Inleiding Bij u is een vorm van huidkanker gediagnosticeerd, namelijk basaalcelcarinoom (BCC) of plaveiselcelcarcinoom (PCC). In overleg met uw dermatoloog of met uw plastisch chirurg is besloten een operatieve behandeling uit te voeren. In de meeste gevallen vindt deze plaats onder plaatselijke verdoving. Deze folder beschrijft achtergrondinformatie over huidkanker en geeft een algemeen beeld van de behandeling, de vriescoupe-procedure en het nazorgtraject. Het is goed u te realiseren dat voor u persoonlijk de situatie anders kan zijn dan hier is beschreven. Hoe ontstaat huidkanker? Inleiding 2 Hoe ontstaat huidkanker? 2 Wat zijn de verschijnselen? 2 Hoe ziet de behandeling eruit? 3 Wegsnijden en primair sluiten 3 Operatie begeleid door een vriescoupeprocedure 4 Wanneer wordt voor vriescoupe chirurgie 6 gekozen? Voorbereidingen voor de operatie 6 De dag van de operatie 7 Na de operatie 7 Mogelijke complicaties 8 Nacontrole 9 Belangrijke telefoonnummers 10 De belangrijkste oorzaak voor het ontstaan van huidkanker is blootstelling aan zonlicht. Ultraviolette (UV) straling in het zonlicht veroorzaakt schade aan het erfelijk materiaal (DNA) in de celkernen van de cellen in de huid. Beschadiging van bepaalde delen van het DNA kan ervoor zorgen dat een cel ongecontroleerd begint te groeien. Als gevolg hiervan kan na verloop van tijd huidkanker ontstaan. UV-straling kan bij iedereen en op alle leeftijden schade aan het DNA veroorzaken. Uit onderzoek blijkt dat vooral zonverbranding van de huid op kinderleeftijd een belangrijke oorzaak is voor het ontstaan van huidkanker. Mensen met rossig haar en mensen met blauwe ogen zijn extra gevoelig voor huidschade door zonlicht. Er zijn echter ook andere factoren van invloed op het ontstaan van huidkanker. De tumoren komen ook voor op plekken die zelden aan zonlicht worden blootgesteld. Wat zijn de verschijnselen? Huidkanker (BCC/PCC) kan zich op verschillende manieren presenteren. Vaak groeit er op de huid een rode, huidkleurige of bruine verhevenheid. Deze wordt geleidelijk groter. Ze kunnen jeuken of pijnlijk zijn. Het aspect van de gezwelletjes is vaak glazig, glanzend en er kunnen kleine bloedvaatjes in zichtbaar zijn. Vaak ontstaat er na verloop van tijd midden in de verhevenheid een niet genezend wondje, waar een korstje op groeit. Bij geringe aanraking kunnen deze plekjes gaan bloeden. 1 2
Huidkanker komt het meest voor in het gezicht of op de oren, aangezien deze het meest aan het zonlicht worden blootgesteld. Hoe ziet de behandeling eruit? Er zijn verschillende mogelijkheden om huidkanker te behandelen. Oppervlakkige tumoren kunnen worden behandeld met vloeibare stikstof, etsende crèmes, lichttherapie, door elektrisch wegbranden of chirurgische verwijdering. Speciale typen huidkanker kunnen worden bestraald. Van al deze methoden is chirurgie nog steeds de meest effectieve behandelmethode. Voordat tot een operatie wordt overgegaan, bekijkt de dermatoloog of plastisch chirurg (bij grotere reconstructies) tijdens een afspraak op de polikliniek de tumor. In overleg met u wordt bepaald hoe deze het beste kan worden weggehaald. Bij een grotere reconstructie maakt een medisch fotograaf medische foto's, op basis waarvan het behandelplan binnen het team van plastisch chirurgen kan worden besproken. Wegsnijden en primair sluiten De chirurgische behandeling van huidkanker vindt meestal plaats onder plaatselijke verdoving op een van de poliklinische operatiekamers. In de meeste gevallen zal de dermatoloog of plastisch chirurg, na het wegsnijden van de tumor, de wond sluiten door de wondranden aan elkaar te hechten. De wond wordt daarna netjes verbonden of afgeplakt en u kunt daarna direct naar huis. Het weggesneden weefsel wordt opgestuurd naar het laboratorium waar de patholoog (arts die gespecialiseerd is in het onderzoeken van weefsel) onderzoekt of alle kwaadaardige cellen volledig verwijderd zijn. De uitslag van dit onderzoek krijgt u bij de eerstvolgende afspraak op de polikliniek te horen. Mocht blijken dat de tumor niet volledig verwijderd is, dan moet soms een nieuwe operatie worden ingepland, waarbij opnieuw weefsel wordt weggesneden. Operatie begeleid door een vriescoupeprocedure Als de dermatoloog of plastisch chirurg bepaalt dat het huiddefect, dat na het wegsnijden van de tumor ontstaat, niet direct gesloten kan worden door de wondranden aan elkaar te hechten, wordt een andere oplossing bedacht om het gat in de huid dicht te maken. Hiervoor hebben ze de beschikking over verschillende technieken om met zogenaamde huidlapjes van weefsel rondom het huiddefect, het gat in de huid op een zo esthetisch verantwoorde wijze dicht te maken. Wanneer het huiddefect met een dergelijke huidlapje gesloten wordt, controleert de dermatoloog of plastisch chirurg al tijdens de operatie of de tumor volledig verwijderd is. Op het operatiecomplex wordt tijdens de operatie het verwijderde weefsel met de microscoop onderzocht met het zogenoemde vriescoupeonderzoek. Het vriescoupeonderzoek is een snelle vorm van microscopisch onderzoek, waarbij tijdens de operatie met 98% betrouwbaarheid kan worden gecontroleerd of de tumor volledig is verwijderd. Er wordt weefselbesparend gewerkt; door deze snelle beoordeling is het mogelijk om weinig gezonde huid weg te halen. Zodra blijkt dat de tumor volledig verwijderd is, wordt direct overgegaan tot het sluiten van de operatiewond, eventueel met behulp van een reconstructie. Het voordeel van het gebruik van deze methode is dat de dermatoloog of plastisch chirurg, mocht de tumor in eerste instantie niet geheel verwijderd zijn, direct meer weefsel weg kan halen, net zolang totdat de tumor wel volledig verwijderd is. Pas als de tumor in zijn geheel is verwijderd, wordt het huiddefect met het huidlapje dichtgemaakt. Een operatie, waarbij vriescoupeonderzoek wordt uitgevoerd, duurt meestal anderhalf tot twee uur. Het vriescoupeonderzoek neemt weliswaar tijd in beslag, maar biedt de garantie dat de tumor volledig is verwijderd. De kans op een nieuwe operatie op korte termijn is hiermee verkleind. In voorkomende gevallen wordt ervoor gekozen de huid te sluiten terwijl pas bij uw controlebezoek bekend is of de huidkanker echt helemaal verwijderd is. 3 4
Een voorbeeld van een tumor in de ooghoek, welke voorafgaande aan de operatie met inkt is afgetekend (linkerfoto). Na het volledig verwijderen van de tumor, is het defect met een huidlapje gesloten (rechterfoto). Wanneer wordt voor vriescoupe chirurgie gekozen? bij huidkanker in het gezicht een grote vorm van huidkanker huidkanker dat groeit in uitlopers (sprieterig) huidkanker dat optreedt op een plaats waar al eerder een behandeling van huidkanker is geweest (recidief). Een voorbeeld van een huiddefect op de neuspunt, dat is ontstaan na het verwijderen van een tumor (linkerfoto). Tijdens dezelfde operatie vond reconstructie van het defect plaats (rechterfoto). Voorbereidingen voor de operatie Wanneer u bloedverdunners gebruikt, is het in sommige gevallen nodig dat u het gebruik hiervan enkele dagen voor de operatie stopt. Doe dit alleen in overleg met uw arts en nooit op eigen initiatief. Als u om medische redenen niet mag stoppen met bloedverdunners en u bent bekend bij de trombosedienst, is het wenselijk een extra bloedcontrole te hebben met een INR beneden de 2,0. Ascal (carbasalaatcalcium) en Aspirine (acetylsalicylzuur) kunt u vrijwel altijd gewoon doorgebruiken. Wanneer u het gebruik van deze medicijnen toch moet stoppen, moet dit 10 dagen voor de operatie. Met Ascal (cabrasalaatcalcium) en Aspirine (acetylsalicylzuur) stopt u 6 dagen voor de ingreep. Met Sintrom (acenocoumarol) stopt u 3 dagen voor de operatie en met marcoumar (fenprocoumon) 5 dagen voor de operatie. Met pijnstillers met een ontstekingsremmend effect zoals Diclofinac, Ibuprofen en Voltaren stopt u bij voorkeur ook 6 dagen voor de behandeling. Het gebruik van bloedverdunners mag direct na de operatie weer worden hervat. Bloedverdunners kunnen één dag na de ingreep weer worden ingenomen. Wij adviseren u minimaal 8 weken voor de operatie te stoppen met roken. Stoppen met roken komt de wondgenezing ten goede. Tip De operatie en wachttijd wisselen elkaar steeds af. Wij adviseren u daarom iemand mee te nemen die de hele ochtend bij u aanwezig is en u na de ingreep naar huis brengt. Het is niet verantwoord om na afloop zelf naar huis te rijden. 5 6
De dag van de operatie U kunt op de dag van de operatie normaal ontbijten. Ook uw medicijnen kunt u normaal innemen, met uitzondering van de medicijnen waarvan is aangegeven dat u daarmee moet stoppen. Draag op de dag van de operatie geen sieraden, make-up of crème. Trek gemakkelijk zittende kleding aan; omdat het meestal gaat om een operatie in het gezicht, is het wenselijk kleding te dragen die u niet over uw hoofd aan en uit hoeft te trekken. Tien minuten voor de operatie meldt u zich met uw patiëntenpas en legitimatie bij de balie van de betreffende polikliniek. Na de operatie Houd gedurende enkele dagen na de operatie rust en luister naar uw lichaam. Laat het drukverband of de verbandpleisters die na de operatie zijn aangebracht zitten tot de eerst volgende controleafspraak (meestal 7 dagen na de operatie). Probeer voorover bukken in de eerste dagen na de operatie te vermijden. Door voorover te bukken kan de zwelling van het wondgebied toenemen. Het wondgebied kan na de operatie blauw en/of gezwollen zijn. Dit trekt vanzelf weg. Het wondgebied kan na de operatie nog nabloeden. Probeer in geval van nabloeden eerst zelf het bloeden te stoppen door een half uur rustig en met constante druk op het verband te drukken. U kunt eventueel een verbandverschoning op de afdeling Dermatologie laten doen. Als u overdag belt, kunt u meestal gelijk terecht. Als het bloeden niet stopt, neemt u dan contact op met de polikliniek waar u onder behandeling bent. Polikliniek Dermatologie, telefoon (0512) 588 801, keuze 3. Buiten kantooruren vraagt u naar de dienstdoende dermatoloog via de centrale van het ziekenhuis, telefoon (0512) 588 888. Polikliniek Plastische Chirurgie, telefoon (058) 286 61 40 of buiten kantooruren met de telefooncentrale van het MCL, telefoon (058) 286 66 66 en vraag naar de dienstdoende plastisch chirurg. In geval van pijn na de operatie mag u zelf paracetamol nemen, maximaal 4 x per dag 2 tabletten van 500 mg. U mag geen aspirine innemen in verband met bloedverdunning. De huisarts of voorschrijvend specialist bespreekt met u wanneer u start met de medicijnen waarmee u gestopt bent voor de ingreep. Het is mogelijk dat u een antibioticakuur krijgt. Dit is afhankelijk van de duur en de grootte van de operatie. Of als u medicijnen gebruikt die de afweer verminderen zoals prednisolon of als u leidt aan een afweerstoornis zoals leukemie. U krijgt ook een antibioticakuur als u bijvoorbeeld geen milt meer heeft. Het is belangrijk uw specialist voldoende te informeren over uw medische voorgeschiedenis. Mogelijke complicaties Bij geen enkele chirurgische ingreep kan absoluut gegarandeerd worden dat de behandeling zonder complicaties verloopt. Bij de operatie kunnen kleine zenuwtakjes worden geïrriteerd of doorgesneden. Dit geeft een verminderd gevoel in het geopereerde gebied en is meestal tijdelijk. Bij zeer hoge uitzondering kan het voorkomen dat een zenuwtakje dat doorgesneden is blijvende verminderde beweeglijkheid van het gezicht geeft. Als er op de wond een stukje huid van elders is geplaatst of als er huid van de wond verschoven is om de wond te sluiten, kan het een enkele keer voorkomen dat de huid niet 'aanslaat'. Dit levert over het algemeen geen problemen op. De huid geneest later vanzelf. Er bestaat een klein risico op wondinfectie en eventuele koorts. Dit uit zich in toenemende pijn, roodheid en een kloppend gevoel rond de wond. Als dit gebeurt, neemt u contact op met de polikliniek waar u onder behandeling bent of met uw huisarts en krijgt u antibiotica. De controleafspraak bij uw dermatoloog of plastisch chirurg wordt in dit geval vervroegd. 7 8
Nacontrole Nadat u een grote chirurgische behandeling van huidkanker hebt ondergaan, zien we u nog één of enkele malen terug op de polikliniek Plastische Chirurgie. De eerste controleafspraak is meestal een tot twee weken na de operatie. Er vindt dan wondcontrole plaats en de hechtingen worden verwijderd. Ook na zes weken zien we u nog een keer terug voor controle van de wonden. Bij deze controle wordt nogmaals een foto door de medisch fotograaf gemaakt. Als de chirurgische behandeling heeft plaatsgevonden op de afdeling Dermatologie dan komt u zeven dagen na de operatie voor controle op de polikliniek Dermatologie. Tijdens de controleafsrpaak bekijkt de dermatoloog de wond en de verpleegkundig medewerker verwijdert de hechtingen. Vaak gaan er daarna hechtpleisters op. U heeft drie maanden later nog een controleafspraak bij uw dermatoloog. Belangrijke telefoonnummers Tijdens kantooruren: Polikliniek Plastische Chirurgie MCL: (058) 286 61 40 Polikliniek Dermatologie: (0512) 588 801, keuze 3 Buiten kantooruren: Telefooncentrale MCL: (058) 286 66 66 Telefooncentrale Nij Smellinghe: (0512) 588 888 (vragen naar de dienstdoende dermatoloog) Na de behandeling van huidkanker is het belangrijk gedurende drie of vijf jaar (afhankelijk van het type tumor) volgens een vast schema onder controle te blijven van een arts. Deze controle vindt meestal plaats bij uw huisarts of dermatoloog en soms bij uw plastisch chirurg. De controles zijn van belang omdat bekend is dat 4-10% van de behandelde tumoren kan terugkeren (recidiveren). Ook is bekend dat over een periode van vijf jaar bij 40% van de mensen die ooit huidkanker hebben gehad, zich ergens anders op de huid een nieuwe tumor ontwikkelt. Tijdens controlebezoeken wordt dan ook niet alleen het oude operatielitteken geïnspecteerd, maar wordt ook gekeken naar eventueel nieuwe tumoren op andere locaties. Zo wordt geprobeerd (nieuwe) tumoren tijdig te ontdekken, zodat ook deze adequaat kunnen worden behandeld. 9 plast.chir. 20 10
11 12