Ref.: 5024 H 2017/0649 AVG/mdo Brussel, 31 juli 2017 Rondzendbrief aan de gebruikers en aanvragers van het BENOR-merk, aan de keuringsinstellingen en aan de externe controlelaboratoria in de sector hulpstoffen Beslissingen van het Bestuurscomité voor de Certificatie van Hulpstoffen Toepassing van TRA 500, v6.1, aangevuld met deze rondzendbrief Deze rondzendbrief annuleert en vervangt de volgende documenten: 5024 H 2015/1025 van 21.10.2015 5024 H 2017/0070 van 23.01.2017 De volgende documenten blijven van toepassing: TRA 500 v.6.1, RNR 03 v.1.0, PTV 502 v.2.0 Geachte heer, geachte mevrouw, Deze rondzendbrief vervolledigt de certificatiereglementen in de sector hulpstoffen en maakt er integraal deel van uit. De onderwerpen behandeld in deze rondzendbrief hebben betrekking op beslissingen van het Bestuurscomité Hulpstoffen (afkorting BCH) van 04.05.2017 die de bepalingen van het toepassingsreglement TRA500, v6.1, vervolledigen of verbeteren. Deze rondzendbrief treedt onmiddellijk in werking. Voor bepaalde nieuwe (en/of aanvullende) eisen wordt, in voorkomend geval, een gepaste overgangsperiode voorzien. In dit laatste geval zal dit expliciet vermeld worden. De documenten zijn beschikbaar op onze website: www.be-cert.be onder de tab documenten. In bijlage is de lijst van de geldende BENOR-documenten gevoegd. Wij blijven uiteraard ter beschikking om uw eventuele vragen te beantwoorden via het volgende e-mailadres: certif@be-cert.be. Met de meeste hoogachting, Ann Van Gucht Sectordeskundige Sectororganisme Genotificeerde instelling CPR 0965
Inhoudstafel 1. Gegevens BE-CERT in de certificatiereglementen... 2 2. Droge-stofgehalte Finetunen van de proefmethode van NBN EN 480-8 (2012)... 2 2.1. Probleemstelling... 2 2.2. Beslissing 49/03 van BCH van 28.04.2015... 2 2.3. Alternatieve proefmethodes... 3 2.4. Beslissing BCH van 04.05.2017... 3 2.4.1. Werkmethoden vertrekkend vanuit NBN EN 480-8 met weging op 4u* en op 8u*... 3 2.4.2. Productiemethodes te correleren aan NBN EN 480-8... 3 2.4.3. Besluiten... 3 2.5. Interlaboratorium-proefcampagne op hulpstoffen 2017... 4 3. Berekening van de W/C-factor voor en na toevoegen van hulpstof - NBN EN 480-1... 4 3.1. Probleemstelling... 4 3.3. Besluit... 5 4. Enkele reminders... 5 4.1. TRA 500, v.6.1 en PTV 502, v.2.0... 5 4.2. Alternatieve proefmethode IR Spectrum (EN 480-6:2005)... 5 1. Gegevens BE-CERT in de certificatiereglementen De gegevens van BE-CERT (adres, tel, ) werden in de reglementen TRA 500/C/P/E, RNR 03, PTV 502 en LRL CRC 102, alsook CRC CE 105 en TRA CE 510 aangepast werden ten gevolge van de verhuizing van BE-CERT. Dit betreft louter een aanpassing van redactionele aard en vereist, cf. de beslissing van het Sturingscomité van BE-CERT van 11.05.2017, geen aanpassing van de versies van de Certificatiereglementen. Deze documenten zijn beschikbaar op de website van BE-CERT www.be-cert.be 2. Droge-stofgehalte Finetunen van de proefmethode van NBN EN 480-8 (2012) 2.1. Probleemstelling Het droge-stofgehalte wordt bepaald volgens NBN EN 408-8. De praktijk toont echter aan dat de werkmethode bepaald in de norm NBN EN 480-8 niet altijd geschikt is voor bepaalde types van hulpstoffen (bv. lignosulfonaten). 2.2. Beslissing 49/03 van BCH van 28.04.2015 De proefmethode (droge stofgehalte) dient te worden gefinetuned. De federatie Fipah zal dit onderzoeken en een voorstel ter verbetering van de proefmethode overmaken aan het Bestuurscomité voor de Certificatie van Hulpstoffen. In een eerste fase zal de verbeterde proefmethode getest en geëvalueerd worden in samenwerking met de keuringsinstellingen in het kader van de BENOR-certificatie. Zodra definitieve conclusies kunnen worden getrokken, zal er opnieuw een ringanalyse worden georganiseerd.
2.3. Alternatieve proefmethodes Overeenkomstig 4.1.1 van TRA500/P kunnen alternatieve proefmethodes gebruikt worden indien hun betrouwbaarheid aangetoond werd en van een bronvermelding voorzien werd (methodologie, resultaten en geschiktheid van de criteria, ) in het BENOR-dossier. Deze alternatieve methode is slechts effectief na akkoord van BE-CERT. Het gemotiveerd dossier moet voortdurend bijgewerkt worden en gevalideerd in de tijd volgens een procedure door de producent bepaald. In geval van twijfel of betwisting is enkel de referentiemethode doorslaggevend. De toegestane afwijkingen worden door de producent opgenomen in zijn kwaliteitssysteem. Indien de referentiemethode niet geschikt is voor gebruik en er daarom gebruik gemaakt wordt van een alternatieve proefmethode dient dit te worden vermeld op de BENOR-fiche. 2.4. Beslissing BCH van 04.05.2017 Deze beslissing annuleert en vervangt het reglementeringspunt 1, met name verfijning procedure bepaling van het droge-stofgehalte in het document met ref. 5024 H 2015/1025 van 21.10.2015. 2.4.1. Werkmethoden vertrekkend vanuit NBN EN 480-8 met weging op 4u* en op 8u* NBN EN 480-8 NBN EN 480-8 met meting op een zandlaag/zandbed (alternatief toegestaan door de norm). * Dit betekent dat de resultaten (in % en in g) samen met de tijdstippen in het beproevingsrapport moeten worden vermeld. De interne en de externe proeven moeten dezelfde procedure volgen. Dit betekent dat zowel de controlelaboratoria dezelfde methodiek (zie hierboven) als de producenten moeten hanteren. 2.4.2. Productiemethodes te correleren aan NBN EN 480-8 TGA (variante op InfraRoodanalyse) BRIX Halogeenmethode (variante op InfraRoodanalyse) 2.4.3. Besluiten Het is de verantwoordelijkheid van de producent om na te gaan welke proefmethode geschikt is voor welke type hulpstof. Indien de referentiemethode niet geschikt is voor gebruik en daarom gebruik gemaakt wordt van een alternatieve proefmethode dient dit te worden vermeld op de BENOR-fiche. Uiteraard is een alternatieve methode slechts effectief na akkoord van BE-CERT (zie punt 2.3 hoger). Indien door de producent NBN EN 480-8 met meting op een zandlaag/zandbed wordt gebruikt, dient het controlelaboratorium dezelfde proefmethode te gebruiken.
2.5. Interlaboratorium-proefcampagne op hulpstoffen 2017 Het Bestuurscomité voor de Certificatie van Hulpstoffen van BE-CERT heeft beslist een nieuwe interlaboratorium-proefcampagne te organiseren om de herhaalbaarheid en de reproduceerbaarheid van proeven uitgevoerd in het kader van de certificatie na te gaan. Alle laboratoria betrokken bij de zelfcontrole of de externe controle voor de door BE-CERT beheerde certificatie van hulpstoffen zijn eraan gehouden aan deze campagne deel te nemen. Andere laboratoria kunnen op vrijwillige basis deelnemen. Rekening houdend met wat er vooraf gaat wordt een nieuwe proefcampagne georganiseerd. De proefcampagne 2017-2018 zal gericht zijn op de bepaling van het droge-stofgehalte op een hulpstofmonster op basis van lignosulfonaat. De modaliteiten zullen te gepasten tijde worden gecommuniceerd door BE-CERT. Het Bestuurscomité voor de Certificatie van Hulpstoffen van BE-CERT vraagt de bepaling van het droge-stofgehalte op het hulpstofmonster volgens de volgende methodes uit te voeren: Normmethode NBN EN 480-4 met weging op 4 en 8 uur Normmethode NBN EN 480-8 met meting op een zandlaag/zandbed, eveneens met weging op 4 en 8 uur Alternatieve proefmethode(s) toegepast door de laboratoria betrokken bij de zelfcontrole of de externe controle. 3. Berekening van de W/C-factor voor en na toevoegen van hulpstof - NBN EN 480-1 3.1. Probleemstelling In het kader van de technische BENOR-controlebezoeken wordt de keuringsinstelling geconfronteerd met het volgende, namelijk dat niet alle producenten dezelfde werkmethode hanteren m.b.t. de berekening van de W/C-factor voor en na het toevoegen van hulpstof in het geval van (super)plastificeerders en waterdichtingsmiddelen in de massa die getest worden bij gelijke W/C-factor (zie tekst in het grijs gekleurd in het Engels in punt 3.2). 3.2. Uittreksel NBN EN 480-1 6 Production of reference concrete 6.1 Mix proportion The cement content shall be in accordance with Table 2. Aggregate shall be used in an oven dry condition ( 105 C) to remove doubts on moisture content variation. If the aggregate is not oven dry, its moisture content shall be determined and the specific gravity shall be corrected accordingly. In case of dispute, oven dry aggregate shall be used. The test mix shall have the same aggregate:cement ratio as the control mix but the water content shall be adjusted to give a consistence within the limits given in Table 2 for the control mix. The water content of the mix shall be calculated from the moisture content of the aggregate, the mixing water and the water content of the admixture. In the case of the plasticised or superplasticised flowing concrete mix and when testing water resisting admixtures at equal w/c ratio no water reduction shall be made.
3.3. Besluit De te volgen werkmethode bij de berekening van de W/C-factor voor en na het toevoegen van hulpstof in het geval van (super)plastificeerders en waterdichtingsmiddelen in de massa die getest worden bij gelijke W/C-factor is de volgende: de meting dient uitgevoerd te worden bij gelijke consistentie en de waterdosering dient aangepast te worden. 4. Enkele reminders 4.1. TRA 500, v.6.1 en PTV 502, v.2.0 De nieuwe geconsolideerde uitgave van TRA 500, uitgave 6.1 en van PTV 502 uitgave 2.0 van 25.10.2016 werd middels de rondzendbrief 5024 H 2017/0070 op datum van 23.01.2017 gepubliceerd. TRA 500, uitgave 6.1 van 25.10.2016, en PTV 502, uitgave 2.0 van 25.10.2016 traden onmiddellijk in werking. De BENOR-fiches echter dienden te worden aangepast aan de nieuwe eisen uiterlijk op 30 april 2017. Indien dit vooralsnog nog niet gebeurd is: worden de producenten verzocht om de bijgewerkte BENOR-fiches cf. TRA 500 uitgave 6.1 over te maken aan de certificatie-instelling BE-CERT, met kopie aan de keuringsinstelling SECO. wordt aan de keuringsinstelling de opdracht gegeven om tijdens het eerstvolgende technische controlebezoek, onder meer, een volledig nazicht uit te voeren van de BENOR-fiches cf. TRA 500 uitgave 6.1. 4.2. Alternatieve proefmethode IR Spectrum (EN 480-6:2005) (zie RNR 03) De proefnorm NBN EN 480-6 beschrijft een methode voor het identificeren van een hulpstof door infraroodanalyse (IR). Hierbij wordt gebruik gemaakt van IR-spectroscopie. De geldende versie is deze van 2005. De norm voor deze proefmethode dateert uit 2005 en sindsdien is de techniek geëvolueerd en kan er gebruik gemaakt worden FTIR-spectroscopie uitgerust met een ATR-kristal (bootvorm waar de hulpstof wordt opgebracht). De alternatieve methode is dus een uitbreiding van de norm naar de huidige stand van de techniek. De proeven worden uitgevoerd volgens de voorschriften van de norm en zodoende dient er geen equivalentie aangetoond te worden Bijlage: lijst van de geldende documenten
Lijst van de geldende BENOR-documenten Gemeenschappelijk document voor alle producten Reglement voor het gebruik van het BENOR-merk en de verwijzing naar het BENOR-merk - LRL-CRC 102 ed. 3.0 van 30.06.2014 Toepassingsreglement Toepassingsreglement van hulpstoffen conform de norm NBN EN 934-2 TRA 500 v. 6.1 van 25.10.2016 (Delen C, P en E) Reglementaire nota 03 voor ijking, kalibratie en controle van meet- en beproevingsuitrusting RNR 03 v.1.0 van 18.06.2015 Technische voorschriften (enkel waarbij de certificatie een feit is) Superplastificeerder/sterk waterreduceerder met verlengde verwerkbaarheid, Overschrijding van de bindingsvertraging, a, hulpstoffenhoeveelheid - PTV 502 v. 2.0 van 25.10.2016 Rondzendbrief Ref. 5024 H 2017/0649 31.07.2017