VR 2017 2102 DOC.0160/1 DE VLAAMSE MINISTER-PRESIDENT De VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN DE VLAAMSE MINISTER VAN CULTUUR, MEDIA, JEUGD EN BRUSSEL NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Belangenconflict ingesteld door de Vlaamse Gemeenschap tegen de beslissing van 19 mei 2016 van de Minister van het Leefmilieu van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest om vanaf 1 januari 2017, de tolerantiemarge met betrekking tot de vaststelling van overtredingen van het Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 27 mei 1999 betreffende de bestrijding van geluidshinder voortgebracht door het luchtverkeer te beëindigen 1. SITUERING Het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 27 mei 1999 betreffende de bestrijding van geluidshinder voortgebracht door het luchtverkeer voorziet, in haar artikel 2, geluidsimmissiegrenswaarden die luchtvaartmaatschappijen die boven het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest vliegen, dienen te respecteren. In overeenstemming met de richtlijnen verstrekt door haar voogdijminister in 2000, past het Brussels Instituut voor Milieubeheer (B.I.M.) heden een tolerantiemarge toe voor de overschrijdingen van de waarden kleiner dan 9 db(a) overdag (tussen 7u en 22u59) en kleiner dan 6 db(a) s' nachts (tussen 23u en 6u59). Deze overschrijdingen geven aanleiding tot een waarschuwing en niet tot een proces-verbaal van overtreding; de waarschuwingen verduidelijken dat het "tolerantiedrempels" betreft die worden toegepast door de Administratie. Deze bestuurlijke praktijk heeft tot doel om de luchtvaartmaatschappijen te sensibiliseren met betrekking tot het geluid dat het luchtverkeer genereert en om hen toe te laten maatregelen te treffen teneinde de begane overtredingen te verhelpen. Meer dan vijftien jaar na de inwerkingtreding van het vermelde besluit, is volgens de Minister van het Leefmilieu van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest het niet langer gerechtvaardigd om bepaalde overtredingen van artikel 2 van dat besluit slechts vast te stellen door waarschuwingen. De Minister van het Leefmilieu van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest heeft immers op 19 mei 2016 het Brussels Instituut voor Milieubeheer gelast een einde te stellen, vanaf 1 januari 2017, aan de tolerantiemarge die toegepast wordt met betrekking tot de vaststellingen van overtreding. Het B.I.M. zal vanaf die datum, toezien op de strikte naleving van de Pagina 1 van 5
geluidsimmissiegrenswaarden zoals vastgesteld door artikel 2 van het besluit van 27 mei 1999, teneinde het recht te garanderen op bescherming van een gezond leefmilieu, het privéleven, het familieleven en de woning. De luchtvaartmaatschappijen zullen bijgevolg gehouden zijn om de uitgevaardigde nomen te respecteren teneinde een geluidsniveau toe te laten dat de bewoners een normaal leven en een herstellende nachtrust biedt. De Raad van State heeft met het arrest nr. 236.128 van 14 oktober 2016 de vordering van 8 luchtvaartmaatschappijen tot schorsing van de beslissing van 19 mei 2016 van de Minister van het Leefmilieu van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest verworpen. De Raad van State heeft met het arrest nr. 236.402 van 10 november 2016 de vordering van de NV Brussels Airport Company tot schorsing van de beslissing van 19 mei 2016 van de Minister van het Leefmilieu van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest verworpen. 2. PROBLEEMSTELLING 1. De belangen van de Vlaamse Gemeenschap worden ernstig benadeeld. De wijziging van de huidige administratieve praktijk resulteert in een benadeling van de Vlaamse Gemeenschap doordat de beslissing van 19 mei 2016 van Minister van het Leefmilieu van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest als gevolg zal hebben dat de geluidsoverlast nog meer door gemeenten en hun inwoners uit de Vlaamse Rand zullen moeten worden gedragen. Mede onder impuls van het Toekomstforum Halle-Vilvoorde dient in het dossier van de luchthaven de problematiek van mobiliteit, leefmilieu en leefbaarheid op een solidaire en rationale manier te worden aangepakt. 2. De beleidsvrijheid en de autonomie van de Vlaamse Gemeenschap worden ernstig beknot De beslissing van 19 mei 2016 van de Minister van het Leefmilieu van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest heeft als gevolg dat de Vlaamse bevoegdheid inzake gezondheidsbeleid ernstig uitgehold worden. Wil de Vlaamse Gemeenschap immers haar beleid inzake gezondheidsbeleid realiseren, dan wordt zij door deze beslissing geconfronteerd met een beslissing van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest die een manifeste negatieve impact heeft waardoor de Vlaamse Gemeenschap haar beleidsvrijheid in het gedrag komt. Aldus wordt de beleidsvrijheid van de Vlaamse Gemeenschap ernstig beknot om een genuanceerd gezondheidsbeleid te voeren. Deze beslissing van 19 mei 2016 van Minister van het Leefmilieu van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest schendt aldus het evenredigheidsbeginsel dat veronderstelt dat geen enkele overheid haar bevoegdheid derwijze mag uitoefenen dat zij daardoor de uitoefening van de bevoegdheid van andere overheden buitengewoon moeilijk of onmogelijk maakt. 3. Schending van het beginsel van de federale loyauteit De beslissing van 19 mei 2016 van Minister van het Leefmilieu van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest schendt eveneens het beginsel van de federale loyauteit dat noopt tot samenwerking tussen de federale staat en de gemeenschappen en gewesten en dat moet bijdragen tot het Pagina 2 van 5
verzekeren en vrijwaren van de belangen van alle onderscheiden entiteiten wanneer deze in het gedrang dreigen te komen. De betrokken overheden kunnen slechts deugdelijk samenwerken wanneer er voorafgaand overleg wordt gepleegd tussen deze overheden. In dit dossier kan niet worden ontkend dat deze principes worden geschonden door de bestreden beslissing. 4. Schending van het redelijkheidsbeginsel Het redelijkheidsbeginsel houdt in dat het bestuur, in casu het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest, de haar toegekende appreciatiebevoegdheid naar behoren uitoefent, waarbij op grond van een correcte beoordeling van de juiste feitelijke gegevens in alle redelijkheid tot een beslissing wordt gekomen. De redelijkheid ontbreekt volledig in de beslissing van 19 mei 2016 van Minister van het Leefmilieu van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest. 3. BELANGENCONFLICT De Vlaamse Regering kan een belangenconflict inroepen als ze van oordeel is dat een beslissing van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest de Vlaamse Gemeenschap ernstig kan benadelen. De daarvoor te volgen procedure wordt voorgeschreven bij artikel 32, 2, van de gewone wet van 9 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, dat bepaalt: Indien de federale Regering, een Gemeenschaps- of Gewestregering of het Verenigd College bedoeld in artikel 60 van de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen oordeelt ernstig te kunnen worden benadeeld door een ontwerp van beslissing of een beslissing van de federale Regering, van een Gemeenschaps- of Gewestregering, van het Verenigd College of van één hunner leden, kan de Eerste Minister, de Voorzitter van de Gemeenschaps- of Gewestregering of van het Verenigd College de zaak met het oog op overleg aanhangig maken bij het in artikel 31 bedoeld Overlegcomité, dat binnen zestig dagen volgens de procedure van de consensus beslist. In dit geval wordt de betwiste beslissing of de uitvoering ervan gedurende deze termijn geschorst. Zoals vermeld onder rubriek 2. Hiervoor, worden de belangen van de Vlaamse Gemeenschap ernstig benadeeld door de beslissing van 19 mei 2016 van Minister van het Leefmilieu van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest om vanaf 1 januari 2017, de tolerantiemarge met betrekking tot de vaststelling van overtredingen van het Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 27 mei 1999 betreffende de bestrijding van geluidshinder voortgebracht door het luchtverkeer te beëindigen en wordt bij het nemen van deze beslissing het in artikel 143 van de Grondwet geformuleerde beginsel van federale loyauteit geschonden. Pagina 3 van 5
Conclusie: de Vlaamse Gemeenschap oordeelt omwille van bovengenoemde redenen ernstig te kunnen worden benadeeld door de beslissing van 19 mei 2016 van Minister van het Leefmilieu van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest om vanaf 1 januari 2017, de tolerantiemarge met betrekking tot de vaststelling van overtredingen van het Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 27 mei 1999 betreffende de bestrijding van geluidshinder voortgebracht door het luchtverkeer te beëindigen. VOORSTEL VAN BESLISSING De Vlaamse Regering beslist: - de bijgaande nota aan het overlegcomité goed te keuren. - de Minister-President te machtigen, met toepassing van artikel 32, 2, van de gewone wet van 9 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, een belangenconflict ten behoeve van de Vlaamse Gemeenschap in te dienen bij het Overlegcomité met betrekking tot de beslissing van 19 mei 2016 van Minister van het Leefmilieu van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest om vanaf 1 januari 2017, de tolerantiemarge met betrekking tot de vaststelling van overtredingen van het Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 27 mei 1999 betreffende de bestrijding van geluidshinder voortgebracht door het luchtverkeer te beëindigen. De Vlaamse minister-president Geert Bourgeois De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin Jo VANDEURZEN De Vlaamse minister van Cultuur, Media, Jeugd en Brussel Sven GATZ Bijlage: - Nota aan het overlegcomité - beslissing van 19 mei 2016 van Minister van het Leefmilieu van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest om vanaf 1 januari 2017, de tolerantiemarge met betrekking tot de vaststelling van overtredingen van het Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 27 mei 1999 betreffende de bestrijding van geluidshinder voortgebracht door het luchtverkeer te beëindigen Pagina 4 van 5
- twee arresten van de raad van State (nr. 236.128 van 14 oktober 2016 en 236.402 van 10 november 2016). Pagina 5 van 5