouwde-verpleegkundige-acten B.S. 26/07/1990.

17/03/2015 STAGE LOPEN IN EEN ZORGTRAJECT STAGE LOPEN VROEGER. Kristin Muller Imelda ziekenhuis Danny Peeters Thomas More Campus Lier

Studenten klapper. Ziekenhuis Maas en Kempen. Afspraken & verwachtingen studenten ergotherapie. Versie: oktober 2009

Introductiebrochure Laboratorium Tel.: 089/

verpleegeenheid orthopedie

WAT BLIJFT IN DE SCHEMERZONE en onrechtstreeks via Vlaams Statuut?

Samenwerking tussen zorgkundigen en verpleegkundigen

Algemeen. Titel Functieomschrijving verpleegkundige in R&MSC Versie 1 Status Gepubliceerd. Auteurs: Driesen, Nancy

studenteninformatie Onthaalbrochure Heelkunde 2B4 GezondheidsZorg met een Ziel

Onthaalbrochure studenten. Chirurgisch daghospitaal

Coordinatie--Verpleegkundige-acten--KB Toevertrouwde-verpleegkundige-acten.doc B.S. 26/07/1990.

Versie 27 september 2007


Introductiebrochure Dag klinische ingrepenzaal 3 (DIZ3) Tel. DIZ3 :

studenteninformatie Diëtisten Onthaalbrochure Rwww.mariamiddelares.be Ontdek onze nieuwe website op GezondheidsZorg met een Ziel

Introductiebrochure Heelkunde Tel.: 089/

AFDELINGSPROFIEL GER3 BE

Profielschets Operatiekwartier

Dienstgebonden informatiebrochure diëtisten

Onthaalbrochure studenten Geriatrie 2

studenteninformatie Onthaalbrochure Geriatrie G6 GezondheidsZorg met een Ziel

Voorstelling. VE101 Mid-Care

studenteninformatie Onthaalbrochure Heelkunde C2 GezondheidsZorg met een Ziel

Brussel 18 oktober 2007

Introductiebrochure Geriatrisch Dagziekenhuis. Tel.: 089/

studenteninformatie Onthaalbrochure Heelkunde 2B5 GezondheidsZorg met een Ziel

INFORMATIEBROCHURE STUDENTEN

Intensieve Zorgen Pediatrie. Studentenbrochure

Heelkunde 2. informatiebrochure

AFDELINGSPROFIEL GER3 BE

Introductiebrochure Mobiele Equipe

Introductiebrochure Spoedgevallen Tel. 089/

verpleegeenheid intensieve zorg

Verpleegafdeling Dagkliniek heelkunde / Slaapunit

AFDELINGSPROFIEL SP LOCO1 BE

studenteninformatie Onthaalbrochure Radiologie GezondheidsZorg met een Ziel

Patiënteninformatie. Welkom op de afdeling pneumologie

WONDZORG. Wetgeving: verpleging en wondzorg AXIOMA S. 1. We leven in een rechtsstaat. 2. De wet is niet altijd zoals ze zou moeten zijn

studenteninformatie Onthaalbrochure Kraamafdeling GezondheidsZorg met een Ziel

PATIËNTEN INFORMATIE. onthaalbrochure

Stagemap het preoperatief consult (POC)

Introductiebrochure Intensieve zorgen en Medium Care

Wondzorg en wetgeving

verpleegeenheid geriatrie

Studentenbrochure VE Palliatieve Asse. Hier komt titel van persbericht. OLV Ziekenhuis Palliatieve zorgeenheid AS11 Bloklaan ASSE.

Infobundel stage Pediatrie B4

Onthaalbrochure studenten Geriatrie 1

De hospitalisatie-afdeling Heelkunde 2 als stageplaats voor studenten.

Coda. Informatiebrochure studenten

RICHTLIJNEN EVALUATIE STAGES 3 e master Diergeneeskunde. Geachte stagegever,

Onthaalbrochure studenten Pediatrie

De coördinerend hoofdverpleegkundige heeft een voorbeeldfunctie.

VERPLEEGKUNDIGEN Art. 8 pag. 1 officieuze coördinatie

Introductiebrochure Inwendige 1 Tel.: 089/

De dienst Spoedgevallen

introductiemap stagiairs verpleegkunde Verpleegeenheid Psychiatrie (PAAZ)

Wat u vooraf moet weten Wat er vooraf moet gebeuren

ONTHAALBROCHURE GERIATRIE

informatiebrochure ORTHOPEDIE ziekenhuis maas en kempen dagziekenhuis chirurgie

Profielschets Preoperatieve consultatie, DZC

Het multidisciplinaire team

PATIËNTEN INFORMATIE. Geriatrie

Transcriptie:

Ziekenhuis Maas en Kempen vzw Campus Maaseik Mgr. Koningsstraat 10 3680 Maaseik Tel.: 089/509 200 Campus Bree Rode Kruislaan 40 3960 Bree Tel.: 089/509 800 INTRODUCTIEBROCHURE: Intensieve Zorgen Maaseik 089/509 281

Hallo, Welkom op de dienst Intensieve zorgen. Wij willen je graag als student of als collega verpleegkunde in ons team. Met deze brochure willen wij je wegwijs maken op onze dienst. Het is een beknopte begeleiding die je steeds kan raadplegen. Een brochure kan niet alles omvattend zijn, daarom staan zowel artsen, hoofdverpleegkundige en verpleegkundigen je graag bij indien je hulp of uitleg nodig hebt. Wij gunnen je de nodige tijd om je aan te passen. We zullen ons inzetten zodat je een aangename stage- of werkervaring hebt. Wij wensen je veel succes en veel leer of werkgenot op onze dienst! Vanwege ons team. Introductiebrochure nieuwe medewerkers & studenten 2 Versie september 2009

INHOUD 1. Architectuur 8 2. Patiëntenpopulatie 9 3. Specifiek verpleegtechnische interventies 10 3.1. Verpleegkundige interventies op onze afdeling 10 3.1.1. Ademhalingsstelsel 10 3.1.2. Bloedsomloopstelsel 11 3.1.3. Spijsverteringstelsel 11 3.1.4. Urogenitaal stelsel 11 3.1.5. Huid en zintuigen 12 3.1.6. Metabolisme 12 3.1.7. Medicamenteuze toedieningen 12 3.1.8. Mobiliteit 12 3.1.9. Hygiëne 12 3.1.10. Fysische beveiliging 12 3.1.11. Neurologisch 13 3.2. Verpleegkundige interventies volgens KB 13 juni 2006 13 3.2.1. A-handelingen 14 3.2.2. B-handelingen 14 3.2.2.1. Behandelingen 14 3.2.2.1.1. Ademhalingsstelsel 14 3.2.2.1.2. Bloedsomloopstelsel 14 3.2.2.1.3. Spijsverteringsstelsel 14 3.2.2.1.4. Urogenitaal stelsel 15 Introductiebrochure nieuwe medewerkers & studenten 3 Versie september 2009

3.2.2.1.5. Huid en zintuigen 15 3.2.2.1.6. Metabolisme 15 3.2.2.1.7. Medicamenteuze toedieningen 15 3.2.2.1.8. Bijzondere technieken 16 3.2.2.2. Voedsel- en vochttoediening 16 3.2.2.3. Mobiliteit 16 3.2.2.4. Hygiëne 16 3.2.2.5. Fysische beveiliging 16 3.2.2.6. Verpleegkundige activiteiten die verband houden met het stellen van de diagnose en de behandeling 16 3.2.2.7. Assistentie bij medische handelingen 16 3.2.3. C-handelingen 17 3. Uurregeling, dagindeling met taakinhoud- en taakverdeling 18 3.3. Uurregeling 18 3.4. Dagindeling 19 5. Multidisciplinair team 22 5.1. Verpleegkundigen 22 5.2. Het medisch team 22 5.3. Andere medewerkers 24 6. Visie en missie 25 7. Organisatie van de verpleegzorg 26 8. Praktische afspraken algemeen 27 8.1. Dienstlijst 27 8.1.1. Verlofaanvraag 27 8.1.2. Wensen 27 Introductiebrochure nieuwe medewerkers & studenten 4 Versie september 2009

8.2. Beletsignaal 27 8.3. Maaltijden 27 8.4. Informatieoverdracht 28 8.5. Preventie diefstal 28 8.6. Teamvergaderingen 29 8.7. Observatie en rapportage 29 8.8. Begeleiding van de familie 29 9. Praktische afspraken naar de NIEUWE MEDEWERKER 30 9.1. Algemeen 30 9.1.1. Introductiebrochures (Algemene & afdelingsspecifieke) 30 9.1.2. Algemene introductie op de eerste werkdag 30 9.1.3. Infodag 30 9.2. Afdelingsspecifiek 31 9.2.1. Stappenplan voor introductie en inscholing op de dienst 31 9.3. Vragenlijst 31 9.4. Begeleiding door peter of meter 31 10. Praktische afspraken naar de STUDENTEN 34 10.1. Algemeen 34 10.1.1. Introductiebrochures (Algemene & afdelingsspecifieke) 34 10.1.2. Algemene introductie op de eerste stagedag 34 10.1.3. Jobbeurs 34 10.2. Afdelingsspecifiek 35 10.3. Begeleidingsformulieren 35 10.3.1. Beschrijving van het begeleidingsformulier 35 Introductiebrochure nieuwe medewerkers & studenten 5 Versie september 2009

10.3.2. Doel van begeleidingsformulieren 36 10.4. Belevingsformulieren 37 10.4.1. Beschrijving van het belevingsformulier 37 10.4.2. Doel van het belevingsformulier 37 10.5. Mentorschap 37 10.5.1. Omschrijving mentor 37 10.5.2. Taken van de mentor 38 10.5.3. Profiel van een mentor 38 10.5.4. Omschrijving stagebegeleider 39 10.6. Aandachtspunten 39 10.6.1. Algemeen 39 10.6.1.1. De aanpak van een totaalzorg bij de IC-patiënt 39 10.6.1.2. Basisprincipes handhygiëne 40 10.6.1.3. Medicatie en infuusbehandeling 40 10.6.2. Begeleiding 40 10.6.3. Observatie (zie ook praktische afspraken) 41 10.6.4. Rapportage (zie ook praktische afspraken) 41 10.6.5. Administratief 41 10.6.6. Werken met technische hulpmiddelen 41 10.7. Verwachtingen 41 10.7.1. Algemene verwachtingen 41 Specifieke verwachtingen 44 10.7.1.1. Eerste stagedag 44 10.7.1.2. Na de eerste week 45 Introductiebrochure nieuwe medewerkers & studenten 6 Versie september 2009

10.7.1.3. Na de tweede week 45 10.7.1.4. Na de derde week 45 10.7.1.5. Na de vierde week 45 11. Risicoanalyse/werkpostfiche 46 Introductiebrochure nieuwe medewerkers & studenten 7 Versie september 2009

1. Architectuur Onze afdeling ligt op de kelderverdieping, naast de dienst spoedgevallen. De dienst intensieve zorgen is volledig vernieuwd in 2003. Op de afdeling kunnen 8 patiënten worden gehospitaliseerd, waarvan 6 met een profiel van intensieve zorgen en 2 medium care. We beschikken over een centrale desk waar we rechtstreeks zicht hebben op 6 bedden. Er zijn 4 éénpersoonskamers, waarvan 1 met een isolatiesas en 2 tweepersoonskamers. Introductiebrochure nieuwe medewerkers & studenten 8 Versie september 2009

2. Patiëntenpopulatie De afdeling intensieve zorgen is een afdeling waar vooral kritisch zieke mensen behandeld worden. Dit na een cardiologische of andere aandoening van het interne stelsel, na het ondergaan van een chirurgische ingreep of na het oplopen van een zwaar trauma. Dit kritisch ziek zijn betekent dat één of meerdere vitale functies gestoord zijn of dreigen gestoord te raken. De meest voorkomende pathologieën zijn: Interne geneeskunde Cardiologisch Chirurgie Pneumologisch Endocrinologisch Gastro-intestinaal Neurologisch Orthopedie Urologie Algemene chirurgie Thoraxchirurgie Vaatchirurgie Infarct Angina pectoris Hartfalen Longoedeem Pericarditis Ritmestoornissen Pneumonie COPD Astma Longembolen Longoedeem Pneumo-, pyo- of haemothorax Ontregelde diabetes Maag-darmbloeding Pancreatitis Obstructie CVA TIA Epilepsie TKP (totale knieprothese) Heupoperaties Femurfractuur Prostatectomie Brickeroperatie Nefrectomie Maag- en darmoperaties Pneumectomie/Lobectomie Thoracoscopie Profundoplastie Introductiebrochure nieuwe medewerkers & studenten 9 Versie september 2009

Gynaecologie Intoxicaties Trauma PTA (percutane transluminale angioplastie) HELPP syndroom Pre-eclampsie Accidenteel Niet-accidenteel Miltruptuur Thoraxtrauma Niertrauma Poly-trauma 3. Specifiek verpleegtechnische interventies De verpleegtechnische interventies die vooral voorkomen op onze afdeling vind je in onderstaande lijst. 3.1. Verpleegkundige interventies op onze afdeling 3.1.1. Ademhalingsstelsel Toezicht bij spontaan ademende patiënt zonder tube/canule: met endotracheale tube met tracheacanule niet-invasieve beademing: met masker Toezicht bij de beademde patiënt Beademingsmodaliteiten: waaronder: - Bi-level (drukgestuurd) - V.C.V(volumegestuurd) Bijsturen beademing a.d.h.v. bloedgaswaarden Cuffmanometrie Toedienen van aërosol Instilleren en bagsqueezen Aspiratie van secreten via E.T.T., tracheaocanule en mondholte Mondzorg en dagelijks E.T.T. van mondhoek wisselen en fixeren Tracheacanule reinigen + verzorgen wonde trachea Gebruik van ambu Capnometrie Oxymetrie Introductiebrochure nieuwe medewerkers & studenten 10 Versie september 2009

Extubatie Assistentie bij plaatsen van thoraxdrainage en toezicht op een patiënt met een thoraxdrain Assistentie bij bronchoscopie Assistentie bij intubatie 3.1.2. Bloedsomloopstelsel CPR Aanbrengen van TED kousen ter preventie van veneuze aandoeningen Compressietherapie Plaatsen van perifeer infuus Assistentie bij plaatsen van centraal veneuze katheter en arteriële katheter, verzorging ervan en toezicht Voorbereiding, toediening van en toezicht op intraveneuze perfusies en transfusies Assistentie bij plaatsen van swann-ganz-katheter, verzorging en toezicht Bloedafname, bloedgasanalyse, haemokulturen Opnemen en opvolgen van hemodynamische parameters EKG afname Toezicht op patiënten met een temporaire pacemaker 3.1.3. Spijsverteringstelsel Plaatsen van en toezicht op maagsonde, toedienen sondevoeding Manuele verwijdering van faecalomen Toedienen van lavement Verzorging van A.P. Faeceskultuur 3.1.4. Urogenitaal stelsel Voorbereiding, uitvoering van en toezicht op blaassondage Drainage via supra-pubische katheter Postoperatief blaasspoelsysteem Urinekultuurafname Blaasspoeling Introductiebrochure nieuwe medewerkers & studenten 11 Versie september 2009

3.1.5. Huid en zintuigen Aseptische/antiseptische wondverzorging. Aanbrengen medicatie in ogen, oren, neus en mond 3.1.6. Metabolisme Voorbereiding, uitvoering van en toezicht op C.V.V.H.D.F. Vochtbalans opstellen en in evenwicht houden Glycemiecontrole 3.1.7. Medicamenteuze toedieningen Voorbereiding, uitvoering en toezicht bij toedienen van medicatie PO, SC, IM, IV, Gebruik van infuuspompen en spuitpompen 3.1.8. Mobiliteit Wisselhouding Tiltechnieken en hulpmaterialen Mobilisatie van de patiënt 3.1.9. Hygiëne Totaalzorg 3.1.10. Fysische beveiliging Voorbereiding vervoer (niet)beademde patiënten Aanwenden van maatregelen ter preventie van lichamelijke letsels Aanwenden van Maatregelen ter preventie van infecties Toepassen van isolatiemaatregelen Aanwenden van maatregelen ter preventie van decubitus en andere gevolgen van langdurige bedlegerigheid Introductiebrochure nieuwe medewerkers & studenten 12 Versie september 2009

3.1.11. Neurologisch Observatie bewustzijn d.m.v. de Glasgow-Coma-Schaal Opvolgen van fysische parameters: sedatie (Ramsey schaal), bromage, pijnscore (VAS), moeheid, nausea, 3.2. Verpleegkundige interventies volgens KB 13 juni 2006 De indeling is gebaseerd op de opsomming van de prestaties zoals vermeld in het KB van 18 juni 1990 en de laatste wijziging in het KB van 13 juni 2006: Wat is verpleegkunde. Onder de uitoefening van de verpleegkunde wordt verstaan het vervullen van de volgende activiteiten: A-handelingen B-handelingen: er wordt een onderscheid gemaakt tussen B1 en B2 B1: technisch verpleegkundige prestaties waarvoor geen voorschrift van een arts nodig is B2: technisch verpleegkundige prestaties waarvoor wel een voorschrift van een arts vereist is C-handelingen zijn medisch toevertrouwde handelingen. Er zijn wijzigingen naar verpleegkundige met een bijzondere beroepstitel IZ/spoed. De volgende linken geven een goed overzicht: http://www.nvkvv.be/file?fle=9617 http://www.nvkvv.be/file?fle=9413 Introductiebrochure nieuwe medewerkers & studenten 13 Versie september 2009

3.2.1. A-handelingen A A A A A A A Het observeren, het herkennen en het vastleggen van de gezondheidsstatus, zowel op psychisch, fysisch als sociaal vlak Het omschrijven van verpleegproblemen Het bijdragen aan de medische diagnose door de arts en aan het uitvoeren van de voorgeschreven behandeling Het informeren en adviseren van de patiënt en zijn familie Het voortdurend bijstaan, uitvoeren en helpen uitvoeren van handelingen, waardoor de verpleegkundige het behoud, de verbetering en het herstel van de gezondheid van gezonde en zieke personen en groepen beoogt (De handelingen van palliatieve zorg te verrichten) Het verlenen van stervensbegeleiding en begeleiding bij de verwerking van het rouwproces 3.2.2. B-handelingen De verpleegkundige zorgen omvatten de planning, de uitvoering en de evaluatie met inbegrip van de gezondheidsbegeleiding van de patiënt en van zijn omgeving. Uit een verpleegkundig dossier, dat enkel door beoefenaars van de verpleegkunde mag worden samengesteld en bijgehouden, moet blijken dat aan de voorschriften van dit artikel is voldaan. De procedures i.v.m. deze verpleegtechnische handelingen vind je terug in het procedureboek op de afdeling. Pas deze procedures toe, bij de verzorging van de aan jouw toegewezen patiënten. 3.2.2.1. Behandelingen 3.2.2.1.1. Ademhalingsstelsel B1 B2 Luchtwegenaspiratie en -drainage. Verpleegkundige zorgen aan en toezicht op patiënten met een kunstmatige luchtweg. Gebruik van en toezicht op toestellen voor gecontroleerde beademing. Cardiopulmonaire resuscitatie met niet-invasieve middelen. Zuurstoftoediening. Gebruik van en toezicht op thoraxdrainagesysteem. Cardiopulmonaire resuscitatie met invasieve middelen. 3.2.2.1.2. Bloedsomloopstelsel B1 B2 Plaatsen van intraveneuze katheters in een perifere vene, bloedafneming en intraveneuze perfusie met een isotonische zoutoplossing, eventueel met gebruik van een debietregelaar. Plaatsen van een intraveneuze perfusie met een isotonische zoutoplossing via een subcutaan poortsysteem dat verbonden is met een ader, bloedafneming en gebruik van een debietregelaar Aanbrengen van verbanden en kousen ter preventie en/of behandeling van veneuze aandoeningen. Voorbereiding, toediening van en toezicht op intraveuze perfusies en transfusies eventueel met technische hulpmiddelen. Gebruik van en toezicht op toestellen voor extracorporele circulatie en contrapulsatie. Verwijderen van arteriële en diep-veneuze katheters. De afname en behandeling van transfusiebloed en van bloedderivaten. Het verrichten van aderlating. 3.2.2.1.3. Spijsverteringsstelsel B1 Manuele verwijdering van fecalomen. Introductiebrochure nieuwe medewerkers & studenten 14 Versie september 2009

B2 Voorbereiding, uitvoering en toezicht op: - darmspoeling - maagspoeling - lavement - gastro-intestinale tubage en drainage. Verwijdering, vervanging na fistelvorming (met uitzondering van de eerste vervanging uit te voeren door de arts) en toezicht op de percutane gastrostomiesonde met ballon. 3.2.2.1.4. Urogenitaal stelsel B1 B2 Vaginale spoeling. Aseptische vulvazorgen. Voorbereiding, uitvoering en toezicht op: - Blaassondage - Blaasinstillatie - Drainage van de urinaire tractus. Verwijdering, vervanging na fistelvorming (met uitzondering van de eerste vervanging uit te voeren door de arts) en toezicht op de supra-pubische blaassonde met ballon. 3.2.2.1.5. Huid en zintuigen B1 B2 Voorbereiding, uitvoering van en toezicht op: - Wondverzorging - De verzorging van stomata, wonden met wieken en drains - Verwijdering van losse vreemde voorwerpen uit de ogen. Voorbereiding, uitvoering en toezicht op: - Verwijderen van cutaan hechtingsmateriaal, wieken en drains en cutane katheters - Spoeling van neus, ogen en oren; Warmte- en koudetherapie; - Therapeutische baden - Verwijderen van een epidurale katheter. Toepassen van therapeutische lichtbronnen. Plaatsen van kopglazen, bloedzuigers en larven 3.2.2.1.6. Metabolisme B2 Voorbereiding, uitvoering van en toezicht op technieken van: - Hemodialyse - Hemoperfusie - Plasmaforese - Peritoneale dialyse. In evenwicht houden van de vochtbalans. 3.2.2.1.7. Medicamenteuze toedieningen B2 Voorbereiding en toediening van medicatie via volgende toegangswegen: - Oraal (inbegrepen inhalatie) - Rectaal - Vaginaal - Subcutaan - Intramusculair - Intraveneus - Via luchtweg - Hypodermoclyse - Via gastro-intestinale katheter - Via drain - Oogindruppeling Introductiebrochure nieuwe medewerkers & studenten 15 Versie september 2009

- Oorindruppeling - Percutane weg. Voorbereiding en toediening van een medicamenteuze onderhoudsdosis via een door de arts geplaatste katheter: epidurale, inthratecale, intraventiculair, in de plexus met als doel een langdurige analgesie bij de patiënt te bekomen. 3.2.2.1.8. Bijzondere technieken B1 B2 Verpleegkundige zorgen aan en toezicht op prematuren met gebruik van incubator. Toezicht op de voorbereiding van te steriliseren materialen en op het sterilisatieproces. Manipulatie van radioactieve producten. Verwijderen van gipsverbanden Drainage van intracerebraal vocht via een ventrikeldrain onder permanente controle van de intracraniële druk. Toepassing van de behandelingen tot immobilisatie van alle letsels, na eventuele manipulatie door de arts, zoals het aanbrengen van verbanden in gips en gipsvervangende producten en het toepassen van andere technieken tot immobilisatie. 3.2.2.2. Voedsel- en vochttoediening B1 B2 Enterale vocht- en voedseltoediening. Parenterale voeding. 3.2.2.3. Mobiliteit B1 De patiënt in een functionele houding brengen met technische hulpmiddelen en het toezicht hierop. 3.2.2.4. Hygiëne B1 Specifieke hygiënische zorgen als voorbereiding op een onderzoek of behandeling. Hygiënische zorgen bij patiënten met ADL-dysfunctie. 3.2.2.5. Fysische beveiliging B1 Vervoer van patiënten die een bestendig toezicht nodig hebben. Maatregelen ter voorkoming van lichamelijke letsels: fixatiemiddelen, isolatie, beveiliging, toezicht. Maatregelen ter preventie van infecties. Maatregelen ter preventie van decubitusletsels. 3.2.2.6. Verpleegkundige activiteiten die verband houden met het stellen van de diagnose en de behandeling B1 B2 Meting van de parameters behorende tot de verschillende biologische functiestelsels. Voorbereiding van en assistentie bij invasieve ingrepen tot diagnosestelling. Gebruik van apparaten voor observatie van de verschillende functiestelsels. Staalafneming en collectie van secreties en excreties. Bloedafneming: - Door veneuze en capillaire punctie - Langs aanwezige arteriële katheter - Uitvoeren en aflezen van cutane en intradermotesten. 3.2.2.7. Assistentie bij medische handelingen B1 Beheer van de chirurgische en anesthesiologische uitrusting. Voorbereiding van de patiënt op de anesthesie en de chirurgische ingreep. Introductiebrochure nieuwe medewerkers & studenten 16 Versie september 2009

B2 Deelneming aan de assistentie en aan het toezicht tijdens de anesthesie. Voorbereiding, assistentie en instrumenteren bij medische en chirurgische ingrepen. *Technische verpleegkundige verstrekkingen die de houders van de bijzondere beroepstitel van verpleegkundige gespecialiseerd in de intensieve zorg en de spoedgevallenzorg in de functies intensieve zorg, gespecialiseerde spoedgevallenzorg, mobiele urgentiegroep en in de dringende geneeskundige hulpverlening mogen toepassen, op voorwaarde dat deze beschreven zijn door middel van een procedure of een standaard verpleegplan en dat deze verstrekkingen aan de betrokken artsen zijn meegedeeld: *B1 Cardiopulmonaire resuscitatie met invasieve middelen Beoordeling van de parameters behorende tot de cardiovasculaire, respiratoire en neurologische functiestelsels, Gebruik van toestellen voor het bewaken van de cardiovasculaire, respiratoire en neurologische functiestelsels, Onthaal, evaluatie, triage en oriëntatie van de patiënten. 3.2.3. C-handelingen C handelingen zijn toevertrouwde geneeskundige handelingen, mogen enkel worden verricht door bachelor en gediplomeerde verpleegkundigen. C Voorbereiding en toediening van: - Chemotherapeutische middelen - Isotopen. C Voorbereiding en toepassing van therapieën met radioactieve materialen en met stralingsapparatuur. C Beoordeling van de parameters behorende tot de verschillende biologische functiestelsels. C Bediening van toestellen voor medische beeldvorming. C Analysen, die tot de klinische biologie behoren, op lichaamsvochten, excreties, urine en vol bloed door middel van eenvoudige technieken in de nabijheid van de patiënt uitgevoerd, onder de verantwoordelijkheid van een erkend klinisch laboratorium. C Voorbereiding en toediening van vaccins, in aanwezigheid van een arts. C Vervanging van de externe tracheacanule. C Het debrideren van decubituswonden. C Voorbereiding, assistentie, instrumenteren en post-operatieve zorg bij keizersnede. C Het uitvoeren van de A, B en C-handelingen tijdens de zwangerschap, de bevalling en het postpartum, in zover deze betrekking hebben op pathologie of afwijkingen al dan niet veroorzaakt door de zwangerschap en in het kader van de multidisciplinaire samenwerking binnen de voor de betrokken pathologie gespecialiseerde diensten. C Bloedafneming door arteriële punctie *Toevertrouwde geneeskundige handelingen die de houders van de bijzondere beroepstitel van verpleegkundige gespecialiseerd in de intensieve zorg en de spoedgevallenzorg in de functies intensieve zorg, gespecialiseerde spoedgevallenzorg, mobiele urgentiegroep en in de dringende geneeskundige hulpverlening mogen toepassen, op voorwaarde dat deze beschreven zijn door middel van een procedure of een standaard verpleegplan en dat deze toevertrouwde geneeskundige handelingen aan de betrokken artsen zijn meegedeeld: *C Plaatsen van een intra-osseuse katheter. Introductiebrochure nieuwe medewerkers & studenten 17 Versie september 2009

3. Uurregeling, dagindeling met taakinhoud- en taakverdeling 3.3. Uurregeling Met uitzondering van de hoofdverpleegkundige werken de verpleegkundigen volgens een 3-ploegen systeem, waarin het de bedoeling is te komen tot een minimumbezetting. V of Vroege dienst 06u30 14u36 3 verpleegkundigen D of Dagdienst 08u00 16u06 Hoofdverpleegkundige L of Late dienst 13u39 21u45 3 verpleegkundigen N of Nachtdienst 21u30 06u45 2 verpleegkundigen We werken op onze afdeling volgens het model integrerende verpleging, dus met patiëntentoewijzing. De hoofdverpleegkundige stelt iedere dag de werkschema s op. Elke verpleegkundige krijgt enkele patiënten toegewezen. Studenten verpleegkunde worden op hun beurt aan een verpleegkundige toegewezen. We krijgen logistieke hulp alle weekdagen van 08u00 tot 11u45. Introductiebrochure nieuwe medewerkers & studenten 18 Versie september 2009

3.4. Dagindeling Vroege dienst =V 06u30 06u45 07u00 08u00 08u00 11u30 11u30 12u00 12u00 13u00 13u00 13u30 13:30 14:36 Briefing van de toegewezen patiënten Parametercontrole elk uur Ijken van invasieve drukken Opmaken van de vochtbalans Toediening medicatie Controle infusen en medicatiedrips Afname EKG Bloed- en kultuurafname Bloedgas + glycemie controle Ontbijt Totaalzorg van de patiënt: - Hygiënische zorgen - Mondtoilet + eventueel ETT verzorging - Wond- en katheterverzorging - Wisselen infuusleidingen (op ma-woe-vrij) Patiënt mobiliseren Wisselhouding geven Consultatie artsen Transport naar onderzoeken (Rx thorax wordt op de afdeling genomen) Middagmaal Toedienen medicatie Wisselhouding geven Mondtoilet bij beademde patiënten Medicatie en infusen klaarleggen voor middagpost Opruim van de kamer, vuil linnen en vuilnis Bezoek Schriftelijke rapportage en in orde maken van de verpleegdossiers Briefing van de toegewezen patiënten Introductiebrochure nieuwe medewerkers & studenten 19 Versie september 2009

Late dienst 13u39 14u30 14u30 17u 17u00 18u30 19u30 19u30 21u00 21u00 21u30 21u30 21u45 = L Briefing van de toegewezen patiënten Parametercontrole elk uur Bloedgas- en glycemiecontrole Toedienen medicatie Ijking invasieve drukken Controle infusen en medicatiedrips 16u Wisselhouding geven Eventueel bestelling apotheek gaan halen en uitpakken Avondmaal Bezoek Bloedgas- en glycemiecontrole Toedienen medicatie Wisselhouding geven Medicatie en infusen klaarleggen voor nachtpost Opruim van de kamer, vuil linnen en vuilnis Schriftelijke rapportage en in orde maken van de verpleegdossiers Briefing van de toegewezen patiënten Introductiebrochure nieuwe medewerkers & studenten 20 Versie september 2009

Nachtdienst 21u30 21u45 22u00 06u00 06u00 06u30 06u30 06u45 = N Briefing van de toegewezen patiënten Parametercontrole elk uur Medicatietoediening Bloedgas- en glycemiecontrole Ijken van invasieve drukken Wisselhouding geven Medicatie, infusen, linnen, bloedafnametubes, kulturen en wissers klaarleggen voor de vroege dienst Boxen en verzorgingskarren bijvullen (alleen in t weekend) Intubatie- en reanimatiekar bijvullen Medicatie bestellen voor patiënten Schrijven van verpleegfiches voor volgende dag Verdoving nakijken Keukenbriefje maken Afdelingskeuken opruimen Plateau s klaarzetten voor ontbijt (alleen in t weekend) Opruim van de kamer, vuil linnen en vuilnis Schriftelijke rapportage en in orde maken van de verpleegdossiers Briefing van de toegewezen patiënten Deze dagindeling is een richtgegeven. Elke opname, ontslag of acute situatie (reanimatie, intubatie, ) dient men binnen deze uurregeling te plannen door de werkplanning aan te passen. Introductiebrochure nieuwe medewerkers & studenten 21 Versie september 2009

5. Multidisciplinair team Om de zorg rond de patiënt zo optimaal mogelijk te laten verlopen, zijn er een heleboel mensen betrokken bij de zorgverlening op onze afdeling. Met volgende personen zal je zeker dagelijks samenwerken. 5.1. Verpleegkundigen Hoofdverpleegkundige : Carla Zimmermann Verpleegkundigen : - Mentoren : Petra Gerarts Els Fraussen Nadia Royakkers -Meters: de 3 mentoren, Miranda Hendrix en Hilde Naus Riet Borkelmans, Micheline Castermans, Kristof Clerx, Mieke Clijsters, Ria Geutjens, Nathalie Libens, Ann Meyssen, Laura Oyagüe, Kim Voncken, Elly Volders en Wendy Willen. Ook kan er beroep gedaan worden op verpleegkundigen werkzaam in de mobiele equipe. Als student werk je samen met elke verpleegkundige, niet alleen met de mentoren. Als nieuwe collega werk je samen met elke verpleegkundige en krijg je een peter of meter toegewezen. 5.2. Het medisch team De diensthoofdgeneesheer intensieve zorgen is Dr. Cox. De interne pathologie wordt op onze afdeling opgevolgd door de desbetreffende specialist. Postoperatieve patiënten welke op IC verblijven worden opgevolgd door de anesthesisten. Het heelkundige aspect wordt wel door de chirurg gevolgd. Men kan ook steeds een consult aanvragen van om het even welke medische discipline. Anesthesie Dr. Ph. Becx Dr. A. Creemers Dr. E. Geypen Dr. I. Tanghe Dr. A. Westerlinck Introductiebrochure nieuwe medewerkers & studenten 22 Versie september 2009

Cardiologie Dermatologie Diabetesconventie Endocrinologie Dr. Y. Cruysberghs Dr. G. Jeurissen Dr. A. van Wylick Dr. M. Cuypers Dr. B. Verhamme Dr. P. Marcq Dr. P. Marcq Gastro-enterologie Dr. S. Delen Dr. J. Eyben Geriatrie Gynaecologie Inwendige ziekten Heelkunde Long- en vaatheelkunde Neurologie Neuro-psychiatrie Nucleaire gen. Ophtalmologie Orthopedie Dr. E. Cox Dr. T. Geerts Dr. G. Dhaenens Dr. D. Lauwagie Dr. D. Mess Dr. A. Vanpeperstraete Dr. E. Cox Dr. J. Eyben Dr. T. Geerts Dr. F. Janssens Dr. P. Marcq Dr. F. Claessens Dr. S. Bessemans Dr. J. Verhelle Dr. H. Schroë Dr. K. Vanslembroek Dr. T. Rädisch Dr. M. Vande Reyd Dr. B. Dehaes Dr. P. Beenders Dr. G. Dirickx Dr. A. Goyens Dr. M. Molemans Dr. C. Nelissen Dr. R. Pyls Dr. H. Welters Introductiebrochure nieuwe medewerkers & studenten 23 Versie september 2009

Dr. F. Robijns Plastische heelkunde Pneumologie Psychiatrie Radiologie Urologie Dr. L. Damen Dr. M. Nelissen Dr. E. Cox Dr. K. Darquennes Dr. E. Bergen Dr. J. Geutjens Dr. M. Vande Reyd Dr. R. Van de Velde Dr. P. Dirickx Dr. K. Leroux Dr. S. Verellen Dr. E. Verstraeten Dr. P. Fransen Dr. S. Vermeersch Dr. S. Schapmans Dr. W. Vervecken 5.3. Andere medewerkers Logistieke hulp: Ellen Mooren Kinesisten: Alain Vancleef en Jan Witters Patiëntenbegeleiding: Ann Peeten Psychologen: Petra Van Rens en Annlies Bex Logopediste: Edith Scholberg Diëtiste: Valerie Smeets Ergotherapeute An Langen Om dit naar patiënten toe duidelijk te maken dragen medewerkers per discipline een broekpak of schort in een andere kleur. Introductiebrochure nieuwe medewerkers & studenten 24 Versie september 2009

6. Visie en missie Elke patiënt is uniek als persoon. Wij trachten dat bij de uitvoering van de verpleegkundige zorgen zoveel mogelijk op een verantwoorde wijze te respecteren. De patiënt heeft hier recht op. Bij de patiënten die opgenomen worden voor inwendige ziekten zijn er vaak de gevoelens van angst en verdriet voor de uitslag van onderzoeken en de invloed ervan op hun leven. De aandacht voor de psychosociale gevolgen van de ziekenhuisopname mag dus zeker niet uit het oog verloren worden. De organisatie van de verpleegkundige zorgverlening is gericht op totaalzorg: elke verpleegkundige krijgt een aantal patiënten toegewezen en staat in voor zoveel mogelijk verpleegkundige zorgaspecten bij deze toegewezen patiënten, op de wijze die overeenstemt met de wettelijke bepalingen inzake verpleging. We willen het welzijn van de patiënt op de eerste plaats stellen door aandacht te hebben voor alle aspecten van de zieke mens, lichamelijk, sociaal, psychisch, relationeel en geestelijk, hierbij rekening houdend met de fase in het leven van de patiënt en omstandigheden waarin hij/zij verkeert. De patiëntenzorg is op afdelingsniveau een teamgebeuren waarvan de hoofdverpleegkundige de leiding heeft. Iedereen neemt zijn verantwoordelijkheid op en verleent zijn medewerking aan het opbouwen en het behoud van een goede werksfeer, een goede samenwerking en een goede communicatie die er op de eerste plaats op gericht is dat patiënten kwalitatief hoogstaande zorg ontvangen en tevreden zijn over de verleende zorg en het verblijf in het algemeen. Introductiebrochure nieuwe medewerkers & studenten 25 Versie september 2009

7. Organisatie van de verpleegzorg Zoals je reeds hoger kan lezen werken we met patiëntentoewijzing per shift. D.w.z. dat elke verpleegkundige dagelijks een aantal patiënten toegewezen krijgt waarvoor hij/zij tijdens de shift verantwoordelijk is. We moeten de totaalzorg rond de patiënt organiseren en coördineren. Dit wil echter niet zeggen dat we alles zelf moeten doen. We kunnen natuurlijk nog beroep doen op de anderen voor hulp, maar de eindverantwoordelijkheid over de uitgevoerde zorgen ligt bij ons zelf. We proberen de zorg op een systematische wijze te organiseren. De hoofdverpleegkundige stelt dagelijks het werkschema op, met de patiëntentoewijzing. De briefing gebeurt ook per kant. De verantwoordelijke verpleegkundige brieft haar patiënten aan de verpleegkundige die van haar overneemt. De briefing dient beknopt, maar volledig en duidelijk te zijn. De verdere informatie moet terug te vinden zijn in het verpleegdossier. Dit is het meest belangrijke werkinstrument voor een goede verpleegkundige zorgverlening. Planning van de zorg, doelstellingen, interventies en evaluaties moeten duidelijk terug te vinden zijn in het verpleegdossier. Hulpmiddelen zijn zeker al de procedureboeken die je op de afdeling kan terugvinden. Introductiebrochure nieuwe medewerkers & studenten 26 Versie september 2009

8. Praktische afspraken algemeen 8.1. Dienstlijst 8.1.1. Verlofaanvraag De verlofaanvraag dient te gebeuren volgens de richtlijnen, zoals opgesteld in het arbeidsreglement. 8.1.2. Wensen Bij het opstellen van de dienstlijst probeert de hoofdverpleegkundige in de mate van het mogelijke rekening te houden met bepaalde wensen van de verpleegkundigen. Deze wensen kunnen worden opgeschreven in de wenslijst. Als de dienstlijst klaar is, kan er ook steeds geruild worden, mits bepaalde afspraken gerespecteerd worden en mits goedkeuring van de hoofdverpleegkundige. 8.2. Beletsignaal Het is erg belangrijk om het beletsignaal aan te doen op de kamer waar je bezig bent. Dit is erg belangrijk voor de privacy van de patiënt, weet iedereen onmiddellijk iemand te vinden en je hoort de bellen van de andere kamers beter. 8.3. Maaltijden Bij een aantal,vooral zwaar zieke patiënten is de voeding een extra aandachtpunt. Het is heel belangrijk hieraan voldoende aandacht te schenken: Bedlegerige patiënten: aandacht voor de houding in bed. Een half ineengedoken houding is niet bevorderlijk voor de eetlust en bemoeilijkt de zelfstandigheid van de patiënt. Zelfzorg i.v.m. voeding stimuleren: eventueel helpen met de voorbereiding = potjes openen, smeren van de boterhammen, koffie reeds inschenken, vlees snijden, Controle van het dieet van de patiënten alvorens eten en drinken te brengen, diabetisch patiënten geen suiker geven! Voor patiënten die hulp nodig hebben bij het eten, wordt voldoende tijd uitgetrokken. Je moet er zeker van zijn dat de patiënt ook voldoende gegeten heeft. Indien het moeilijk gaat, ook mogelijke alternatieven zoeken. Introductiebrochure nieuwe medewerkers & studenten 27 Versie september 2009

Bij risicopatiënten op ondervoeding: steeds nagaan en rapporteren wat de patiënt eet en drinkt. Extra aandacht geven als patiënten nuchter moeten blijven voor een onderzoek. Dit duidelijk uitleggen aan de patiënten, de avond voordien. 8.4. Informatieoverdracht Logboek: ligt in de dienstplaats aan de telefoon. Hierin worden veranderingen of nieuwe afspraken, nota s, wijzigingen in procedures, maar ook persoonlijke mededelingen opgeschreven, zodat mensen die voor korte of langere tijd niet op dienst aanwezig waren, toch op de hoogte blijven van de nieuwste ontwikkelingen op de afdeling of algemeen in het ziekenhuis. Iedere verpleegkundige heeft de verantwoordelijkheid deze map door te lezen na iedere afwezigheid. Kaft dienstroosters en informatie : bevat Werkplanning Dienstroosters VPK ICU + studenten Registratie overuren/terugname uren Contactgegevens collega s Info: verslagen van overlegmomenten, relevante wetenschappelijke artikels, is een aanvulling op het logboek Postvakje: In het bureel van de hoofdverpleegkundige is voor iedere verpleegkundige/studenten een postvakje voorzien. Hierin wordt de persoonlijke post gelegd, met eventueel nieuwe aandachtspunten. De bedoeling is dat men regelmatig in het postvakje kijkt, om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes. Informatie omtrent vormingen zijn te vinden op het prikbord in de gang Verder is er een open sfeer en doet de mond-tot-mond reclame goed haar werk. 8.5. Preventie diefstal Op de afdeling zelf beschikken we niet over afsluitbare kastjes om onze eigen spullen en tassen in op te bergen. Daarom is het verstandig om waardevolle voorwerpen of veel geld thuis te laten of eventueel in de kleedkastjes achter slot te laten. Je bent zelf verantwoordelijk voor je eigen spullen. Introductiebrochure nieuwe medewerkers & studenten 28 Versie september 2009

8.6. Teamvergaderingen 4 maal per jaar wordt er een teamvergadering gehouden, waarop de belangrijkste veranderingen of nieuwe aandachtspunten besproken worden. Iedereen mag hieraan zijn steentje bijdragen. De data worden ruim op voorhand meegedeeld en er wordt van je verwacht aanwezig te zijn. 8.7. Observatie en rapportage - Observeren is op ICU een basishandeling die een verpleegkundige goed dient te beheersen. Hij /zij dient alle geobserveerde gegevens met elkaar in verband te kunnen brengen om alzo de impact van afwijkende parameters te kunnen inschatten. Indien nodig contacteert de verpleegkundige rechtstreeks de behandelende arts om hem/haar te informeren over observaties. - Vul alle onderdelen van het verpleegdossier correct in. Een goede rapportage is onmisbaar om een goede continuïteit van de zorgen te kunnen verzekeren. - Inkijken van het medisch dossier van de patiënt kan, mits overleg. 8.8. Begeleiding van de familie - Als de familie iets komt vragen in verband met de gezondheidstoestand van de patiënt, verwijs je deze persoon/personen door naar de hoofdverpleegkundige of de verantwoordelijke verpleegkundige. - Diagnoses worden enkel door de behandelende geneesheer meegedeeld aan de patiënt. - Vriendelijk en beleefd omgaan met familie en patiënt, ook al zijn patiënten soms minder respectvol. Toch zoveel mogelijk je geduld bewaren. Introductiebrochure nieuwe medewerkers & studenten 29 Versie september 2009

9. Praktische afspraken naar de NIEUWE MEDEWERKER 9.1. Algemeen 9.1.1. Introductiebrochures (Algemene & afdelingsspecifieke) ZMK Algemene brochure Deze staat op onze website www.zmk.be De nieuwe medewerker leest deze, alvorens te starten. Hierin vindt men algemene info over ZMK, zoals historiek, organigram, visie, overleg- en beleidsstructuren, overzicht van de verschillende ziekenhuisfuncties en aangeboden medische zorg. Daarnaast is er ook aandacht voor praktische info over de eerste stagedag, kleedkamers, parkeren, toegang tot het ziekenhuis, Afdelingsspecifieke brochure Is deze brochure, staan specifieke info over de afdeling zelf. Staat op onze website www.zmk.be De nieuwe medewerker leest deze, samen met de algemene brochure alvorens te starten. 9.1.2. Algemene introductie op de eerste werkdag Op de eerste werkdag krijgt elke nieuwe medewerker een algemene introductie doorheen het ziekenhuis. Afhankelijk van de werkplaats zal dit in campus Bree of campus Maaseik zijn of op beide campussen. Deze introductie wordt gegeven door de referentieverpleegkundige binnen het ziekenhuis. Zij zal op voorhand contact opnemen met de afdeling en de nieuwe medewerker om afspraken te maken rond deze introductie. Deze introductie omvat enkele algemene afspraken, een rondleiding doorheen het ziekenhuis, de begeleiding naar de afdeling en er wordt verder gezorgd voor de praktische zaken zoals kledij, kleedkastje, toegangsbadge, 9.1.3. Infodag Tweemaal per jaar wordt er in het ziekenhuis een infodag gegeven voor alle nieuwe medewerkers binnen het ZMK die het afgelopen jaar dan nieuw zijn begonnen. Tijdens de infodag wordt er uitleg gegeven over de visie en werking van ZMK. Daarnaast komen ook een aantal diensten hun werking kort voorstellen. Introductiebrochure nieuwe medewerkers & studenten 30 Versie september 2009

9.2. Afdelingsspecifiek 9.2.1. Stappenplan voor introductie en inscholing op de dienst De referentieverpleegkundige begeleiding nieuwe medewerkers overhandigt dit stappenplan bij de introductie. Het stappenplan bevat een reeks van onderwerpen i.v.m. kennis en vaardigheden, nodig om op de dienst te kunnen fungeren en die geacht worden gekend te zijn per bepaalde periode. Tijdens deze periode is er regelmatig overleg tussen de hoofdverpleegkundige en nieuwkomer, om te bespreken waar hij/zij staat, om bij te sturen indien nodig en eventueel bijkomende vormingsbehoefte op te sporen. De nieuwe medewerkers zijn ook zelf verantwoordelijk voor de opleiding. Ze weten wat binnen een bepaalde termijn van hen verwacht wordt, zodat ze ook zelf op zoek kunnen gaan naar bijkomende info. Evaluatie kan gebeuren op aantoonbare feiten. Er kunnen eveneens afspraken gemaakt worden tussen diensthoofd en nieuwkomer i.v.m. verwachtingen en dergelijke. De functieomschrijving en de afspraken i.v.m. de functionering- en evaluatiegesprekken worden nu ook meegedeeld. 9.3. Vragenlijst Wanneer een nieuwe medewerker 1 maand in dienst is ontvangt deze van de referentieverpleegkundige een vragenlijst m.b.t. de algemene introductie in het ziekenhuis, op de afdeling, het stappenplan en het peter/meterschap. Deze vragenlijst is verplicht in te vullen en wordt na twee weken terug verwacht bij de referentieverpleegkundige. Deze gegevens worden verwerkt in een databank. Het doel van deze vragenlijst is feedback krijgen omtrent de introductie om zo een betere werking te organiseren naar de toekomst toe. Deze vragenlijst is niet anoniem, maar de gegevens worden met alle respect behandeld. 9.4. Begeleiding door peter of meter Op de diensten verwacht men van nieuwe medewerkers dat ze zo snel mogelijk goed kunnen meewerken in het team. Een nieuwkomer kan echter niet zomaar een ingewerkte en ervaren collega vervangen. Een snelle aanpassing en integratie in het ziekenhuis en op de verschillende diensten is mede afhankelijk van een goed georganiseerde opvang. Wanneer het takenpakket systematisch en snel wordt duidelijk gemaakt, heeft dit een positieve invloed op de motivatie en het prestatieniveau. Er moet dus veel aandacht be- Introductiebrochure nieuwe medewerkers & studenten 31 Versie september 2009

steed worden aan goede opvang en begeleiding van nieuwe medewerkers om hen op relatief korte termijn optimaal te laten functioneren en gemotiveerd te houden. Peter/meterschap is een onderdeel van deze georganiseerde opvang. Elke nieuwe medewerker krijgt een peter of meter toegewezen. Nieuwe collega s kunnen bij hen terecht met hun vragen, problemen, opmerkingen, onzekerheden, in de eerste periode op de nieuwe dienst. Deze periode wordt bepaald per dienst, afhankelijk van de behoefte. Het zou ideaal zijn als iedere nieuwkomer gedurende enkele dagen dubbel ingepland zou kunnen staan met een ervaren medewerker, maar in de praktijk is dit niet altijd haalbaar. We streven er echter naar dat nieuwkomers toch minstens de eerste werkdag gekoppeld worden aan hun peter/meter. Het peter/meterschap moet een meerwaarde betekenen voor de dienst, de nieuwe medewerker en de peters/meters zelf. Doel peter/meterschap: De nieuwe medewerkers helpen om zaken sneller of vroeger te leren, of zaken aan te leren die ze anders niet zouden geleerd hebben. Bevorderen van kwaliteit door de opgebouwde kennis, expertise en ervaring die reeds op de diensten aanwezig is, beter te benutten en door te geven. De nieuwe medewerkers een vertrouwd gevoel geven, hen coachen en zo snellere integratie bevorderen. Voordeel peter/meterschap: Peters/meters kennen de struikelblokken, de valstrikken, de trucjes of de knepen van het vak en zijn dus geschikt om de nieuwe medewerkers met raad en daad bij te staan, steun te verlenen en te luisteren naar de problemen waarmee ze te maken krijgen. Ze fungeren als rolmodel voor de beginnende medewerkers en moeten daarom het eigen functioneren steeds in vraag stellen en bijblijven. Ze dragen mee de verantwoordelijkheid over de nieuwe medewerkers. Ervaringsuitwisseling op basis van een gelijkwaardige relatie: nieuwe medewerkers kunnen steeds een beroep op hen doen voor advies en informatie. Peters/meters geven geen beoordeling over de nieuwe collega s. Taken van de peters/meters: Ze begeleiden de medewerkers in de dagelijkse praktijk op een ondersteunende, stimulerende en motiverende wijze. Introductiebrochure nieuwe medewerkers & studenten 32 Versie september 2009

Ze coachen de nieuwe collega s: stimuleren, motiveren, aanwijzingen en raad geven. Ze zijn vraagbaak voor de nieuwe collega s als die vragen hebben over, praktische zaken, algemene dingen tot complexe (verpleeg)situaties. Ze vertonen een voorbeeldgedrag. Ze doen voorstellen aan de hoofdverpleegkundige voor maatregelen zodat de nieuwe medewerkers zo snel mogelijk zelfstandig kunnen functioneren. Ze hebben gesprekken met de nieuwe medewerkers gedurende de inwerkperiode, voor een continue opvolging en inventarisatie van de kennis/stappenplan. Profiel peters/meters: Iemand die ervaren is: zelf min. 1 jaar ervaring op de dienst (met uitzondering van een aantal medisch-technische diensten waar meer ervaring vereist is) Op vrijwillige basis Geduldig Communicatieve en sociale vaardigheden Spontaan en vlot Objectief Inzicht in eigen handelen Theoretisch en praktisch sterk Bereid om nieuwe medewerkers te begeleiden Begaan met nieuwe collega s: iemand die openstaat voor de behoeften van nieuwkomers en deze ook aanvoelt Introductiebrochure nieuwe medewerkers & studenten 33 Versie september 2009

10. Praktische afspraken naar de STUDENTEN 10.1. Algemeen 10.1.1. Introductiebrochures (Algemene & afdelingsspecifieke) ZMK Algemene brochure Deze staat op de site van school en/of op onze website www.zmk.be Student leest deze, alvorens te starten op stage. Hierin vindt men algemene info over ZMK, zoals historiek, organigram, visie, overleg- en beleidsstructuren, overzicht van de verschillende ziekenhuisfuncties en aangeboden medische zorg. Daarnaast is er ook aandacht voor praktische info over de eerste stagedag, kleedkamers, parkeren, toegang tot het ziekenhuis, Afdelingsspecifieke brochure Is deze brochure, staan specifieke info over de stageafdeling zelf. Staat op de site van school en/of op onze website www.zmk.be Student leest deze, samen met de algemene brochure alvorens te starten op stage. 10.1.2. Algemene introductie op de eerste stagedag Op de eerste stagedag krijgen alle studenten een algemene introductie doorheen het ziekenhuis. Afhankelijk van de stageplaats zal dit in campus Bree of campus Maaseik zijn of op beide campussen. Deze introductie wordt gegeven op een maandag vast uur, door de referentieverpleegkundige binnen het ziekenhuis. De introductie omvat algemene afspraken, noteren van studentgegevens, controle doelstellingen/medische geschiktheidattesten, kleedkamertoewijzing, toegang studenten, een rondleiding doorheen het ziekenhuis en de begeleiding naar de stageafdeling. Neem geen grote rugzak/tas mee, omdat onze kastjes (kleedruimte) en kasten (afdeling) maar klein zijn. 10.1.3. Jobbeurs Eenmaal per jaar organiseert ZMK rond januari/februari een jobbeurs voor alle laatstejaars studenten verpleegkunde/vroedkunde. Bij deze willen we alle laatstejaars studenten uitnodigen op onze jaarlijkse Job- Introductiebrochure nieuwe medewerkers & studenten 34 Versie september 2009

beurs, graag op voorhand inschrijven bij onze referentieverpleegkundige begeleiding. 10.2. Afdelingsspecifiek Is deze brochure. Staat op de site van school en/of op onze website www.zmk.be Student leest deze, samen met de algemene brochure alvorens te starten op stage. Voor de introductie op de stageafdeling, kan de mentor/vk gebruik maken van een checklist. Dit is een leidraad. Op de 1 ste (of 2 de ) stagedag krijgt de student een rondleiding door de mentor/vk van de afdeling. De hoofdverpleegkundige krijgt op voorhand de stageplanning gemaild. De dienstrooster wordt door de hoofdverpleegkundige opgesteld en krijg de student via de stagebegeleider vóór aanvang van de stage bezorgd. 10.3. Begeleidingsformulieren 10.3.1. Beschrijving van het begeleidingsformulier Vanaf september 2008 werken alle Limburgse scholen en instellingen met nieuwe begeleidingsformulieren, gebaseerd op competenties, die elke verpleegkundige dient te beheersen bij het behalen van het diploma. Vanaf de eerste tot de laatste stagedag heeft de student deze formulieren bij zich. De student krijgt dit formulier vanuit de school. Dit formulier wordt gebruikt en ingevuld door alle mentoren, verpleegkundigen, hoofdverpleegkundige, stagebegeleiders en studenten. Onderdelen : - lijst met de competenties/deelcompetenties en gedragsindicatoren - persoonlijke doelen - feedback - tussentijdse evaluatie - eindevaluatie Competenties (6 items) Beroepsspecifieke attitudes Communicatie Lid van het multidisciplinair team Introductiebrochure nieuwe medewerkers & studenten 35 Versie september 2009

Kwaliteit bewaker Coördinator/teamverantwoordelijke Klinische beoordelaar en zorgverlener Elk van deze 6 items zijn opgesplitst in deelcompetenties. Deze deelcompetenties worden door het beschrijven van gedragsindicatoren specifiek verduidelijkt. Persoonlijke leerdoelen Deze zijn opgemaakt door student in functie van zijn persoonlijk leerproces en rekening houdende met de mogelijkheden die de stageplaats biedt om deze doelen te kunnen bereiken. Deze leerdoelen worden op geregelde tijdstippen door stagebegeleider, mentor en student overlopen en eventueel bijgestuurd. Feedback Feedback pagina s voor mentor, vk, hoofdvk, student, Feedback mbt doelstellingen, competentie en 8 basisprincipes. Feedbackgever altijd zijn/haar naam (geen paraaf) noteren. Tussentijdse bespreking Voor de Tussentijdse evaluatie vindt er een overleg plaats tussen student, mentor of hoofdverpleegkundige en de stagebegeleider. Per competentie krijg je een score voldoende =V of onvoldoende =O toebedeeld Persoonlijke doelen worden zo nodig in functie van het leerproces aangepast Eindbespreking Idem verloop als de tussentijdse evaluatie. Op basis van de gegevens vult de stagebegeleider het evaluatieformulier van de school in met de bekomen resultaten. 10.3.2. Doel van begeleidingsformulieren Het systematisch geven van feedback (concrete feiten). Het registreren van de gegeven feedback. Aan de student en de begeleiders een overzicht te bieden van de gemaakte progressie of regressie. Aan de student de kans te bieden om zichzelf tijdig bij te sturen. Verantwoordelijkheid van de student om zijn leerproces mee te sturen en anderzijds op de opdracht van de begeleidende stagementor/verpleegkundige/stagebegeleider om de student systematisch te infor- Introductiebrochure nieuwe medewerkers & studenten 36 Versie september 2009

meren over zijn geplande leerdoelen en de evoluties die hierbij gemaakt worden. 10.4. Belevingsformulieren 10.4.1. Beschrijving van het belevingsformulier Is een A4 formulier met 27 belevingsvragen. Wordt ook wel eens het bolletjesformulier genoemd, omdat studenten de vragen met een zwart/blauw bolletjes beantwoorden. Is anoniem, enkel naam school, afdeling 1-2-3ej en semesterperiode staan vermeld op dit formulier. Dit formulier krijgt de student op haar eerste stagedag van de referentieverpleegkundige begeleiding studenten. Student vult op haar eind van haar stage, vòòr de eindevaluatie dit formulier in en geeft dit af aan de stagebegeleider. De stagebegeleider neemt dit ingevuld formulier (in gesloten enveloppe) mee naar school. De gegevens worden voor alle verpleegopleidingen in Limburg door een onafhankelijk persoon verwerkt en elke instelling krijgt de voor hen relavante gegevens terugbezorgd. Dit formulier niet kopiëren, kreuken, nieten en perforeren. In studentklapper op de afdeling zitten reserve belevingsformulieren. 10.4.2. Doel van het belevingsformulier Dit formulier is een meetinstrument voor de stageplaats. Student geeft zijn beleving van stage weer in dit formulier. De student beoordeeld de stageplaats op 27 items. Afdelingen krijgen persoonlijk feedback. Op basis van de resultaten plannen afdelingen acties om de begeleiding van studenten te optimaliseren. Resultaten van deze bevraging worden besproken op de jaarlijkse evaluatievergadering mei/juni. Daarom willen we u vragen om deze belevingsformulieren in te vullen, ook wij hebben nood aan feedback. 10.5. Mentorschap 10.5.1. Omschrijving mentor Een mentor is een verpleegkundige die zich engageert om studenten te willen begeleiden. Introductiebrochure nieuwe medewerkers & studenten 37 Versie september 2009

Zij probeert studenten te begeleiden, te coachen en bij te sturen. Zij probeert samen met haar team, bij studenten verpleegkunde de voor het beroep vereiste competenties te ontwikkelen. 10.5.2. Taken van de mentor Ze vervangen niet de stagebegeleiding. Ze zijn schakelfiguren tussen studenten en team enerzijds en studenten en stagebegeleiding anderzijds. Ze doen de introductie op de eerste stagedag. Ze maken op vaste tijdstippen tijd vrij voor overleg- en feedbackmomenten. Ze coachen de studenten: stimuleren, informeren, ondersteunen, motiveren, aanwijzingen, raad en feedback geven. Ze bewaken het leerproces, binnen de vooropgestelde doelstellingen. Ze hebben een bemiddelende functie tussen studenten en het team. Ze hebben een vertrouwensfunctie, peilen naar de stagebeleving en stellen problemen en emoties bespreekbaar. Ze vertonen een voorbeeldgedrag. Ze bieden leermomenten aan. Ze bewaken de integratie van de studenten op de dienst in het kader van hun leerproces, zonder hen te beschouwen als extra werkkrachten. Ze stimuleren de collega s in het geven van reflectie en feedback, zowel mondeling als schriftelijk, t.a.v. mentoren en t.a.v. studenten. Ze plegen overleg met de stagebegeleiding van de scholen en zijn de onmiddellijke contactpersonen. Ze adviseren de hoofdverpleegkundige bij de patiëntentoewijzing aan de studenten, rekening houdend met de doelstellingen van elke student. Ze doen voorstellen aan de hoofdverpleegkundige voor maatregelen zodat de studenten zo snel mogelijk optimaal worden begeleid. 10.5.3. Profiel van een mentor Iemand die ervaren is: zelf min. 1 jaar ervaring op de dienst (met uitzondering van een aantal medisch-technische diensten waar meer ervaring vereist is) Op vrijwillige basis Geduldig Communicatieve en sociale vaardigheden Spontaan en vlot Objectief Introductiebrochure nieuwe medewerkers & studenten 38 Versie september 2009