PROTOCOL HOUDENDE DE CONCLUSIES VAN DE ONDERHANDELINGEN VAN 31 JANUARI, 21 FEBRUARI EN 2 MEI 2005 DIE GEVOERD WERDEN IN HET

Vergelijkbare documenten
Protocol tot regeling van de bescherming van de klokkenluiders

SECTORCOMITE XVIII VLAAMSE GEMEENSCHAP EN VLAAMS GEWEST. protocol nr

Vlaamse overheid. SECTORCOMITE XVIII VLAAMSE GEMEENSCHAP EN VïUMS GEWEST. protocol nr

SECTORCOMITE XVIII VLAAMSE GEMEENSCHAP EN VLAAMS GEWEST. protocol nr

SECTORCOMITE XVIII VLAAMSE GEMEENSCHAP EN VLAAMS GEWEST. protocol nr

protocol nr Over

SECTORCOMITE XVIII VLAAMSE GEMEENSCHAP EN VLAAMS GEWEST. protocol nr

protocol nr Over

protocol nr Over

PROTOCOL HOUDENDE DE CONCLUSIES VAN DE ONDERHANDELINGEN VAN 20 APRIL 2009 DIE GEVOERD WERDEN IN HET SECTORCOMITE VIII

SECTORCOMITE XVIII VLAAMSE GEMEENSCHAP EN VLAAMS GEWEST. protocol nr BIS VERVANGT HET PROTOCOL NR

protocol nr Over

SECTORCOMITE XVIII VLAAMSE GEMEENSCHAP EN VLAAMS GEWEST. protocol nr

SECTORCOMITE XVIII VLAAMSE GEMEENSCHAP EN VLAAMS GEWEST. protocol nr

?pa. Vlaamse overheid -97' - telethuiswerk. protocol nr

SECTORCOMITE XVIII VLAAMSE GEMEENSCHAP EN VLAAMS GEWEST. protocol nr

Maamse overheid. protocol nr Over. Wijzigingen aan de rechtspositieregeling van het personeel van het UZ Gent (personeelspunten)

PROTOCOL HOUDENDE DE CONCLUSIES VAN DE ONDERHANDELINGEN VAN 19 JANUARI 2009 DIE GEVOERD WERDEN IN HET SECTORCOMITE VIII

protocol nr

SECTORCOMITE XVIII VLAAMSE GEMEENSCHAP EN VLAAMS GEWEST. protocol nr

protocol nr Over Algemene statutarisatie binnen het UZ Gent Agentschap voor overheidspersoneel

SECTORCOMITE XVIII VLAAMSE GEMEENSCHAP EN VLAAMS GEWEST. protocol nr

Vlaamse overheid. protocol nr

protocol nr Over

protocol nr Over VRT: Ouderschapsverlof Agentschap voor overheidspersoneel SECTORCOMITE XVI I I VLAAMSE GEMEENSCHAP EN VLAAMS GEWEST

Ontwerprondzendbrief DVO/BZ/P&0/2007 m.b.t. uitvoering sectoraal akkoord rechtsbijstand

protocol nr Agentschap voor Overheidspersoneel SECTORCOMITE XVIII VLAAMSE GEMEENSCHAP EN VLAAMS GEWEST

protocol nr Over Uitvoering akkoord " federale gezondheidssectoren -publieke sector " in de OPZ's Geel en Rekem

SECTORCOMITE XVIII VLAAMSE GEMEENSCHAP EN VLAAMS GEWEST. protocol nr

protocol nr Over

protocol nr Over

Vlaamse overheid -37'

protocol nr Agentschap voor Overheidspersoneel SECTORCOMITE XVII I VLAAMSE GEMEENSCHAP EN VLAAMS GEWEST

- Verhoging van de leeftijdsgrens voor het recht op ouderschapsverlof tot 12 jaar. protocol nr

protocol nr

Lutgart De Buel 02/

SECTORCOMITE XVIII VLAAMSE GEMEENSCHAP EN VLAAMS GEWEST. protocol nr

SECTORCOMITE XVIII VLAAMSE GEMEENSCHAP EN VLAAMS GEWEST. protocol nr

protocol nr Over

- Gecontingenteerd verlof bij overlevingspensioen. \rsaarnsg: overheid ' protocol nr

SECTORCOMITE XVIII VLAAMSE GEMEENSCHAP EN VLAAMS GEWEST. protocol nr

- Verlenging stage voor statutaire personeelsleden met een leidinggevende. protocol nr

SECTORCOMITE XVIII VLAAMSE GEMEENSCHAP EN VLAAMS GEWEST

protocol nr Over VRT: aanpassing van het reglement aanvullend bedrijfspensioenplan voor contractuele medewerkers

protocol nr Over

Omzendbrief inzake toekenning van een fietsvergoeding voor het woonwerkverkeer

Vlaamse overheid. Agentschap voor overheidspersoneel. Over

SECTORCOMITE XVIII VLAAMSE GEMEENSCHAP EN VLAAMS GEWEST. protocol nr

SECTORCOMITE XVIII VLAAMSE GEMEENSCHAP EN VLAAMS GEWEST i;!

protocol nr Over

protocol nr

SECTORCOMITE XVIII VLAAMSE GEMEENSCHAP EN VLAAMS GEWEST. protocol nr

protocol nr Over

SECTORCOMITE XVIII VLAAMSE GEMEENSCHAP EN VLAAMS GEWEST. protocol nr

SECTORCOMITE m11 VLAAMSE GEMEENSCHAP EN VLAAMS GEWEST

PROTOCOL nr. 144 HOUDENDE DE CONCLUSIES VAN DE ONDERHANDELINGEN DIE GEVOERD WERDEN IN DE VERGADERING VAN SECTORCOMITE X OP 17 OKTOBER 2006.

UZ Gent: Wijziging aan de toelatingsvoorwaarden voor de sectorvoorzitter

g g SECTORCOMITE XVIII VLAAMSE GEMEENSCHAP EN VLAAMS GEWEST protocol nr

SECTORCOMITE XVIII VLAAMSE GEMEENSCHAP EN VLAAMS GEWEST. protocol nr

protocol nr Over

protocol nr

IN HET SECTORCOMITE XVIII VLAAMSE GEMEENSCHAP EN VLAAMS GEWEST

- de Algemene Centrale der Openbare Diensten, vertegenwoordigd door:

protocol nr over de loodsenproblematiek VAN 27 NOVEMBER, 7 en 12 DECEMBER 1995 DIE GEVOERD

Ontwerp van sectoraal akkoord voor het instructiepersoneel van de VDAB

Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.11 - September

protocol nr Over

protocol nr Over

protocol nr Over

SECTORCOMITE XVIII VLAAMSE GEMEENSCHAP EN VLAAMS GEWEST

SECTORCOMITE XVIII VLAAMSE GEMEENSCHAP EN VLAAMS GEWEST

PROTOCOL HOUDENDE DE CONCLUSIES VAN DE ONDERHANDELINGEN VAN 19 EN 27 SEPTEMBER 2000 DIE GEVOERD WERDEN IN HET SECTORCOMITE XVIII

Agentschap voor Overheidspersoneel SECTORCOMITE XVIII VLAAMSE GEMEENSCHAP EN VLAAMS GEWEST

departement Algemene Zaken en Financiën 4 aùminricnri% Arnbzìwamzdh

SECTORCOMITE XVIII VLAAMSE GEMEENSCHAP EN VLAAMS GEWEST

SECTORCOMITE XVIII VLAAMSE GEMEENSCHAP EN VLAAMS GEWEST

over 1. mevr. Hilde CREVITS, Viceminister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Onderwijs voorzitter;

SECTORCOMITE XVIII VLAAMSE GEMEENSCHAP EN VLAAMS GEWEST

F g F w SECTORCOMITE XVIII VLAAMSE GEMEENSCHAP EN VLAAMS GEWEST

SECTORCOMITE XVIII VLAAMSE GEMEENSCHAP EN VLAAMS GEWEST. protocol. nr

SECTORCOMITE XVIII VLAAMSE GEMEENSCHAP EN VLAAMS GEWEST. protocol nr

SECTORCOMITE XVIII VLAAMSE GEMEENSCHAP EN VLAAMS GEWEST

SECTORCOMITE XVIII VLAAMSE GEMEENSCHAP EN VLAAMS GEWEST

SECTORCOMITE XVIII VLAAMSE GEMEENSCHAP EN VLAAMS GEWEST. protocol nr

- afschaffing minimumafstandsgrenzen. - uitvoering van het sectoraal akkoord ; SECTORCOMTTE m n VLAAMSE GEMEENSCHAP EN VLAAMS GEWEST

SECTORCOMITE XVIII VLAAMSE GEMEENSCHAP EN VLAAMS GEWEST. protocol nr

Uitvoering Sectoraal Akkoord : Functies die in aanmerking komen voor een ervaringsbewijs

SECTORCOMITE XVIII VLAAMSE GEMEENSCHAP EN VLAAMS GEWEST

NOTULEN VAN DE VERGADERING VAN 6 NOVEMBER 2006

Agentschap voor overheidspersoneel SECTORCOMITE XVIII VLAAMSE GEMEENSCHAP EN VLAAMS GEWEST. protocol nr

MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP

protocol nr

NOTULEN VAN DE VERGADERING VAN 30 NOVEMBER 2009

p g= SZ: F g SECTORCOMITE XVIII VLAAMSE GEMEENSCHAP EN VLAAMS GEWEST protocol nr

COMITE VOOR DE PROVINCIALE EN PLAATSELIJKE OVERHEIDSDIENSTEN Afdeling 2 Onderafdeling "Vlaamse Gemeenschap".

NOTULEN VAN DE VERGADERING VAN 22 JULI 2008 I AGENDA. 1. Sectoraal Akkoord : uitvoering stand van zaken;

Vlaamse overheid.yt' SECTORCOMITE XVIII VLAAMSE GEMEENSCHAP EN VLAAMS GEWEST. ~rotocol nr

NOTULEN VAN DE VERGADERING VAN 9 OKTOBER 2006

SECTORCOMITE XVIII VLAAMSE GEMEENSCHAP EN VLAAMS GEWEST. protocol nr

Transcriptie:

SECTORCOMITE XVIII VLAAMSE GEMEENSCHAP EN VLAAMS GEWEST protocol nr. 216.693 PROTOCOL HOUDENDE DE CONCLUSIES VAN DE ONDERHANDELINGEN VAN 31 JANUARI, 21 FEBRUARI EN 2 MEI 2005 DIE GEVOERD WERDEN IN HET SECTORCOMITE XVIII VLAAMSE GEMEENSCHAP EN VLAAMS GEWEST Over Ontwerp van protocol tot regeling van de bescherming van de klokkenluiders

vervolg protocol nr. 2 16.693 door de afvaardiging van de overheid, samengesteld uit: vaste leden 1. de heer Yves Leterme, minister-president van de Vlaamse regering, voorzitter; 2. de heer Geert Bourgeois, Vlaams minister van Bestuurszaken, Buitenlands Beleid, Media en Toerisme, ondervoorzitter; 3. de heer Dirk Van Mechelen, Vlaams minister van Financiën en Begroting en Ruimtelijke Ordening; enerzijds, en de afvaardigingen van de drie representatieve vakbonden: - de Algemene Centrale der Openbare Diensten, vertegenwoordigd door: de heer Hilaire Berckmans - de Federatie van de Christelijke Syndicaten der Openbare Diensten die onder meer de Christelijke Centrale van de Openbare Diensten en de ACV-Transport en Communicatie groepeert, vertegenwoordigd door: mevrouw Ann Vermorgen - het Vrij Syndicaat van het Openbaar Ambt, vertegenwoordigd door: de heer Jos Mermans anderzijds,

vervolg protocol nr. 2 16.693 3 Werd een eenparig akkoord afgesloten over bijgaand ontwerp van protocol tot regeling van de bescherming van de klokkenluiders. Bijgaand document maakt integraal deel uit van dit protocol De afvaardiging van het Vrij Syndicaat van het Openbaar Ambt wenst echter nog volgende opmerkingen te maken. Deze afvaardiging is van oordeel dat de periode van 2 jaar waarin het personeelslid beschermd wordt onvoldoende is. De bescherming moet onbeperkt gelden voor zover zij te maken heeft met de gemelde feiten. Daarenboven moet voor het personeelslid de bescherming automatisch verworven worden. Daarnaast is deze afvaardiging van oordeel dat de adviezen van de ombudsman een bindend karakter moeten hebben. Teneinde drempelverlagend te kunnen werken is de afvaardiging van het Vrij Syndicaat van het Openbaar Ambt van oordeel dat een klacht of een melding ook door of via een representatieve vakorganisatie moet kunnen gebeuren. Brussel, 2 3-05- 2005 DE AFVAARDIGING VAN DE REPRESENTATIEVE VAKORGANISATIES: DE AFVAARDIGING VAN DE OVERHEID Voor de Federatie van de Christelijke Syndicaten der Openbare Diensten i') Yves Let Y rme Ministep-president van de Vlaamse re A' Geert Bourgeois Vlaams minister van Bestuurszaken, Buitenlands Beleld, Media en Toerlsme Dirk Van Mechelen Vlaams minister van Financiën en Begroting en Ruimtelijke Ordening,

Bi j lage protocol nr. 21 6.693 ( Protocol tot regehg van de bescherming van de klokkenluiders l Tussen de Vlaamse Regering, vertegenwoordigd door de heer Yves Leterme, minister-president van de Vlaamse Regering en de heer Geert Bourgeois, Vlaams minister van Bestuurszaken, Buitenlands Beleid, Media en Toerisme en de Vlaamse Ombudsdienst, vertegenwoordigd door de heer Bernard Hubeau, Vlaams Ombudsman I wordt het volgende overeengekomen : Artikel 1. In dit protocol wordt verstaan onder : 1 " het personeelslid : de ambtenaar, de stagiair en het contractuele personeelslid van een Vlaamse overheidsdienst; 2" de hiërarchische meerdere : de secretaris-generaal van een departement van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap of het instellingshoofd van een Vlaamse wetenschappelijke instelling of de leidend ambtenaar van een Vlaamse openbare instelling of het hoofd van een departement of van een intern of extern verzelfstandigd agentschap, onder wiens gezag het personeelslid werkzaam is, het hoofd van het secretariaatspersoneel van een strategische adviesraad; 3" het Ombudsdecreet : het decreet van 7 juli 1998 houdende instelling van de Vlaamse Ombudsdienst: 4" de Vlaamse Ombudsman : de instantie zoals bepaald in artikel 2 van het Ombudsdecreet; 5" een onregelmatigheid : een nalatigheid, misbruik of misdrijf, zoals bepaald in en gemeld volgens de voorwaarden van artikel 3,52 van het Ombudsdecreet; 6" bescherming : de bescherming door de Vlaamse Ombudsman van het personeelslid, dat een onregelmatigheid meldt, zoals omschreven in artikel 17 bis van het Ombudsdecreet; 7" bevoegde overheid : de overheid die volgens de toepasselijke rechtspositieregeling van het personeel bevoegd is om de tuchtstraf of maatregel te nemen; 8" Vlaamse overheidsdienst : het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, een Vlaamse wetenschappelijke instelling, een Vlaamse openbare instelling, dan wel een departement, een intern of een extern verzelfstandigd agentschap, het secretariaatspersoneel van een strategische adviesraad: 9" de functioneel bevoegde minister : het lid van de Vlaamse Regering, dat overeenkomstig de bevoegdheidsverdeling binnen deze regering bevoegd is voor het specifiek beleid inzake personeel.

Protocol tot regeling van de bescherming van de klokkenluiders Art. 2. Dit protocol is van toepassing op de Vlaamse overheidsdiensten. HOOFDSTUK 3. PROCEDURE VOOR DE INWERKINGTREDING VAN DE BESCHERMING Art. 3. 91. Het personeelslid dat een onregelmatigheid meldt bij de Vlaamse Ombudsman kan op zijn verzoek onder de bescherming van de Vlaamse Ombudsman worden geplaatst. Dit verzoek kan aan de Vlaamse Ombudsman worden gericht, hetzij op het ogenblik van de melding van de onregelmatigheid aan de Vlaamse Ombudsman, hetzij in de loop van het onderzoek door de Vlaamse Ombudsman. 92. De Vlaamse Ombudsman gaat in een preliminair onderzoek na of de melding van de onregelmatigheid ontvankelijk en niet kennelijk ongegrond is. Als de Vlaamse Ombudsman van oordeel is dat de melding van de onregelmatigheid onontvankelijk of kennelijk ongegrond is, deelt hij dit met opgave van redenen binnen een termijn van 25 werkdagen mee aan het personeelslid. Als de Vlaamse Ombudsman de melding van de onregelmatigheid ontvankelijk en niet kennelijk ongegrond acht, meldt hij binnen een zelfde termijn van 25 werkdagen aan het personeelslid dat hij de zaak opneemt en het onderzoek start naar de gemelde onregelmatigheid. In uitzonderlijke omstandigheden en mits duidelijke motivering kan de in het tweede en het derde lid vermelde termijn van 25 werkdagen eenmaal worden verlengd met dezelfde duur. De Vlaamse Ombudsman brengt het personeelslid hieivan op de hoogte. De termijn van 25 werkdagen, vermeld in het tweede en het derde lid, begint te lopen vanaf de dag volgend op de dag van de melding van de onregelmatigheid, bedoeld in 91. 53. Voor zover het personeelslid de bescherming heeft gevraagd en het preliminair onderzoek heeft uitgewezen dat de melding van de onregelmatigheid ontvankelijk en niet kennelijk ongegrond is, deelt de Vlaamse Ombudsman aan het personeelslid mee dat hij hem onder zijn bescherming plaatst. Tevens brengt hij de hiërarchische meerdere van het personeelslid op de hoogte dat het personeelslid onder zijn bescherming is geplaatst. HOOFDSTUK 4. DUUR VAN DE BESCHERMING Art. 4. 91. De bescherming heeft uitwerking vanaf de eerste vastgestelde melding van de onregelmatigheid door het personeelslid, uitgezonderd wat betreft de schorsing van de tuchtprocedures, waarvan de begindatum wordt bepaald in artikel 9. De Vlaamse Ombudsman bepaalt de datum van de eerste vastgestelde melding. De Vlaamse Ombudsman deelt de begindatum van de beschermingsperiode mee aan het personeelslid en aan de hiërarchische meerdere van het personeelslid. 92. De bescherming neemt een einde twee jaar na het afsluiten van het onderzoek naar de gemelde onregelmatigheid door de Vlaamse Ombudsman, zoals gespecificeerd in 94. 93. In afwijking van 92, wordt de bescherming onmiddellijk opgeheven indien tijdens of na het resultaat van het onderzoek blijkt dat de melding van de onregelmatigheid is gebeurd op basis van een foutieve of valse aangifte, die schade toebrengt aan een persoon of dienst. De Vlaamse Ombudsman brengt het personeelslid en de hiërarchische meerdere van het personeelslid onmiddellijk op de hoogte van de opheffing van de bescherming.

Protocol tot regeling van de bescherming van de klokkenluiders 94. Na het afsluiten van het onderzoek naar de gemelde onregelmatigheid, stelt de Vlaamse Ombudsman het personeelslid in kennis van het resultaat van het onderzoek. De datum van deze brief geldt als de datum van afsluiting van het onderzoek. Tevens deelt de Vlaamse Ombudsman de einddatum van de beschermingsperiode mee aan het personeelslid en aan de hiërarchische meerdere van het personeelslid. HOOFDSTUK 5. INHOUD VAN DE BESCHERMING Afdeling l. Algemene bepalingen Art. 5. Tijdens de beschermingsperiode kan de bevoegde overheid ten aanzien van het personeelslid slechts tuchtstraffen of andere openlijke en verdoken maatregelen nemen, voor zover deze tuchtstraffen of maatregelen geen verband houden met de melding van de onregelmatigheid, tenzij deze maatregelen worden getroffen op verzoek van het personeelslid. Art. 6. De bewijslast ten aanzien van de in artikel 5 bedoelde tuchtstraffen en maatregelen berust volledig bij de bevoegde overheid. Deze overheid verbindt er zich toe om in de motivering duidelijk aan te geven dat de tuchtstraf of maatregel geen verband houdt met de melding van de onregelmatigheid. Ook tijdens het onderzoek door de Vlaamse Ombudsman, zoals gespecificeerd in de artikelen 8 en 9, is de bevoegde overheid ertoe gehouden het bewijs te leveren dat er geen verband bestaat tussen de maatregel of de tuchtprocedure en de melding van de onregelmatigheid. Art. 7. De Vlaamse Ombudsman krijgt op zijn verzoek inzage van de administratieve onderzoeken, uitgevoerd door Interne Audit, betreffende een onregelmatigheid, waarover hij een melding heeft ontvangen. Afdeling 2. Andere maatregelen dan tuchtstraffen Art. 8. 91. Als het personeelslid vermoedt dat een maatregel, bedoeld in artikel 5 toch verband houdt met de melding van de onregelmatigheid, kan hij aan de Vlaamse Ombudsman vragen om dit mogelijke verband te onderzoeken. 92. De Vlaamse Ombudsman beoordeelt of er een mogelijk verband is tussen die maatregel en de melding van de onregelmatigheid. De Vlaamse Ombudsman vraagt aan het personeelslid of hij beroep heeft ingesteld of zal instellen overeenkomstig de toepasselijke rechtspositieregeling tegen de maatregel, bedoeld in 91. In voorkomend geval schort de Vlaamse Ombudsman het onderzoek op. Nadat de beroepsprocedure is beëindigd en het personeelslid de definitieve beslissing na beroep heeft meegedeeld aan de Vlaamse Ombudsman, zal de Vlaamse Ombudsman het onderzoek verder zetten, tenzij een gerechtelijke procedure werd ingesteld tegen de maatregel, bedoeld in 51. De Vlaamse Ombudsman vraagt aan het personeelslid of hij een gerechtelijke procedure heeft ingesteld tegen de maatregel, bedoeld in 91. In voorkomend geval blijft het onderzoek door de Vlaamse Ombudsman opgeschort. Nadat de gerechtelijke procedure is beëindigd en het personeelslid de uitspraak van de gerechtelijke procedure heeft meegedeeld aan de Vlaamse Ombudsman, zal de Vlaamse Ombudsman het onderzoek verder zetten. 93. De Vlaamse Ombudsman deelt het resultaat van zijn onderzoek mee aan het personeelslid en aan de hiërarchische meerdere.

Protocol tot regehg van de bescherming van de klokkenluiders 4 Als de Vlaamse Ombudsman van oordeel is dat er een mogelijk verband is tussen de maatregel, bedoeld in 91 en de melding van de onregelmatigheid, richt hij aan de bevoegde overheid het verzoek om de maatregel te herzien. De bevoegde overheid deelt binnen een termijn van 20 werkdagen na ontvangst van het verzoek aan de Vlaamse Ombudsman mee of zij al dan niet akkoord gaat met dat verzoek. Als de bevoegde overheid niet akkoord gaat met het verzoek van de Vlaamse Ombudsman of weigert uitvoering te geven aan zijn verzoek of niet antwoordt aan de Vlaamse Ombudsman binnen de voormelde termijn van 20 werkdagen, brengt de Vlaamse Ombudsman hierover verslag uit bij de Vlaamse minister, bevoegd voor het algemeen beleid inzake personeel en organisatieontwikkeling, die in overleg met de functioneel bevoegde minister een standpunt bepaalt en dit standpunt meedeelt aan de Vlaamse Ombudsman en aan de hiërarchische meerdere. Afdeling 3. Schorsing van tuchtprocedures Art. 9. 91. Vanaf het verzoek van het personeelslid om onder de bescherming van de Vlaamse Ombudsman te worden geplaatst, worden alle tuchtprocedures tot na het onderzoek door de Vlaamse Ombudsman, als bedoeld in 92, van rechtswege opgeschort. 92. De Vlaamse Ombudsman onderzoekt of de tuchtprocedure een mogelijk verband heeft met de melding van de onregelmatigheid. De Vlaamse Ombudsman deelt het resultaat van zijn onderzoek mee aan het personeelslid en aan de hiërarchische meerdere. 93. Als de Vlaamse Ombudsman van oordeel is dat er geen verband is tussen de tuchtprocedure en de melding van de onregelmatigheid, kan de bevoegde overheid de tuchtprocedure verder zetten. 94. Als de Vlaamse Ombudsman meent dat er een mogelijk verband bestaat tussen de tuchtprocedure en de melding van de onregelmatigheid, richt hij aan de bevoegde overheid het verzoek om de tuchtprocedure te beëindigen. De bevoegde overheid deelt binnen een termijn van 20 werkdagen na ontvangst van het verzoek aan de Vlaamse Ombudsman mee of zij al dan niet akkoord gaat met dat verzoek. Als de bevoegde overheid niet akkoord gaat met het verzoek van de Vlaamse Ombudsman of weigert uitvoering te geven aan zijn verzoek of niet antwoordt aan de Vlaamse Ombudsman binnen de voormelde termijn van 20 werkdagen, brengt de Vlaamse Ombudsman hierover verslag uit bij de Vlaamse minister, bevoegd voor het algemeen beleid inzake personeel en organisatieontwikkeling, die in overleg met de functioneel bevoegde minister zijn standpunt bepaalt en dit meedeelt aan de Vlaamse Ombudsman en aan de hiërarchische meerdere. 95. Dit artikel is niet van toepassing in het geval van opheffing van de bescherming, ingevolge artikel 4,93.

Protocol tot regeling van de bescherming van de klokkenluiders Art. 10. Na de ondertekening van het protocol zal de Vlaamse Regering zo spoedig mogelijk de nodige bepalingen ter implementatie van dit protocol opnemen in de rechtspositieregelingen van het personeel van de Vlaamse overheidsdiensten, die uitwerking zullen hebben met ingang van de datum, bedoeld in artikel 1 1. Art. 11. Dit protocol treedt in werking op de datum van de ondertekening ervan door de twee partijen. Brussel, (datum) Yves LETERME Geert BOURGEOIS Bernard HUBEAU Minister-president van de Vlaams minister van Vlaams Ombudsman Vlaamse Regering Bestuurszaken, Buitenlands Beleid, Media en Toerisme