http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ecli:nl:gharl...



Vergelijkbare documenten
ECLI:NL:GHLEE:2007:BA7844 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

LJN: BY3633, Gerechtshof Leeuwarden, /01

ECLI:NL:GHAMS:2017:147 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

ECLI:NL:GHLEE:2007:BB0648 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHLEE:2002:AE4023 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer Rolnummer

ECLI:NL:GHAMS:2010:932 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHARL:2014:8075

ECLI:NL:GHARL:2015:6585

ECLI:NL:GHAMS:2016:4193 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

ECLI:NL:GHARL:2015:350

ECLI:NL:GHDHA:2014:3066


zaaknummer rechtbank Amsterdam : C/13/ KG ZA arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 22 juli 2014

ECLI:NL:RBROT:2016:665

ECLI:NL:GHAMS:2013:3271 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHSHE:2016:2505

ECLI:NL:GHLEE:2011:BR6231

ECLI:NL:RBAMS:2017:5985

ECLI:NL:GHARN:2010:BN9921

ECLI:NL:GHARL:2015:9831

ECLI:NL:GHLEE:2004:AQ8119 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer Rolnummer

ECLI:NL:GHARL:2014:9606

ECLI:NL:RBARN:2010:BM1303

ECLI:NL:GHARL:2015:5534 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2007:BB8805 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 1659/05

Beweerdelijk te lage taxatie. Verschil van 10 % tussen verschillende taxatie niet onaanvaardbaar.

ECLI:NL:GHARL:2013:4437 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHLEE:2010:BP1090 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:RBLIM:2017:4418

ECLI:NL:GHARN:2011:BQ7402

ECLI:NL:GHDHA:2014:3834

ECLI:NL:GHLEE:2012:BY7476 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

ECLI:NL:RBUTR:2009:BI6799

ECLI:NL:GHAMS:2008:BG6664 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHDHA:2017:647

ECLI:NL:GHARN:2006:AZ6239

ECLI:NL:RBAMS:2016:199

ECLI:NL:GHARL:2013:BZ0634

ECLI:NL:GHSHE:2015:3457

ECLI:NL:RBAMS:2015:5812

ECLI:NL:RBARN:2011:BU7634

ECLI:NL:GHARL:2016:7955 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:RBMNE:2015:6266

ECLI:NL:GHSHE:2017:3619

ECLI:NL:RBARN:2010:BN9752

ECLI:NL:GHAMS:2017:526 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

ECLI:NL:GHSHE:2014:1211 Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer HD

ECLI:NL:GHSHE:2016:2711

ECLI:NL:GHAMS:2013:3247 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:RBNNE:2014:131

ECLI:NL:RBLIM:2017:3845

ECLI:NL:GHAMS:2014:218 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

Rechtspraak.nl - Print uitspraak

ECLI:NL:GHARL:2017:2682

ECLI:NL:GHARL:2014:10207

ECLI:NL:RBGEL:2017:1643

ECLI:NL:RBHAA:2009:BI7758

ECLI:NL:GHAMS:2016:361 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

ECLI:NL:GHAMS:2016:5140 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

ECLI:NL:RBASS:2006:AY8841

ECLI:NL:RBNNE:2014:1383 Rechtbank Noord-Nederland Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer C HA ZA

ECLI:NL:GHSHE:2014:1286 Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer HD

ECLI:NL:RBOVE:2016:286

ECLI:NL:RBUTR:2003:AN8905

ECLI:NL:RBAMS:2017:1537

ECLI:NL:GHDHA:2013:4308

ECLI:NL:GHSGR:2008:BH2220

ECLI:NL:GHARL:2017:2679

LJN: BV6124,Voorzieningenrechter Rechtbank Arnhem, Datum uitspraak: Datum publicatie:

ECLI:NL:GHSHE:2017:317


LJN: AO9357, Rechtbank Arnhem, Print uitspraak

ECLI:NL:GHDHA:2016:3477

ECLI:NL:RBROT:2007:BB1240

ECLI:NL:RBROT:2010:BL3553

ECLI:NL:GHLEE:2006:AV4142 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer Rolnummer

DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM.

ECLI:NL:GHAMS:2007:BA5915 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 905/05

ECLI:NL:RBZWB:2014:7769

ECLI:NL:RBROT:2015:4468

ECLI:NL:GHAMS:2014:3049

JIN 2013/174, Hof Arnhem-Leeuwarden, , ECLI:NL:GHARL:2013:6823, , (annotatie) ECLI:NL:GHARL:2013:6823

ECLI:NL:GHARL:2017:707

ECLI:NL:GHSHE:2013:BZ0395 Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer HD

ECLI:NL:GHARL:2014:5501

ECLI:NL:RBROT:2015:5262

ECLI:NL:GHLEE:2002:AE7827 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer Rolnummer

Rechtspraak.nl - Print uitspraak

ECLI:NL:RBLIM:2017:1672

ECLI:NL:GHSHE:2004:AO4119

ECLI:NL:RBARN:2005:AT7137

ECLI:NL:GHARL:2016:2375 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHDHA:2014:4609

ECLI:NL:RBGEL:2017:2434

ECLI:NL:RBOVE:2014:3241

ECLI:NL:RBLIM:2017:2309

Zoekresultaat inzien document. ECLI:NL:RBROT:2012:BX5563 Permanente link: Uitspraak

ECLI:NL:GHAMS:2014:4363 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHSHE:2013:3466

Bijzondere kenmerken Kort geding Inhoudsindicatie Opheffen conservatoir beslag. Onjuist en/of onvolledig informeren van beslagrechter.

Transcriptie:

1 of 5 31-01-16 21:27 Zoekresultaat - inzien document ECLI:NL:GHARL:2013:5729 Permanente link: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ecl Instantie Datum uitspraak 30-07-2013 Datum publicatie 01-08-2013 Zaaknummer Rechtsgebieden Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 200.115.682-01 (juiste versie) Civiel recht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie Taxatie door makelaar in 2006 wijkt bijna 40 % af van in 2009 gerealiseerde koopprijs bij onderhandse verkoop. Onrechtmatige taxatie? Rechtbank en hof: nee. Te weinig gesteld. Vindplaatsen Rechtspraak.nl NJF 2013/374 Uitspraak GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN locatie Leeuwarden afdeling civiel recht zaaknummer gerechtshof 200.115.682/01 (zaaknummer rechtbank Noord-Nederland 87718/ HA ZA 11-499) arrest van de eerste kamer van 30 juli 2013 in de zaak van Hypinvest B.V., gevestigd te 's-gravenhage, appellante,

in eerste aanleg: eiseres, hierna: Hypinvest, advocaat: mr. T.C. Boer, kantoorhoudend te Amsterdam, tegen [geïntimeerde], wonende te [woonplaats], geïntimeerde, in eerste aanleg: gedaagde, hierna: [geïntimeerde], advocaat: mr. R.W. Lagerwaard, kantoorhoudend te Roden. 1 Het geding in eerste aanleg In eerste aanleg is geprocedeerd en beslist zoals weergegeven in de vonnissen van 7 maart 2012 en van 29 augustus 2012 van de rechtbank Assen (thans onderdeel van de rechtbank Noord-Nederland). 2 Het geding in hoger beroep 2.1 Het verloop van de procedure is als volgt: - de dagvaarding in hoger beroep d.d. 13 september 2012, gericht tegen het vonnis van 29 augustus 2012; - de memorie van grieven (met producties), - de memorie van antwoord. 2.2 Vervolgens hebben partijen de stukken voor het wijzen van arrest overgelegd en heeft het hof arrest bepaald. 2.3 De vordering van Hypinvest luidt: "bij arrest, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad: A. te vernietigen het vonnis van de Rechtbank Assen met zaak-/rolnummer 87718/HA ZA 11-499 d.d. 29 augustus 2012, tussen partijen gewezen; en opnieuw rechtdoende: B. geïntimeerde te veroordelen om de vorderingen van appellante, oorspronkelijk eiseres, alsnog toe te wijzen; C. geïntimeerde te veroordelen in de kosten van beide instanties, alsmede in het nasalaris voor de advocaat, met bepaling dat, als deze kosten niet binnen zeven dagen na de datum van het te dezen te wijzen vonnis worden voldaan, daarover met ingang van de achtste dag nadien wettelijke rente verschuldigd is". 2 of 5 31-01-16 21:27

Gelet op artikel CIII van de Wet herziening gerechtelijke kaart (Staatsblad 2012, 313) wordt in deze voor 1 januari 2013 aanhangig gemaakte zaak uitspraak gedaan door het hof Arnhem-Leeuwarden, locatie Leeuwarden. 3 De vaststaande feiten 3.1 Tegen de weergave van de vaststaande feiten onder 2.1 tot en met 2.7 van het beroepen vonnis is geen grief ontwikkeld, zodat ook het hof van die feiten uit zal gaan. Samen met hetgeen het hof in hoger beroep (als gesteld en niet voldoende weersproken) als vaststaand aanneemt, komt het op het volgende neer: - Hypinvest is een instelling die hypothecaire leningen verstrekt. - [geïntimeerde] was in 2006 NVM makelaar en taxateur, aanvankelijk handelend onder de naam [geïntimeerde]. Laatstgenoemde VOF is met ingang van 1 juni 2006 uitgeschreven uit de Kamer van Koophandel. - [betrokkene] heeft op 8 augustus 2006 aan Taxatheek BV opdracht gegeven tot taxatie van het door haar bewoonde pand, plaatselijk bekend als [adres] (verder: het pand). De Taxatheek B.V. heeft deze taxatie op 11 augustus 2006 laten uitvoeren door [geïntimeerde]. - [geïntimeerde] heeft met betrekking tot het pand op 21 augustus 2006 een taxatierapport opgesteld met daarin de volgende waardering: onderhandse verkoopwaarde, vrij van huur en gebruik (VOV) 280.000,-- executiewaarde vrij van huur en gebruik (EW) 252.000,-- VOV na verbouwing 300.000,-- EW na verbouwing 270.000,-- - Hypinvest heeft vervolgens aan genoemde [betrokkene] een hypotheek verstrekt ter grootte van 233.749,--. - Vanwege betalingsproblemen van genoemde [betrokkene] heeft Hypinvest begin 2009 aan [makelaar] (onder meer gevestigd te Marum) opdracht verstrekt het pand te taxeren. [makelaar] heeft op 16 februari 2009 een taxatierapport opgesteld met daarin de volgende waardering: VOV 210.000,-- EW 175.000,-- - In april 2009 heeft Hypinvest haar aan [betrokkene] verstrekte geldlening opgeëist, waarna het pand onderhands te koop werd aangeboden. In september 2009 is het pand, kort voordat een executieveiling zou plaatsvinden, onderhands verkocht voor 172.000,--. 4 De beoordeling in hoger beroep 4.1 Stellende dat [geïntimeerde] met het uitbrengen van zijn rapport in 2006 onrechtmatig jegens haar heeft gehandeld, vordert Hypinvest een daarmee overeenstemmende verklaring voor recht en een schadevergoeding van 70.679,60, alsmede veroordeling van [geïntimeerde] in de proceskosten. [geïntimeerde] heeft in haar visie zijn taxatierapport niet opgesteld overeenkomstig de zorg die een redelijk bekwaam en redelijk handelend vakgenoot in acht zou hebben moeten nemen en hij heeft niet voorkomen dat zijn onjuiste taxatierapport in het handelsverkeer is gebracht. 4.2 [geïntimeerde] heeft verweer gevoerd en gemotiveerd aangegeven hoe de door hem getaxeerde waarden tot stand zijn gekomen. 4.3 De rechtbank heeft de vorderingen van Hypinvest afgewezen, kort gezegd omdat Hypinvest de door haar gestelde onrechtmatigheid van het taxatierapport onvoldoende feitelijk heeft onderbouwd. 3 of 5 31-01-16 21:27

4.4 De grieven richten zich tegen die beslissing en de daaraan ten grondslag liggende overwegingen. Ze lenen zich voor gezamenlijke behandeling. 4.5 De beweerdelijke onrechtmatigheid van de door [geïntimeerde] uitgevoerde taxatie berust in hoofdzaak op de stelling dat de feitelijke onderhandse verkoopwaarde in 2009 38.9 % lager uit is gekomen dan de VOV waarde van 280.000,--, die [geïntimeerde] in zijn taxatierapport van 2006 heeft vermeld. Dat verschil zou ruim meer bedragen dan de daarvoor in de regel gehanteerde bandbreedte van 25 %. Hypinvest beroept zich in dat verband ook nog op het grote verschil tussen de door [geïntimeerde] in 2006 getaxeerde waarden en de door [makelaar] in 2009 getaxeerde waarden, waarbij zij laatstgenoemd rapport voor juist houdt, nu dat wel valt binnen de bandbreedte van 25 % ten opzichte van de feitelijke opbrengst. Uitgaande van dat gegeven is Hypinvest van mening dat de rechtbank voorshands aannemelijk had moeten achten dat het rapport van [geïntimeerde] onjuist was, waarna het op de weg van [geïntimeerde] zou hebben gelegen tegenbewijs te leveren. 4.6 Voor de beantwoording van de vraag of een taxateur als [geïntimeerde] onrechtmatig heeft gehandeld, dient beoordeeld te worden of hij bij de uitvoering van de hem verstrekte opdracht de zorgvuldigheid heeft betracht die van een redelijk bekwaam en redelijk handelend vakgenoot mag worden verwacht. Daarbij komt het niet (enkel) aan op de mate waarin de getaxeerde waarde van de woning afwijkt van de werkelijke waarde, maar ook op de vraag of de taxateur bij de totstandkoming van het taxatierapport en de door hem gehanteerde uitgangspunten de hiervoor bedoelde zorgvuldigheid heeft betracht. 4.7 Wanneer de onderhavige casus tegen die achtergrond wordt bezien, valt allereerst op dat Hypinvest een in 2009 opgesteld taxatierapport en een in 2009 gerealiseerde onderhandse verkoopopbrengst gebruikt als maatstaf voor de werkelijke waarde van de woning in 2006. Een naderhand door een erkend taxateur opgesteld rapport van de waarde van de woning in 2006 ontbreekt, terwijl ook geen enkele inzage is gegeven in de WOZ waarde van de woning in 2006 en volgende jaren. Juist nu de omstandigheden op de woningmarkt sedert 2008/2009 naar algemeen bekend is - drastisch zijn gewijzigd (van stijgende prijzen naar dalende prijzen) zegt een taxatie uit begin 2009 wat daar verder ook van zij - weinig over de werkelijke waarde in 2006 en een (bijna een half jaar later in 2009) in een onderhandse verkoop gerealiseerde prijs nog minder. 4.8 Waar [geïntimeerde] gemotiveerd heeft aangegeven hoe hij in 2006 tot zijn taxatie is gekomen (onder meer door objectvergelijking zie onder 14 en 15 van de conclusie van dupliek in eerste aanleg), had het op de weg van Hypinvest gelegen haar stelling dat de uitkomsten van de taxatie onacceptabel afweken van de werkelijke waarde in 2006 deugdelijk te onderbouwen. De rechtbank heeft op goede gronden vastgesteld dat Hypinvest dat in onvoldoende mate heeft gedaan en dat hetgeen wel is aangevoerd een voorlopig oordeel, behoudens door [geïntimeerde] te leveren tegenbewijs, niet kan dragen. 4.9 Het hof stelt vast dat Hypinvest ook in hoger beroep geen nadere onderbouwing van haar desbetreffende stelling heeft gegeven en ter zake evenmin een voldoende gespecificeerd bewijsaanbod heeft gedaan. 4.10 Een en ander brengt mede dat, wat er verder van de grieven ook zij, de vordering van Hypinvest niet voor toewijzing in aanmerking komen. De grieven hoeven daarom verder ook geen behandeling. 5 Slotsom Het beroepen vonnis dient te worden bekrachtigd. Hypinvest zal, als de in het ongelijk te stellen partij, worden veroordeeld in de kosten van deze procedure in hoger beroep (salaris advocaat: 1 punt, tarief IV). 4 of 5 31-01-16 21:27

Beslissing Het gerechtshof: bekrachtigt het vonnis d.d. 29 augustus 2012, waarvan beroep; veroordeelt Hypinvest in de kosten van de procedure in hoger beroep, tot op heden aan de zijde van [geïntimeerde] begroot op 291,-- aan verschotten en op 1.631,-- aan geliquideerd salaris voor de advocaat; verklaart deze proceskosten veroordeling uitvoerbaar bij voorraad. Dit arrest is gewezen door mr. K.E. Mollema, mr. L. Groefsema en mr. R.E. Weening en is door de rolraadsheer in tegenwoordigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op dinsdag 30 juli 2013. 5 of 5 31-01-16 21:27