Schooljaar 2013-2014 A12 Havo 5 St. Vrije Scholen VO - Geert Groote College Het programma van toetsing en afsluiting - Havo Het PTA (programma van toetsing en afsluiting) vermeldt de voor het examen meetellende onderdelen van de verschillende vakken. Het PTA kent drie typen prestaties: handelingsdelen (hd), toetsen (T) en praktische opdrachten (P). zijn opdrachten die voldoende gemaakt of gedaan moeten worden en als zodanig worden afgetekend. Voor toetsen en praktische opdrachten wordt altijd een cijfer gegeven. Dit cijfer kan ook een onvoldoende zijn. Om mee te mogen doen met het Centraal Schriftelijk Examen moeten alle handelingsdelen afgerond zijn. Bij elk rapport verschijnt een overzicht van reeds afgesloten PTA-onderdelen. De leerlingen kunnen van hun jaarlijkse 3 herkansingen gebruik maken om toets- en p.o.-cijfers te verbeteren. De herkansingsregeling is beschreven in het examenreglement. Havo-leerlingen volgen de volgende vakken: Gemeenschappelijk deel: Ne, En, Mij.leer, CKV, LO, Profiel deel: NT: Wi B, Nat, Sk, Bio NG: Wi A (of B), Sk, Bio, keuze uit Nat of Ak (bij de keuze voor Na is WiB verplicht) EM: Wi A (of B), Eco, Ges, keuze uit Ak, of Du/Fa CM: Ges, Du/Fa, keuze uit Ak of Eco, keuze kunstvak of Du/Fa Keuze-examenvak vrije deel. In het examenreglement staan de regels met betrekking tot het schoolexamen en het CSE. Het reglement staat evenals dit PTA op de GGCA-site in het examenportaal. Data SE-weken: SE week 1: 4-8 november 2013 SE week 2: 13-17januari 2014 SE week 3: 17-21 maart 2014
Vak:Nederlands Tijdens de schoolexamens worden leesvaardigheid, schrijfvaardigheid, mondelinge vaardigheden en literatuur getoetst en tijdens het CSE worden lees- en schrijfvaardigheid getoetst. SE = (T1 * 10 + T2 * 20 + T3 * 10 + T4 * 10 + T5 * 10 + T6 * 20 + T7 * 20) / 100 en T 1 Eindcijfer vakles klas 4 klas 4 n.v.t. Alle lesstof uit de vaklessen in klas 4 (zie PTA klas 4). T 2 Examentoetsen sept. t/m april 70 min. Samenvatten in minimaal 6 deeltoetsen. Tekstbegrip in minimaal 6 deeltoetsen. T 3 Verhaalanalyse SE week 1 70 min. Klassikaal te lezen roman en door de sectie verstrekte secundaire literatuur worden in een essay verwerkt. T 4 Spelling en stijl december 70 min. Theorie spelling en stijl. T 5 Schriftelijke opdracht jan./feb. 70 min. Met behulp van theorie over het betoog en door de sectie geleverde documentatie over een actueel onderwerp wordt een gedocumenteerd betoog geschreven. T 6 Mondeling Mondeling schoolexamen literatuur SE week 2 30 min. Voor dit schoolexamen worden 12 boeken gelezen waarvan één dichtbundel. Lijst in overleg met docent. 2
T 7 Gedocumenteerd betoog maart/april 20 min. Vak:Nederlands Met behulp van de theorie over het betoog en met door de leerling verzamelde documentatie over een actueel onderwerp wordt een gedocumenterd betoog geschreven en voor de klas gepresenteerd. Na het betoog moeten vragen uit de klas beantwoord kunnen worden. Vervolgens moet er een korte discussie kunnen ontstaan. 3
Vak:Frans Tijdens de schoolexamens worden de vier vaardigheden en literatuur getoetst en tijdens het CSE wordt leesvaardigheid getoetst. SE = ( T1 * 20 + T2 * 20 + T3 * 20 + T4 * 20 + T5 * 20 ) / 100 en T 1 Luistertoets februari 60 min. De luistervaardigheid die tussen september en februari geoefend is, middels onder andere de Cito-oefentoetsen, zal getoetst worden met de Cito-toets luistervaardigheid 2014. T 2 Spreken maart/april 20min. De Franse spreekvaardigheid wordt getoetst onder andere aan de hand van een thuis voorbereide tekst. T 3 Leesvaardigheid gedurende jaar 70 min. De Franse leesvaardigheid wordt getoetst middels een viertal Citoleestoetsen. Drie daarvan in respectievelijk SE week 1, 2 en 3. T 4 Literatuur; Schrijfvaardigheid maart/april 70 min. De Franse schrijfvaardigheid wordt getoetst middels een formele of informele brief. T 5 Literatuur: kennistoets maart/april 70 min. Kennis van de Franse literatuur wordt getoetst middels een kennistoets. hd 1 Spreekbeurt Mondeling Handelingsdeel Weegfactor: De leerling geeft een presentatie in het Frans over een onderwerp dat met Frankrijk of de Franse cultuur te maken heeft. hd 2 Leesdossier Handelingsdeel Weegfactor: De leerling maakt een verslag in het Nederlands van 200 in het Frans gelezen pagina's. 4
hd 3 Examenidioom Handelingsdeel Vak:Frans De leerling heeft gemiddeld een voldoende voor de overhoringen van het examenidioom. 5
Vak:Duits SE = ( T1 * 20 + T2 * 10 + T3 * 10 + T4 * 20 + T5 * 20 + T6 * 10 + T7 * 10 ) / 100 en T 1 Kijk- en luistertoets jan/feb 70 min. Cito-toets Kijk- en luistervaardigheid. T 2 Mondeling Spreekvaardigheid: spreekbeurt feb/maart 15 min. Spreekvaardigheid wordt gedurende hele jaar met diverse opdrachten geoefend. ing vindt plaats door een spreekbeurt T2 en een individueel gesprek T3. T 3 Spreekvaardigheid: individueel gesprek feb/maart 15 min. Mondeling T 4 Schrijftoets SE week 1 70 min. De Duitse schrijfvaardigheid wordt getoetst middels het schrijven van een informele brief. Grammatica en idioom zijn van belang. T 5 Literatuur SE week 2 70 min. Literatuurgeschiedenis en het lees- en kijkdossier. T 6 Leestoets 1 begin oktober 70 min. Weegfactor: 5 De leesvaardigheid wordt getoetst middels 4 Cito leestoetsen (T6, 7, 8 en 9). T 7 Leestoets 2 SE week 1 70 min. Weegfactor: 5 6
T 8 Leestoets 3 SE week 2 70 min. Weegfactor: 5 Vak:Duits T 9 Leestoets 4 SE week 3 70 min. Weegfactor: 5 hd 1 Zelfstandig lezen sept./dec. Handelingsdeel Het leesdossier over 300 pagina's Duitstalige literaire werken moet voor de kerst naar behoren zijn afgerond. hd 2 Diverse toetsen en overhoringen gedurende jaar Handelingsdeel Grammatica en idioom worden gedurende hele jaar regelmatig getoetst. hd 3 3 Kijkverslagen: films en/of documentaires Handelingsdeel Gedurende het jaar Duitstalige films en/of documentaires kijken en verslagen maken. Verslagen inleveren voor de 2e SE-week. Algemene herkansingsregeling is van toepassing. 7
Vak:Engels Tijdens de lessen worden de vaardigheden geoefend die zowel in de SE's als het CSE worden getoetst. Daarnaast ontwikkelt de leerling meer inzicht in Engelstalige cultuur en literatuur. SE = ( T1 * 10 + T2 * 10 + T3 * 10 + T4 * 10 + T5 * 20 + T6 * 20 + T7 * 10 + T8 * 10 ) / 100 Vocabulaire en grammatica overhoringen. en T 1 Leesvaardigheid 1 SE week 1 70 min. De leesvaardigheid zal op examenniveau getoetst worden. T 2 Leesvaardigheid 2 SE week 2 120 min. De leesvaardigheid zal op examenniveau getoetst worden. T 3 Schrijfvaardigheid: recensie SE week 1 70 min. Het schrijven van een recensie. T 4 Schrijfvaardigheid: brief SE week 3 70 min. Het schrijven van een formele email. T 5 Kijk- en luistervaardigheid januari 90 min. Cito-toets Kijk- en luistervaardigheid. T 6 Spreekvaardigheid jan./feb./mrt. 15 min. Mondeling Een artikel bespreken. Gesprek en discussie. 8
T 7 Literature 1 nov./dec. Boektoets. Vak:Engels T 8 Literature 2 SE week 3 70 min. Korte verhalen toets. hd 1 Vocabulary and grammar gedurende jaar nvt Handelingsdeel Van de grammatica -en vocabulaire overhoringen moeten er minstens 80% zijn gemaakt. Het gemiddelde van de overhoringen moet voldoende zijn. Wanneer dit niet het geval is krijgt de leerling een aanvullende opdracht/taak. 9
Vak:geschiedenis Het programma bevat vijf onderdelen, waarvan twee ook op het CSE worden getoetst, nl. De Republiek in een tijd van vorsten' en De VS en hun federale overheid 1865-1965'. SE = ( T1 * 5 + T2 * 5 + T3 * 20 + T4 * 25 + T5 * 25 + P1 * 10 + P2 * 10 ) / 100 Spreekbeurt Geschiedenis van de Rechtsstaat. en T 1 T1 uit voorgaande jaar klas 4 Weegfactor: 5 T 2 T2 uit voorgaande jaar klas 4 Weegfactor: 5 T 3 Oriëntatiekennis H8 t/m H10 70 min. Overeenkomstige hoofdstukken tekstboek 'Geschiedenis Werkplaats'. T 4 Examenstof 1: De Republiek in een tijd van vorsten april 70 min. Weegfactor: 25 De ontstaansgeschiedenis van ons land en de groei van de Republiek tot een economische wereldmacht. T 5 Examenstof 2:De VS en hun federale overheid 1865-1965 70 min. Weegfactor: 25 - de staatsinrichting - de industrialisatie en haar politieke en maatschappelijke invloed. - de ontwikkeling van de burgerrechten. - het buitenlands beleid van de VS. P 1 Betoog:Koude Oorlog sep/okt 70 min. Praktische opdracht Betoog aan de hand van een gegeven bron. 10
P 2 Geschiedenis van de democratische rechtsstaat najaar 70 min. Praktische opdracht Vak:geschiedenis Inhoud van college en spreekbeurten. hd 1 Spreekbeurt: Geschiedenis van de Rechtsstaat 15 min. Groepsspreekbeurt over een maatschappijfilosoof. Mondeling Handelingsdeel 11
Vak:aardrijkskunde SE = ( T1 * 5 + T2 * 5 +T3 * 5 + T4 * 5 + T5 * 5 + T6 * 15 + T7 * 15 + T8 * 20 + P1 * 5 + P2 * 10 + P3 * 10 ) / 100 en T 1 Nederland: wateroverlast klas 4 Weegfactor: T 2 Nederland: stedelijke gebieden klas 4 Weegfactor: T 3 Wereldbeeld I klas 4 Weegfactor: 5 T 4 Wereldbeeld II klas 4 Weegfactor: 5 T 5 Aarde: klimaatzones en landschappen klas 4 Weegfactor: 5 T 6 Aarde: endogen en exogene krachten SE week 1 Weegfactor: 15 70 min. H2 Boek 5 havo. T 7 Wereld: Globalisering SE week 2 70 min. Weegfactor: 15 H1 Boek 5 havo. 12
T 8 Gebieden: Indonesië SE week 3 70 min. Weegfactor: H3 Boek 5 havo. Vak:aardrijkskunde P 1 Weer en klimaat klas 4 Praktische opdracht Weegfactor: 5 P 2 Onderzoek: Eigen regio 29 oktober Praktische opdracht Uiterste inleverdatum 'Onderzoek Eigen Regio' is 29 oktober 2013. P 3 Cartografie klas 4 Praktische opdracht De herkansingsmogelijkheid beslaat de gehele CSE-stof. 13
Vak:wiskunde A SE = ( T1 * 20 + T2 * 25 + T3 * 25 + T4 * 30 ) / 100 en T 1 Eindcijfer 4e klas klas 4 T 2 Herhaling hoofdstuk 1, 6 en 8; hoofdstuk 9 en 11 SE week 1 90 min. Weegfactor: 25 Tellen en kansen, breuken, binominale en normale verdeling, verwachtingswaarde. T 3 Herhaling hoofdstuk 1, 2 en 5; hoofdstuk 10.1, 10.2 en 10.3 SE week 2 90 min. Weegfactor: 25 Tabellen en grafieken, veranderingen, statistiek, lineaire en exponentiële groei. Plus herhaling deel stof T2. T 4 Herhaling hoofdstuk 3; hoofdstuk 10 SE week 3 90 min. Weegfactor: 30 Lineare en exponentiële verbanden, snijpunten berekenen, functies grafische rekenmachine, formules met twee variabelen. Plus herhaling deel van de stof van T2 en T3. hd 1 Projektieve meetkunde 4e klas klas 4 Handelingsdeel 14
Vak:wiskunde B SE = ( T1 * 20 + T2 * 25 + T3 * 25 + T4 * 25 + T5 * 5 ) / 100 en T 1 T1 eindcijfer 4e klas klas 4 T 2 hfd. 9 en 11 G&R 3; hfd. 1,2 en 3 examenbundel SE week 1 90 min. Weegfactor: 25 Algebraïsche vaardigheden; functies en grafieken; e-machten en logaritmen. T 3 hfd. 2 G&R 1; hfd. 10 en 11 G&R 3; hfd. 3 en 5 examenbundel SE week 2 Weegfactor: 25 90 min. Meetkunde en groeifuncties; opgaven uit T2. T 4 hfd. 8 G&R 2; hfd. 12 G&R 3; hfd. 4 en 5 examenbundel SE week 3 Weegfactor: 25 90 min. Goniometrie en differentiëren; opgaven uit T3. T 5 Gemiddelde so's gedurende jaar Weegfactor: 5 Cijfer T5 is het gemiddelde van de 5 best gemaakte so's. hd 1 Projektieve meetkunde uit de 4e klas klas 4 Handelingsdeel 15
Vak:natuurkunde De verplichte stof voor het SE en het CSE wordt in twee helften getoetst. SE = ( T1 * 30 + T2 * 30 + T3 * 10 + P1 * 15 + P2 * 15 ) / 100 De praktische opdrachten P1 en P2 zijn gemaakt in klas 4. en T 1 Schoolexamen 1e helft rond kerst 180 min. Weegfactor: 30 Electromagnetisme B3, opwekking en transport B4, kracht en beweging D, licht en geluid C. T 2 Schoolexamen 2e helft februari/maart 180 min. Weegfactor: 30 Electriciteit B1 en B2, energie E1, radioactiviteit E2. T 3 Overhoringen gedurende jaar ca. 15 min. Toepassing of herhaling van stof uit het huiswerk en behandelde stof. Inhalen of herkansen van deze kleine toetsen is niet mogelijk. Er wordt uitgegaan van minimaal 80%. P 1 P 1 klas 4 Praktische opdracht Weegfactor: 15 P 2 P2 klas 4 Praktische opdracht Weegfactor: 15 16
Vak:scheikunde Alle examenonderdelen van het vak scheikunde worden in clusters theoretisch getoetst. Daarnaast is er tweemaal een praktisch SE. SE = ( T1 * 14 + T2 * 14 + T3 * 14 + T4 * 14 + T5 * 14 + P1 * 15 + P2 * 15 ) / 100 en T 1 Eindcijfer klas 4 klas 4 Weegfactor: 14 T 2 Redoxreacties SE week 2 100 min. Weegfactor: 14 Redoxreacties. T 3 Zuur-basereacties en zouten SE week 1 Weegfactor: 14 100 min. Zuur-basereacties, chemisch evenwicht en zouten. T 4 Organische chemie en chemisch rekenen SE week 3 Weegfactor: 14 100 min. Organische chemie en chemisch rekenen. T 5 Voortgangstoetsen gedurende jaar Weegfactor: 14 Het gemiddelde van de voortgangstoetsen gedurende het jaar over de stof van T2, T3 en T4. P 1 Practicum 1 november 180 min. Praktische opdracht Weegfactor: 15 Practicum titratie. P 2 Practicum 2 maart/april 180 min. Praktische opdracht Weegfactor: 15 Chemische kwalitatieve en kwantitatieve analyse. Zuur-basereacties, zoutreacties, redoxreacties. 17
Vak:scheikunde 18
Vak:biologie Tijdens het SE worden de diverse thema's (zoals omschreven in de methode Biologie voor Jou') getoetst. Op het CSE komt het grootste deel van die thema's terug. SE = ( T1 * 7 + T2 * 7 + T3 * 7 + T4 * 7 + T5 * 7 + T6 * 7 + T7 * 14 + T8 * 14 + T9 * 14 + P1 * 5 + P2 * 5 + P3 * 6 ) / 100 en T 1 biologie klas 4 Weegfactor: 7 T 2 Voortplanting en ontwikkeling klas 4 Weegfactor: 7 T 3 Erfelijkheid klas 4 Weegfactor: 7 T 4 DNA klas 4 Weegfactor: 7 T 5 Regeling klas 4 Weegfactor: 7 T 6 Zintuiglijke waarneming klas 4 Weegfactor: 7. 19
T 7 Ordening, evolutie en stofwisseling SE week 1 120 min. Weegfactor: 14 Vak:biologie T 8 Ecologie, mens en milieu SE week 2 120 min. Weegfactor: 14 T 8 Voeding, vertering, gaswisseling, transport en uitscheiding SE week 3 Weegfactor: 14 120 min. P 1 Microscopie periode klas 4 Praktische opdracht Weegfactor: 5 P 2 Duurzaamheid; reflectie op natuurwetenschappen periode klas 4 Weegfactor: 5 Praktische opdracht P 3 Gedrag september Praktische opdracht Weegfactor: 6 20
Vak:economie Er wordt gewerkt met LWEO-lesbrieven waarin de verplichte CSE onderwerpen (concepten) aan de orde komen en gewerkt wordt aan de vaardigheden beschrijven, analyseren en grafisch en rekenkundig bewerken. SE = ( T1 * 5 + T2 *5 + T3 * 15 + T4 * 15 + T5 * 10 + T6 * 15 + T7 * 15 + T8 * 10 + T9 * 10 ) / 100 Twee experimenten. en T 1 Crisis klas 4 Weegfactor: 5 T 2 Geldzaken klas 4 Weegfactor: 5 T 3 Jong & Oud klas 4 Weegfactor: 15 T 4 Vervoer klas 4 Weegfactor: 15 Kosten en opbrengsten van bedrijven. T 5 Verdienen & Uitgeven klas 4 In Verdienen & Uitgeven worden macro-economische begrippen als de vorming van inkomen, toegevoegde waarde en conjunctuur behandeld. T 6 Werk SE week 1 90 min. Weegfactor: 15 In de lesbrief Werk staan de arbeidsmarkt en werkloosheid centraal. 21
T 7 Markt & Overheid SE week 2 90 min. Weegfactor: 15 Vak:economie Het functioneren van bedrijven in verschillende marktvormen en de rol van de overheid daarbij. T 8 Conjunctuur SE week 3 60 min. In Conjunctuur wordt aandacht besteed aan de klassieke en de keynesiaanse zienswijze op het oplossen van werkloosheid. T 9 Europa SE week 3 60 min. In de lesbrief Europa wordt ingegaan op internationale handel en de Euro. 22
Vak:muziek Muziekgeschiedenis, algemene muziekleer, voorspelen, improviseren, componeren en musiceren zijn onderdelen van het SE. Muziekgeschiedenis en algemene muziekleer zijn de twee onderdelen van het CSE. SE = ( T1 * 10 + T2 * 20 + T3 * 20 + T4 * 20 + T5 * 10 + P1 * 20 ) / 100 en T 1 Eindcijfer klas 4 klas 4 T 2 Muziekgeschiedenis en algemene muziekleer 20e eeuw SE week 1 105 min. 20e eeuw 1 en 2; alle algemene muziekleeropdrachten die daarbij horen. T 3 Muziekgeschiedenis en algemene muziekleer ME t/m 19e eeuw SE week 2 105 min. ME/Renaissance; Barok/Klassieke tijd, Romantiek; alle algemene muziekleeropdrachten die daarbij horen. T 4 Muziekgeschiedenis en algemene muziekleer SE week 3 150 min. Alle leerstof van muziekgeschiedenis en algemene muziekleer. T 5 Gemiddelde van alle deeltoetsen gedurende jaar P 1 Voorspeelavond 20 februari 15 min. n.v.t. Voorspelen / zingen Een van de SE's kan worden herkanst; deeltoetsen en de voorspeelavond niet. 23
Vak:tekenen (ato) Het vak tekenen bestaat uit twee delen: tekenen en kunstgeschiedenis. Bij het onderdeel tekenen gaat het om de vaardigheid in het beeldend vormgeven. In het deel Kunstgeschiedenis gaat het om het verwerven van kennis en vaardigheden omtrent beeldende kunst van Romaans tot en met vandaag. Het SE cijfer wordt berekend met de formule: (T1 + T2 + T3 ) / 3 T1 en T2 zijn cijfers voor tekenen, T3 is het gemiddelde van kunstgeschiedenisoverhoringen. In het CSE tekenen/kunstgeschiedenis ('tehatex') wordt kennis op het gebied van beeldende kunst getoetst. en T 1 Werkstuk 1 december Weegfactor: 1 Vaardigheid tot beeldend werk in 2D. Het werk wordt in school geëxposeerd. T 2 Werkstuk 2 april Weegfactor: 1 Vaardigheid tot beeldend werk in 2D. Het werk wordt in school geëxposeerd. T 3 Overhoringen gedurende jaar Weegfactor: 1 Tijdens de lessen worden zonder vooraankondiging so's afgenomen over feiten- en stijlkennis en vaardigheid in beeldende analyse. Bij afwezigheid volgt het cijfer 1. Het aantal overhoringen is minimaal 5 en maximaal 10. Tot 7 so's kan 1 cijfer worden weggestreept. Bij 8 of meer kunnen er 2 worden weggestreept. Ook de cijfers voor de spreekbeurt (of scriptie) kunstgeschiedenis en het Musee Imaginaire behoren tot T3. 24
Vak:handv I Het vak handvaardigheid bestaat uit twee delen: handvaardigheid en kunstgeschiedenis. Bij het onderdeel handvaardigheid gaat het om de vaardigheid in het beeldend vormgeven. In het deel Kunstgeschiedenis gaat het om het verwerven van kennis en vaardigheden omtrent beeldende kunst van Romaans tot en met vandaag. Het SE cijfer wordt berekend met de formule: (T1 + T2 + T3 ) / 3 T1 en T2 zijn cijfers voor handvaardigheid, T3 is het gemiddelde van kunstgeschiedenisoverhoringen. In het CSE handvaardigheid/kunstgeschiedenis ('tehatex') wordt kennis op het gebied van beeldende kunst getoetst. en T 1 Beeldend werk 1 december Weegfactor: 1 De leerling maakt binnen het gebied van de moderne beeldende werkelijkheid een eigen keuze voor een serie werkstukken of 1 meer omvangrijk werk. Vaardigheid tot beeldend werk in 3D. Het werk wordt in school geëxposeerd. T 2 Beeldend werk 2 april Weegfactor: 1 Idem als bij T1, met het verschil dat de docent naar aanleiding van het eerste werk een bindend advies kan geven. T 3 Overhoringen gedurende jaar Weegfactor: 1 Tijdens de lessen worden zonder vooraankondiging so's afgenomen over feiten- en stijlkennis en vaardigheid in beeldende analyse. Bij afwezigheid volgt het cijfer 1. Het aantal overhoringen is minimaal 5 en maximaal 10. Tot 7 so's kan 1 cijfer worden weggestreept. Bij 8 of meer kunnen er 2 worden weggestreept. Ook de cijfers voor de spreekbeurt (of scriptie) kunstgeschiedenis en het Musee Imaginaire behoren tot T3. 25
Vak:maatschappijleer en SE SE Maatschappijleer Het vak Maatschappijleer wordt afgerond in klas 4. Het SE-cijfer voor Maatschappijleer vormt samen met het cijfer voor het profielwerkstuk het zogenaamde combinatiecijfer. 26
Vak:gymnastiek en hd 1 n.v.t. Assistentie en begeleiding sportdag Handelingsdeel SE LO SE 80% aanwezigheid vereist Volgen van de gymlessen met een minimum aanwezigheid van 80%. 27
Vak:ckv1 Van de handelingsdelen 1, 2 en 3 moeten er twee van de drie voldoende worden afgerond. en hd 1 Musee Imaginaire klas 5 Handelingsdeel hd 2 spreekbeurt (of scriptie) kunstgeschiedenis klas 5 Handelingsdeel hd 3 proefwerk kunstgeschiedenis klas 5 Handelingsdeel hd 4 muziek-, dans-, film- of toneelactiviteit klas 4 Handelingsdeel hd 5 werkstuk tekenen en werkstuk handenarbeid klas 4 Handelingsdeel hd 6 6 culturele activiteiten na kunstreis Handelingsdeel hd 7 kunst autobiografie en thematisch verslag na kunstreis Handelingsdeel 28
Vak:profielwerkstuk en Profielwerkstuk Weegfactor: Het profielwerkstuk is onderdeel van het examen. Het cijfer vormt samen met het cijfer voor het vak Maatschappijleer het zg. combinatiecijfer. Het profielwerkstuk wordt in klas 4 afgerond. 29
Vak:kunstgeschiedenis (k) SE = ( T1 + T2 + T3 ) / 3 en T 1 Beeldend werk 1 17 dec n.v.t. Werkstuk Weegfactor: 1 De leerling maakt binnen het gebied van de moderne beeldende werkelijkheid een eigen keuze voor een serie werkstukken of 1 meer omvangrijk werk. T 2 Beeldend werk 2 april n.v.t. Werkstuk Weegfactor: 1 Idem als bij T1, met het verschil dat de docent naar aanleiding van het eerste werk een bindend advies kan geven. T 3 Gemiddelde so onderdelen gedurende jaar Weegfactor: Tijdens de lessen worden zonder vooraankondiging so's afgenomen over feiten- en stijlkennis en vaardigheid in beeldende analyse. Bij afwezigheid volgt het cijfer 1. Het aantal overhoringen is minimaal 5 en maximaal 10. Tot 7 so's kan 1 cijfer worden weggestreept. Bij 8 of meer kunnen er 2 worden weggestreept. Ook de cijfers voor de spreekbeurt en het Musee Imaginaire behoren tot T3. 30