Leidraad invordering gemeentelijkeen waterschapsbelastingen 2019

Vergelijkbare documenten
Leidraad Invordering Gemeentelijke Belastingen van de Gemeente Buren

Vaststellingsoverzicht

Leidraad invordering GECONSOLIDEERD (t/m wijz 4 e wijziging) van de Belastingsamenwerking West-Brabant. Vaststellingsoverzicht

Leidraad Invordering Gemeentelijke Belastingen Bijlage bij besluit van het college van burgemeester en wethouders van 18 december 2018.

Leidraad Invordering gemeentelijke belastingen Westland 2015

Leidraad Invordering 2018 Belastingsamenwerking Gouwe-Rijnland

Leidraad Invordering gemeentelijke belastingen 2013

Leidraad Invordering Gemeentelijke Belastingen van de Gemeente Buren

LEIDRAAD INVORDERING GEMEENTELIJKE BELASTINGEN 2018 GEMEENTE WAALWIJK

Gemeente Amersfoort Leidraad invordering gemeentelijke belastingen 2012

Artikel 6 Reikwijdte van de wet Rente en kosten in het kader van de reikwijdte van de wet 23

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Enkhuizen,

Leidraad Invordering 2016 Belastingsamenwerking Gouwe-Rijnland

Leidraad Invordering gemeentelijke belastingen 2012

LEIDRAAD INVORDERING GEMEENTELIJKE BELASTINGEN 2015 GEMEENTE WAALWIJK

LEIDRAAD INVORDERING BELASTINGEN GEMEENTE TILBURG

Inhoudsopgave. Leidraad Invordering Gemeentelijke Belastingen. Leidraad Invordering Gemeentelijke Belastingen... 1

Leidraad Invordering Gemeentelijke Belastingen Beleidsbepaling invordering belastingen, leges en rechten in de gemeente Horst aan de Maas

Leidraad Invordering Gemeentelijke Belastingen van de Gemeente Buren

Leidraad Invordering Gemeentelijke Belastingen van de Gemeente Buren

Leidraad Invordering Gemeentelijke Belastingen Gemeente Berkelland 2016

Leidraad Invordering gemeentelijke belastingen 2015

Leidraad Invordering 2016

GEMEENTE RIJSSEN-HOLTEN LEIDRAAD INVORDERING PUBLIEKRECHTELIJKE VORDERINGEN

Leidraad Invordering 2013 Belastingsamenwerking Gouwe-Rijnland

Artikel 1 Inleiding en toepassingsgebied Inleiding Lijst met gebruikte afkortingen Definities

LEIDRAAD INVORDERING GEMEENTELIJKE BELASTINGEN

Leidraad invordering van belastingen Gemeenschappelijke Regeling Belastingsamenwerking Rivierenland (BSR)

Leidraad Invordering gemeentelijke belastingen

Leidraad Invordering Gemeentelijke Belastingen Gemeente Bronckhorst 2017

Leidraad invordering van belastingen Gemeenschappelijke Regeling Belastingsamenwerking Rivierenland (BSR)

Leidraad Invordering Gemeente Krimpen aan den IJssel 2017

Leidraad Invordering Gemeentelijke Belastingen Gemeente Oldebroek

Gemeente Amersfoort Leidraad invordering gemeentelijke belastingen 2016

Leidraad Invordering gemeentelijke belastingen

LEIDRAAD INVORDERING GEMEENTEBELASTINGEN KENNEMERLAND ZUID

Naam Leidraad (beleidsregel) invordering gemeentelijke belastingen 2014

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

Leidraad invordering gemeentelijke belastingen

Leidraad Invordering Hefpunt

Leidraad invordering Gemeentelijke Belastingen 1

Leidraad Invordering gemeentelijke belastingen

Leidraad Invordering gemeentelijke belastingen

Leidraad Invordering 2014 Belastingsamenwerking Gouwe-Rijnland

Vaststelling Leidraad Invordering gemeentelijke belastingen

LEIDRAAD INVORDERING BsGW, BELASTINGSAMENWERKING GEMEENTEN EN WATERSCHAPPEN

Leidraad Invordering gemeentelijke belastingen Bollenstreek

Leidraad Invordering 2017 Gemeente Oirschot

Leidraad Invordering 2009 Gemeente Breda

Leidraad Invordering gemeentelijke belastingen Westland 2009

Artikel 1 Inleiding en toepassingsgebied Inleiding Lijst met gebruikte afkortingen Definities

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

GEMEENTE EDAM-VOLENDAM. Leidraad Invordering Gemeentelijke Belastingen 2016

Telefoon Datum 28 november 2012 Fax Kenmerk Contactpersoon D.H.

Collegevoorstel. Inleiding. Feitelijke informatie. Communicatie. Voorgenomen besluit. Zaaknummer: BECJM01

Leidraad invordering gemeentelijke belastingen gemeente Drechterland

Leidraad Invordering Leeuwarden 2016

Leidraad Invordering Gemeentelijke Belastingen van de Gemeente Buren

Kadernota 1.0 BSR. Leidraad invordering van

Leidraad Invordering Gemeentelijke Belastingen. Gemeente Oldebroek

Leidraad invordering van belastingen Gemeenschappelijke Regeling Belastingsamenwerking Rivierenland (BSR)

Het college van burgemeester en wethouders van Gemeente Hof van Twente;

Leidraad invordering van belastingen Gemeenschappelijke Regeling Belastingsamenwerking Rivierenland (BSR)

Leidraad Invordering Gemeentelijke Belastingen Gemeente Berkelland 2017

7.6. Afboeking betaling op bestuurlijke boeten waarvoor uitstel van betaling is verleend Afboeking van betalingen door

Leidraad Invordering Waterschap De Dommel 2017

overwegende dat het gewenst is beleidsregels vast te stellen met betrekking tot de invordering van gemeentelijke belastingen;

Leidraad Invordering 2016 Belastingsamenwerking Sabewa Zeeland

Leidraad invordering gemeentelijke belastingen Eindhoven 1e halfjaar 2016

Leidraad Invordering 2016 Regionale Belasting Groep per 1 januari 2016

Leidraad Invordering Gemeentelijke Belastingen

Leidraad Invordering Leeuwarden 2015

Versie: 2018 (Wendy Ooijevaar december 2017)

Beleidsregels Munitax 2017

Leidraad Invordering 2008

Leidraad Invordering gemeentelijke belastingen Gemeente Rijnwaarden

Leidraad invordering gemeentelijke belastingen GBRD 2010

Leidraad Invordering AGV 2015

Leidraad Invordering SVHW 2015

Leidraad Invordering gemeente Weesp

Wetstechnische informatie. Gegevens van de regeling

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

Leidraad Invordering gemeentelijke belastingen Bronckhorst

Leidraad Invordering Gemeentelijke Belastingen

Beleidsregels Munitax 2019

Leidraad invordering waterschapsbelastingen HHNK 2018

GEMEENTE VA L K E N S WA AR D. De bijgaande Leidraad Invordering Gemeentelijke Belastingen gemeente Valkenswaard vast te stellen

Leidraad invordering gemeentelijke heffingen 2010

GEMEENTEBLAD. Nr Leidraad Invordering juli Officiële uitgave van de gemeente Laren. Gemeente Laren

In bijlage I worden alle wijzigingen weergegeven en de gehele gewijzigde leidraad is als bijlage II toegevoegd.

Onderwerp Vaststelling Leidraad Invordering gemeentelijke belastingen 2012

Onderwerp: BEC vaststelling leidraad invordering gemeentelijke belastingen 2013

Leidraad Invordering SVHW 2017

CVDR. Nr. CVDR354561_1. Beleidsregels Regeling Munitax juli Officiële uitgave van Beuningen.

Leidraad Invordering Samenwerkingsverband Vastgoedinformatie Heffing en Waardebepaling versie 2012

Leidraad Invordering AGV 2017

Leidraad invordering gemeentelijke belastingen 2010

Leidraad Invordering Gemeenschappelijk Belastingkantoor Lococensus - Tricijn versie 2016

gelet op de Invorderingswet 1990 en de daarop gebaseerde uitvoeringsregelingen;

Transcriptie:

Leidraad invordering gemeentelijkeen waterschapsbelastingen 2019 van de Belastingsamenwerking West-Brabant Pagina 1 van 124

Inhoudsopgave Artikel 1 Inleiding en toepassingsgebied... 15 Inleiding... 15 1.1.1. Lijst met gebruikte afkortingen... 15 1.1.2. Definities... 16 1.1.3. Reikwijdte beleidsvoorschriften... 16 1.1.4. Aansprakelijkgestelden en andere derden... 16 1.1.5. Awb en algemene beginselen van behoorlijk bestuur... 17 1.1.6. Keuze uit verschillende invorderingsmaatregelen... 18 1.1.7. Invorderingsmaatregelen tegen grote bedrijven... 18 1.1.8. Voor de invordering minder geschikte dagen... 18 1.1.9. Binnenkomst van bescheiden... 19 1.1.10. Positie belastingdeurwaarder... 19 1.1.11. Bewaren invorderingsbescheiden... 20 1.1.12. Verklaring inzake nakoming fiscale verplichtingen... 20 1.1.13. Informatieplicht... 20 1.1.14. Diplomatieke status... 20 1.2. Toepassingsgebied... 21 Artikel 2 Begrippen... 21 2.1. Woonplaats... 21 Artikel 3 Bevoegdheden invorderingsambtenaar... 21 3.1. Fiscale en civiele bevoegdheden... 22 3.2. Conservatoir beslag... 22 3.2.1. Geen conservatoir beslag dan ook geen versnelde invordering... 22 3.2.2. Ontbreken belastingaanslag en conservatoir beslag... 22 3.3. Gerechtelijke procedures toestemming... 22 3.3.1 Juridische bijstand... 22 3.3.2 Toestemming... 22 3.4. Rijksadvocaat... 23 3.5. Faillissementsaanvraag... 23 Artikel 3a... 23 Artikel 4 Bevoegdheid belastingdeurwaarder... 23 4.1. Reikwijdte bevoegdheid belastingdeurwaarder... 23 4.2. Bescherming... 23 4.3. Legitimatie... 24 Artikel 5... 24 Artikel 6 Reikwijdte van de wet... 24 6.1. Rente en kosten in het kader van de reikwijdte van de wet... 24 Artikel 7 Betaling en afboeking... 24 7.1. Tijdstip betaling... 25 7.2. De afboeking van de betaling... 25 7.3. Teveelbetaling... 25 7.4. Rente en kosten bij afboeking betalingen... 25 7.5. Het toerekenen van kosten bij meerdere aanslagen... 25 7.6. Afboeking betaling bestuurlijke boete waarvoor uitstel van betaling is verleend. 26 Pagina 2 van 124

7.7. Afboeking van betalingen door aansprakelijkgestelden... 26 7.8. Betaling bij vergissing... 26 7.9. Mededeling afboeking betaling... 26 7.10. Betaling van kleine bedragen... 26 7.11. Ontvangen bedragen uit de wettelijke schuldsaneringsregeling en faillissement 27 Artikel 7a Uitbetaling van belastingteruggaven... 27 7a.1. Aanwijzen bankrekeningnummer voor uitbetaling... 27 7a.2. Controle van een aangewezen bankrekening op de tenaamstelling... 27 7a.3. Uitbetalingsfouten... 27 7b. Cessie- en verpandingsverbod uitbetalingen inkomstenbelasting... 28 Artikel 8 Bekendmaking aanslag... 28 8.1. Verzending of uitreiking van het aanslagbiljet in bijzondere situaties... 28 8.2 Bekendmaking als de rechtspersoon (vermoedelijk) is opgehouden te bestaan. 29 8.3. Gehoudenheid tot betalen belastingaanslag en aanslagbiljet... 29 8.4. Vooraf uitnodigen erfgenamen tot betalen belastingaanslag... 29 Artikel 9 Betalingstermijnen... 29 9.1. Afwijking van de betalingstermijnen in geval van voorlopige aanslagen... 29 9.2. Afwijking van betalingstermijnen in geval van voorlopige teruggaven... 29 9.3. Uitbetaling voorlopge teruggave in één termijn... 30 9.4. Dagtekening aanslagbiljet... 30 9.5. Begrip maand bij betalingstermijn... 30 9.6. Verzuim invorderingsambtenaar bij uitbetaling... 30 9.7. Regeling betalingstermijnen... 30 Artikel 10 Versnelde invordering... 31 10.1. Reikwijdte versnelde invordering... 31 10.2. Vrees voor verduistering en versnelde invordering... 32 10.3. Metterwoon verlaten van Nederland en versnelde invordering... 32 10.4. Geen vaste woonplaats in Nederland en versnelde invordering... 32 10.5. Beslag en versnelde invordering... 32 10.6. Verkoop namens derden en versnelde invordering... 33 10.7. Vordering ex artikel 19 en versnelde invordering... 33 Artikel 11 Aanmaning... 33 11.1. De geadresseerde van de aanmaning... 33 11.2. Aanmaning ten onrechte verzonden... 33 11.3. Achterwege laten van tussentijdse vervolging en aanmaning... 34 11.4. Gedeeltelijke voldoening aan de aanmaning... 34 11.5. Betalingsherinnering... 34 11.6. Aanmaning bij invordering langs civielrechtelijke weg... 34 Artikel 12 Dwangbevel... 34 12.1. Onderwerp van het dwangbevel... 34 12.2. Tegen wie verleent de invorderingsambtenaar een dwangbevel?... 35 Artikel 13 Betekening van het dwangbevel... 35 13.1. Betekening dwangbevel per post... 35 13.1.1. Adressering van per post betekende dwangbevelen... 36 13.2. Betekening dwangbevel door de belastingdeurwaarder... 36 13.3. Bijzondere gevallen van betekening dwangbevel... 36 Pagina 3 van 124

Artikel 14 Tenuitvoerlegging van het dwangbevel... 36 14.1 Tenuitvoerlegging algemeen... 37 14.1.1. Keuze van invorderingsmaatregelen... 37 14.1.2. Houding van de belastingdeurwaarder tijdens tenuitvoerlegging... 37 14.1.3. Tenuitvoerlegging dwangbevel als de belastingschuldige is overleden... 38 14.1.4. Volgorde van uitwinning bij beslag... 38 14.1.5. Verhaal op met vruchtgebruik of recht van bezwaarde zaken... 38 14.1.6. Beslaglegging voor vordering van derden... 38 14.1.7. Opheffing beslag na gedeeltelijke betaling of voldoening aan voorwaarden... 38 14.1.8. Opheffing beslag tegen betaling door een derde... 38 14.1.9. Opschorten van de executie... 39 14.1.10. Onderhandse verkoop... 39 14.1.11. Samenloop opheffing beslag en onderhandse verkoop... 39 14.1.12. Strafrechtelijk beslag... 39 14.1.13. Invordering en ontnemingswetgeving... 40 14.2. Beslag op roerende zaken die geen registergoederen zijn... 40 14.2.1.1. Kennisgeving vooraf en beslag roerende zaken... 40 14.2.2. Domiciliekeuze en beslag roerende zaken... 40 14.2.3. Aanbod van betaling en beslag roerende zaken... 40 14.2.4. Omvang van het beslag op roerende zaken... 40 14.2.5. Beslag op roerende zaken van derden... 40 14.2.6. Beroep of verzet door een derde tegen inbeslagneming roerende zaken... 40 14.2.7. Voldoening zekerheidsschuld door invorderingsambtenaar en beslag roerende zaken... 41 14.2.8. Beslag roerende zaken bij derden... 41 14.2.9. Wegvoeren van beslagen zaken... 41 14.2.10. Belasting van personenauto s en motorrijwielen en belasting zware motorrijtuigen en beslag roerende zaken... 42 14.2.11. Afsluiting en beslag roerende zaken... 42 14.2.12. Bewaarder en beslag roerende zaken... 42 14.2.13. Executoriale verkoop computerapparatuur... 43 14.2.14. Executoriale verkoop zilveren, gouden en platina werken... 43 14.2.15. Beslag op illegale zaken... 43 14.2.16. Bieden voor rekening van de BWB en beslag roerende zaken... 44 14.2.17. Opheffing van het beslag op roerende zaken... 44 14.2.18. Afboeking executieopbrengst verkoop roerende zaken... 44 14.2.19. Proces-verbaal van verkoop roerende zaken... 44 14.2.20. Gegevensverstrekking omtrent beslag roerende zaken... 44 14.2.21 Relaas van onttrekking... 44 14.3. Beslag op onroerende zaken... 44 14.3.1. Bewaring van in beslag genomen roerende zaken bij beslag onroerende zaken 44 14.3.2. Nieuwe belastingschuld en beslag onroerende zaken... 45 14.3.3. Verhuurde of verpachte onroerende zaken... 45 14.3.4. Voorwaarden van verkoop van onroerende zaken... 45 14.3.5. Opheffing van het beslag onroerende zaken... 45 14.4. Beslag onder derden... 45 Pagina 4 van 124

14.4.1. Beslag op vordering van een derde... 45 14.4.2. Derdenbeslag of vordering ex artikel 19... 46 14.4.3. Roerende zaken bij derden... 46 14.4.4. Plaats beslaglegging en derdenbeslag... 46 14.4.5. Derdenbeslag op een vordering waar geen beslagvrije voet voor geldt... 46 14.4.5a. Derdenbeslag en kosten van levensonderhoud... 46 14.4.6. Bij derdenbeslag in gebreke blijven tot het doen van verklaring... 47 14.4.7. Bij derdenbeslag niet afdragen na het doen van verklaring... 47 14.4.8. Afdracht binnen de termijn van vier weken bij derdenbeslag... 47 14.4.9. Derdenbeslag op polis van levens- of spaarverzekering of lijfrente... 47 14.4.10. Retentierecht en derdenbeslag... 48 14.4.11. Opheffing van het derdenbeslag... 48 14.4.12. Onverschuldigde betaling en derdenbeslag... 48 14.4.13. Derdenbeslag onder de Staat of de invorderingsambtenaar of een openbaar lichaam en het doen van verklaring... 48 14.4.14. Derdenbeslag op voorlopige teruggaaf... 48 14.5. Beslag op schepen... 48 14.5.1. Beletten van het vertrek van het schip... 48 14.5.2. De executie van schepen... 49 14.5.3. Afgelasting van de verkoop van een schip... 49 14.5.4. Deskundige hulp en beslag op schepen... 49 14.5.5. Opheffing van het beslag op schepen... 49 Artikel 15... 49 Artikel 16 Doorlopend beslag... 50 Artikel 17 Verzet tegen tenuitvoerlegging dwangbevel... 50 17.1. Aanhouden tenuitvoerlegging bij verzet... 50 17.2. Verzet tegen tenuitvoerlegging bij onjuiste adressering... 50 Artikel 18... 50 Artikel 19 Doen van een vordering... 50 19.1. Vordering algemeen... 51 19.1.1. Bekendmaking vordering... 51 19.1.2. Voldoen aan de vordering... 51 19.1.3. Niet voldoen aan de vordering... 51 19.1.4. Intrekken van een vordering... 51 19.1.5. Vermindering of vernietiging van de belastingaanslag in relatie tot vordering... 51 19.1.6. Doorbreken beslagverboden en vordering... 51 19.1.7. Notoire wanbetaler en vordering... 52 19.1.8. Vordering ten laste van de echtgenoot... 52 19.2. De faillissementsvordering... 52 19.2.1. Aan te melden schulden in faillissement... 52 19.2.2. Belastingschulden ontstaan gedurende een surseance zijn boedelschulden in faillissement... 53 19.2.3. Opkomen in faillissement... 53 19.3. Vorderingen met betrekking tot periodieke uitkeringen... 53 19.3.1. Overwegen van vordering op periodieke uitkeringen... 53 19.3.2. Vooraankondiging van vordering op periodieke uitkeringen... 53 Pagina 5 van 124

19.3.3. Beslagvrije voet en vordering op periodieke uitkeringen... 54 19.3.3a. Beslagvrije voet en vakantiegeld (wijz feb 2011)... 54 19.3.4. Informatieverstrekking voor vaststelling beslagvrije voet... 54 19.3.5. Belastingschuldige woont in buitenland en beslag periodieke uitkering... 55 19.3.6. Verrekening ex artikel 117 Ambtenarenwet... 55 19.3.7. Periodieke uitkeringen onder de bijstandsnorm... 55 19.3.8. Vordering in relatie tot voorlopige teruggaaf... 55 19.4 Beslagvrije voet en overheidsvordering... 55 Artikel 20 Lijfdwang... 56 Artikel 21 Voorrecht rijksbelastingen... 56 Artikel 22 Bodemrecht... 56 22.1. Werkingssfeer en reikwijdte bodemrecht... 56 22.2. Bodemrecht en bestuurlijke boeten... 57 22.3. Overbetekening bodembeslag... 57 22.4. Volgorde uitwinning bodembeslag buiten faillissement... 57 22.5. Volgorde uitwinning bodembeslag in faillissement... 57 22.6. Bodemrecht en insolventie van derde-eigenaar... 57 22.7. Bodemrecht en voorrang... 57 22.8. Verzet en beroep... 57 22.8.1. Verzet artikel 435, derde lid, Rv tegen bodembeslag... 57 22.8.2. Taken met betrekking tot de schriftelijke mededeling ex artikel 435, derde lid, Rv inzake bodembeslag... 58 22.8.3. Opschorting verkoop na verzet in rechte tegen bodembeslag... 58 22.8.4. Beroepschrift ex artikel 22 van de wet... 58 22.8.5. Beroepschriftprocedure ex artikel 22 van de wet... 58 22.8.6. Taak van de invorderingsambtenaar met betrekking tot beroepschrift ex artikel 22, eerste lid, van de wet... 58 22.8.7. Beslissing dagelijks bestuur op het beroepschrift tegen een bodembeslag... 59 22.8.8. Onduidelijk bezwaar tegen bodembeslag... 59 22.8.9. Samenloop administratief beroep en verzet tegen bodembeslag... 59 22.8.10. Criteria voor beslissing op beroepschrift ex artikel 22, eerste lid, van de wet... 59 22.8.11. Beëindiging operationele leaseovereenkomst... 59 22.8.12. Executie en bodemrecht... 59 Artikel 22bis Mededeling... 59 Artikel 22a en 23... 60 Artikel 23a... 60 Artikel 24 Verrekening... 60 24.1. Wanneer verrekening... 60 24.1.1. Verrekening voorlopige teruggaaf inkomstenbelasting en beslagvrije voet... 60 24.2. Betwiste schuld en verrekening... 60 24.3. Reikwijdte van de verrekening... 61 24.4. Bekendmaking verrekening... 61 24.5. Verrekening en fiscale eenheid vennootschapsbelasting... 61 24.6. Instemmingsregeling bij cessie en verpanding... 61 24.6.1. Geen verrekening bij instemming cessie of verpanding... 61 24.6.2. Mogelijkheid van cessie of verpanding uit te betalen bedragen... 61 Pagina 6 van 124

24.6.3. Instemming of weigering met een cessie of verpanding... 61 24.6.4. Beroepsprocedure weigeren instemming cessie of verpanding en Awb... 62 24.6.5. Bekendmaking beschikking dagelijks bestuur bij cessie of verpanding... 62 24.6.6. Houding invorderingsambtenaar bij procedure tegen weigeren instemming met cessie of verpanding... 62 Artikel 25 Uitstel van betaling... 63 25.1. Algemene uitgangspunten uitstelbeleid... 63 25.1.1. Houding van de invorderingsambtenaar tijdens behandeling verzoek om uitstel 63 25.1.2. Toewijzing van het verzoek om uitstel van betaling... 63 25.1.3. Redenen afwijzing verzoek om uitstel... 63 25.1.4. Redenen beëindigen uitstel... 64 25.1.5 Beëindigen van een betalingsregeling met meer dan één termijn... 64 25.1.6. Van rechtswege vervallen van een verleend uitstel... 65 25.1.7. Geen invordering tijdens verleend uitstel... 65 25.1.8. Na (afwijzen) uitstel tien dagen wachttijd... 65 25.1.9. Uitstel voor een ambtshalve belastingaanslag... 65 25.1.10. Uitstel voor een aanslag ter behoud van rechten... 65 25.1.11. Uitstel voor een bestuurlijke boete... 65 25.1.13. Zekerheid bij uitstel... 66 25.1.14. Tijdstip indiening verzoek om uitstel... 66 25.1.15. Verzoekschriften aan andere instellingen... 66 25.2. Uitstel in verband met bezwaar tegen een belastingaanslag... 66 25.2.1. Bezwaar tegen hoogte belastingaanslag... 66 25.2.2. Bezwaarschrift geldt niet als verzoek om uitstel; beroepschrift niet... 67 25.2.2.a. Afzonderlijk verzoek om uitstel in verband met een bezwaarschrift... 67 25.2.2.b. Nadere gegevens... 67 25.2.3. De beslissing op het verzoek om uitstel van betaling... 67 25.2.4. Uitstel in verband met een onderlinge overlegprocedure... 67 25.2.5. Zekerheid bij uitstel in verband met bezwaar... 67 25.2.6. Onherroepelijke invorderingsmaatregelen voor bestreden belastingschuld... 68 25.2.7. Verrekening tijdens uitstel in verband met bezwaar... 68 25.2.7a Nadere voorwaarden bij herbeoordeling verleend uitstel... 68 25.2.8. Geen uitstel voor het niet bestreden bedrag... 68 25.2.9. Ten onrechte uitstel voor het gehele bedrag van de belastingaanslag... 69 25.3. Uitstel in verband met een te verwachten uit te betalen bedrag... 69 25.3.1. Uitstel in verband met een belastingteruggaaf en andere uit te betalen bedragen 69 25.3.2. Berekening van het uit te betalen bedrag bij uitstel... 69 25.3.3. Beslissing op het verzoek om uitstel in verband met een uit te betalen bedrag.. 69 25.3.4. Verrekening en uitstel in verband met een te verwachten uit te betalen bedrag. 70 25.4. Uitstel in verband met betalingsproblemen... 70 25.4.1. Beslissing op een verzoek om uitstel in verband met betalingsproblemen... 70 25.4.2. Uitstel en motorrijtuigenbelasting... 70 25.4.3. Verrekening tijdens een betalingsregeling... 70 25.4.4 Uitstel in verband met faillissement, WSNP en surseance... 70 25.4.5 Uitstel van betaling erfbelasting bij verkrijging eigen woning door broers of zussen Pagina 7 van 124

van de erflater... 71 25.5. Betalingsregeling voor particulieren... 71 25.5.1. Duur betalingsregeling particulieren... 71 25.5.2. Voorwaarden aan betalingsregeling particulieren... 71 25.5.3. Kort uitstel particulieren... 71 25.5.4. Behandeling verzoek betalingsregeling particulieren... 71 25.5.5. Vermogen en betalingsregeling particulieren... 72 25.5.6. Betalingscapaciteit en betalingsregeling particulieren... 72 25.5.7. Berekening betalingscapaciteit: bijzondere uitgaven... 72 25.5.8. Berekening betalingscapaciteit: aflossingsverplichtingen aan derden... 73 25.5.9. Berekening betalingscapaciteit: extra inkomsten... 73 25.5.10. Belastingschuldige stelt zelf een betalingsregeling voor... 73 25.5.11. Betalingsregeling langer dan tien maanden... 73 25.6. Betalingsregeling voor ondernemers... 73 25.6.1. Duur betalingsregeling ondernemers... 73 25.6.2. Voorwaarden betalingsregeling ondernemers... 74 25.6.2a. Bijzondere omstandigheden betalingsregeling ondernemers... 74 25.6.2b. Verklaring derde deskundige... 74 25.6.2c. Geen uitstel voor ondernemers in verband met betalingsproblemen als al kort uitstel is verleend... 74 25.6.2d. Kort uitstel van betaling voor ondernemers... 74 25.6.3 Uitstelbeleid particulieren geldt voor ex-ondernemers... 75 25.6.4. Uitstel voor ondernemers en overheidssteun/subsidie... 75 25.7. Administratief beroep... 75 25.7.1. Toetsing uitstelbeschikking door het dagelijks bestuur... 75 25.7.2. Beroepsfase uitstel... 75 25.7.3. Beslissing dagelijks bestuur op beroepschrift bij uitstel... 75 25.7.4. Niet tijdig beslissen op een verzoek om uitstel... 76 25.7.5. Beroep of herhaald verzoek om uitstel bij de invorderingsambtenaar... 76 Artikel 25a Uitstel van betaling exitheffingen inkomstenbelasting... 76 Artikel 25a.1. Beoordeling zekerheid bij uitstel van betaling van exitheffingen... 76 Artikel 25b.Uitstel van betaling exitheffingen vennootschapsbelasting... 76 Artikel 25b.1. Beoordeling zekerheid bij uitstel van betaling ter zake van exitheffingen... 76 Artikel 26 Kwijtschelding van belastingen... 76 26.1. Algemene uitgangspunten kwijtscheldingsbeleid... 77 26.1.1. Kwijtschelding van betaalde belastingschulden... 77 26.1.2. Het indienen van een verzoek om kwijtschelding... 77 26.1.3. Niet ingevuld of onjuist ingevuld verzoekformulier om kwijtschelding... 78 26.1.4. Gegevens en normen ten tijde van indiening verzoek om kwijtschelding... 78 26.1.5. Toewijzing van het verzoek om kwijtschelding onder voorwaarden... 78 26.1.6. Motivering afwijzing van het verzoek om kwijtschelding... 78 26.1.7. Na afwijzen kwijtschelding tien dagen wachttijd bij voortzetting invordering... 78 26.1.8. Mondeling meedelen afwijzen kwijtschelding... 79 26.1.9. Wanneer wordt geen kwijtschelding verleend... 79 26.1.10. Begrip ex-ondernemer en kwijtschelding... 81 Pagina 8 van 124

26.1.11. Verzoekschriften aan andere instellingen... 81 26.2. Kwijtschelding van belastingen voor particulieren... 81 26.2.1. Vermogen en kwijtschelding particulieren... 81 26.2.2. De inboedel en kwijtschelding particulieren... 81 26.2.3. De auto en kwijtschelding particulieren... 81 26.2.4. Saldo op bankrekening en kwijtschelding voor particulieren... 82 26.2.5. De eigen woning en kwijtschelding voor particulieren... 82 26.2.6. Vermogen van kinderen en kwijtschelding voor particulieren... 82 26.2.7. Nalatenschappen en kwijtschelding voor particulieren... 82 26.2.8. Levensloopregeling en kwijtschelding voor particulieren... 83 26.2.9. Beroepsvermogen wikker en kwijtschelding voor particulieren... 83 26.2.10. Betalingscapaciteit en kwijtschelding voor particulieren... 83 26.2.11. Vakantiegeld en kwijtschelding voor particulieren... 83 26.2.12. Studiefinanciering en kwijtschelding voor particulieren... 84 26.2.13. Bijzondere bijstand/ouderlijke bijdrage en kwijtschelding voor particulieren... 85 26.2.13.a Persoonsgebonden budget en kwijtschelding voor particulieren... 85 26.2.14. Betalingen op belastingschulden en kwijtschelding voor particulieren... 85 26.2.15. Woonlasten en kwijtschelding van belasting van voorhuwelijkse belastingschulden 85 26.2.16. Uitgaven in verband met onderhoudsverplichtingen en kwijtschelding voor particulieren... 85 26.2.17. Kwijtschelding tijdens WSNP... 85 26.2.18. Inkomen wikker... 86 26.2.19. Normpremie ziektekostenverzekering begrepen in de bijstandsuitkering... 86 26.2.20. Onderhoud gezinsleden in het buitenland... 86 26.2.21. Kosten kinderopvang... 86 26.3. Kwijtschelding van belastingen voor ondernemers... 86 26.3.1. Kwijtschelding voor ondernemers bij een saneringsakkoord... 86 26.3.2. Aansprakelijkheid en kwijtschelding voor ondernemers... 87 26.3.3. Voorwaarden tot deelname aan een saneringsakkoord... 87 26.3.4. Toepassingsbereik saneringsakkoord... 87 26.3.5. Ten minste dubbele percentage en saneringsakkoord... 88 26.3.6. Bestuurlijke boeten en saneringsakkoord... 88 26.3.7. Rente en kosten en saneringsakkoord... 88 26.3.8. Speciale crediteuren en saneringsakkoord... 88 26.4. Administratief beroep... 89 26.4.1. Administratief beroep tegen de afwijzing van een verzoek om kwijtschelding... 89 26.4.2. Herhaald verzoek om kwijtschelding... 89 26.4.3. Beroepsfase kwijtschelding... 89 26.4.4. Gegevens en normen eerste verzoek om kwijtschelding... 89 26.4.5. Beslissing dagelijks bestuur op beroep bij kwijtschelding... 90 26.4.6. Invordering na administratief beroep en herhaald verzoek om kwijtschelding... 90 26.4.7. Niet tijdig beslissen op een verzoek om kwijtschelding... 90 26.5. Voortzetting van de invordering na afwijzing verzoek om kwijtschelding... 90 26.5.1. Invordering na afwijzing verzoek om kwijtschelding... 90 26.6. Geen verdere invorderingsmaatregelen en afwijzing verzoek om kwijtschelding 90 Pagina 9 van 124

26.7. Geautomatiseerde kwijtschelding... 91 Artikel 27 Verjaring... 91 27.1. Versnelde invordering en verjaring... 92 27.2. Aansprakelijkgestelden en verjaring... 92 27.3. Stuiting van de verjaring... 92 27.4. Schorsing van de verjaring... 92 27.5. Afstand van verjaring... 92 27.6. Rente en kosten en verjaring... 92 27.7. Na verjaring geen civiele invordering... 92 27.8. Verjaring van belastingteruggaven... 93 Artikel 27a Betalingskorting... 93 Artikel 28 Invorderingsrente... 93 28.1. Cheque buitenland en invorderingsrente... 93 28.2. Correctie berekende invorderingsrente... 93 28.3. Vermindering terecht in rekening gebrachte invorderingsrente... 93 28.4.... 93 28.5.... 93 28.6. Kwijtschelding invorderingsrente niet mogelijk... 93 28.7.... 94 28.8. Drempelbedrag... 94 28a. en 28b.... 94 28c.... 94 Artikel 29... 94 Artikel 30 Beschikking betalingskorting en invorderingsrente... 94 30.1. Beschikking terugnemen betalingskorting... 94 30.2. Verzoek tot vermindering rente is bezwaar... 94 30.3. Betalingskorting en invorderingsrente - (hoger) beroep en cassatie... 94 30.4. Teruggenomen betalingskorting en invorderingsrente: uitstel van betaling... 95 30.5. Geen bezwaar mogelijk tegen de niet verleende betalingskorting... 95 Artikel 31 en artikel 31a... 95 Artikel 32 Samenloop fiscale en civiele aansprakelijkheids-bepalingen... 95 32.1. Keuze aansprakelijkheid... 95 32.2. Gemeenschapsschulden... 96 Artikel 33 Aansprakelijkheid van bestuurder, leider vaste inrichting, vaste vertegenwoordiger en vereffenaar voor alle belastingen... 96 33.1. Leider vaste inrichting en vaste vertegenwoordiger bij aansprakelijkheid... 96 33.2. Feitelijke vestiging bij aansprakelijkheid... 96 33.3. Lichaam dat is ontbonden bij aansprakelijkheid... 96 33.4. Vereffenaar bij aansprakelijkheid... 97 33.5. (vervallen)... 97 33.6. Gewezen bestuurder bij aansprakelijkheid... 97 33.7. Disculpatie bestuurders, leiders en vaste vertegenwoordigers... 97 Artikel 33a. Aansprakelijkheid van begunstigden... 97 Artikel 34 tot en met 47... 97 Artikel 48 Beperking aansprakelijkheid van erfgenamen... 97 48.1. Beneficiaire aanvaarding... 98 Pagina 10 van 124

48.2. Invordering ten laste van een erfgenaam blijft achterwege... 98 48a. Aansprakelijkheid van derden voor uitbetaalde bedragen inkomstenbelasting of omzetbelasting... 98 Artikel 49 Formele bepalingen voor aansprakelijkstelling... 98 49.1. Aansprakelijkstelling voor bestuurlijke boete... 99 49.2. Aansprakelijkstelling voor invorderingsrente... 99 49.2a. Vooraankondiging aansprakelijkstelling... 99 49.3. De aansprakelijkstelling - in gebreke zijn... 99 49.3.1. Wanneer in gebreke?... 99 49.3.2. In gebreke zijn en versnelde invordering... 99 49.3.3. In gebreke zijn en een beschikking geen verdere invorderingsmaatregelen... 99 49.4. Informatieverstrekking in beschikking aansprakelijkstelling keten- en inlenersaansprakelijkheid... 99 49.5. Informatieverstrekking aan aansprakelijkgestelden... 99 49.6. Aansprakelijkheid - eerst uitwinning belastingschuldige... 100 49.7. Volgorde van aansprakelijk stellen... 100 49.8. Bezwaar, beroep, hoger beroep en beroep in cassatie tegen de beschikking aansprakelijkstelling... 100 49.8.1. Bezwaar en uitstel van betaling... 100 49.8.2. Beslissing op het bezwaarschrift... 100 49.9. Overgangsrecht... 100 Artikel 51 Conservatoir beslag bij aansprakelijkheid... 100 51.1. Conservatoir beslag en uitstel in verband met bezwaar... 101 Artikel 52 Betalingstermijn beschikking aansprakelijkstelling... 101 52.1. Vermindering van de belastingaanslag en aansprakelijkstelling... 101 Artikel 53 Aansprakelijkheid: verhaalsrechten en kwijtschelding... 101 53.1. Geen zelfstandige verjaring van de aansprakelijkheidsschuld... 101 53.2. Ontslag van betalingsverplichting aansprakelijk gestelde bestuurder en verwijtbaarheid... 102 Artikel 54 Mededeling aan de aansprakelijk gestelde... 102 54.1. Betaling teruggaaf aanhouden bij aansprakelijkstelling... 102 Artikel 55 tot en met 57... 102 Artikel 58 Informatieverplichtingen van de belastingschuldige of de aansprakelijk gestelde... 102 58.1. Geen invorderingsonderzoek tijdens een gerechtelijke procedure... 103 58.2. Gegevens voor invordering van eigen belastingschulden... 103 58.3. Invorderingsonderzoek tijdens failissement... 103 Artikel 59 Informatieverplichting: gegevensdragers bij een derde... 103 Artikel 60 Formele bepalingen voor de informatieverplichtingen... 103 60.1. Redelijke termijn voor verstrekken van informatie... 104 60.2. Kwaliteit van de gegevens en wijze van verstrekking of beschikbaar stellen... 104 Artikel 61 Geen geheimhoudingsplicht bij de informatie-verplichtingen... 104 61.1. Niet van de administratie gescheiden (beroeps-) vertrouwelijke gegevens... 104 Artikel 62 Informatieverplichtingen van de administratie-plichtige... 104 Artikel 62bis... 105 Artikel 62a... 105 Pagina 11 van 124

Artikel 63 tot en met 63ab... 105 Artikel 63b. Bestuurlijke boeten... 105 63b.1. Algemene uitgangspunten... 105 63b.2. Betalingsverzuim bij aanslagbelastingen... 105 63b.3 Verplichting toe te laten dat kopieën e.d. worden gemaakt... 106 Artikel 63c en 64... 106 Artikel 65 Niet nakomen informatieverplichting: strafmaat voor misdrijf... 106 65.1. Reikwijdte opzetcriterium bij misdrijf... 106 Artikel 65a en 66... 106 Artikel 67 Geheimhoudingsplicht... 106 67.1. Bekendmaking aan de belastingschuldige... 107 67.2 Bekendmaking aan derden in het belang van de invordering... 107 67.3. Informatieverstrekking aan gerechtsdeurwaarder over periodieke betalingen... 107 Artikel 67a... 107 Artikel 68 tot en met 72... 107 Artikel 73 Insolventieprocedures... 107 73.1. Algemene uitgangspunten insolventieprocedures... 108 73.1.1. Aanmelden belastingschulden in WSNP of faillissement... 108 73.1.2. Invorderingsmaatregelen tijdens de toepassing van WSNP of faillissement... 108 73.1.3. Boedelschulden... 108 73.1.4. Proceskostengarantie... 108 73.1.5. Belangenbehartiging door de bewindvoerder of de curator... 109 73.1.6. Bodemvoorrecht in faillissement en in de WSNP... 109 73.1.7. Bodemvoorrecht en insolventie van de derde-eigenaar... 109 73.1.8. Uitstel in relatie tot faillissement en WSNP... 109 73.1.9. Kwijtschelding in relatie tot faillissement en WSNP... 109 73.1.10. Ketenaansprakelijkheid en bestuurdersaansprakelijkheid in relatie tot faillissement en WSNP... 109 73.1.11. Toeslagenschuld in relatie tot WSNP en faillissement... 109 73.1.12. Verplichtingsignaal in relatie tot WSNP en faillissement... 109 73.2. Insolventieprocedure en Wettelijke schuldsanering... 109 73.2.1. Kwijtschelding tijdens WSNP... 109 73.2.2. De WSNP is beëindigd met een schone lei... 110 73.2.3. De WSNP is niet beëindigd met een schone lei of de schone lei is ingetrokken 110 73.2.4. De WSNP is tussentijds beëindigd... 110 73.3. Insolventieprocedure en surseance... 111 73.3.1. Uitstel en surseance... 111 73.3.2. Ketenaansprakelijkheid en bestuurdersaansprakelijkheid in relatie tot surseance 111 73.4. Insolventieprocedure en faillissement... 111 73.4.1. Faillissementsaanvraag: algemeen... 111 73.4.2. Ontbinding van rechtspersonen in plaats van faillissementsaanvraag... 111 73.4.3. Particulieren en faillissement... 111 73.4.4. Saneringsaanbod en faillissementsaanvraag... 111 73.4.5. Verzoek om uitstel van betaling vóór behandeling faillissementsaanvraag door rechter... 112 Pagina 12 van 124

73.4.6. Toestemming voor faillissementsaanvraag... 112 73.4.7. Steunvordering derden voor faillissementsaanvraag... 112 73.4.8. Verlenen van steunvordering en faillissementsaanvraag... 112 73.4.9. Verzet tegen faillietverklaring... 113 73.4.10. Beroep op regresrecht in faillissement... 113 73.4.11. Verzending of uitreiking aanslagbiljet bij faillissement... 113 73.4.12. Opkomen in faillissement... 113 73.4.13. Volgorde uitwinning bodembeslag in faillissement... 113 73.4.14. Na de toepassing van het faillissement... 113 73.4.15. Opening nationale (secundaire) insolventieprocedure... 113 73.4.16. Omzetting faillissement in WSNP... 114 73.5. Insolventieprocedure: minnelijke schuldsanering door leden van de NVVK of gemeenten... 114 73.5.1. Voorwaarden voor MSNP... 114 73.5.2. Opschorten invorderingsmaatregelen na verzoek MSNP... 115 73.5.3. Gevolgen uitstel MSNP voor invorderingsmaatregelen... 115 73.5.4. Houding invorderingsambtenaar tijdens uitstel MSNP... 115 73.5.5. Intrekken uitstel gedurende MSNP... 116 73.5.6. De schuldenaar voldoet aan zijn verplichtingen MSNP... 116 73.5.7. Na de toepassing van de MSNP... 116 73.5a. Insolventieprocedure: minnelijke schuldsnanering door anderen dan leden van de NVVL of gemeenten... 117 73.6. Insolventieprocedures: akkoorden... 117 73.6.1. Buitengerechtelijk akkoord... 117 73.6.2. Voorwaarden voor toetreding tot een buitengerechtelijk akkoord... 118 73.6.2a Betaling bedrag saneringsakkoord... 118 73.6.3. Gevolgen buitengerechtelijk akkoord... 118 73.6.4. Voorwaarden voor toetreding tot een gerechtelijk akkoord... 118 73.6.5. Gevolgen toetreden tot gerechtelijk akkoord... 119 73.6.6. Begrip belastingschuld en (buiten)gerechtelijk akkoord... 119 73.6.7. Schuldig nalatig en (buiten)gerechtelijk akkoord... 119 73.6.8. Gevolgen dwangakkoord... 119 73.6.9. Kwijtschelding voor ondernemers bij een saneringsakkoord... 119 73.7. Wettelijk breed moratorium... 119 Artikel 74 Uitstel- en kwijtscheldingsfaciliteiten... 120 Artikel 75 Kosten van vervolging... 120 75.1. Gevorderde som bevat geen vervolgingskosten... 120 75.2. Aan derden toekomende bedragen... 120 75.3. Rechtsmiddelen en vervolgingskosten... 121 75.4. Verzoek om vermindering vervolgingskosten aanmerken als bezwaar... 121 75.5. Niet in rekening brengen van vervolgingskosten... 121 75.6. Onverschuldigdheid van vervolgingskosten... 122 75.7. Niet-verwijtbaarheid en vervolgingskosten... 122 75.8. Versnelde invordering en vervolgingskosten... 123 75.9. Aansprakelijkgestelden en vervolgingskosten... 123 75.10. Geen kwijtschelding van vervolgingskosten... 123 Pagina 13 van 124

75.11. Limitering betekeningskosten dwangbevel... 123 Artikel 76 tot en met 79... 123 Artikel 80 Invordering, Awb en het moment van vaststelling van (naheffings)aanslagen... 123 80.1. Tenuitvoerlegging termijndwangbevel... 123 80.2. Moment van vaststelling van (naheffings)aanslagen... 124 Artikel 81 Inwerkingtreding en citeertitel... 124 Pagina 14 van 124

Artikel 1 Inleiding en toepassingsgebied Dit artikel bevat de inleiding van de Leidraad Invordering van de Gemeenschappelijke regeling Belastingsamenwerking West-Brabant 2019 (hierna: leidraad en BWB) en het beleid over het toepassingsgebied zoals opgenomen in artikel 1 van de Invorderingswet 1990 (hierna: Invorderingswet). Deze bepaling zegt dat de Invorderingswet geldt bij de invordering van rijksbelastingen. Op grond van artikel 231, tweede lid, van de Gemeentewet en artikel 123, tweede lid, van de Waterschapswet is de Invorderingswet ook van toepassing op de invordering van gemeentelijke- en waterschapsbelastingen. Inleiding Deze leidraad is tot stand gekomen door gebruik te maken van het model dat is ontwikkeld door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. Voor de leidraad van de VNG gold de Leidraad invordering 2008 van de Rijksbelastingdienst als uitgangspunt. Net als de Leidraad Invordering 2008 van het Rijk 1 (hierna: Rijksleidraad) bevat deze leidraad voor de BWB alleen beleid en toelichting op het beleid. Werkinstructies en wetteksten zijn niet opgenomen. Bij de opmaak van deze leidraad is aansluiting gezocht bij de Rijksleidraad. Het is daarvan echter geen kopie. Daar waar noodzakelijk, zijn bepalingen toegevoegd, weggelaten of aangepast aan de situatie bij de BWB. Er is gekozen voor een artikelsgewijze opbouw. De artikelnummering correspondeert met de nummering van de Invorderingswet 1990. Voor de indeling in artikelen en subartikelen is verder aangesloten bij de Rijksleidraad. Bepalingen uit de Invorderingswet of onderdelen uit de Rijksleidraad die op de gemeenten en waterschappen niet van toepassing zijn, zijn hierbij zoals gezegd weggelaten. Waar dat het geval is, treft u de opmerking aan: niet van toepassing. Dit is gedaan om de nummering van de originele Rijksleidraad niet te veranderen. De (halfjaarlijkse) wijzigingen van het Ministerie van Financiën in de Rijksleidraad kunnen dan sneller gevonden en veranderd worden. 1.1.1. Lijst met gebruikte afkortingen Afkorting Omschrijving Awb Algemene wet bestuursrecht Awir Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen AWR Algemene wet inzake rijksbelastingen BW Burgerlijk Wetboek FW Faillissementswet MSNP minnelijke schuldsanering natuurlijke personen Pw Participatiewet Rv Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering Sr Wetboek van Strafrecht Sv Wetboek van Strafvordering Pagina 15 van 124

Afkorting Omschrijving WSF Wet Studiefinanciering 2000 WSNP wettelijke schuldsanering natuurlijke personen 1.1.2. Definities - belasting(en): belastingen met inbegrip van de rechten als bedoeld in artikel 229 van de Gemeentewet en 115 van de Waterschapswet voor zover die door de BWB worden geheven; - belastingschuldige: de natuurlijke of rechtspersoon die door de deelnemer is aangeslagen voor één of meer al dan niet op één biljet samengevoegde belastingen; - belastingdeurwaarder: de daartoe door het dagelijks bestuur aangewezen ambtenaar bedoeld in artikel 123, derde lid, onderdeel e, van de Waterschapswet, en bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdeel e, van de Gemeentewet, dan wel een als belastingdeurwaarder van de BWB aangewezen gerechtsdeurwaarder, bedoeld in de Gerechtsdeurwaarderswet; - besluit (het): het Uitvoeringsbesluit Invorderingswet 1990; - dagelijks bestuur: het dagelijks bestuur van de BWB; - echtgenoot: de echtgenoot, bedoeld in artikel 3 Pw; - heffingsambtenaar: de heffingsambtenaar van de BWB, als bedoeld in artikel 123, tweede lid, onderdeel b, van de Waterschapswet, en artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet; - hoger beroep: hoger beroep bij een gerechtshof dan wel, als beroep in cassatie bij de Hoge Raad is ingesteld, cassatieberoep; - invorderingsambtenaar: de invorderingsambtenaar van de BWB, als bedoeld in artikel 123, tweede lid, onderdeel c, van de Waterschapswet, en artikel 231, tweede lid, onderdeel c, van de Gemeentewet; - ondernemer: de belastingschuldige die een onderneming drijft of zelfstandig een beroep uitoefent; - particulier: de belastingschuldige die niet als ondernemer wordt aangemerkt; - regeling (de): de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990; - wet (de): de wet van 30 mei 1990 op de invordering van rijksbelastingen (Invorderingswet 1990). Onder de overige in deze leidraad gebruikte begrippen wordt hetzelfde verstaan als de wet daaronder verstaat. 1.1.3. Reikwijdte beleidsvoorschriften Deze bepaling is niet van toepassing voor de BWB. 1.1.4. Aansprakelijkgestelden en andere derden De invordering met betrekking tot aansprakelijkgestelden en andere derden vindt voor een groot deel op overeenkomstige wijze plaats als de invordering met betrekking tot belastingschuldigen. Omwille van de leesbaarheid is vermeden steeds de aansprakelijkgestelden en andere derden te noemen, zonder dat hiermee wordt beoogd de toepasselijkheid van die voorschriften te beperken. Pagina 16 van 124

1.1.5. Awb en algemene beginselen van behoorlijk bestuur In de invordering wordt zoveel mogelijk gehandeld in overeenstemming met de Awb, ondanks het feit dat artikel 3:40, titels 4.1 tot en met 4.3, artikel 4:125, titel 5.2, de hoofdstukken 6 en 7 en afdeling 10.2.1 Awb niet van toepassing zijn op de wet. Dit betekent onder meer dat de beslistermijnen uit de Awb inclusief de mogelijkheden tot verlenging van toepassing zijn, tenzij de wet, de regeling of deze leidraad anders bepaalt. Voor beschikkingen op aanvraag geldt daarom een termijn van acht weken met de mogelijkheid hiervan af te wijken door een redelijke termijn te noemen (zie artikel 4:13, 4:14 en 4:15 Awb). Voor het beslissen op bezwaarschriften geldt een verdagingstermijn van maximaal zes weken en de mogelijkheid tot verder uitstel in gezamenlijk overleg (artikel 7:10 AWB).Voor het beslissen op beroepschriften bij administratief beroep geldt een verdagingstermijn van maximaal zes weken en de mogelijkheid tot verder uitstel in gezamenlijk overleg (artikel 7:24 Awb). Voor administratief beroep geldt een termijn van twintig weken met de mogelijkheid tot verlenging met vier weken en de mogelijkheid tot verder uitstel in gezamenlijk overleg Het uitgangspunt met betrekking tot de AWB-conforme werkwijze geldt niet voor de regeling inzake de dwangsom bij niet tijdig beslissen (4:17 AWB). Het laatste betekent dat bij de uitvoering van de wet de dwangsom uitsluitend van toepassing is op de volgende gevallen: - bezwaarschriften tegen beschikkingen invorderingsrente als bedoeld in artikel 30, eerste lid, van de wet; - bezwaarschriften tegen beschikkingen aansprakelijkstelling als bedoeld in artikel 49, eerste lid, van de wet; - bezwaar- en beroepschriften als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Kostenwet invordering rijksbelastingen; - bezwaarschriften tegen beschikkingen kostenvergoeding bij een onrechtmatig opgelegde verplichting als bedoeld in artikel 62a, eerste lid, van de wet; - bezwaarschriften tegen beschikkingen bestuurlijke boete als bedoel in artikel 63b van de wet. Een andere bepaling uit de Awb die van toepassing is bij invordering is artikel 4.84 Awb. Op grond van die bepaling is het mogelijk af te wijken van de beleidsregels zoals die zijn opgenomen in deze leidraad. Dit is gerechtvaardigd als toepassing van die regels voor een of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die vanwege bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de doelen die de leidraad dient. Dit laatste zal slechts bij hoge uitzondering aan de orde zijn. Het afwijken van beleidsregels leidt in de regel immers tot schending van het gelijkheidsbeginsel. Er moet dus sprake zijn van daadwerkelijk bijzondere omstandigheden op grond waarvan onverkorte toepassing van de leidraad onevenredig nadeel voor de betrokkene zou opleveren. Dit criterium gaat aanzienlijk verder dan een belangenafweging als bedoeld in artikel 3:4 Awb. Naast het zoveel mogelijk handelen in overeenstemming met de Awb moet de invorderingsambtenaar bij zijn handelen de algemene beginselen van behoorlijk bestuur in acht te nemen, ook als sprake is van privaatrechtelijke handelingen (beslag, executoriale verkoop en dergelijke). Dit betekent onder meer dat als de belastingschuldige in een verzoek aan de BWB aannemelijk heeft gemaakt dat er gegronde twijfels zijn bij de verschuldigdheid van een Pagina 17 van 124

onherroepelijk geworden belastingaanslag, de invorderingsambtenaar de belastingaanslag marginaal toetst. Onder een onherroepelijk vaststaande belastingaanslag wordt in dit verband verstaan een belastingaanslag waartegen geen bezwaar of beroep meer open staat en waarvoor evenmin een ambtshalve beoordeling mogelijk is in verband met termijnoverschrijding. Wanneer bij de marginale toetsing blijkt dat een belastingaanslag in materiële zin niet verschuldigd kan worden geacht, neemt de invorderingsambtenaar voor een dergelijke aanslag geen invorderings-maatregelen. Onder invorderingsmaatregelen worden niet alleen dwangmaatregelen zoals de tenuitvoerlegging van een dwangbevel, maar ook de verrekening van een belastingaanslag met belastingteruggaven begrepen. Uitgangspunt hierbij is dat de marginale toetsing zich beperkt tot feiten die de invorderingsambtenaar bekend zijn op het moment dat hij tot invordering overgaat. De verrekening van een belastingaanslag waarvan is gebleken dat die in materiële zin niet verschuldigd is met een belastingteruggave wordt niet ongedaan gemaakt, tenzij het verzoek daartoe heeft plaatsgevonden binnen één maand nadat de verrekening is bekendgemaakt. 1.1.6. Keuze uit verschillende invorderingsmaatregelen Als de invordering op verschillende manieren kan plaatsvinden, geeft de invorderingsambtenaar de voorkeur aan de eenvoudigste, snelste en minst kostbare wijze. 1.1.7. Invorderingsmaatregelen tegen grote bedrijven Als de invorderingsambtenaar invorderingsmaatregelen wil treffen die het voortbestaan kunnen bedreigen van een bedrijf met meer dan vijftig werknemers, dan vraagt hij daartoe toestemming van het dagelijks bestuur. Onder een bedrijf wordt in dit verband ook verstaan een geheel van bij elkaar behorende bedrijven of een zelfstandig uitgeoefend beroep. Beslaglegging hoeft niet het hiervoor bedoelde effect te hebben, als de invorderingsambtenaar op een zodanige wijze kan handelen dat derden daarvan geheel onwetend blijven. De invorderingsambtenaar vraagt altijd toestemming als: - met de beslaglegging op korte termijn de verkoop van (een deel van) de activa van het bedrijf wordt beoogd; - door de beslaglegging de werkvoorraad en/of geldmiddelen geheel of nagenoeg geheel worden vastgelegd; - derden niet onkundig blijven van de beslaglegging, zoals steeds het geval is bij derdenbeslag; - de invorderingsambtenaar aan een schuldeiser zodanige inlichtingen omtrent openstaande belastingaanslagen verstrekt, dat deze kunnen dienen als steunvorderingen bij het aanvragen van faillissement door die schuldeiser. 1.1.8. Voor de invordering minder geschikte dagen De invorderingsambtenaar zal geen invorderingsmaatregelen nemen tegen particulieren op dagen die daarvoor minder geschikt kunnen worden geacht, als die maatregelen zonder bezwaar naar een later tijdstip kunnen worden verschoven. Deze terughoudendheid geldt bij ondernemers slechts voor zover sprake is van invorderingsmaatregelen die betrekking hebben op bezittingen die tot de privésfeer kunnen worden gerekend. De terughoudendheid geldt niet als de invorderingsambtenaar een Pagina 18 van 124

naheffingsaanslag als bedoeld in artikel 9, achtste lid van de wet terstond invordert. Voor invordering minder geschikte dagen zijn met name: - de Nieuwjaarsdag, de Christelijke tweede Paas- en Pinksterdag, de beide Kerstdagen, de Hemelvaartsdag, de dag waarop de verjaardag van de Koning wordt gevierd, de vijfde mei en de Goede Vrijdag, alle met inbegrip van de daaraan voorafgaande en de daarop volgende dag; - regionaal vrij algemeen erkende feest- en gedenkdagen met inbegrip van de daaraan voorafgaande en de daaropvolgende dag; - de dagen tussen de beide Kerstdagen en Nieuwjaarsdag. 1.1.9. Binnenkomst van bescheiden Als aan het indienen van bepaalde bescheiden rechtsgevolgen zijn verbonden dan wel rechten kunnen worden ontleend en indiening gebeurt bij een onbevoegd orgaan, dan geldt als datum van binnenkomst van die stukken de datum van binnenkomst bij dat onbevoegde orgaan. Dit geldt ook als dergelijke bescheiden worden ingediend bij een andere autoriteit waarvan de indiener meende en redelijkerwijs kon menen- dat deze autoriteit de tot ontvangst bevoegde instantie was. Als de functie van de belastingdeurwaarder of de invorderingsambtenaar voor de indiening van belang is en het indienen bij een andere ambtenaar heeft plaatsgevonden, dan wordt de indiening geacht te hebben plaatsgevonden bij de belastingdeurwaarder of de invorderingsambtenaar. Als de invorderingsambtenaar in de tussentijd heeft verrekend of dwangmaatregelen heeft genomen ter invordering van de belastingschuld, dan blijven deze gehandhaafd als hij niet van de indiening op de hoogte was en er redelijkerwijs ook niet van op de hoogte kon zijn. Onder dwangmaatregelen moeten in dit verband worden verstaan: alle maatregelen in het kader van de dwanginvordering respectievelijk invordering langs civielrechtelijke weg, en het aansprakelijk stellen van derden. 1.1.10. Positie belastingdeurwaarder Een belastingdeurwaarder is een daartoe door het dagelijks bestuur aangewezen ambtenaar van de BWB, dan wel een als belastingdeurwaarder van de BWB aangewezen gerechtsdeurwaarder, bedoeld in de Gerechtsdeurwaarderswet. In de uitoefening van zijn functie is de belastingdeurwaarder bestuursorgaan in de zin van de Awb, dan wel handelt hij onder de verantwoordelijkheid van een bestuursorgaan (de invorderingsambtenaar). Als zodanig vervult hij zijn taak zonder vooringenomenheid. Hij gebruikt zijn bevoegdheid niet voor een ander doel dan waarvoor die bevoegdheid is verleend. Hij waakt ervoor dat de nadelige gevolgen van zijn handelen niet onevenredig zijn in verhouding tot de doelen die hij met die handelingen dient. Om misverstanden te voorkomen, meldt de belastingdeurwaarder steeds in welke hoedanigheid hij optreedt en hij legitimeert zich desgevraagd. Op grond van artikel 67 van de wet is het de belastingdeurwaarder verboden om hetgeen hem over de persoon of de zaken van een ander blijkt of wordt meegedeeld - in enige werkzaamheid bij de uitvoering van de wet, of in verband daarmee - verder bekend te maken dan nodig is voor de uitvoering van de wet of voor de heffing van enige belasting. De leiding van de invordering berust steeds in handen van de invorderingsambtenaar. Dit Pagina 19 van 124

brengt met zich mee dat de belastingdeurwaarder de bevoegdheden die hij rechtstreeks ontleent aan de wet en aan het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, slechts uitoefent nadat hij daartoe een opdracht van de invorderingsambtenaar heeft verkregen en zich bij de uitoefening van die bevoegdheden houdt aan diens aanwijzingen. Op grond van artikel 9:1 Awb heeft een ieder het recht om een klacht in te dienen over de wijze waarop de belastingdeurwaarder zich jegens hem of een ander heeft gedragen. Klachten in verband met zijn ambtsuitoefening kunnen worden ingediend bij de invorderingsambtenaar in wiens opdracht en onder wiens verantwoordelijkheid de belastingdeurwaarder werkzaam is. 1.1.11. Bewaren invorderingsbescheiden De invorderingsambtenaar bewaart de bescheiden die direct betrekking hebben op de invordering gedurende drie jaar na afdoening, of zoveel langer als het recht tot dwanginvordering van de belastingaanslag die daaraan ten grondslag ligt nog niet is verjaard. De bescheiden die op kwijtschelding betrekking hebben, worden gedurende ten minste drie jaar na de verleende kwijtschelding bewaard, of zoveel langer als redelijkerwijs nog niet kan worden aangenomen dat zij hun belang definitief hebben verloren. Bescheiden die geen betrekking hebben op één of meer bepaalde belastingaanslagen, worden eveneens gedurende ten minste drie jaar bewaard, of zoveel langer als redelijkerwijs nog niet kan worden aangenomen dat zij hun belang definitief hebben verloren. 1.1.12. Verklaring inzake nakoming fiscale verplichtingen Op verzoek van de belastingschuldige of zijn gemachtigde geeft de invorderingsambtenaar een verklaring af, dat op dat moment geen belastingaanslagen of andere vorderingen openstaan waarvan de invordering aan de invorderingsambtenaar is opgedragen. Tevens verklaart de invorderingsambtenaar desgevraagd dat zich in het verleden - voor wat betreft de invordering - geen moeilijkheden hebben voorgedaan. In de verklaring kan de invorderingsambtenaar nadere bijzonderheden vermelden. De invorderingsambtenaar zendt de verklaring aan het adres van de belastingschuldige of reikt deze aan hem uit. Toezending of uitreiking aan een ander dan de belastingschuldige blijft achterwege, tenzij de invorderingsambtenaar zich ervan heeft overtuigd dat die ander tot ontvangst van de verklaring bevoegd is. 1.1.13. Informatieplicht De invorderingsambtenaar maakt van de bevoegdheden van hoofdstuk VII van de wet enkel gebruik bij een betalingsachterstand, dat wil zeggen als niet is betaald binnen de betalingstermijn(en) die voor de belastingaanslag geldt/gelden. De informatieplicht vervalt zodra volledige betaling plaatsvindt. De invorderingsambtenaar kan altijd gebruik maken van zijn bevoegdheid van hoofdstuk VII als de toepassing van artikel 10 van de wet aan de orde kan komen. 1.1.14. Diplomatieke status De invordering van belastingschulden van personen met een diplomatieke status gebeurt door tussenkomst van de minister van Buitenlandse Zaken. De invorderingsambtenaar richt een verzoek om bemiddeling rechtstreeks tot: Pagina 20 van 124

Ministerie van Buitenlandse Zaken Directie Kabinet en Protocol Postbus 20061 2500 EB s-gravenhage 1.2. Toepassingsgebied Het eerste lid van artikel 1 van de wet regelt het toepassingsgebied van de wet. Het tweede lid bepaalt dat een deel van de Awb niet van toepassing is op de wet. De invorderingsambtenaar handelt zoveel mogelijk in overeenstemming met de Awb. (Zie ook artikel 1.1.5. van deze Leidraad) Artikel 2 Begrippen In aansluiting op artikel 2 van de wet beschrijft dit artikel het beleid over het begrip woonplaats. 2.1. Woonplaats De begrippen woonplaats en plaats van vestiging hebben bij de uitvoering van de wet niet steeds dezelfde inhoud. Als het gaat om de betekening van stukken of om andere handelingen overeenkomstig het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, sluit de invorderingsambtenaar aan bij het begrip woonplaats als bedoeld in de artikelen 1:10 en volgende van het BW. Bij de aansprakelijkheidsbepalingen van Afdeling 1 van Hoofdstuk VI van de wet ligt het voor de hand om aan te sluiten bij de begrippen woonplaats en plaats van vestiging die gelden voor de gemeentelijke en waterschapsverordening op grond waarvan de belastingschuld - waarvoor de aansprakelijkheid bestaat - is ontstaan. Artikel 3 Bevoegdheden invorderingsambtenaar Artikel 3 van de wet geeft een afbakening van de bevoegdheden van de invorderingsambtenaar. De invorderingsambtenaar treedt in alle rechtsgedingen die voortvloeien uit de uitoefening van zijn taak als zodanig in rechte op (artikel 3, tweede lid). De bepalingen van deze leidraad zijn zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing op de invordering op civielrechtelijke wijze. Dat de invorderingsambtenaar ten aanzien van de invordering ook over de bevoegdheden beschikt die een schuldeiser op grond van het privaatrecht heeft is thans geregeld in artikel 4:124 Awb. De invorderingsambtenaar treedt in alle rechtsgedingen die voortvloeien uit de uitoefening van zijn taak als zodanig in rechte op. In aansluiting op artikel 3 van de wet beschrijft dit artikel het beleid over: - de fiscale en civiele bevoegdheden van de invorderingsambtenaar; - het leggen van conservatoir beslag; - het vragen van toestemming bij gerechtelijke procedures; - de Rijksadvocaat; - faillissementsaanvraag. Pagina 21 van 124