REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

Vergelijkbare documenten
REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

ADVIES DR DIENST REGELGEVING

REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

ADVIES DIENST REGULERING

REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

Advies (BRUGEL-ADVIES )

REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST (BRUGEL-BESLISSING )

REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

Openbare dienstverplichtingen (ODV) Bijdrage artikel 26

Betreft: Kennisgeving van de beslissing van de Geschillendienst betreffende uw klacht tegen leverancier X en Sibelga

REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

Geschillendienst. De heer X (bedrijf Y)/ SIBELGA en zijn energieleverancier

Geschillendienst. Beslissing. De heer X v./ Sibelga

REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST. BRUGEL-Advies

REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST. BRUGEL-Advies

(B) juni Artikel 21bis, 4, van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt. Niet-vertrouwelijk

FORMULIER VOOR HET INDIENEN VAN EEN KLACHT BIJ BRUGEL Opmerking vooraf

REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

ADVIES. met betrekking tot

REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

Advies van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 7 oktober 2003

REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer,

GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN VLAAMSE GEMEENSCHAP VLAAMSE OVERHEID

Geschillendienst. Beslissing. Mevrouw X/ energieleverancier en SIBELGA

1. Uiteenzetting van de feiten

REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

(A) juli Artikel 23, 2, van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt. Niet-vertrouwelijk

ADVIES DIENST REGULERING

REGULERINGSCOMMISIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

VERLAGING VAN DE DISTRIBUTIETARIEVEN VOOR GAS EN ELEKTRICITEIT IN HET BRUSSELS GEWEST

MINISTERIE VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis;

BESLISSING (B) CDC-384

ONTWERP VAN DECREET TEKST AANGENOMEN DOOR DE PLENAIRE VERGADERING. Stuk 1124 ( ) Nr. 4. Zitting mei OPE

Brussel, De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer;

REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

ADVIES DIENST REGULERING. de toekenning van een leveringsvergunning voor elektriciteit in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest aan Lampiris NV

Gelet op de nieuwe gemeentewet, meer bepaald artikel 117, alinea 1 en artikel 118, alinea 1 ;

11 JULI 2011 Koninklijk besluit betreffende de veiligheidsinrichtingen aan overwegen op de spoorwegen

BERAADSLAGING RR Nr 12 / 2006 van 24 mei 2006

REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONOMIE, K.M.O., MIDDENSTAND EN ENERGIE [C 2013/11421]

Staatssteun nr. N 14/ België Belgische federale steunregeling ten behoeve van hernieuwbare energiebronnen

AARDGASLEVERINGEN BijdrageArtikel20 septiesdecies. (Openbare Dienstverplichtingen)

ADVIES DIENST REGULERING. Het door de distributienetbeheerder voorgestelde investeringsplan voor gas voor de periode

REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

1. Uiteenzetting van de feiten

ADVIES. Ontwerpbesluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende uitvoering van de ordonnantie van XXX betreffende vrije vloot fietsdelen

REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

De nieuwe ordonnanties Gas-Elektriciteit: wat verandert er?

REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST. (BRUGEL-ADVIES bis)

REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

ADVIES DIENST REGULERING

Kennisgeving van de beslissing van de Geschillendienst van Brugel betreffende uw klacht tegen het Brussels Instituut voor Milieubeheer (BIM)

ADVIES (A) CDC-1584

BESLISSING (B) CDC-657G/12

Geschillendienst. Beslissing. De heer X v./ Sibelga

Metrologische Reglementering

REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST. voor het jaar 2010

MINISTERIE VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

H.T. Aanvraagformulier (uitgave 2008) Huurtoelage

De ontwikkeling van de elektriciteits- en aardgasmarkten in België

REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

TARIEVEN 2007 VOOR HET GEBRUIK VAN HET NET EN VOOR DE ONDERSTEUNENDE DIENSTEN

ADVIES (A) CDC-86

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer,

Gelet op de nieuwe gemeentewet bekrachtigd bij de wet van 26 mei 1989 en latere wijzigingen, inzonderheid op de artikelen en 135$2;

van 6 september 2011

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer,

ADVIES. 19 december 2013

BESLISSING (B) CDC-490

Gelet op de aanvraag van Eandis System Operator cvba, ontvangen op 04/05/2016;

REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

BESLISSING (B) CDC-964

1. Uiteenzetting van de feiten

Advies over de aanvraag van de NV INFRABEL tot toekenning van de hoedanigheid van beheerder van het tractienet spoor

Deze toeslagen zijn geldig vanaf januari 2008 tenzij anders vermeld.

Transcriptie:

REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST Beslissing nr. 2 BRUGEL-DEC-2008-02 betreffende de aanvragen tot vrijstelling van de bijdrage van art. 26 van de elektriciteitsordonnantie en van de wegenisretributie (art. 28 van de gasordonnantie), ingediend door Infrabel en de MIVB 7 maart 2008 Gulledelle 92 B-1200 Brussel Tel.: 02/563.02.00 Fax: 02/563.02.13 www.brugel.be

INHOUDSTAFEL I. VOORWERP VAN DE AANVRAAG 2. ANTECEDENTEN 3. JURIDISCHE CONTEXT 4. MOTIVATIE 4.1 Bevoegdheid van BRUGEL 4.2 De ODV-bijdrage van artikel 26 4.2.1 Infrabel 4.2.2 MIVB 4.2.3 Persoonlijke vrijstelling 4.3 De wegenisretributie van artikel 28 4.3.1 Infrabel 4.3.2 MIVB 5. BESLISSING I. VOORWERP VAN DE AANVRAAG De vraag die gesteld wordt, is deze van de toepassing van artikel 26 van de elektriciteitsordonnantie 1 en van artikel 28 van de gasordonnantie 2 op Infrabel en op de MIVB, op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Infrabel en de MIVB menen te kunnen genieten van een vrijstelling van enerzijds de bijdrage openbare dienstverplichtingen van het boven vermelde artikel 26, en anderzijds van de wegenisretributie voorzien door het boven vermelde artikel 28. 1 Ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 2 Ordonnantie van 1 april 2004 betreffende de organisatie van de gasmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreffende wegenisretributies inzake gas en elektriciteit en houdende wijziging van de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest - 2-14 mars 2008

2. ANTECEDENTEN Infrabel heeft de vraag van de toepassing van deze artikelen gesteld aan de Brusselse Minister voor Energie bij brief van 18 juni 2007 en heeft er zijn advies van dezelfde datum bijgevoegd. Op 22 augustus 2007 heeft Infrabel een herinnering gestuurd naar de Minister. Op 30 augustus 2007 heeft de Minister een antwoord gezonden naar Infrabel. Het schrijven van de Minister vermeldde: Wij delen u hierbij mede dat wij uw standpunt niet kunnen bijtreden inzake de interpretatie van dit artikel 3 volgens hetwelk Infrabel zou vrijgesteld zijn van de bijdrage voor haar gehele infrastructuur. Naar onze mening geldt de vrijstelling van de bijdrage enkel voor het vermogen dat ter beschikking wordt gehouden van Infrabel voor tractie-doeleinden. Wat betreft de wegenisretributie voorzien in artikel 28 van de gasordonnantie, heeft de Minister laten weten : Er werden nog geen initiatieven genomen betreffende de verdere uitvoering die aan deze paragraaf dient te worden gegeven, doch ik vraag mijn administratie (Leefmilieu Brussel - BIM) de nadere regels te willen voorbereiden die door de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zullen worden vastgesteld. De MIVB heeft de Minister voor Energie aangeschreven op 17 juli 2007 teneinde deze haar standpunt mede te delen. De Minister heeft geen stelling genomen in dit dossier. Op 15 januari 2008 heeft de Minister, rekening gehouden met de installatie van BRUGEL en met de bevoegdheden ervan die voortvloeien uit de ordonnantie van 14 december 2006 4, beide dossiers overgemaakt aan BRUGEL. Het komt aan BRUGEL toe zich uit te spreken in het kader van deze dossiers, inzonderheid op basis van artikel 30 bis 2, 1, 6 en 12 van de ordonnantie van 14 december 2006. Krachtens de opdrachten die hem werden toevertrouwd, heeft de raad van bestuur van BRUGEL dit dossier behandeld tijdens zijn zittingen van 19 februari 2008 en 7 maart 2008 en een beslissing genomen tijdens laatst vermelde zitting. 3. JURIDISCHE CONTEXT I. De bijdrage van art. 26 van de elektriciteitsordonnantie Artikel 26 van de elektriciteitsordonnantie werd gewijzigd door artikel 48 van de ordonnantie van 14 december 2006. 3 Artikel 26 2 van de elektriciteitsordonnantie 4 Ordonnantie tot wijziging van de ordonnanties van 19 juli 2001 en van 1 april 2004 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt en de gasmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en tot opheffing van de ordonnantie van 11 juli 1991 met betrekking tot het recht op een minimumlevering van elektriciteit en de ordonnantie van 11 maart 1999 tot vaststelling van de maatregelen ter voorkoming van de schorsingen van de gaslevering voor huishoudelijk gebruik. - 3-14 mars 2008

Artikel 26 van de elektriciteitsordonnantie luidt als volgt: 1er. Het bezit van een leveringsvergunning afgeleverd op grond van artikel 21, geeft aanleiding tot de inning van een maandelijkse bijdrage betaalbaar door natuurlijke en rechtspersonen die de vergunning hebben verkregen, hierna schuldenaars genoemd. ( ) 2. De bijdrageplichtige zal ontheven worden van de bijdrage voor het vermogen dat ter beschikking wordt gehouden van de afnemers voor hun spoorweg-, tram- of metronet. Artikel 26 voorziet een vrijstelling van de bijdrage voor het spoorwegnet. 2. De wegenisretributie van artikel 28 van de gasordonnantie Artikel 28 van de gasordonnantie werd gewijzigd door artikel 102 van de boven vermelde ordonnantie van 14 december 2006. Artikel 28 van de gasordonnantie luidt als volgt: 1er. De gemeenten kunnen een jaarlijkse retributie bepalen als vergoeding voor het wegenisrecht van de beheerders van de vervoernetten, van het gewestelijk vervoernet en van de distributienetten van gas en elektriciteit en van de eigenaars van rechtstreekse lijnen of leidingen ( ). 3. De retributie wordt vastgelegd op een maximaal bedrag van: 1 0,25 centiemen per vervoerde of verdeelde kwu die aan een in aanmerking komende hoogspanningsafnemer, gevestigd op het grondgebied van de gemeente die de vergoeding int, wordt geleverd. ( ) De bijdrage wordt begrensd op een jaarlijks elektriciteitsverbruik van 25 GWu voor de verbruikslocaties van een klant gelegen in één enkele gemeente. Voor wat betreft de hoogspanningselektriciteit vervoerd naar of verdeeld aan afnemers voor het spoorwegnet of tram- en metronet, wordt de bijdrage begrensd tot een jaarlijks totaalverbruik van 25 GWu op het volledige gewestelijke grondgebied. Ze wordt betaald aan de gemeenten, pro rata van de door de klant verbruikte elektriciteit op het grondgebied van de gemeente. ( ) De Regering stelt de nadere regels met betrekking tot de toepassing van deze paragraaf vast. 4. MOTIVERING 4.1 Bevoegdheid van BRUGEL Krachtens artikel 30bis 2, eerste lid van de elektriciteitsordonnantie, wordt BRUGEL bekleed met een algemene opdracht van toezicht op en controle van de toepassing van de - 4-14 mars 2008

ordonnanties betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt en de gasmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Krachtens artikel 30bis 2, tweede lid, 1 van deze ordonnantie, is BRUGEL bevoegd om gemotiveerde beslissingen te nemen. Krachtens artikel 30bis 2, tweede lid, 6 van de elektriciteitsordonnantie, is BRUGEL bevoegd om klachten in ontvangst te nemen en te behandelen die verband houden met de openbare dienstverplichtingen bedoeld in Hoofdstuk IV bis van deze ordonnantie. Bijgevolg is BRUGEL bevoegd om de klachten betreffende de toepassing van artikel 26 van deze ordonnantie in ontvangst te nemen en te behandelen. Op basis van de boven vermelde bepalingen, kan BRUGEL een gemotiveerde beslissing nemen inzake de toepassing van artikel 26 van de elektriciteitsordonnantie en artikel 28 van de gasordonnantie. 4.2 De ODV-bijdrage van artikel 26 4.2.1 Infrabel Infrabel haalt artikel 5, 6 aan van de wet van 19 december 2006 betreffende de exploitatieveiligheid van de spoorwegen, doch lijkt artikel 5, 5 van deze wet te veronachtzamen, dat de dienstgebouwen voor de infrastructuur van het spoorwegnet uitsluit uit het begrip spoorwegnet. De wet van 19 december 2006 definieert immers het net als de gehele spoorweginfrastructuur die beheerd wordt door de spoorweginfrastructuurbeheerder en de spoorweginfrastructuur als alle elementen welke bedoeld zijn in bijlage I, deel A van Verordening (EEG) nr. 2598/70 van de Commissie van 18 december 1970 betreffende de vaststelling van de inhoud van de verschillende posten van de boekhoudkundige schema s, bedoeld in bijlage I van verordening (EEG) nr. 1108/70 van de Raad van 4 juli 1970, met uitzondering van het laatste streepje dat in de zin van deze wet dienstgebouwen voor de infrastructuur luidt. De dienstgebouwen voor de infrastructuur, met inbegrip van het aandeel in de installaties voor het innen van de vervoerkosten werden uitdrukkelijk uitgesloten uit het begrip spoorwegnet. Bijgevolg bestaat het spoorwegnet uitsluitend uit de infrastructuur en de gebouwen die strikt tractie-gebonden zijn. Zowel op Europees als op Belgisch niveau, is het de tractie die beoogd wordt door de spoorweg -vrijstelling. Wanneer artikel 26 van de elektriciteitsordonnantie het vermogen vrijstelt dat ter beschikking wordt gehouden van de afnemers voor hun spoorwegnet, betreft het uitsluitend infrastructuur en gebouwen, bestemd voor de tractie. Bijgevolg slaat de vrijstelling van Infrabel, die met terugwerkende kracht dient te worden toegepast vanaf 1 januari 2007 5, uitsluitend op het vermogen dat ter beschikking wordt gehouden voor haar tractie-activiteiten. Voor de punten van gemengde afname kan de vrijstelling slechts worden toegekend voor het verbruik dat strikt gebonden is aan de tractie. 5 De ordonnantie van 14 december 2006, vermeld hierboven, trad in werking op 1 januari 2007-5 - 14 mars 2008

4.2.2 De MIVB Gelet op de interpretatie van de woorden voor hun spoorwegnet die in aanmerking werd genomen onder 4.1.1 hierboven en naar analogie met Infrabel, slaat de vrijstelling van de MIVB die met terugwerkende kracht dient te worden toegepast vanaf 1 januari 2007 6, slechts op het vermogen dat ter beschikking wordt gehouden van haar activiteiten van strikte tractie. 4.2.3 Persoonlijke vrijstelling Voor zover nodig, wordt gepreciseerd dat boven vermelde vrijstelling persoonlijk werd toegekend aan de beheerders van de spoorwegnetten en dat spoorwegoperatoren of eindafnemers (handelszaken, enz.) die bevoorraad zouden worden via afnamepunten van één van deze beheerders van spoorwegnetten, niet van deze vrijstelling kunnen genieten. 4.3 De wegenisretributie van artikel 28 4.3.1 Infrabel Infrabel roept onder voorbehoud artikel 204 in van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven 7 dat Infrabel zou toelaten de wegenisretributie niet te moeten betalen. Deze retributie is evenwel ten laste van de netbeheerders. Aangezien deze retributie wettelijk opgelegd werd aan de netbeheerders, zijn het de netbeheerders die er aan onderworpen zijn. Infrabel kan de vrijstelling wettelijk niet inroepen. Bovendien slaat, volgens het boven vermelde artikel 204, de vrijstelling van Infrabel uitsluitend op alle belastingen, heffingen en rechten ten voordele van de provincies, de gemeenten en de agglomeraties van gemeenten. A contrario is Infrabel niet vrijgesteld van retributies ten voordele van deze instanties. Overeenkomstig het laatste lid van artikel 28 3 van de gasordonnantie, dienen de nadere regels met betrekking tot de toepassing van deze paragraaf nog te worden vastgesteld door de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. In afwachting van deze vaststelling, zijn de maximum bedragen en de begrenzingen inzake jaarlijks verbruik, voorzien in deze paragraaf, niet van toepassing. Bijgevolg is de wegenisretributie door Infrabel verschuldigd voor het geheel van haar verbruik op het gewestelijk grondgebied. 4.3.2 De MIVB De MIVB doet een gratis wegenisrecht gelden. Zij verwart enerzijds het gebruik voor haar voertuigen en haar net, en anderzijds het gebruik van de wegen door het 6 De ordonnantie van 14 december 2006, vermeld hierboven, trad in werking op 1 januari 2007 7 Het tweede lid van artikel 204 van deze wet luidt als volgt: Infrabel is vrijgesteld van alle belastingen, heffingen en rechten ten voordele van de provincies, de gemeenten en de agglomeraties van gemeenten. - 6-14 mars 2008

vervoernet en het distributienet om de elektriciteit te brengen tot aan de afnamepunten van de MIVB. Artikel 16 van de ordonnantie van 22 november 1990 betreffende de organisatie van het openbaar vervoer voorziet: ( ) is de Maatschappij (Maatschappij voor Intercommunaal Vervoer te Brussel) gemachtigd om op de gewestelijke, provinciale en gemeentewegen over te gaan of te laten overgaan tot het aanbrengen van de uitrustingen die noodzakelijk zijn voor de exploitatie van het net en de toebehoren ervan, zoals opgegeven in het lastenboek, op de plaatsen die zij bepaalt, en eventueel volgens de modaliteiten van het bedoelde lastenboek. De Maatschappij beschikt hiertoe over het recht om de wegen gratis te gebruiken. Het gebruik in artikel 16 van het woord hiertoe beperkt het gratis wegenisrecht ten voordele van de MIVB tot het gebruik van de wegen voor het aanbrengen van de uitrustingen die noodzakelijk zijn voor de exploitatie van het spoorwegnet (spandraden, technische installaties, enz.). Wat het gebruik betreft van de wegen voor het vervoer en/of de distributie van elektriciteit naar de afnamepunten van de MIVB, voorziet de tekst geen gratis wegenisrecht ten voordele van deze maatschappij. In afwachting van de precisering door de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van de nadere regels met betrekking tot de toepassing van artikel 28 3 van de gasordonnantie, zijn de maximum bedragen en de begrenzingen inzake jaarlijks verbruik, voorzien in deze paragraaf, niet van toepassing. Bijgevolg is de wegenisretributie door de MIVB verschuldigd voor het geheel van haar verbruik op het gewestelijk grondgebied. 5. BESLISSING 1. Infrabel en de MIVB zijn met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2007 vrijgesteld van de ODV-bijdrage van artikel 26 van de elektriciteitsordonnantie krachtens paragraaf 2 van dit artikel voor het vermogen dat hun ter beschikking wordt gehouden voor hun activiteiten van strikte tractie. Voor de punten van gemengde afname is deze vrijstelling proportioneel aan het verbruik dat tractiegebonden is. De afnamepunten die het spoorwegnet niet bevoorraden inzake tractie, zijn niet vrijgesteld. 2. De wegenisretributie is verschuldigd door Infrabel en door de MIVB, ook voor hun verbruik boven de begrenzing van een jaarlijks totaalverbruik van 25 GWu op het volledig gewestelijk grondgebied. Deze begrenzing is niet van toepassing zolang de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest de nadere regels met betrekking tot de toepassing van artikel 28 3 van de gasordonnantie niet heeft gepreciseerd. Bijgevolg werd de wegenisretributie die door de MIVB werd betaald, niet ten onrechte betaald. 3. Het komt de MIVB, Infrabel en de netbeheerders toe om de handelszaken, die gevestigd zijn in de gebouwen van de MIVB of van INFRABEL, en die elektriciteit afnemen van één van deze maatschappijen, in staat te stellen hun in aanmerking komen uit te oefenen. In - 7-14 mars 2008

geval deze handelszaken onderling verbonden zijn door een feitelijk privé -net, zouden zij de bepalingen van het technisch reglement die betrekking hebben op de privé-netten, dienen na te leven. Deze handelszaken dienen steeds de bijdrage van artikel 26 van de elektriciteitsordonnantie en de wegenisretributie van artikel 28 van de gasordonnantie te betalen. Infrabel, de MIVB, Elia en Sibelga zullen afzonderlijk en onmiddellijk per aangetekend schrijven op de hoogte worden gebracht van boven vermelde beslissingen en van de mogelijkheid om beroep in te stellen tegen deze beslissingen bij de Raad van State. 4. Overeenkomstig artikel 30bis 2, tweede lid, 12 van de elektriciteitsordonnantie, zal BRUGEL boven vermelde beslissingen publiceren binnen een termijn van 21 dagen. 6. MOGELIJKHEID OM BEROEP IN TE STELLEN De belanghebbende partijen beschikken over de mogelijkheid om tegen boven vermelde beslissingen beroep in te stellen bij de Raad van State in toepassing van de artikelen 14 en 14bis van de gecoördineerde wetten op de Raad van State. De tekst van deze artikelen zal gevoegd worden bij de beslissingen waarvan kennis gegeven wordt. Het verzoekschrift tot nietigverklaring moet aangetekend verstuurd worden naar de griffie van de Raad van State, Wetenschapsstraat 33 te 1040 Brussel. De normale termijn om beroep in te stellen is 60 dagen. - 8-14 mars 2008