Deze technische steekkaart bepaalt de eisen gesteld aan HDPE 100 buizen, hulpstukken en kokers MRS 10 MPa gebruikt in het drinkwaternet.

Vergelijkbare documenten
Kunststofbuissystemen voor drinkwatertransport - polyetheen PE - deel 2: Buizen.

4. VOORNAAMSTE DEFINITIES.

4. VOORNAAMSTE DEFINITIES.

4. VOORNAAMSTE DEFINITIES.

afdeling Watertechnologie cel Materialentechnologie

De nonnen en voorschriften waar naar verwezen wordt in de onderstaande tekst. zijn steeds deze met de recentste versie.

Deze technische steekkaart bepaalt de eisen gesteld aan HDPE 100 buizen, hulpstukken en kokers MRS 10 MPa gebruikt in het drinkwaternet.

4. VOORNAAMSTE DEFINITIES.

GEMEENSCHAPPELIJKE MATERIAAL VOORSCHRIFTEN. HD/PE 100 (MRS 10 Mpa)

HD/PE 100 SDR 11 ELEKTROLAS AANBOORZADELS

4. VOORNAAMSTE DEFINITIES.

2 De normen en voorschriften waar naar verwezen wordt in de onderstaande tekst, zijn steeds deze met de recentste versie.

20 De normen en voorschriften waar naar verwezen wordt in de onderstaande tekst, zijn steeds deze met de recentste versie.

KUNSTSTOFLEIDINGSYSTEMEN VAN POLYETHYLEEN (PE) VOOR DE DRINKWATERVOORZIENING EN VOOR DE AFVOER EN RIOLERING ONDER DRUK

KUNSTSTOFLEIDINGSYSTEMEN VAN ONGEPLASTICEERD POLY VINYL CHLORIDE (PVC-U) VOOR DRINKWATERVOORZIENINGEN EN VOOR BOVEN- EN ONDERGRONDSE RIOOLPERSLEIDING

Fysische eigenschappen voor materialen gebruikt in de koud water toepassing.

Fysische eigenschappen voor materialen gebruikt in de koud water toepassing.

Kunststofbuissystemen - Thermoplastische buizen - Bepaling van de weerstand tegen inwendige druk bij gelijkblijvende temperatuur.

TECHNISCHE STEEKKAART

AANBOORZADELS PN 10 VOOR PVC U EN PE HD LEIDINGEN

TYPE I: AANBOORZADEL MET GEÏNCORPOREERDE ZITTING VOOR INSTEEKSCHUIF EN FACULTATIEF EEN DIENSTKRAAN.

KUNSTSTOFLEIDINGSYSTEMEN VAN ONGEPLASTICEERD POLY VINYL CHLORIDE (PVC-U) VOOR TOEVOER, ONDERGRONDS EN IN GEBOUWEN, VAN DRINKWATER ONDER DRUK

3. ALGEMENE BESCHRIJVING HERSTELMETHODE (TABEL 1 ) EN AANVULLENDE KENNISREGELS

Geprefabriceerde PE kolom dn 63 met enkelzijdige aftakking. Geprefabriceerde PE kolom dn 63 met dubbele zijdelingse aftakking.

afdeling Watertechnologie - cel Materialentechnologie (+ stalen laskragen) PN 10/PN 16

2. NORMATIEVE REFERENTIES:

KUNSTSTOFLEIDINGSYSTEMEN VAN POLYETHYLEEN (PE) VOOR TOEVOER, ONDERGRONDS EN IN GEBOUWEN, VAN DRINKWATER ONDER DRUK

SVW - document nr. T.V./011/1-B bladzijde 2.

De siderocementbuis bestaat van binnen naar buiten uit volgende elementen:

afdeling Watertechnologie - cel Materialentechnologie

TECHNISCHE STEEKKAART

TECHNISCHE STEEKKAART nr FTS 50/03-A. Buizen, moffen en bochten in polyvinylchloride (PVC-U) MRS 25 MPa

Elke afwijking van de principetekening en de toegepaste technieken moeten ter goedkeuring voorgelegd worden aan de keuringsdienst van de VMW.

TECHNISCHE STEEKKAART

afdeling Watertechnologie - cel Materialentechnologie

Het membraan isoleert volledig het bedieningsmechanisme van het huis, zodat de bedieningsstang drooglopend is.

TECHNISCHE STEEKKAART nr FTS 40/01-A. Bouten, moeren en sluitringen in roestvrij staal

Het membraan isoleert volledig het bedieningsmechanisme van het huis, zodat de bedieningsstang drooglopend is.

PROBETON vzw Aarlenstraat 53/B Brussel Tel.: +32 (0) Fax : +32 (0) mail@probeton.be

TECHNISCHE STEEKKAART

HDPE KABELBESCHERMBUIS

PA (vezelversterkt) Koperlegering Cu Zn40 pb2 volgens DIN met een min. trekvastheid van 430 N/mm², kwaliteit F43 of RVS 304.

BESCHERMING VAN STALEN BUIZEN VOOR DISTRIBUTIENETTEN VAN AARDGAS DOOR UITWENDIGE BEKLEDING IN DRIE LAGEN OP BASIS VAN POLYETHYLEEN

3. TOEGELATEN MATERIALEN

Aluminaatcement mag niet gebruikt worden in contact met drinkwater of water bestemd voor de bereiding van drinkwater.

TECHNISCHE STEEKKAART

GEMEENSCHAPPELIJKE MATERIAAL VOORSCHRIFTEN

Domein van de accreditatie

3. TOEGELATEN MATERIALEN

TECHNISCHE STEEKKAART

AF document nr. T.V./054/1-H 2.

Afsluiters voor watervoorziening Eisen gesteld aan de geschiktheid en de beproeving ervan - Deel 1: Algemene eisen.

TECHNISCHE STEEKKAART nr FTS 20/01-A. Ondergrondse brandkranen

SVW staat voor "Samenwerking Vlaams Water" en verenigt de Vlaamse waterbedrijven (watervoorziening en afvalwaterzuivering)

SVW Document Nr.T.V./054/1-D 2.

TECHNISCHE VOORSCHRIFTEN

AF Document nr.t.v./054/1-e 2.

SIMONA AG. Stuiklashulpstukken van PE voor het transport van drinkwater. Productcertificaat K21703/05

BETONSTAAL MECHANISCHE VERBINDINGEN VAN BETONSTAAL

AF-document nr. T.V./004/1-A 2. WERKWIJZE.

Aluminaatcement mag niet gebruikt worden in contact met drinkwater of water bestemd voor de bereiding van drinkwater.

afdeling Watertechnologie - cel Materialentechnologie

4 De drukklassen van buizen en hulpstukken waarvan sprake in dit document zijn minimum klassen.

De normen waar naar verwezen wordt in de onderstaande tekst, zijn steeds deze met de recentste versie.

STALEN BUIZEN EN BIJHORENDE HULPSTUKKEN

KUNSTSTOFLEIDINGSYSTEMEN VAN: ONGEPLASTICEERD PVC (PVC-U) VOOR DE AFVOER VAN AFVALWATER (BIJ LAGE EN HOGE TEMPERATUUR) IN GEBOUWEN.

Tabel 4.1. Producten waarvoor geen norm bestaat

AF - document nr. T.V./071/1-D bladzijde 2.

Vlinderafsluiters in nodulair gietijzer met flenzen

3. DE VORM EN AFMETINGEN VAN DE STRAATPOTTEN: 4. OMLIJSTINGEN EN STEUNKADERS: 5. SAMENBOUW STRAATPOT, OMLIJSTING EN STEUNKADER:

SVW - document Nr. T.V./071/1-C bladzijde 2.

afdeling Watertechnologie - cel Materialentechnologie

AWW - IMWV - ISW A - IWV A - IWVB - PIDP A - TMVW - VMW TERUGSLAGKLEPPEN

Koudwatermeters DN 50

POLYETHYLEEN BUIZEN VOOR ONDERGRONDSE LEIDINGEN VOOR AARDGASDISTRIBUTIE

2 De normen en voorschriften waar naar verwezen wordt in de onderstaande tekst, zijn steeds deze met de recentste versie.

Wijzigingsblad BRL K Buizen van PE (Polyethyleen) voor het transport van drinkwater

KUNSTSTOFLEIDINGSYSTEMEN VAN: POLYPROPYLEEN (PP)VOOR DRUKLOZE ONDERGRONDSE AFVOER VAN AFVALWATER

II. WIJZE VAN AANSLUITEN OP BESTAANDE OF NIEUWE HOOFDLEIDINGEN:

RECHTE EN GEBOGEN KUNSTSTOF MUURDOORGANGSSTUKKEN VOOR AFTAKKINGEN EN HUN BIJBEHORENDE AFDICHTINGEN. PE/HD Ø 32 - Ø 63 mm

3. NORMATIEVE REFERENTIES:

- Herstelklemmen DN 2:: 3/4". - Aanboorklemmen met flensaftakking DN ~ ONDERWERP:

Leidingmaterialen tc Pc

TECHNISCHE STEEKKAART Nr. T.V./041/3-A bladzijde 2. Het vloeibaar twee componenten epoxyhars bevat minstens 60 % epoxyhars, verharder inbegrepen.

SVW staat voor "Samenwerking Vlaams Water" en verenigt de Vlaamse waterbedrijven (watervoorziening en afvalwaterzuivering)

TECHNISCHE STEEKKAART

TECHNISCHE STEEKKAART BOVENGRONDSE BRANDKRANEN. Nr. T.V./022/1-B. afdeling Assetbeheer - cel Assettechnologie. Datum:

v REGLEMENT PE LASSERS

BETONSTAAL GERIBDE en GEDEUKTE STAVEN GERIBDE en GEDEUKTE DRAAD met hoge ductiliteit

3. NORMATIEVE REFERENTIES:

GEWAPEND BETONSTAAL TRALIELIGGERS

Nederlandse vertaling KE 8. Februari 2018 Engelse versie. Keuringseis 8. Polyethyleen buizen voor het transporteren van gasvormige brandstoffen

beheersorganisme voor de controle van de betonproducten Tel. (02) Fax (02) RONDE DRAINEERBUIZEN VAN BETON

Plasson-oplossingen voor grote diameters

TECHNISCHE FICHE SNELCODE 0459/0022

KOMO Attest-met-productcertificaat K96771/01

afdeling Watertechnologie - cel Materialentechnologie

GEWAPEND BETONSTAAL GERIBDE KOUDVERVORMDE DRAAD

PE/PVC drukbuis en hulpstukken gas en water

Transcriptie:

TECHNISCHE STEEKKAART afdeling Assetbeheer - cel Assettechnologie Nr. T.V./057/6-J Datum: 25.04.19 Aantal bladzijden: 10 + 3 bijlagen. POLYETHYLEEN BUIZEN, HULPSTUKKEN EN KOKERS HD/PE 100 (MRS 10 MPa) voor dn 90 mm 1. INLEIDING. 1 Deze voorschriften vervangen in het geheel alle andere specificaties met betrekking op het behandeld onderwerp. Dit document stemt grotendeels overeen met het AF-document nr. T.V./053/1. 2 De normen en voorschriften waar naar verwezen wordt in de onderstaande tekst zijn deze van de recenste versie, voor zover ze de uitgiftedatum van deze steekkaart niet overschrijden. 2. ONDERWERP EN TOEPASSINGSGEBIED. Deze technische steekkaart bepaalt de eisen gesteld aan HDPE 100 buizen, hulpstukken en kokers MRS 10 MPa gebruikt in het drinkwaternet. 3. NORMATIEVE REFERENTIES. EN 12201-1: EN 12201-2: EN 12201-3: EN 12201-4: EN 12201-5: Kunststofbuissystemen voor drinkwatertransport - polyethyleen PE - deel 1: Algemeen. Kunststofbuissystemen voor drinkwatertransport - polyethyleen PE - deel 2: Buizen. Kunststofbuissystemen voor drinkwatertransport - polyethyleen PE - deel 3: Hulpstukken. Kunststofbuissystemen voor drinkwatertransport - polyethyleen PE - deel 4: Afsluiters. Kunststofbuissystemen voor drinkwatertransport - polyethyleen PE - deel 5: Geschiktheidsproeven. NBN T 42-009: Richtlijnen voor de opslag, de behandeling, het vervoer en het verbinden van thermoplastische buizen en toebehoren voor het transport van fluida. NBN T 42-010: Richtlijnen voor het uitvoeren van lasverbindingen.

TECHNISCHE STEEKKAART Nr. T.V./057/6-J bladzijde 2. 4. VOORNAAMSTE DEFINITIES. 4.1. Nominale druk (PN). De nominale druk is een alfanumerieke aanduiding met betrekking tot de inwendige druk die een leidingelement kan verdragen. Die aanduiding bestaat uit een symbool PN berekend met veiligheidscoëfficiënt C = 1,25 gevolgd door een getal dat, eventueel na afronding, gelijk is aan de getalwaarde van de berekende inwendige waterdruk, uitgedrukt in bar, die het leidingelement gedurende 50 jaar zonder breuk kan verdragen bij een temperatuur van 20 C. De nominale spanning σn en de nominale druk PN (die voor een gegeven leidingelement uit mekaar voortvloeien) worden bepaald door extrapolatie van langeduur drukproeven volgens ISO/TR 9080. Bij deze extrapolatie wordt normaal rekening gehouden met de minimum ontwerpcoëfficiënt. 4.2. Standaard afmeting verhouding (S.D.R.). De verhouding van de nominale uitwendige diameter dn van een buis tot zijn nominale (= minimale) wanddikte en. SDR = dn --> S = SDR - 1 S: buisserie en 2 Opmerking: PN = σn - σn in MPa S - PN in bar 1 bar = 0,1 MPa = 10 5 Pa; 1 MPa = 1 N/mm2. 4.3. Nominale diameter dn. De nominale diameter dn voor PE buizen en hulpstukken komt overeen met de uitwendige diameter. De toegelaten nominale diameters zijn: dn 90, 110, 160, 225, 280, 355, 450 en 560 mm. Nominale diameters dn > 560 mm worden projectmatig vastgelegd. 4.4. Diameterreeksen. De diameterreeksen zijn ingevoerd om het aantal proeven te optimaliseren. Onder diameterreeks wordt verstaan een groepering van diameters. Volgende diameterreeksen zijn voorzien: Ø reeks 1: dn 90, dn 110 en dn 160 Ø reeks 2: dn 225, dn 280 en dn 355 mm. PN 16 Ø reeks 3: dn 450, dn 560 PN 10 Ø reeks 4: dn > 560 mm (diameters en klasse projectmatig te bepalen)

TECHNISCHE STEEKKAART Nr. T.V./057/6-J bladzijde 3. In overleg met het orgaan dat de partijkeuringen en proeven uitvoert, wordt voor een aantal proeven uit de respectievelijke reeks een diameter overeengekomen en dit uiteraard per drukklasse PN 16 of PN 10 die dan representatief is voor deze reeks van diameters. Voor speciale toepassingen zoals PE kokerbuizen, gestuurde boring met productvoerende leiding in PE, relinen met een structureel dragende PE-buis en voor het aanleggen van PE-leidingen met grondbed en aanvullingen met de uitgegraven grond worden de extra opgelegde eisen aan het PE-buismateriaal opgegeven in de Algemene Technische Voorschriften (ATV) of in het bijzonder bestek van De Watergroep. 4.5. Overeenkomst tussen de nominale diameter dn van thermoplasten en de nominale diameter DN voor andere materialen. Thermoplasten dn (= uitwendige diameter in mm) 90 110 160 225 280 355 450 560 Andere materialen dan thermoplasten (gietijzer,(roestvast) staal) DN (= inwendige diameter in mm) 80 100 150 200 250 300 400 500 Opmerking: Voor uitwendige diameters dn > 560 (thermoplasten) wordt de overeenstemmende DN andere materialen projectmatig bepaald in het bijzonder bestek. 5. MATERIAALEISEN PE 100 BUIZEN, HULPSTUKKEN EN KOKERS. 5.1. PE 100 - grondstofmateriaal. De toegelaten grondstofmaterialen zijn: Fabrikant Grondstofmateriaal Code Ineos Polyolefins Eltex Tub 121 N3000 E15 Borealis HE3490-LS "BorSafe" N16 Borealis HE3490-IM "BorSafe" N21 Lyondell Basell Hostalen CRP 100 Black H10 Sabic Polyolefine Vestolen 6060 R10000 black V00 / V02 Deze lijst is niet limitatief en kan aangevuld worden met andere grondstofmaterialen op voorwaarde dat een erkend Belgisch organisme een attest kan afleveren dat het grondstofmateriaal voldoet aan de eisen gesteld in de Europese norm EN 12201-1.

TECHNISCHE STEEKKAART Nr. T.V./057/6-J bladzijde 4. Verder moeten deze grondstofmaterialen voldoen aan de Belgaqua eisen gesteld aan materialen in contact met drinkwater (Hydrocheck procedure). Opmerking: Gelet op het feit dat de kokers niet in contact komen met drinkwater, is een Hydrocheck attestering voor deze toepassing niet vereist. 5.2. Buizen, hulpstukken en kokers. De aan elkaar gelaste buizen, hulpstukken en kokers moeten dezelfde SDR-klasse hebben zoals hieronder respectievelijk opgelegd onder punt 5.2.1, 5.2.2 en 5.2.3. Uitzonderlijk kunnen ook hulpstukken met een hogere SDRklasse toegelaten worden. Bovendien moet voor de aanmaak van de buizen en hulpstukken virgin materiaal gebruikt worden. 5.2.1. Buizen. De buizen met uitwendige diameter dn 90 dn 355 zijn van de klasse PE 100 SDR 11 (PN 16) en voor dn 450 mm van de klasse PE 100 SDR 17 (PN 10). 5.2.2. Hulpstukken. Voor de hulpstukken (elektrolas- en spiehulpstukken) met dn 560 zijn de eisen van de Europese norm EN 12201-3 van toepassing en voor dn > 560 mm moeten de eisen overeengekomen worden tussen de bouwheer en de fabrikant. De elektro- en spiehulpstukken met dn 355 zijn steeds van de klasse PE 100 SDR 11 (PN 16) en voor dn > 355 van de klasse PE 100 SDR 17 (PN 10). De dimensionering van de aansluitpennen zijn verplicht van het type A. De spiehulpstukken met dn 355 mm zijn van de klasse PE 100 SDR 11 (PN 16) en voor dn 450 mm van de klasse PE 100 SDR 17 (PN 10) volgens de Europese norm EN 12201-3 en stemmen overeen met de drukklasse van de buis. Deze hulpstukken kunnen gespoten zijn ofwel vervaardigd uit buizen of holstaven. Wanneer ze vervaardigd zijn uit buizen of holstaven, is voor de constructie enkel de stuiklas toegelaten. De bochten zijn enkel vervaardigd door spuitgieten of spanningsloos getrokken uit geëxtrudeerde buis. De extra technische eisen gesteld aan spanningsloos getrokken bochten worden hieronder beschreven. De rechte spieeinden van spiehulpstukken moeten voldoende lengte hebben om ook een elektrolas te kunnen uitvoeren. Voor deze gelaste hulpstukken wordt de inwendige lasril verwijderd vanaf dn 160 mm. Technische eisen gesteld aan spanningsloos getrokken PE-bochten: De spanningsloos getrokken PE-bochten moeten voldoen aan de norm EN 12201-3, gewijzigd en aangevuld door volgende eisen : 1 Als grondstofmateriaal zijn enkel de grondstofmaterialen toegelaten die vermeld zijn onder punt 5.1 van onderhavige technische voorschrift. 2 Voor de fabricage van de getrokken PE-bochten, moet het PE -buisdeel waaruit de bocht wordt vervaardigd uniform opgewarmd worden. De verwarmingstechniek toegepast door de fabrikant van de bochten moet verplicht opgenomen zijn in het aanvaardingsonderzoek: - Verwarming door middel van vlammen wordt niet toegelaten; - De opwarmingstemperatuur van het buisdeel bedraagt minimum: 125 ± 2 C en maximum: 145 ± 2 C ; 3 Voor de nominale druk PN van de getrokken bocht wordt geen drukderatingfactor toegepast (f = 1);

TECHNISCHE STEEKKAART Nr. T.V./057/6-J bladzijde 5. 4 De nominale wanddikte van de bocht mag aan binnen en buitenzijde afwijken van de nominale buiswanddikte (waaruit ze zijn vervaardigd), met uitzondering van de spieuiteinden die nodig zijn voor de uitvoering van de las (elektro- of stuiklas) en dit voor zover aan al de beschreven eisen voldaan wordt. 5 De nominale hoek α van de bocht heeft een maximum tolerantie van ± 5 ; 6 De fabrikant van de bochten moet de langeduurproeven voorzien in de EN 12201 en representatief voor het volledige aangeboden gamma kunnen aantonen met testrapporten afgeleverd door een geaccrediteerd labo. Aanvullend op deze testen moet aangetoond worden dat een - in een mal ingespannen bocht gedurende minimum 5 minuten kan weerstaan aan een hydrostatische druk 3 x PN en dit bij een temperatuur van 23 C ± 2 C. Deze typetesting moet uitgevoerd worden door ofwel een geaccrediteerd labo ofwel tegensprekelijk bijgewoond worden door een aangestelde keuringsinpecteur van het waterbedrijf. Het aantal te testen bochten bedraagt minimum twee stuks uit de volledige diameterreeks van de fabrikant, waarvan één diameter in het onderste bereik ligt en de tweede diameter overeenkomt met de maximum gefabriceerde diameter. De testinstallatie (inclusief mal) moet zodanig uitgevoerd zijn dat de manometer zo dicht mogelijk opgesteld is ten opzichte van de te testen bocht(en). De druk wordt gradueel opgevoerd tot het ogenblik dat de gevraagde testdruk constant blijft, waarna er met de tijdsregistratie gestart moet worden. De hulpstukken (kraag + losse flens) moeten in functie van de nominale diameter DN vervaardigd worden volgens de principetekeningen (zie bijlage 1). De fabrikant moet alleszins een berekeningsnota voorleggen voor de aangeboden hulpstukken. De opslagtijd voor PE-buizen en hulpstukken bij de fabrikant is als volgt: - buitenopslag buizen is maximum 18 maanden - binnenopslag hulpstukken is maximum 36 maanden 5.2.3. Kokers De kokers met uitwendige diameters dn 1200 zijn verplicht van de drukklasse PE 100 SDR 11 (PN 16) volgens EN 12 201-2 en voldoen aan dezelfde eisen als de drinkwaterbuizen m.u.v. het gebruik van 100% virgin materiaal en tevens is een attest voor materialen in contact met drinkwater niet vereist. Kokers dienen verplicht in zwarte kleur geleverd te worden. Voorts is de markering verschillend van de drinkwaterbuizen (zie 8). 5.2.4. Lengte van de buizen. 5.2.4.1. Rechte buizen. Zo de lengte niet bepaald is in het bestek of in de prijsaanvraag zijn de voorkeurlengten 6 of 12 m. De toegelaten afwijking voor rechte buizen bedraagt + 0,05 m/- 0 m. 5.2.4.2. Buizen geleverd op rol (enkel dn 90 en dn 110 mm). De lengte van de opgerolde buizen is 50 meter. De toegelaten afwijking voor opgerolde buizen bedraagt +0,50 m/- 0,0 m. De buis moet zo opgerold worden dat locale vervormingen voorkomen worden. De minimum inwendige diameter van de rol zal niet minder bedragen dan 18 dn. Zie ook opmerking onder punt 4.2. De buizen worden verplicht gemarkeerd per meter en oplopend van binnen naar buiten (startend bij 1 ).

5.2.5. Kleur van de buizen en hulpstukken. TECHNISCHE STEEKKAART Nr. T.V./057/6-J bladzijde 6. Voor buizen: Blauw of zwart met blauwe strepen (min. 3 omschrijvenden onder een gelijke hoek). De blauwe strepen moeten vervaardigd zijn uit hetzelfde basismateriaal (diepte van 10 % wanddikte en breedte min. 2 mm). Voor hulpstukken en kokers: Zwart. Opmerking: Voor bovengrondse toepassingen moet de polyethyleen beschermd worden tegen U.V.-bestraling, wanneer ze niet van isolatie voorzien zijn. 6. KWALITEITSATTESTEN, AANVAARDINGSONDERZOEK EN PARTIJKEURINGSEISEN VOOR BUIZEN EN HULPSTUKKEN. Het conformiteitsonderzoek evenals de partijkeuringen worden uitgevoerd volgens de modaliteiten opgenomen in de technische voorschriften nr. T.V./001/1 en de eisen opgenomen in deze technische steekkaart. 6.1. Kwaliteitsattesten: Een fabrikant moet bij zijn inschrijving volgende attesten kunnen voorleggen: Specifiek voor het grondstofmateriaal en éénmalig per PE-formule: - Een verklaring van de fabrikant dat hij enerzijds voor de aanmaak van buizen en hulpstukken enkel de toegelaten grondstofmaterialen die vermeld zijn onder punt 4.1 van onderhavige voorschriften gebruikt en anderzijds al de nodige testen kan uitvoeren volgens de Europese norm EN 12201. - Een regressiecurve opgesteld met de extrapolatiemethode gedefinieerd in ISO TR 9080, ter bepaling van de minimum vereiste wandspanning na 50 jaar bij 20 C (= MRS). Deze regressiecurve moet afgeleverd worden door een wetenschappelijk erkend kunststoflabo, evenwel dient het testrapport in de Nederlandse of Engelse taal opgesteld te zijn. Voor buizen, hulpstukken en kokers per formule PE, per diameterreeks en per drukklasse moeten volgende attesten afgeleverd worden door een wetenschappelijk geaccrediteerd labo (deze attesten zijn maximaal 3 jaar geldig): - Hydraulische weerstandsproef 1000 h, 80 C circumferential (hoop)stress 5,0 MPa volgens NBN EN ISO 1167-1, NBN EN ISO 1167-2 en NBN EN ISO 1167-3. - Weerstand tegen trage scheurvorming (Notch test) 500 h, 80 C uitgevoerd volgens EN 1555, met dat verschil dat ze wordt uitgevoerd op een buis uit de diameterreeks waartoe ze behoort en in functie van de drukklasse. - Een typetest op spanningsloos getrokken PE-bochten zie clausule Technische eisen gesteld aan spanningsloos getrokken PE-bochten onder punt 5.2.2. - Trekproef volgens ISO 6259-3.

TECHNISCHE STEEKKAART Nr. T.V./057/6-J bladzijde 7. - Een technisch rapport en attest dat de MRS evaluatie (1000 2000 h) bevestigt van de elektrolasfitting in functie van de SDR-klasse op de regressiecurve van PE 100-buizen. Voor bovenvermelde attesten, moeten de proefresultaten uiteraard representatief zijn voor het geleverde product. Deze overeenkomstigheid met de proefstukken kan enkel verzekerd zijn wanneer de bemonstering ervan tegensprekelijk genomen wordt, hetzij door een onafhankelijk erkend organisme. 6.2. Aanvaardingsonderzoek. Dit onderzoek per aangewend grondstofformulaat wordt verplicht uitgevoerd bij de fabrikant van buizen, kokers en/of hulpstukken. Het onderzoek bestaat uit: 1. Visuele controle van buizen, hulpstukken en kokers 2. Controle van de afmetingen (uitwendige en gemiddelde diameter, wanddikte en ovalisatie) volgens NBN EN 12 201 3. Meten van de MFR, OIT en densiteit. Deze metingen gebeuren voor MFR volgens ISO 1133, OIT volgens EN 728 en densiteit volgens ISO 1183. 4. Hydrostatische druktest volgens EN ISO 1167 ( 1h, 20 C, hoopstress in functie van de klasse van het materiaal), eis: geen lek noch breuk 5. Trekproef op buis volgens ISO 6259-3 / ISO 6259-1 Trekproef op stuiklas volgens ISO 13 953 6. Voor elektrolashulpstukken een decohesietest volgens ISO 13 954: De elektrolasverbindingen worden verwezenlijkt volgens de lasconditionering 1 (TR = 23 C), 2.1 (Tmin: -10 C) en 4 (Tmax: 45 C) volgens ISO FDIS 11 413. Voor elke conditionering moeten deze peeltesten gebeuren op 4 testmonsters voor een PE 100 buis op een dn 90 assemblage. De lassen moeten verplicht uitgevoerd worden met behulp van een stroomgenerator met voldoende vermogen. Zo deze test niet door de fabrikant kan uitgevoerd worden, moet ze verplicht gebeuren bij een geaccrediteerd labo. 7. Controle van de onder punt 6.1 gevraagde kwaliteitsattesten 8. Nazien van de interne kwaliteitscontrole uitgevoerd door de fabrikant tijdens het fabricageproces en dit volgens EN 12 201 6.3. Partijkeuringen voor buizen, hulpstukken en kokers. Zo het bestek partijkeuringseisen voorziet, zijn deze voor buizen, hulpstukken en kokers als volgt: 1. Visuele controle 2. Controle maatvoering 3. Trekproef volgens ISO 6259-3 4. Meten MFI 5. Controle densiteit buis/ hulpstuk 6. Uitvoeren van de OIT-test tussen buis/hulpstuk en grondstof, ter controle van het Virgin material. 7. Een 100 h-proef, 20 C, circumferential (hoop)stress volgens EN 12201-2 punt 7.2 voor buizen en EN 12201-3 punt 7.3 voor hulpstukken (facultatief) 8. Voor elektrolashulpstukken een decohesietest volgens EN 12201-3

TECHNISCHE STEEKKAART Nr. T.V./057/6-J bladzijde 8. Opmerking: 1 ) Voor hulpstukken met nominale uitwendige diameter groter dan 630, worden de parameters van de 1 h, 20 C proef overeengekomen. 2 ) Het minimum aantal proeven, zo niet opgelegd in de norm die verplicht moeten uitgevoerd worden, worden bepaald door het orgaan dat de partijkeuringen uitvoert. 3 ) De buizen, hulpstukken en kokers worden pas vrijgegeven wanneer aan alle partijkeuringseisen voldaan is, in de geest van de Europese normen EN 12201. 4 ) Het orgaan dat de partijkeuringen uitvoert heeft al dan niet het recht om destructieve proeven uit te voeren. 7. TOEGELATEN VERBINDINGEN TUSSEN BUIZEN EN HULPSTUKKEN. Algemeen: De verbindingen tussen polyetheen buizen, kokers en/of hulpstukken evenals met andere materialen is steeds trekvast. 1 ) Door stuiklas. 2 ) Door elektrolas. 3 ) Voor de verbinding met apparaten en/of flenshulpstukken met een opgelaste kraag + losse met metaal versterkte flens in polypropyleen of stalen/ductiel gietijzeren beklede flens. 4 ) Gietijzeren trekvaste mof/mof en mof/flensverbindingen. Opmerking: De bekleding van de stalen/ductiel gietijzeren flens is in overeenstemming met de van toepassing zijnde technische steekkaart T.V./092/2 of T.V./092/4. 8. MERKEN VAN BUIZEN, HULPSTUKKEN EN KOKERS (verpakking hulpstukken). De merking van de buizen moet conform zijn met punt 11 van de Europese norm EN 12201-2. Bovenop de minimum vereiste merking wordt om de meter verplicht volgende vermelding geplaatst: drinkwater. Bovendien moeten de buizen gemerkt worden met een traccode. Deze traccode moet terug te vinden zijn op de website van het geaccrediteerd onderzoekslabo met een link naar het goedgekeurde PE grondstofmateriaal en de daarbijhorende testrapporten. De merking en verpakking van de hulpstukken is conform met respectievelijk punt 11 en 12 van de Europese norm EN 12201-3. Wat de markering van spanningsloos getrokken PE-bochten betreft, aanvullend op de markering zoals voorzien in de EN 12201, staat de fabrikant verplicht in voor het duurzaam aanbrengen van een eigen teken/ tekst/ label die expliciet en ondubbelzinnig bevestigd dat bovenstaande fabricagewijze gevolgd werd.

TECHNISCHE STEEKKAART Nr. T.V./057/6-J bladzijde 9. De merking van de kokerbuizen dient op een duurzame wijze te gebeuren: de vermelding Koker dient verplicht op elke meter aangebracht te worden. 9. STOCKERING, BEHANDELING EN TRANSPORT. De schikkingen van punten 4, 5, 6 en 7 van de norm NBN T 42-009 betreffende stockering, behandeling en transport van thermoplastische buizen en hulpstukken zijn van toepassing op het materiaal dat onderwerp uitmaakt van onderhavige technische steekkaart. Het buiten stockeren van PE-buizen en kokers bij de fabrikant is beperkt tot max. 18 maanden vanaf de productiedatum. De buizen moeten afgeschermd zijn van het zonlicht. Voor binnen opgestelde hulpstukken is een periode van max. 3 jaar toegestaan. In beide gevallen telt de maximale stockageduur enkel mits opslagwaarborg door de fabrikant/leverancier. De opslagwaarborg omvat het behoud van de conformiteit van de afmetingen, de karakteristieken en de prestaties opgenomen in deze technische steekkaart. De fabrikant neemt alle nodige maatregelen om te vermijden dat de buizen beschadigd worden tijdens de opslag, het laden en het vervoer. De buizen worden geleverd in rechte lengten tenzij het bestek anders vermeld. De buizen zijn aan de twee uiteinden voorzien van afsluitstoppen volgens een model dat door De Watergroep is goedgekeurd. In ieder geval zijn de afsluitstoppen vervaardigd uit een voor de toepassing geschikte kunststof of uit een stof die de PE buizen niet kan aantasten. Verder zijn alle afsluitstoppen voorzien van een luchtgat om te beletten dat de buizen onder druk of onderdruk komen te staan als gevolg van schommelingen in de temperatuur van de buitenlucht. Als de buizen in kratten worden geleverd, dienen deze te voldoen aan onderstaand principeschema. De omsluiting van de houten kaders wordt uitgevoerd met behulp van bandstaal of een gelijkwaardige variant. De spanning van de bandstalen of de gelijkwaardige variant zal zo zijn dat ze met het hout waaruit de kaders gevormd zijn in contact is en dat de overlapping van de dwarsliggers op de opstaande delen gelijk is aan 2/3 dikte van deze laatste. De kratten zijn steeds zelfdragend uitgevoerd waardoor het gewicht van meerdere op elkaar gestapelde kratten wordt overgedragen via de houten steunbalken, dit om plaatselijke ovalisatie van de PE buizen te vermijden. Principeschema kratten voor de verpakking van PE buizen: Lengte van de buis Waarde van X 6 m 1 12 m 4 14 m 5 20 m 8

TECHNISCHE STEEKKAART Nr. T.V./057/6-J bladzijde10. Houten kader dikte: 35 mm Staalband of Kunststofband (verzinkt staal) Laag schuim (breedte groter dan die van houten kader) 23 +3 100 100 H 35 h I 350 2000 min 100 350 L 2000 X x 2000 2100 dn Maximum aantal buizen per verpakking Aantal lagen Max l Max L 90 63 6 990 1060 110 48 5 990 1060 160 20 3 960 1030 225 7 2 1000 1070 10. RICHTLIJNEN VOOR HET UITVOEREN VAN LASVERBINDINGEN. Zie norm NBN T 42-010. * * *

TECHNISCHE STEEKKAART Nr. T.V./057/6-J bijlage 1. Principetekeningen: I. PE-kraag met roteerbare flens (DN 250) Het concept van de combinatie losse flens-kraag moet zodanig opgevat zijn dat er geen koudvloei kan optreden (berekeningsnota en attest lange duurgedrag onder constante nominale en wisselende druk (zie beschrijving hieronder) van een geaccrediteerd labo moeten bijgevoegd worden). Z dn h1 1 1 = roteerbare flens Stalen, ductiel gietijzeren of PP losse flens met stalen kern PN 10 (flensafmetingen volgens respectievelijk NBN EN 1092-1 of NBN EN 1092-2) met kunststofbekleding voor metalen losse flenzen volgens T.V./092/2 of T.V./092/4 en dit ongeacht de DN. DN dn Zmin h1 50 63 95 80 90 130 100 110 150 150 160 180 200 225 200 250 280 230 Berekening voor te leggen door fabrikant Langeduurgedrag onder nominale en wisselende druk. Op een bovengrondse assemblage met PE-kraag-losse flens wordt een wisselende druk uitgevoerd waarbij 2000 wisselende cyclussen zoals hieronder beschreven doorlopen worden. Verder is de combinatie PE-kraag met roteerbare flens volledig drukbestendig volgens de maatvoering van de buis. Bij de assemblage van de PE-kraag met roteerbare flens zal men steeds verplicht gebruik maken van vlakke dichtingen type IBC met 0-ring en metalen kernversterking volgens T.V./056/1.

TECHNISCHE STEEKKAART Nr. T.V./057/6-J 2. P 1,5 PN PN De snelheid voor het op druk komen is 0,8 bar/s 0 2 4 6 t in min. Testvereisten: 1. Er mogen geen vervormingen optreden 2. Er mag geen lek worden vastgesteld De test t : 23 C + 2 C Van de volledige diametereeks worden steeds 2 nominale diameters (de grootste en de kleinste) per PN getest. Per DN en per PN worden er steeds 3 stalen getest.

TECHNISCHE STEEKKAART Nr. T.V./057/6-J 3. II. PE-kraag met losse backing flens ( 300 DN 1000) Z gestuiklast buisdeel dn h1 2 2 = Stalen of ductiel gietijzeren tegenflens PN 10 (flensafmetingen volgens respectievelijk NBN EN 1092-1 of NBN EN 1092-2) met kunststofbekleding volgens T.V./092/2 of T.V./092/4 en dit ongeacht de DN. Verder is de combinatie PE-kraag met roteerbare tegenflens volledig drukbestendig volgens de maatvoering van de buis. Bij de assemblage van de PE-kraag met roteerbare tegenflens zal men steeds verplicht gebruik maken van vlakke dichtingen type IBC met 0-ring en metalen kernversterking volgens T.V./056/1. DN dn Zmin h1 300 355 300 400 450 410 500 560 420 600 710 770 700 800 730 800 900 700 900 1000 700 1000 1200 820 Berekening voor te leggen door fabrikant