VR DOC.0400/1

Vergelijkbare documenten
NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

VR DOC.0198/1

VR DOC.0178/1

VR DOC.0633/1BIS

DE VLAAMSE REGERING, bepaalde personeelsleden van het gemeenschapsonderwijs, artikel 56ter 1 en 56quater 1 en 4;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 1 september 2006 betreffende de ambtshalve concordantie;

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

VR DOC.1608/1BIS

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

VR DOC.0177/1BIS

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

VR DOC.0131/1

VR DOC.0092/1

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

VR DOC.0538/1BIS

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

VR DOC.1534/1BIS

VR DOC.1354/1BIS

MONITEUR BELGE Ed. 2 BELGISCH STAATSBLAD

BISNOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

VR DOC.0208/1BIS

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

VR DOC.1186/1BIS

VR DOC.0579/1

VLAAMS MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE EN SPORT NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

VR DOC.0654/1BIS

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

VR DOC.0208/2BIS

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

VR DOC.0555/2

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

WETTEN, DECRETEN, ORDONNANTIES EN VERORDENINGEN LOIS, DECRETS, ORDONNANCES ET REGLEMENTS

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 4 januari 2019;

VR DOC.0107/1

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

VR DOC.0272/1

GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN

VR DOC.0207/2

LOIS, DECRETS, ORDONNANCES ET REGLEMENTS WETTEN, DECRETEN, ORDONNANTIES EN VERORDENINGEN

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

De minister president van de Vlaamse Regering Vlaams minister van Buitenlands Beleid en Onroerend Erfgoed NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997, artikel 15, 7, vervangen door het decreet van 21 maart 2014;

VR DOC.1196/2BIS

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 25 mei 2018;

VR DOC.1605/2

VOOR DE PROVINCIALE EN PLAATSELIJKE OVERHEIDSDIENSTEN

DE VLAAMSE MINISTER VAN MOBILITEIT, OPENBARE WERKEN, VLAAMSE RAND, TOERISME EN DIERENWELZIJN NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet rechtspositie personeelsleden gemeenschapsonderwijs van 27 maart 1991, artikel 77, eerste lid;

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

VR DOC.0161/1

VR DOC.0535/1BIS

Onderafdeling "Vlaamse Gemeenschap". OVERKOEPELEND ONDERHANDELINGSCOMITE VRIJ GESUBSIDIEERD ONDERWIJS

BISNOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

Nota aan de leden van de Vlaamse Regering

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet rechtspositie personeelsleden gemeenschapsonderwijs van 27 maart 1991, artikel 77, eerste lid;

VR DOC.1329/1BIS

VOOR DE PROVINCIALE EN PLAATSELIJKE OVERHEIDSDIENSTEN

VR DOC.0282/1BIS

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

VR DOC.1230/1TER

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

VOOR DE PROVINCIALE EN PLAATSELIJKE OVERHEIDSDIENSTEN

DE VLAAMSE MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE en SPORT NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

VLAAMS ONDERHANDELINGSCOMITE VOOR DE BASISEDUCATIE. Brussel, 7 juli 2017

VR DOC.1207/1

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

Onderafdeling "Vlaamse Gemeenschap". OVERKOEPELEND ONDERHANDELINGSCOMITE VRIJ GESUBSIDIEERD ONDERWIJS

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

DE VLAAMSE MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE en SPORT NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

COMITE VOOR DE PROVINCIALE EN PLAATSELIJKE OVERHEIDSDIENSTEN Afdeling 2 Onderafdeling "Vlaamse Gemeenschap".

VR DOC.0850/1BIS

DE VLAAMSE MINISTER VAN MOBILITEIT, OPENBARE WERKEN, VLAAMSE RAND, TOERISME EN DIERENWELZIJN NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

De Vlaamse minister van Werk, Economie, Innovatie en Sport

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

VOOR DE PROVINCIALE EN PLAATSELIJKE OVERHEIDSDIENSTEN

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

VR DOC.1281/1BIS

VR DOC.0797/1

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

VR DOC.0673/1

Transcriptie:

VR 2019 2903 DOC.0400/1 DE VLAAMSE MINISTER VAN ONDERWIJS NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: - Ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 12 december 2003 tot vaststelling van de bekwaamheidsbewijzen en de salarisschalen van de personeelsleden van de centra voor leerlingenbegeleiding en het besluit van de Vlaamse Regering van 30 september 2005 betreffende de toekenning van een niet-verworven salarisschaal aan personeelsleden die houder zijn van een getuigschrift of diploma buitengewoon onderwijs wat betreft uitvoeringsmodaliteiten - Principiële goedkeuring 1. INHOUDELIJK 1.1. Algemeen 1 Dit besluit regelt knelpunten die naar voren kwamen bij de uitvoering van recente regelgeving. Het betreft enerzijds de salarisschaal van de arts die het ambt van coördinator opneemt in het CLB en anderzijds de interpretatieproblemen die opdoken bij de toepassing van het behoud van de nietverworven salarisschaal voor het personeel van het buitengewoon onderwijs dat de overstap maakt naar het gewoon onderwijs. 2 Context: 2.1. In het verlengde van het nieuwe decreet van 27 april 2018 betreffende de leerlingenbegeleiding in het basisonderwijs, het secundair onderwijs en de centra voor leerlingenbegeleiding, is in de CLB vanaf 1 september 2018 een nieuw selectieambt van coördinator mogelijk gemaakt. De voorwaarden betreffende de bekwaamheidsbewijzen en salarisschalen voor dit ambt zijn opgenomen in de bijlage van het besluit van de Vlaamse regering van 12 december 2003 tot vaststelling van de bekwaamheidsbewijzen en de salarisschalen van de personeelsleden van de centra voor leerlingenbegeleiding. De toegang tot dit ambt wordt bepaald via groepsbenamingen ten minste bachelor en tenminste master. Daarnaast moet ook wie een beroepsbekwaamheid van arts met o.a. een specialisatie in jeugdgezondheidzorg heeft toegang krijgen tot dit ambt met salarisschaal 511. De gebruikte generieke groepsomschrijving arts-specialist erkend door het agentschap zorg en gezondheid beperkt echter de doelgroep voor het ambt van coördinator met salarisschaal 511 tot erkende specialisten. Daardoor komt de arts die nog de master na Pagina 1 van 5

master jeugdgezondheidzorg volgt of al behaald heeft, niet in aanmerking voor het ambt van coördinator met salarisschaal 511. De voorgestelde aanpassing met verwijzing naar de vereiste of voldoende geachte bekwaamheidsbewijzen voor het ambt van arts in een CLB maakt dit nu wel mogelijk. 2.2. In het kader van de maatregelen die genomen worden om de effecten van het M-decreet op het personeel van het buitengewoon onderwijs op te vangen en om de overgang van het buitengewoon onderwijs naar het gewoon onderwijs te vergemakkelijken, is een maatregel genomen waarbij personeelsleden uit het buitengewoon onderwijs de niet-verworven salarisschaal 030 kunnen behouden wanneer ze in het gewoon onderwijs aan de slag gaan. De bepaling roept echter vragen op bij de concrete toepassing van deze regel en geeft ook praktische problemen voor het uitvoerend agentschap om de doelgroep correct af te bakenen. De nieuwe bepaling in voorliggend ontwerp komt hieraan tegemoet. Het oorspronkelijke artikel uit het besluit van de Vlaamse Regering van 30/09/2005 betreffende de toekenning van een niet-verworven salarisschaal aan personeelsleden die houder zijn van een getuigschrift of diploma buitengewoon onderwijs, leest als volgt: Artikel 1 4. Vastbenoemde personeelsleden die krachtens de bepalingen van dit artikel recht hebben op de in artikel 4 bedoelde niet-verworven salarisschaal, behouden ten persoonlijke titel deze niet-verworven salarisschaal als zij volgens artikel 31, 4bis van het decreet rechtspositie personeelsleden gemeenschapsonderwijs van 27 maart 1991 of artikel 45, 4bis van het decreet rechtspositie personeelsleden gesubsidieerd onderwijs van 27 maart 1991 via een affectatie of een mutatie aangesteld worden in een wervingsambt in het gewoon basisonderwijs of in het gewoon secundair onderwijs. Het personeelslid behoudt de overgangsmaatregel vermeld in het eerste lid zolang dit personeelslid in dienst blijft in het onderwijs, het academisch onderwijs uitgezonderd. Tijdelijke personeelsleden die krachtens de bepalingen van dit artikel recht hebben op de in artikel 4 bedoelde niet-verworven salarisschaal behouden ten persoonlijke titel deze nietverworven salarisschaal als ze aangesteld worden in een wervingsambt in het gewoon basisonderwijs of in het gewoon secundair onderwijs, op voorwaarde dat ze op de vooravond van de aanstelling in het gewoon basisonderwijs of in het gewoon secundair onderwijs, beschikken over minimaal 720 dagen dienstanciënniteit in het buitengewoon onderwijs, berekend volgens artikel 4 van het decreet rechtspositie personeelsleden gemeenschapsonderwijs van 27 maart 1991 of artikel 6 van het decreet rechtspositie personeelsleden gesubsidieerd onderwijs van 27 maart 1991. Tijdelijke personeelsleden behouden de overgangsmaatregel vermeld in het derde lid zolang ze ononderbroken in dienst blijven in het onderwijs, het academisch onderwijs uitgezonderd, en gefinancierd of gesubsidieerd worden door de Vlaamse Gemeenschap. De nieuwe bepalingen bakenen de doelgroep als volgt af: Het behoud van de niet-verworven salarisschaal 030 bij een aanstelling in het gewoon onderwijs geldt voor een personeelslid dat beantwoordt aan volgende criteria. Voor vastbenoemde personeelsleden die in het buitengewoon onderwijs recht hebben op de niet-verworven salarisschaal 030: Elk personeelslid dat: in het buitengewoon onderwijs vast benoemd was/is én op of na 1 september 2018 definitief of tijdelijk aangesteld wordt in een wervingsambt in het gewoon basisonderwijs of gewoon secundair onderwijs Pagina 2 van 5

én uiterlijk op de vooravond van zijn aanstelling in het gewoon onderwijs recht had/heeft op een NVS 030 in het buitengewoon onderwijs heeft vanaf dat moment recht op een NVS 030 voor het volledige volume van zijn opdracht in het gewoon onderwijs. Voor tijdelijke personeelsleden die in het buitengewoon onderwijs recht hebben op de nietverworven salarisschaal 030: Elk personeelslid dat: in het buitengewoon onderwijs een tijdelijke aanstelling heeft (gehad) van doorlopende duur én op of na 1 september 2018 aangesteld wordt in een wervingsambt in het gewoon basisonderwijs of gewoon secundair onderwijs én uiterlijk op de vooravond van zijn aanstelling in het gewoon onderwijs recht had/heeft op een NVS 030 in het buitengewoon onderwijs heeft vanaf dat moment recht op een NVS 030 voor het volledige volume van zijn opdracht in het gewoon onderwijs. 1.2. Artikelsgewijze bespreking Artikel 1 Dit artikel wijzigt voor het ambt van coördinator de groepsbenaming van arts-specialist aan salarisschaal 511 naar een verwijzing naar de vereiste en voldoende geachte bekwaamheidsbewijzen zoals die vastgelegd zijn voor artsen in een CLB. Artikel 2 Het schrappen in het eerste lid van de bepaling volgens artikel 31, 4bis van het decreet rechtspositie personeelsleden gemeenschapsonderwijs van 27 maart 1991 of artikel 45, 4bis van het decreet rechtspositie personeelsleden gesubsidieerd onderwijs van 27 maart 1991 via een affectatie of mutatie maakt het mogelijk dat vastbenoemde personeelsleden niet alleen via affectatie of mutatie maar ook als tijdelijk personeelslid, bijvoorbeeld via een verlof TAO (tijdelijk andere opdracht) of een ander verlofstelsel naar het gewoon onderwijs kunnen overstappen met behoud van hun niet verworven salarisschaal. Het tweede lid wordt vervangen door een nieuw lid waarbij de voorwaarde van 720 dagen dienstanciënniteit vervangen wordt door het hebben van een tijdelijke aanstelling van doorlopende duur en dit uiterlijk op de vooravond van de aanstelling in het gewoon onderwijs. Deze aanpassing sluit ook aan bij de nieuwe regels betreffende het recht op TADD die van kracht worden op 1 september 2019, waardoor een tijdelijk personeelslid sneller het recht zal kunnen verwerven (na 580 dagen prestaties i.p.v. 720 dagen). Dergelijke bepaling maakt de ontsluiting van deze gegevens gelijkvormig en maakt het eenvoudiger voor het agentschap voor onderwijsdiensten om alle rechthebbenden correct te kunnen identificeren. Artikel 3 Dit artikel bepaalt de datum van uitwerking. De terugwerkende kracht is nodig en heeft voor de betrokkenen geen nadelige effect maar dient precies om alle rechthebbenden correct te kunnen betalen. Artikel 4 Dit artikel bepaalt wie uitvoering moet geven aan dit besluit. Pagina 3 van 5

2. WEERSLAG VAN HET VOORSTEL OP DE BEGROTING VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP Het gunstig advies van de Inspectie van Financiën werd verleend op 21 maart2019 3. WEERSLAG VAN HET VOORSTEL OP DE LOKALE BESTUREN Het voorstel heeft geen weerslag op de financiën van de lokale besturen, noch op personeelsvlak, noch op het vlak van de werkingsuitgaven, de investeringen en schuld, en de ontvangsten. 4. WEERSLAG VAN HET VOORSTEL OP HET PERSONEELSBESTAND EN DE PERSONEELSBUDGETTEN Het voorstel van beslissing heeft geen weerslag op het personeelsbestand en op het personeelsbudget, zodat het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor het algemeen beleid inzake personeel en organisatieontwikkeling, niet vereist is. 5. KWALITEIT VAN DE REGELGEVING Het bijgaande ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering werd aangepast aan het wetgevingstechnisch en taalkundig advies nr. 2019/101 van 25/02/2019. Vermits het om beperkte technische correcties gaat van bestaande regelgeving werd geen RIArapport opgesteld. Het ontwerp van besluit vertegenwoordigt geen bijkomende administratieve lasten voor de betrokken instellingen. Er worden geen nieuwe principes toegevoegd, noch ingrijpend gewijzigd t.a.v. de huidige procedures. 6. VOORSTEL VAN BESLISSING De Vlaamse Regering beslist: 1 haar principiële goedkeuring te hechten aan het bovengenoemd voorontwerp van besluit; 2 de Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs: 2.1. te gelasten de minister-president van de Vlaamse Regering te verzoeken voornoemd voorontwerp van besluit op de agenda te plaatsen van een gemeenschappelijke vergadering van het sectorcomité X en van de onderafdeling Vlaamse Gemeenschap van afdeling 2 van het comité voor de provinciale en de plaatselijke overheidsdiensten; 2.2. te gelasten voornoemd voorontwerp van besluit op de agenda te plaatsen van een vergadering van het overkoepelend onderhandelingscomité van het gesubsidieerd vrij onderwijs; 2.2. te machtigen te beoordelen of voornoemde onderhandelingen aanleiding kunnen geven tot aanpassing van de heden door de Vlaamse Regering principieel goedgekeurd tekst, 2.3. te gelasten over voornoemd voorontwerp van besluit het advies in te winnen van de Raad van State, met verzoek het advies mee te delen binnen een termijn van dertig dagen, zoals bepaald in artikel 84, 1, eerste lid, 2, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, als de Pagina 4 van 5

Vlaamse minister oordeelt dat voornoemde onderhandelingen geen aanleiding geven tot aanpassing van de heden door de Vlaamse Regering principieel goedgekeurde tekst. De viceminister-president van de Vlaamse Regering, De Vlaamse minister van Onderwijs, Hilde CREVITS Pagina 5 van 5