ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 26 september 2000 *

Vergelijkbare documenten
ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 8 juli 1999 *

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 9 december 1997 *

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 18 december 1997 *

ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 7 maart 1991 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 25 mei 1993 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 14 april 1994 *

Arrest van het Hof (Zesde Kamer) 13 november 1990 *

ARREST VAN HET HOF (Vierde kamer) 15 juni 1989*

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 29 juni 1988*

ARREST VAN HET HOF (Zesde Kamer) 8 februari 1990*

BESCHIKKING VAN HET HOF (Eerste kamer) 12 juli 2001 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 8 maart 1988 *

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 30 april 2002 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 11 januari 2007 *

ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 7 juli 2005 *

ARREST VAN HET HOF 13 februari 1996 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 13 juli 2000 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 13 oktober 1993 *

ARREST VAN ZAAK C-215/94. ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 29 februari 1996 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 2 mei 1996 *

ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 10 december 1998 *

ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 13 december 1989 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 29 juni 1994 *

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 9 februari 2006 *

ARKEST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 14 april 1994 *

ARREST VAN HET HOF 24 november 1993 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 15 maart 2001 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 12 mei 1989 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 13 december 1989 *

ARREST VAN HET HOF 4 februari 1988 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 3 maart 1994 *

ARREST VAN HET HOF 19 september 1995 *'

ARREST VAN HET HOF 14 mei 2002 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 4 juni 1987*

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 5 mei 1994 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 8 maart 1988 *

Datum van inontvangstneming : 21/11/2017

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 6 februari 1997*

ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 24 januari 1991 *

ANAGRAM INTERNATIONAL. ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 13 juli 2006 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 10 mei 2001 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 21 februari 2002 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 14 mei 1985 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 17 juli 1997 *

ARREST VAN HET HOF. 29 juni 1999 (1)

ARREST VAN HET HOF 14 november 1995 *

ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 28 mei 1998 *

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 13 juli 1989*

ARREST VAN HET HOF 29 juni 1999 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 27 oktober 1993 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 7 maart 1996"

ZVK. ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 23 november 2006*

ARREST VAN HET HOF 5 oktober 1988 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 7 juli 1994 *

JURISPRUDENTIE VAN HET HVJEG 1987 BLADZIJDEN 3611

ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 22 september 1988*

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 1 juli 1999 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 2 augustus 1993 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 13 maart 1997 *

ARREST VAN HET HOF 9 november 1995 *

ARREST VAN HET HOF 17 juni 1992*

ECLI:NL:HR:2006:AR4025

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 23 mei 1996 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 16 september 1997 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 1 april 2004 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 9 november 2000 *

ARREST VAN HET HOF 23 februari 1994 *

betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Arbeidsrechtbank te Brussel, in het aldaar aanhangig geding tussen

ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 27 juni 1989* betreffende verzoeken aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag,

ARREST VAN HET HOF 13 januari 2004 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 12 februari 1998 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 15 maart 2001 *


ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 7 september 2006 *

BESCHIKKING VAN HET HOF 5 maart 1986 *

BESCHIKKING VAN HET HOF (Tweede kamer) 3 december 2001 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 6 april 1995 *

ARREST VAN HET HOF 7 juli 1992 *

ARREST VAN HET HOF (Vierde kamer) 6 november 1997

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 8 oktober 1987*

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 7 februari 1991 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 4 maart 2004 *

Publicatieblad van de Europese Unie L 232. Wetgeving. Niet-wetgevingshandelingen. 61e jaargang. Uitgave in de Nederlandse taal.

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 22 november 2001 *

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 7 september 2006 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 13 april 2000 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 20 juni 1991 *

ARREST VAN HET HOF 28 maart 1996*

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 11 juni 1987*

UROPLASTY. ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 13 juli 2006 *

Datum van inontvangstneming : 11/03/2014

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 18 maart 1986

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 7 juni 2007 (*)

ARREST VAN HET HOF (Achtste kamer) 17 januari 2013 (*)

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 3 mei 2001 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 14 december 2000 *

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 10 februari 1988 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 20 februari 1997 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 9 januari 1997 *

Transcriptie:

ARREST VAN 16. 9. 2000 ZAAK C-42/99 ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 26 september 2000 * In zaak C-42/99, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag (thans artikel 234 EG) van het Supremo Tribunal Administrativo (Portugal), in het aldaar aanhangig geding tussen Fábrica de Queijo Eru Portuguesa Ld. a en Tribunal Técnico Aduaneiro de Segunda Instância, in tegenwoordigheid van: Ministério Público, om een prejudiciële beslissing over de uitlegging van de gecombineerde nomenclatuur, zoals neergelegd in bijlage I bij verordening (EEG) nr. 3174/88 van de Commissie van 21 september 1988 tot wijziging van bijlage I bij * Procestaal: Portugees. I - 7706

ERU PORTUGUESA verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief (PB L 298, blz. 1), wijst HET HOF VAN JUSTITIE (Vijfde kamer), samengesteld als volgt: D. A. O. Edward, kamerpresident, L. Sevón, P. J. G. Kapteyn, H. Ragnemalm (rapporteur) en M. Wathelet, rechters, advocaat-generaal: N. Fennelly griffier: H. A. Rühl, hoofdadministrateur gelet op de schriftelijke opmerkingen ingediend door: Fábrica de Queijo Eru Portuguesa Ld. a, vertegenwoordigd door A. Caneira, advocaat te Lissabon, de Portugese regering, vertegenwoordigd door L. Fernandes, directeur van de juridische dienst van het directoraat-generaal Europese Gemeenschappen van het Ministerie van Buitenlandse zaken, A. Seiça Neves, lid van deze dienst, en H. Ventura, lid van de juridische dienst van de algemene directie douanezaken en speciale verbruiksbelastingen, als gemachtigden, de Commissie van de Europese Gemeenschappen, vertegenwoordigd door F. de Sousa Fialho, lid van haar juridische dienst, als gemachtigde, gezien het rapport ter terechtzitting, I - 7707

ARREST VAN 26. 9. 2000 ZAAK C-42/99 gehoord de mondelinge opmerkingen van Fábrica de Queijo Eru Portuguesa Ld. a, vertegenwoordigd door A. Caneira; de Portugese regering, vertegenwoordigd door V. Guimarães, jurist bij het centrum voor belastingstudie van het directoraat-generaal belastingen, als gemachtigde, en de Commissie, vertegenwoordigd door A. Caeiros, lid van haar juridische dienst, als gemachtigde, ter terechtzitting van 6 april 2000, gehoord de conclusie van de advocaat-generaal ter terechtzitting van 8 juni 2000, het navolgende Arrest 1 Bij beschikking van 13 januari 1999, ingekomen bij het Hof op 12 februari daaraanvolgend, heeft het Supremo Tribunal Administrativo krachtens artikel 177 EG-Verdrag (thans artikel 234 EG) twee prejudiciële vragen gesteld over de uitlegging van de gecombineerde nomenclatuur, zoals neergelegd in bijlage I bij verordening (EEG) nr. 3174/88 van de Commissie van 21 september 1988 tot wijziging van bijlage I bij verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief (PB L 298, blz. 1; hierna: GN"). 2 Deze vragen zijn gerezen in een geding tussen de vennootschap Fábrica de Queijo Eru Portuguesa Ld. a (hierna: Eru Portuguesa") en het Tribunal Técnico Aduaneiro de Segunda Instância, over de tariefindeling, in het licht van de GN, van een product genaamd skimmed milk cheese" [kaas uit afgeroomde (magere) melk]. I - 7708

ERU PORTUGUESA De gemeenschapsregeling 3 De tariefposten van de GN die door de verwijzende rechter relevant worden geacht zijn de volgende: 0406 Kaas en wrongel: (...) 0406 90 andere kaas: 0406 90 0406 90 11 bestemd voor verwerking andere (...) 3501 Caseïne, caseïnaten en andere derivaten van caseïne; lijm van caseïne 3501 10 caseïne (...) 3501 10 90 andere." 4 Aantekening 2 op hoofdstuk 4 van verordening nr. 3174/88 preciseert: Producten verkregen door de concentratie van wei waaraan melk of melkvet is toegevoegd, worden als kaas ingedeeld onder post 0406, voor zover zij voldoen aan de drie volgende criteria: a) een melkvetgehalte, berekend op de droge stof, van 5 gewichtspercenten of meer; b) een gehalte aan droge stof van ten minste 70 doch niet meer dan 85 gewichtspercenten; I - 7709

ARREST VAN 26. 9. 2000 ZAAK C-42/99 c) in vorm gebracht zijn of geschikt zijn om in vorm gebracht te worden." 5 De toelichtingen op het geharmoniseerd systeem inzake de omschrijving en de codering van goederen (hierna: GS-toelichtingen") vermelden met betrekking tot post 35.01, letter A, punt 1, met betrekking tot caseïne, caseïnaten en andere derivaten van caseïne, dat caseïne de voornaamste proteïnestof van melk is en wordt verkregen uit afgeroomde melk door de vaste bestanddelen te doen neerslaan, meestal door middel van zuren of stremsel. 6 De toelichtingen van de Commissie op de GN preciseren met betrekking tot de onderverdelingen 3501 10 10 tot en met 3501 10 90: Deze onderverdelingen omvatten caseïne als bedoeld bij letter A, punt 1, van de GS-toelichtingen op post 3501. Caseïne dient onafhankelijk van het procédé dat voor het neerslaan is gevolgd onder deze onderverdelingen te worden ingedeeld, wanneer zij niet meer dan 15 gewichtspercenten water bevat. Caseïne met meer dan 15 gewichtspercenten water moet (als wrongel) onder post 0406 worden ingedeeld." Het hoofdgeding en de prejudiciële vragen 7 Eru Portuguesa voerde in maart 1989 uit Denemarken 1 863 dozen skimmed milk cheese" (kaas uit afgeroomde melk) in. De ingevoerde waar had de I - 7710

ERU PORTUGUESA volgende samenstelling: 54 % water, 0,9 % vet, 5,7 % fosfor, 2 % zout, en caseïne. 8 Volgens een bij de schriftelijke opmerkingen van de Portugese regering gevoegde verklaring van Eru Portuguesa wordt het product bereid uit afgeroomde melk met toevoeging van stremsel en neemt het de vorm aan van vlokken die niet oplosbaar zijn in water, maar wel in alkalische stoffen. 9 Volgens diezelfde verklaring was het product bestemd voor de bereiding van dieetproducten. Ter terechtzitting heeft Eru Portuguesa verklaard, dat het product was bestemd voor de bereiding van kaas. 10 Eru Portuguesa gaf de waar bij de douane onder tariefpost 3501 10 90 aan als caseïne. Daarentegen deelden de Portugese douaneautoriteiten, het Tribunal Técnico de Primeira Instância alsmede het Tribunal Técnico Aduaneiro de Segunda Instância het product onder tariefpost 0406 90 11 in als kaas. Nadat het Tribunal Tributário de Segunda Instância een beroep tegen die indeling had verworpen, stelde Eru Portuguesa hoger beroep in bij het Supremo Tribunal Administrativo. 11 Het Supremo Tribunal Administrativo heeft besloten de behandeling van de zaak te schorsen en het Hof de volgende prejudiciële vragen voor te leggen: 1) Zijn de toelichtingen op de gecombineerde nomenclatuur van de Europese Gemeenschappen, volgens welke caseïne met meer dan 15 gewichtspercenten water onder post 0406 (kaas en wrongel) moet worden ingedeeld, in tegenspraak met verordening (EEG) nr. 3174/88 van de Commissie, waarin I - 7711

ARREST VAN 26. 9. 2000 ZAAK C-42/99 wordt bepaald (hoofdstuk 4), dat producten als,kaas' onder post 0406 worden ingedeeld voor zover zij voldoen aan de volgende drie criteria: a) een vetgehalte van 5 gewichtspercenten of meer; b) een gehalte aan droge stof van ten minste 70 doch niet meer dan 85 gewichtspercenten; c) in vorm gebracht zijn of geschikt zijn om in vorm gebracht te worden? 2) Moet de ingevoerde waar (met de volgende samenstelling: 54 % water, 0,9 % vet, 5,7 % fosfor, 2 % zout, en caseïne), gelet op verordening nr. 3174/88 van de Commissie, als caseïne andere worden ingedeeld onder post 3501 10 90 0 00 000 of, als andere kaas, onder post 0406 90 11 01 0 000?" 12 Met zijn vragen, die gezamenlijk moeten worden onderzocht, wenst de verwijzende rechter te vernemen, of de GN aldus moet worden uitgelegd, dat een product dat is verkregen uit afgeroomde melk met toevoeging van stremsel en is samengesteld uit 54 % water, 0,9 % vet, 5,7 % fosfor, 2 % zout, en caseïne, moet worden ingedeeld onder postonderverdeling 0406 90 11, getiteld andere kaas: bestemd voor verwerking", of onder postonderverdeling 3501 10 90, getiteld Caseïne: andere" van de GN. 13 Volgens vaste rechtspraak moet, in het belang van de rechtszekerheid en van een gemakkelijke controle, het beslissende criterium voor de tariefindeling van I - 7712

ERU PORTUGUESA goederen in beginsel worden gezocht in hun objectieve kenmerken en eigenschappen, zoals deze in de tekst van de GN-post zijn omschreven. Bovendien bestaan er voor de GN-toelichtingen van de Commissie en, wat het GS betreft, toelichtingen van de Internationale Douaneraad, die een belangrijk hulpmiddel vormen bij de uitlegging van de draagwijdte van de verschillende tariefposten, maar rechtens niet bindend zijn (zie, met name, arresten van 6 november 1997, LTM, C-201/96, Jurispr. blz. I-6147, punt 17, en 9 februari 1999, ROSE Elektrotechnik, C-280/97, Jurispr. blz. I-689, punt 16). 14 In casu moet worden vastgesteld, dat de bewoordingen van de posten noch de aantekeningen bij de afdelingen of hoofdstukken duidelijke aanwijzingen bevatten met betrekking tot de tariefindeling van het product dat in het hoofdgeding aan de orde is. 15 Daarentegen geven de GS-toelichtingen en de GN-toelichtingen betreffende de betrokken tariefposten wel nuttige aanwijzingen voor de indeling van een product als in het hoofdgeding aan de orde. 16 De GS-toelichtingen vermelden met betrekking tot post 35.01 betreffende caseïne en derivaten daarvan, dat caseïne de voornaamste proteïnestof van melk is en wordt verkregen uit afgeroomde melk door het doen neerslaan van de vaste bestanddelen, meestal door middel van zuren of van stremsel. 17 De GN-toelichtingen van de Commissie bepalen met betrekking tot de postonderverdelingen 3501 10 10 tot en met 3501 10 90, dat caseïnes daaronder vallen wanneer zij niet meer dan 15 gewichtspercenten water bevatten. In het andere geval vallen zij onder post 0406. I - 7713

ARREST VAN 26. 9. 2000 ZAAK C-42/99 18 Vastgesteld moet worden, dat volgens de in punt 8 van dit arrest genoemde verklaring van Eru Portuguesa, het in het hoofdgeding aan de orde zijnde product is verkregen uit afgeroomde melk met toevoeging van stremsel, dat wil zeggen op dezelfde wijze als caseïne. 19 Blijkens de verwijzingsbeschikking bedraagt het watergehalte van het product echter 54 %. Volgens de GN-toelichtingen met betrekking tot de postonderverdelingen 3501 10 10 tot en met 3501 10 90 moet het product dus worden ingedeeld onder post 0406, getiteld Kaas en wrongel". Omdat het product onder geen enkele andere bijzondere postonderverdeling lijkt te vallen, en bestemd is voor verwerking, lijkt postonderverdeling 0406 90 11, getiteld andere kaas: bestemd voor verwerking", de meest geschikte. 20 Aangezien de toelichtingen geen bindende kracht hebben, moet echter worden onderzocht of hun inhoud in overeenstemming is met de bepalingen van de GN en de strekking daarvan niet wijzigt. 21 Dienaangaande moet er om te beginnen op worden gewezen, dat de toelichtingen met betrekking tot postonderverdelingen 3501 10 10 tot en met 3501 10 90 niet in strijd zijn met de door de verwijzende rechter in zijn eerste vraag genoemde aantekening 2 op hoofdstuk 4 van verordening nr. 3174/88, omdat die toelichtingen producten betreffen die zijn verkregen uit afgeroomde melk, terwijl aantekening 2 op hoofdstuk 4 van verordening nr. 3174/88 enkel doelt op producten verkregen door concentratie van wei. 22 Bovendien moet worden vastgesteld, dat de indeling die voortvloeit uit de toelichtingen met betrekking tot de postonderverdelingen 3501 10 10 tot en met I - 7714

ERU PORTUGUESA 3501 10 90, de strekking van de bepalingen van de GN niet wijzigt, in de eerste plaats omdat kaas op dezelfde wijze kan worden verkregen als het in het hoofdgeding aan de orde zijnde product, te weten uit afgeroomde melk met toevoeging van stremsel, en in de tweede plaats omdat de door de advocaatgeneraal in de punten 31 en 32 van zijn conclusie genoemde communautaire regelgeving betreffende caseïne bepaalt, dat caseïne in geen geval meer dan 15 gewichtspercenten water bevat. 23 Ten slotte moet erop worden gewezen, dat het door de Commissie ter terechtzitting aangevoerde argument, volgens hetwelk een product zoals in het hoofdgeding aan de orde niet als kaas moet worden ingedeeld wegens het hoge fosforgehalte ervan, geen steun vindt in de bepalingen van de GN, noch in de GStoelichtingen of de GN-toelichtingen. 24 In die omstandigheden moet op de gestelde vragen worden geantwoord, dat de GN aldus moet worden uitgelegd, dat een product dat is verkregen uit afgeroomde melk met toevoeging van stremsel en is samengesteld uit 54 % water, 0,9 % vet, 5,7 % fosfor, 2 % zout, en caseïne, moet worden ingedeeld onder postonderverdeling 0406 90 11, getiteld andere kaas: bestemd voor verwerking". Kosten 25 De kosten door de Portugese regering alsmede door de Commissie wegens indiening van hun opmerkingen bij het Hof gemaakt, kunnen niet voor vergoeding in aanmerking komen. Ten aanzien van de partijen in het hoofdgeding is de procedure als een aldaar gerezen incident te beschouwen, zodat de nationale rechterlijke instantie over de kosten heeft te beslissen. I - 7715

ARREST VAN 26. 9. 2000 ZAAK C-42/99 HET HOF VAN JUSTITIE (Vijfde kamer), uitspraak doende op de door het Supremo Tribunal Administrativo bij beschikking van 13 januari 1999 gestelde vragen, verklaart voor recht: De gecombineerde nomenclatuur, zoals neergelegd in bijlage I bij verordening (EEG) nr. 3174/88 van de Commissie van 21 september 1988 tot wijziging van bijlage I bij verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief, moet aldus worden uitgelegd, dat een product dat is verkregen uit afgeroomde melk met toevoeging van stremsel en dat is samengesteld uit 54 % water, 0,9 % vet, 5,7 % fosfor, 2 % zout, en caseïne, moet worden ingedeeld onder postonderverdeling 0406 90 11, getiteld andere kaas: bestemd voor verwerking". Edward Sevón Kapteyn Ragnemalm Wathelet Uitgesproken ter openbare terechtzitting te Luxemburg op 26 september 2000. De griffier R. Grass De president van de Vijfde kamer D. A. O. Edward I - 7716