Beleidslijn Gemeente Rotterdam toepassing Wet Bibob in het kader van subsidies



Vergelijkbare documenten
BIBOB beleidslijn horeca- en seksinrichtingen. Gemeente Voorst

BIBOB Beleidslijn HORECA GEMEENTE EDAM-VOLENDAM. Toepassing BIBOB-wetgeving bij horecavergunningen

BELEIDSLIJN WET BEVORDERING INTEGRITEITSBEOORDELINGEN DOOR HET OPENBAAR BESTUUR (BIBOB) GEMEENTE MAASTRICHT

Beleidslijn gemeente Amsterdam voor subsidieverlening in het kader van de Wet Bibob 1 ALGEMEEN

Beleidslijn Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (bibob) Gemeente Eijsden-Margraten.

Brochure aanvraagformulier Gemeente Vlissingen.

BIBOB beleidslijn vergunningen horeca-inrichtingen, seksinrichtingen en speelautomatenhallen

Beleidslijn gemeente Amsterdam voor de horeca-, prositutie-, escort- en speelautomatenhallenbranche in het kader van de Wet Bibob.

Bibob-beleidslijn vergunningen

BELEIDREGEL WET BEVORDERING INTEGRITEITSBEOORDELINGEN DOOR HET OPENBAAR BESTUUR HELMOND 2006

Gemeente Breda. Bibob-Beleidslijn Subsidies

PROVINCIAAL BLAD. Nr. 7563

BELEIDSREGELS BIBOB - milieuvergunningen -

Beleidslijn Wet Bevordering Integriteitsbeoordelingen door het Openbaar Bestuur (Wet BIBOB) Nieuwkoop, Horecabranche, prostitutiebranche,

GEMEENTEBLAD VAN HELMOND

Beleidsregels Wet bibob Bloemendaal 2008

lllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll

BIBOB-beleid Horst aan de Maas

Algemeen Bibob beleid gemeente Etten-Leur

Eerlijk beslissen. De rol van Wet BIBOB. Bij omgevingsvergunningen bouwen en milieu

Eerlijk beslissen. De rol van Wet BIBOB. Bij horeca- e.a. vergunningen

JURIDISCH KADER WONINGWET EN WET BIBOB

BIBOB-BELEIDSLIJN GEMEENTE NEDERWEERT

Gulpen-Wittem, 05 april 2006 Portefeuillehouder W.J.G. Geraedts Bijlagen vragenlijst, wettekst en VNG brief. Afdeling B&P Ons Kenmerk

BIBOB beleidsregels vergunningen en aanbestedingen Gemeente Houten

Bibob-beleid gemeente Beek 2016

PROVINCIAAL BLAD. Nr. 9219

Vragenformulier Model RP (Vragenlijst BIBOB voor rechtspersonen)

PROVINCIAAL BLAD VAN LIMBURG 2011/30

1 ALGEMEEN. Onderwerp. 1 de wetswijziging van de WP 2000, houdende regels ter bevordering van de kwaliteit in het taxivervoer

Dit bureau maakt onderdeel uit van het Ministerie van Veiligheid en Justitie. Verder in de tekst zal dit bureau aangeduid worden als Bureau Bibob.

Eerlijk beslissen. De rol van de Wet BIBOB

34_ :33 Pagina 4

Vragenformulier Model Natuurlijke Personen (NP)

De toepassing van de wet zal door het bestuursorgaan op de hieronder aangeduide beschikkingen op de volgende wijze plaatsvinden:

Beleidslijn gemeente Haarlem voor vastgoedtransacties in het kader van de Wet Bibob 1 ALGEMEEN

Ten behoeve van aanvragers voor drank- en horecavergunning, exploitatievergunning of vergunning seksinrichting / escortbureau.

Beleidslijn Bevordering Integriteitsbeoordeling door het Openbaar Bestuur (hierna BIBOB) van de gemeente Roosendaal inzake vergunningen voor

Overwegende dat de werkingssfeer van de Wet Bibob met ingang van 1 juli 2013 is verruimd;

Beleidsregels voor de toepassing van de Wet Bibob 2012

Werkwijze van het Landelijk Bureau Bibob: informatie voor bestuursorganen en rechtspersonen met een overheidstaak

Postbus AA Zeewolde. ALGEMEEN AANVRAAGFORMULIER BIBOB + toelichting

WET BIBOB WET INTEGRITEITSBEOORDELINGEN DOOR HET OPENBAAR BESTUUR

Beleidslijn gemeente Amsterdam voor de omgevingsvergunning (milieu) in het kader van de Wet Bibob

GEMEENTEBLAD. Nr Beleidsregel Bibob Twenterand Hoofdstuk 1: Algemeen

Jaar: 2013 Nummer: 54 Besluit: 23 april 2013 Gemeenteblad BELEIDSREGEL WET BIBOB BOUWEN HELMOND Burgemeester en wethouders van Helmond;

Beleidslijn Wet Bibob Koggenland 2016

Bibob-Beleidslijn 2016 Voorschoten

Hoofdstuk 1: Aigemeen

Oplossing: Aan de burgemeester wordt in een apart voorstel geadviseerd dit gebrek te herstellen de Bibobbeleidsregels te bekrachtigen.

Algemene subsidieverordening Texel 2016

BIJLAGE 3 VERKORTE VRAGENFORMULIER

Bibob-beleidslijn voor horeca-inrichtingen

BELEIDSREGEL WET BIBOB HORECA, SEKSINRICHTINGEN E.D. HELMOND De burgemeester en het college van burgemeester en wethouders van Helmond;

Beleidslijn voor de toepassing van de Wet Bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur 2016, gemeente Oud-Beijerland

Beleidslijn Wet Bibob Gemeente Lochem. Vastgesteld door het college van B&W in de vergadering van 3 juni Inleiding

2. Format werkafspraken Gemeente Barendrecht en Bureau BIBOB

OM-tips voor Bibob. Waar moet ik op letten?

NADERE REGELS SUBSIDIE WONEN BOVEN WINKELS ARNHEM 2012

Beleidslijn Wet BIBOB Gemeente Ferwerderadiel

B E S L U I T E N: vast te stellen de:

BELEIDSLIJN VOOR DE TOEPASSING VAN DE WET BEVORDERING INTEGRITEITSBEOORDELINGEN DOOR HET OPENBAAR BESTUUR GEMEENTE LEUDAL

Toelichting beleidslijn Bibob 2015 gemeente Weert

Departementale registratie van ernstige onregelmatigheden bij subsidies

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING Hendrik-Ido-Ambacht

Vragenformulier Model NP (Vragenlijst BIBOB voor natuurlijke personen)

BELEIDSREGEL WET BIBOB HORECA, SEKSINRICHTINGEN E.D. HELMOND De burgemeester en het college van burgemeester en wethouders van Helmond;

Algemene subsidieverordening Texel

Bibob beleidslijn Weststellingwerf Gemeente Weststellingwerf

Gelet op het bepaalde in de artikelen 147 en 149 van de Gemeentewet en titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht;

GEMEENTEBLAD. De burgemeester en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Houten, ieder voor zover het hun bevoegdheden betreft;

19 februari 2019 Beleidsregels Bibob-beleid 2019

1.Uitvoering van de Bibob-toets vindt in beginsel plaats bij elke aanvraag voor een beschikking als bedoeld in:

Verkort vragenformulier

artikel 5 van de Algemene subsidieverordening gemeente Krimpenerwaard,

HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN

Algemene procedure horeca-aanvragen

Beleidsregel gemeente Alkmaar voor omgevingsvergunningen voor de activiteit bouwen in het kader van de Wet Bibob

Besluit van de gemeenteraad d.d. 12 december 2011, nr. 14B/B, tot vaststelling van de Algemene subsidieverordening Tubbergen

Bibob-beleidslijn Gemeente Tynaarlo 2018

Beleidslijn Bibob 2014 Veere nr.:14b Wet Bibob 1.1. Inleiding 1.2. De Evaluatie- en uitbreidingswet Bibob 2013

Toelichting BIBOBbeleidslijn

Beleidslijn BIBOB. 1 januari 2006

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING GEMEENTE TYNAARLO. De raad van de gemeente Tynaarlo,

Ontbijtmeeting 6 november 2013 Mr. Ramon Ridder Mr. Douwe op de Hoek

BIJLAGE 4 UITGEBREIDE VRAGENFORMULIER. Toelichting bij dit formulier

Gemeente Den Haag. INTEGRITEITBELEID BIJ AANBESTEDINGEN OP HET TERREIN VAN BOUW, ICT EN MILIEU (versie 2007)

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders 4 augustus 2015, nummer /c; gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;

gemeente Sïmpelveld De burgemeester en het college van burgemeester en wethouders van Simpelveld, ieder voor zover het hun bevoegdheden betreft;

Beleidsregel Wet Bibob gemeente Beverwijk 2018

Algemene subsidieverordening Gemeente Werkendam 2012

Algemene subsidieverordening gemeente Harlingen 2015

Beleidslijn voor de toepassing van de Wet Bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur voor de Gemeente Korendijk 2015

Onderwerp : Algemene Subsidieverordening Bergeijk 2016

Toelichting BIBOBbeleidslijn. Toelichting op beleidslijn ter uitvoering van de Wet BIBOB

Beleidsregel Wet Bibob voor omgevingsvergunning bouw gemeente Deurne Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Deurne;

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING LEIDERDORP 2012

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Bibob-beleidslijn Gemeente Assen 2017

B. en W. d.d. 16 februari 2016 Nr. 8B

Transcriptie:

Beleidslijn Gemeente Rotterdam toepassing Wet Bibob in het kader van subsidies 1. Inleiding en wettelijk kader Waarom Bibob in Rotterdam en waarom een beleidslijn? In Rotterdam vragen natuurlijke- en rechtspersonen subsidie aan bij het Ontwikkelingsbedrijf Rotterdam (hierna: ObR). Om te voorkomen dat deze subsidies terecht komen in het criminele circuit moet de gemeente Rotterdam een middel in handen hebben. Onder meer met behulp van de Wet Bevordering integriteitsbeoordelingen door het Openbaar Bestuur (hierna: Wet Bibob) kan de gemeente Rotterdam zich hiertegen wapenen. In principe kan iedereen die een OKR-, Laagjes- of SHD-subsidie (zie hierna) van meer dan 20.000,= aanvraagt geconfronteerd worden met een integriteitsonderzoek, indien de subsidiegever daar aanleiding toe ziet. Het subsidieverstrekkende bestuursorgaan (officieel het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam) beslist op basis van feiten en omstandigheden zelf of een dergelijk onderzoek noodzakelijk is. Vanwege het ingrijpende karakter van het Bibob-instrument moet het voor subsidieaanvragers duidelijk zijn op welke wijze en wanneer dit instrument door de Directie Veiligheid van de gemeente Rotterdam c.q. het ObR aangewend wordt. In het navolgende wordt dit uiteengezet. Wet Bibob Op 1 juni 2003 is de Wet Bibob in werking getreden. Deze wet stelt bestuursorganen (zoals de gemeente of de provincie) in staat zich te beschermen tegen het risico dat (ongewild) criminele activiteiten door het openbaar bestuur worden gefaciliteerd door het verlenen of verlengen van: 1. vergunningen; 2. het verstrekken van subsidies; 3. het gunnen van (overheids-)aanbestedingen. Artikel 3 Wet Bibob Op grond van de Wet Bibob is het mogelijk bij beschikking deze vergunningen, subsidies of aanbestedingen in te trekken, te weigeren of te verlenen met daaraan verbonden voorschriften. In artikel 3 van de wet staat beschreven wanneer het vorenstaande mogelijk is nl. indien: 1. sprake is van een ernstig gevaar dat de beschikking mede gebruikt zal worden voor het benutten van voordelen uit strafbare feiten (bijvoorbeeld het witwassen van geld); 2. sprake is van een ernstig gevaar dat de beschikking mede gebruikt zal worden voor het plegen van strafbare feiten (bijvoorbeeld als dekmantel voor criminele activiteiten); 3. feiten en omstandigheden erop wijzen of redelijkerwijs doen vermoeden dat ter verkrijging van de aangevraagde dan wel gegeven beschikking een strafbaar feit is gepleegd (bijvoorbeeld afpersing of valsheid in geschrifte). Op dit moment is artikel 3 van de Wet Bibob van toepassing op een drietal Rotterdamse subsidies: a. subsidies inzake ondernemers in kansenzones (hierna: de OKRsubsidie);

b. subsidies inzake Stimulering Herstructurering Detailhandel (hierna: de SHD-subsidie); en c. subsidies inzake ondernemers en vastgoedeigenaren in bedrijventerrein De Laagjes in IJsselmonde en Feijenoord (hierna: de Laagjes-subsidie). De voorwaarden voor subsidieverlening zijn in Rotterdam in de navolgende drie regelingen - op basis van de SVR 2005 - afzonderlijk geregeld: a. Nadere regels inzake de subsidieverlening aan ondernemers in kansenzones in Rotterdam 2007; b. Nadere regels inzake subsidieverlening Stimulering Herstructurering Detailhandel 2007 behorende bij de SvR 2005 of SHD 2007; en c. Nadere regels inzake de subsidieverlening voor ondernemers en vastgoedeigenaren in bedrijventerrein De Laagjes in IJsselmonde en Feijenoord. Deze regelingen geven de gemeente Rotterdam op zichzelf al (niet-bibobgerelateerde) weigerings- en intrekkingsgronden voor de subsidies. De in artikel 3 van de Wet Bibob genoemde weigerings- en intrekkingsgronden kunnen worden ingeroepen nu dit vastgelegd is in: a. artikel 10 van de Nadere regels inzake de subsidieverlening aan ondernemers in kansenzones in Rotterdam 2007 ; b. artikel 8 van de Nadere regels inzake subsidieverlening Stimulering Herstructurering Detailhandel 2007 behorende bij de SvR 2005 of SHD 2007 ; en c. artikel 8 van de Nadere regels inzake de subsidieverlening aan ondernemers en vastgoedeigenaren in bedrijventerrein De Laagjes in IJsselmonde en Feijenoord. Uiteindelijk beslist het subsidieverstrekkende bestuursorgaan (het college van burgemeester en wethouders) met inachtneming van de resultaten van de levensvatbaarheidstoets, het eigen integriteitsonderzoek en - indien van toepassing - het advies van het Landelijk Bureau Bibob (zie hieronder) of de subsidie wordt verleend (eventueel met daaraan verbonden voorschriften), geweigerd of vastgesteld wordt op nihil. Bovendien is het op grond van het vorenstaande proces mogelijk dat de beschikking die ten grondslag lag aan de eerder verleende subsidie wordt ingetrokken. Mocht deze beschikking ingetrokken worden, dan is het voorts mogelijk de (reeds door de ondernemer ontvangen) subsidie terug te vorderen. 2. Het Bibob-onderzoek De Directie Veiligheid en het ObR doen zelf onderzoek naar de integriteit van de aanvragers van subsidies, maar kunnen ook het Landelijk Bureau Bibob (hierna: LBB) - dat onderdeel uitmaakt van het Ministerie van Justitie - vragen advies uit te brengen over de ernst van het gevaar dat er sprake is van criminele banden. Het LBB voert hiertoe een diepgaand onderzoek uit (screening van open en gesloten bronnen) om tot een weloverwogen advies te komen. Subsidiariteit- en proportionaliteit Uiteraard zijn de beginselen van subsidiariteit en proportionaliteit belangrijke uitgangspunten binnen het openbaar bestuur en tevens in de Wet Bibob, dit staat ook in de Memorie van Toelichting van de wet. Hiermee wordt enerzijds bedoeld dat de Directie Veiligheid en het ObR eerst - voordat overgegaan wordt tot adviesaanvraag bij het LBB - dienen te bekijken of er gronden aanwezig zijn om deze subsidie te weigeren of in te trekken (denk aan alle

voorwaarden waaraan men moet voldoen voordat men recht krijgt op een subsidie of aan de levensvatbaarheidstoets). Anderzijds dienen de Directie Veiligheid en het ObR zorgvuldig af te wegen of zij direct, zonder advisering van het LBB de Wet Bibob kunnen toepassen. In vergelijking met een integriteitsonderzoek van de Directie Veiligheid en het ObR is het onderzoek van het LBB verstrekkender en diepgaander en daardoor ingrijpender. Het behelst niet alleen de informatie die door de Directie Veiligheid en het ObR is aangeleverd, maar voornamelijk informatie voortgekomen uit gesloten (privacygevoelige/geheime) bronnen. Het - minder ingrijpende - eigen-onderzoek van de Directie Veiligheid c.q. het ObR vindt plaats met behulp van de gegevens die aangeleverd zijn door de aanvrager (ondernemer of eigenaar) bij indiening van het verzoek tot de aanvraag van subsidie, de daarbij door de aanvrager aangeleverde informatie en de raadpleging van de voor het bestuursorgaan beschikbare bronnen. Voorts kan het voorkomen dat de Directie Veiligheid c.q. het ObR aanvrager verzoeken om aanvullende informatie te leveren ten behoeve van het eigen-onderzoek. Op basis van enerzijds alle door de subsidieaanvrager aangeleverde gegevens of anderzijds de uit het vorengenoemde eigen-onderzoek gebleken informatie heeft het bestuursorgaan drie mogelijkheden: 1. de subsidieaanvraag toewijzen (eventueel met voorschriften). De wet geeft de mogelijkheid ter beperking c.q. voorkoming van het vermeende gevaar voor misbruik van de subsidie aanvullende voorschriften te verbinden aan de subsidie; 2. een advies aanvragen bij het LBB; 3. zelfstandig (zonder advies van het LBB) de aanvraag weigeren, de beschikking op basis waarvan de subsidie verleend is intrekken (en later de vastgestelde en uitbetaalde subsidie eventueel terugvorderen) of voorschriften verbinden aan de subsidie op basis van de Wet Bibob. Het Bibob-onderzoek - voorafgaand aan de conclusie een subsidie te weigeren, de verleningsbeschikking in te trekken of de subsidie te verlenen met voorschriften - is op te splitsen in de volgende fasen. a) Werkwijze verschillende subsidie-regelingen Bij subsidieaanvragen en naar aanleiding van handhavingsinformatie worden verschillende toetsen verricht om te kijken of de aanvrager in aanmerking komt voor de desbetreffende subsidie(s). Afhankelijk van de uitkomsten van deze verschillende toetsen wordt uiteindelijk indien er nog onduidelijkheden bestaan over de wijze van financiering ofwel de zeggenschap binnen de instelling een Bibob-advies aangevraagd bij het LBB door de Directie Veiligheid. Voordat er echter overgegaan wordt tot adviesaanvraag (bij het LBB) worden in het kader van de OKR- en de Laagjes-subsidie door externe adviseurs de volgende toetsingen verricht: Nulmeting: situatie op het moment van de aanvraag; Levensvatbaarheidstoets: onderzoek naar de levensvatbaarheid en kredietwaardigheid van de onderneming of eigenaar (van commercieel vastgoed) op basis van jaarcijfers, prognoses, een interview met de ondernemer en een onderzoek naar de rechtmatigheid van de investering; Eindcontrole: situatie op het moment na de investering;

Monitor: ondernemers worden tot drie jaar na de subsidievaststelling tweemaal per jaar bezocht om te bekijken of de investeringen nog aanwezig zijn, ze er zelf nog gevestigd zijn, hoe de onderneming zich ontwikkeld etc. Voor eigenaren is die termijn vijf jaar. Voorts worden bij vaststelling van de subsidie om facturen, betaalbewijzen en een accountantsverklaring gevraagd. Bij subsidiebedragen van 45.000,= en hoger dient de verklaring te worden afgegeven door een RA of AA (accountant). Bij lagere subsidiebedragen is de verklaring van een boekhouder voldoende. De werkwijze bij de SHD-subsidie is als volgt: Nulmeting: na de ontvangst van het aanvraagformulier en de aanvullende gegevens, wordt de situatie op het moment van de aanvraag vastgesteld door een accountmedewerker van het ObR; Levensvatbaarheidstoets: onderzoek naar de levensvatbaarheid en kredietwaardigheid van de onderneming (van commercieel vastgoed) op basis van jaarcijfers, prognoses, een interview met de ondernemer en een onderzoek naar de rechtmatigheid van de investering. Bij eigenaren vindt in het geval van de SHD-subsidie geen levensvatbaarheidstoets plaats; Versturen van de verleningbeschikking (of weigeringbeschikking en dan zodoende geen voortzetting van het traject); Ontvangst verzoek tot subsidievaststelling met daarbij gevoegd kopieën van de facturen; Eindcontrole door accountmedewerker ObR; Versturen vaststellingbeschikking; Uitbetalen subsidiebedrag. De subsidieontvanger dient na subsidievaststelling drie jaar de onderneming te blijven uitoefenen c.q. eigenaar van het pand blijven. Tweemaal per jaar wordt hierop gecontroleerd (in het handelsregister van de Kamer van Koophandel) door de projectleider SHD. b) Het eigen onderzoek Bij omstandigheden die hieronder als prioriteiten worden genoemd wordt (voorafgaand aan een eventueel aan te vragen advies bij het LBB) eerst het vorengenoemde eigen-onderzoek gedaan door de Directie Veiligheid. Dit onderzoek staat los van de vorenstaande toetsingen die in het kader van de OKR-, de SHD- en de Laagjes-subsidie plaatsvinden; Mochten uit deze toetsingen weigerings- of intrekkingsgronden voor de subsidie blijken, dan wordt het gehele Bibob-traject niet meer in gang gezet. Het eigen-onderzoek wordt slechts uitgevoerd indien het een aanvraag van een subsidie van meer dan 20.000,= betreft. Uit het eigen-onderzoek moet naar voren komen of de subsidie zonder Bibobadvies van het LBB wordt verleend (al dan niet met daaraan verbonden voorschriften), geweigerd, ingetrokken of dat het nodig is om een advies aan te vragen aan het LBB. c) Adviesaanvraag bij het LBB Zoals reeds naar voren gekomen is, wordt geen advies aangevraagd bij het LBB, indien de Directie Veiligheid of het ObR zonder diepgaand onderzoek (met gebruikmaking van de beschikbare bronnen) komt tot de conclusie van ernstig gevaar in de zin van artikel 3 van de Wet Bibob.

De Directie Veiligheid vraagt wel advies aan bij het LBB, indien er na het eigen-onderzoek en op basis van de door aanvrager ingevulde en aangeleverde informatie nog onduidelijkheden of twijfels blijven bestaan over onder andere: de bedrijfsstructuur; de financiering van het bedrijf; de aanvrager, eventuele financiers van de inrichting of de eigenaar van het bedrijfsterrein en/of bedrijfspand waarop c.q. waarin de inrichting is gevestigd. d) De vaststelling van het gevaar Na het eigen onderzoek van de Directie Veiligheid en het ObR wordt zonder of met gebruikmaking van het advies van het LBB vastgesteld òf en zo ja, in welke mate sprake is van een bestaand of toekomstig gevaar dat een te verlenen subsidie zal worden gebruikt om strafbare feiten te plegen, dat daarmee uit strafbare feiten verkregen geld zal worden benut of dat ter verkrijging van de aangevraagde c.q. verleende subsidie strafbare feiten zijn gepleegd. 3. Prioriteiten Indien het (gecumuleerde) subsidiebedrag 20.000,= of hoger is, kunnen de navolgende omstandigheden een aanleiding zijn om in onderling overleg met de Directie Veiligheid en het ObR een eigen-onderzoek te starten: De onderneming waarvoor een subsidie aangevraagd wordt opereert in een kwetsbare branche (coffeeshops, seksinrichtingen, growshop, vastgoed); De aanvrager van de subsidie bekend is bij het kenniscentrum Bibob van de Directie Veiligheid van de Gemeente Rotterdam; Met betrekking tot de onderneming waarvoor een subsidie wordt aangevraagd ontbreekt een deugdelijke (financiële) administratie: de administratie is ondoorzichtig, de financiële gegevens bevatten innerlijke tegenstrijdigheden, er is sprake van een verdachte of onduidelijke financiering etc.; Met betrekking tot de onderneming waarvoor een subsidie wordt aangevraagd de accountantsverklaring ontbreekt; Gedurende de zogenaamde monitorfase de benodigde financiële gegevens (zoals jaarcijfers) niet overlegd zijn; Er een melding binnengekomen is van medewerkers van de gemeente Rotterdam (inclusief externe adviseurs) met betrekking tot de onderneming waarvoor een subsidie wordt aangevraagd. Dit betreft onder andere (maar beperkt zich niet tot) meldingen over het staken van de bedrijfsvoering, contacten met dubieuze partijen, verdachte financieringen etc.; Ten slotte is het uitgangspunt van de gemeente Rotterdam dat overgegaan wordt tot het vragen van advies bij het LBB indien een Officier van Justitie op grond van artikel 26 van de Wet Bibob adviseert (door een tip geven) advies aan te vragen bij het LBB. De Officier van Justitie kan immers over informatie beschikken die bij een bestuursorgaan onbekend is.

Overige omstandigheden De bovengenoemde omstandigheden sluiten overigens uitdrukkelijk niet uit dat in overige gevallen op basis van informatie van handhaving of indicaties die de subsidieverlener krijgt bij de aanvraag, besloten wordt om het Bibob-instrumentarium in te zetten. 4. Bevoegd gezag Op grond van de Nadere regels inzake de subsidieverlening aan ondernemers in kansenzones in Rotterdam 2007, de Nadere regels inzake subsidieverlening Stimulering Herstructurering Detailhandel 2007 behorende bij de SvR 2005 of SHD 2007 en de Nadere regels inzake de subsidieverlening aan ondernemers en vastgoedeigenaren in bedrijventerrein De Laagjes in IJsselmonde en Feijenoord is het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam het bevoegde gezag. Het college heeft in de gemeente Rotterdam de bevoegdheden ter uitvoering van de subsidieregelingen gemandateerd aan de Directeur van het ObR. Zodoende kan het ObR uiteindelijk beslissen een subsidiebeschikking in te trekken (en uiteindelijk eventueel terug te vorderen) of te weigeren. 5. Voorlichting Intern is aan de medewerkers van de Directie Veiligheid en van het ObR voorlichting gegeven over de achtergronden en de uitvoering van de Wet Bibob. Van belang is dat medewerkers zich realiseren dat het toepassen van het Bibob-instrumentarium voor betrokkenen verstrekkende gevolgen heeft en dat dit instrument slechts als ultimum remedium ingezet dient te worden. Voorts is van belang dat de Wet Bibob een geheimhoudingsplicht bevat en overtreding van deze verplichting kan leiden tot strafvervolging. Alle medewerkers die te maken hebben met Bibob-werkzaamheden binnen de Gemeente Rotterdam en het ObR hebben een Verklaring Omtrent Gedrag af moeten geven. Extern is de voorlichting gericht op de ondernemers die te maken krijgen met de inzet van het Bibob-instrumentarium en te voorkomen dat ondernemers zich gecriminaliseerd voelen doordat zij eventueel aanvullende informatie moeten aanleveren. 6. Kennisgeving aanvrager De aanvrager wordt door de gemeente schriftelijk bericht dat de gemeente voornemens is een Bibob-advies bij het LBB aan te vragen. De adviesaanvraag bij het LBB is geen beschikking in de zin van de Algemene wet bestuursrecht. Hiertegen staat derhalve geen bezwaar of beroep open. Wel is het de aanvrager van een subsidie te allen tijde toegestaan de aanvraag in te trekken.

7. Termijn De procedure voor het verlenen van de OKR-, de SHD- en de Laagjes-subsidie duurt in principe 8 weken, gerekend vanaf het moment van indienen van de ontvankelijke aanvraag (zie hiervoor artikel 8 van de Subsidieverordening Rotterdam 2005). In theorie kan deze termijn nog met 12 weken verlengd worden, alhoewel van deze bevoegdheid in de praktijk over het algemeen geen gebruik wordt gemaakt. Op het moment dat er door de Directie Veiligheid een Bibob-advies wordt aangevraagd bij het LBB wordt de termijn waarbinnen het college van burgemeester en wethouders moet beslissen over de subsidieverlening, opgeschort. Het LBB moet binnen vier weken een advies uitbrengen de Directie Veiligheid. Het onderzoek van het LBB kan echter eenmalig met vier weken worden verlengd. De bestaande beslissingstermijn van het college van burgemeester en wethouders kan daarom maximaal met acht weken worden verlengd. Het is mogelijk dat deze termijn nog verder wordt opgeschort indien LBB extra informatie verlangt van de aanvrager c.q. de Directie Veiligheid. De lengte van deze opschorting is afhankelijk van de tijd die het kost om deze informatie te verwerken. 8. Bevoegdheid De bevoegdheid om de Wet Bibob toe te passen ligt bij de directeur van het Ontwikkelingsbedrijf Rotterdam of bij diens afwezigheid zijn plaatsvervanger voorzover het gaat om het weigeren en intrekken van OKR-subsidies, SHDsubsidies en de Laagjes-subsidie. Voorts is de directeur Veiligheid van de bestuursdienst (of bij diens afwezigheid zijn plaatsvervanger) bevoegd een Bibobadvies aan te vragen bij het LBB (op grond van de bovengenoemde subsidieregelingen).