Tweede Kamer der Staten-Generaal



Vergelijkbare documenten
Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Fiche 3: Wijziging verordening aanvullende steun bij natuurrampen. 1. Algemene gegevens

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Fiche 1: Verordening betreffende geharmoniseerde indexcijfers van de consumptieprijzen en tot intrekking van Verordening (EG) nr.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Fiche 4: Wijziging richtlijn administratieve samenwerking op het gebied van belastingen

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 juli 2006 (27.07) (OR. en) 12036/06 Interinstitutioneel dossier: 2006/0121 (AVC)

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Fiche 1: Verordening inzake Europese statistieken over veiligheid voor criminaliteit

Tweede Kamer der Staten-Generaal

e) Nr. impact assessment Commissie en Opinie Raad voor Regelgevingstoetsing Niet opgesteld

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Titel voorstel: Voorstel voor een verordening van de Raad inzake de vertaalregelingen voor het EU-octrooi

Tweede Kamer der Staten-Generaal

e) Nr. impact assessment Commissie en Opinie Raad voor Regelgevingstoetsing N.v.t.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 28 mei 2004 (03.06) (OR. en) 9919/04. Interinstitutioneel dossier: 2004/0109 (COD) 2004/0110 (COD)

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Fiche 4: Wijziging btw-richtlijn op het gebied van btw-tarieven op boeken, kranten en tijdschriften

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 21 juni 2004 (OR. en) 10470/04 Interinstitutioneel dossier: 2004/0110 (COD) ENER 169

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Fiche 2: Aanpassing verordening statuut en financiering Europese politieke partijen

XT 21004/18 ADD 1 REV 2 mou/asd/ev 1 UKTF

h) Rechtsbasis Artikel 91 (1) van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU).

Tweede Kamer der Staten-Generaal

a) Titel voorstel Proposal for a directive of the European Parliament and of the Council on countering money laundering by criminal law.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

a) Titel voorstel Wijziging van Protocol 3 betreffende het Statuut van het Hof van Justitie van de Europese Unie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Fiche 6: Verordening elektronische publicatie van het Publicatieblad van de Europese

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

d) EUR-Lex:

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Fiche 7: Verordening definitie, presentatie en etikettering gedistilleerde dranken

Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

BIJLAGE. bij het. Voorstel voor een besluit van de Raad

Tweede Kamer der Staten-Generaal

DE EUROPESE GEMEENSCHAP, HET KONINKRIJK BELGIË, HET KONINKRIJK DENEMARKEN, DE BONDSREPUBLIEK DUITSLAND, DE HELLEENSE REPUBLIEK, HET KONINKRIJK SPANJE,

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD

EU-voorstel: Verordening voor de teelt van GGO-gewassen COM(2010) 375

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Fiche 1: verordening wijziging programma Creatief Europa

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Transcriptie:

Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 319 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE ZAKEN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 29 april 2004 Overeenkomstig de bestaande afspraken heb ik de eer u hierbij twee fichesaan te bieden die werden opgesteld door de Werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen (BNC): 1. Voorstel voor een Verordening van de Raad inzake een regeling op grond van artikel 2 van Protocol nr. 10 van de Toetredingsakte 2. Verordening van het EuropeesParlement en de Raad betreffende de statistiek van de bij- en nascholing in ondernemingen De Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken, A. Nicolaï KST76183 0304tkkst22112-319 ISSN 0921-7371 Sdu Uitgevers s-gravenhage 2004 Tweede Kamer, vergaderjaar 2003 2004, 22 112, nr. 319 1

Fiche 1: Verordening inzake de Toetredingsakte Titel: Voorstel voor een Verordening van de Raad inzake een regeling op grond van artikel 2 van Protocol nr. 10 van de Toetredingsakte Datum Raadsdocument: 10 maart 2004 Nr Raadsdocument: 7174/04 Nr. Commissiedocument: COM (2004) 145 definitief Eerstverantwoordelijk ministerie: Ministerie van Buitenlandse Zaken Behandelingstraject in Brussel: RWG Uitbreiding, RAZEB Achtergrond, korte inhoud en doelstelling van het voorstel: In de Akte bij het Toetredingsverdrag (artikel 1 van Protocol nr. 10) is vastgelegd dat de toepassing van het acquis in het noordelijke deel van Cyprus wordt opgeschort in afwachting van een regeling voor de kwestie- Cyprus. In artikel 2 van Protocol nr. 10 is vastgelegd dat de Raad, op voorstel van de Commissie, de voorwaarden vaststelt waaronder de rechtsvoorschriften van de EU gelden ten aanzien van de lijn tussen de gebieden waarover de regering van de Republiek Cyprusfeitelijk het gezag uitoefent en de gebieden waarover die regering niet feitelijk het gezag uitoefent. Voorliggende ontwerp-verordening betreft het voorstel van de Commissie op basis waarvan de Raad genoemde voorwaarden kan vaststellen. In de verordening isopgenomen dat de lijn geen «buitengrens» isen er dus geen bijzondere regels hoeven te worden vastgesteld voor het «grensoverschrijdend» verkeer van personen, goederen en diensten. De hoofdverantwoordelijkheid voor regelshieromtrent ligt bij de Republiek Cyprus. Deze dienen gelijkwaardig te zijn aan het niveau in de EU (art. 4) en er dienen minimumregelste zijn (art. 7). De ontwerp-verordening heeft onder andere betrekking op vraagstukken als de preventie van illegale immigratie, douane, voedselveiligheid, belasting en reisfaciliteiten. Er is gezocht naar een evenwicht tussen, enerzijds, de noodzaak om een duidelijk wetgevingskader vast te stellen en, anderzijds, de eis dat de geschilpunten inzake de kwestie Cyprus niet mochten worden verdiept. Zelfsindien de kwestie vóór de toetreding wordt geregeld, kan het noodzakelijk zijn dat de verordening voor een overgangsperiode in werking treedt, omdat het acquis op 1 mei 2004 niet noodzakelijkerwijze geheel tot het noordelijke deel zal worden uitgebreid. De Commissie werkt aan een tweede ontwerp-verordening die alle besluiten bevat die de Raad moet nemen indien de kwestie voor de toetreding wordt geregeld. Dit ontwerp zal worden voltooid wanneer alle voorwaarden van de regeling bekend zijn. Rechtsbasis van het voorstel: Akte betreffende de toetredingsvoorwaarden voor de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek en de aanpassing van de Verdragen waarop de Europese Unie is gegrond, Protocol nr. 10, Artikel 2 Besluitvormingsprocedure en rol Europees Parlement: Raad met unanimiteit Instelling nieuw Comitologie-comité: Nee Tweede Kamer, vergaderjaar 2003 2004, 22 112, nr. 319 2

Subsidiariteit en proportionaliteit: Subsidiariteit: daar het de Unie alsgeheel aangaat, ligt het op de weg van de Raad de arrangementen met betrekking tot de groene lijn te treffen. Proportionaliteit: een verordening ishet aangewezen middel voor effectieve implementatie van arrangementen met betrekking tot de groene lijn. Consequenties voor de EU-begroting: geen Financiële, personele en administratieve consequenties voor de rijksoverheid, decentrale overheden en/of bedrijfsleven en burger: geen Consequenties voor nationale en decentrale regelgeving/beleid, (informatie over het inschakelen van nationale agentschappen / zelfstandige bestuursorganen e.d., implementatie en uitvoering, notificatie en handhaving en/of sanctionering): geen Voorgestelde implementatietermijn (bij richtlijnen) dan wel voorgestelde datum inwerkingtreding (bij verordeningen en beschikkingen) met commentaar t.a.v. haalbaarheid: De verordening treedt in werking op de datum van toetreding van de republiek Cyprustot de Europese Unie. Nederlandse belangen en eerste algemene standpuntbepaling: Nederland houdt sterke voorkeur voor toetreding van een herenigd Cyprus. Dit neemt niet weg dat voorzieningen moeten worden voorbereid voor het geval niet tijdig een oplossing wordt gevonden. De Unie, inclusief Nederland, is in dat geval gebaat bij afdoende regeling van het verkeer over de groene lijn. Het isvan belang goede controle te hebben op de groene lijn, ook al wordt deze de jure geen buitengrens de facto is dit wel het geval. De ontwerp-verordening biedt een evenwicht tussen aan de ene kant controle, die moet plaatsvinden, en aan de andere kant voorkoming van te strikte controle, die nadelen voor het noorden met zich meebrengt en de deling bestendigt. Concluderend: de ontwerpverordening leidt tot een afdoende regeling en Nederland kan zich vinden in het voorstel. Het Nederlandstalige document zal zodanig worden aangepast dat, net als in de Engelstalige versie, niet wordt gesproken over «grens» maar over «lijn», gezien de erkenningskwestie en de gevoeligheid van de terminologie. Nederland zal in de Raadswerkgroep Uitbreiding nog navraag doen naar de verhouding tussen artikel 4, lid 6 en artikel 4, lid 10 van het voorstel. Het gaat hier om de vraag of het de bedoeling isdat voor de in artikel 4, lid 6 bedoelde heffingen betaling dient plaatste vinden bij het binnenbrengen van de goederen alsbedoeld in lid 1 van artikel 4. Alsdat zo is, dient dat in de tekst van artikel 4, lid 10 van het voorstel duidelijker tot uitdrukking gebracht te worden. Alsdit niet de bedoeling is, dan verdient het de aanbeveling de tekst van artikel 4, lid 6 van het voorstel te verduidelijken in de zin dat de heffingen niet geheven worden bij het binnenbrengen. Tweede Kamer, vergaderjaar 2003 2004, 22 112, nr. 319 3

Fiche 2: Verordening betreffende de statistiek van de bij- en nascholing in ondernemingen Titel: Verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de statistiek van de bij- en nascholing in ondernemingen Datum Raadsdocument: 24 februari 2004 Nr Raadsdocument: 6741/04 Nr. Commissiedocument: COM(2004)95 definitief Eerstverantwoordelijk ministerie: Ministerie van Economische Zaken (Centraal Bureau voor de Statistiek) Behandelingstraject in Brussel: Raadswerkgroep Statistiek, Ecofin Raad Achtergrond, korte inhoud en doelstelling van het voorstel: Het Lissabonproces zorgt voor een toenemende vraag naar statistieken op het gebied van levenslang leren, met name informatie over de bij- en nascholing in ondernemingen (bedrijfsopleidingen) wordt in dit kader als een belangrijk aspect gezien. Deze informatie is noodzakelijk voor de vaststelling en evaluatie van beleid en van strategieën, die ten doel hebben het menselijk kapitaal aan te passen aan een veranderende economie. In Nederland isreedsover de jaren 1986, 1990, 1993 en 1999 een bedrijvenenquête naar bij- en nascholing van werknemers uitgevoerd, het zgn. onderzoek bedrijfsopleidingen. Doel van dit onderzoek ishet verzamelen en publiceren van gegevens over de omvang, samenstelling en kenmerken van opleidingsactiviteiten die particuliere bedrijven ondernemen ten behoeve van hun werknemers. Die opleidingsactiviteiten worden bekeken vanuit de invalshoeken deelname, kosten en opleidingsbeleid. De laatste twee edities van het onderzoek werden onder de noemer Continuing Vocational Training Survey (CVTS) tevensin Europees verband uitgevoerd en gebaseerd op herenakkoorden tussen Eurostat en de lidstaten van de EU. De onderhavige verordening verleent aan deze periodieke bedrijvenenquête een wettelijke basis en een permanent (vijfjaarlijks) karakter. Eurostat isvoornemensde gegevensop te nemen in een te bouwen geïntegreerd Europees Statistisch Informatiesysteem (ESIS) over onderwijs en leren. De voorgestelde verordening neemt de opzet zoals gehanteerd voor het meest recente onderzoek bedrijfsopleidingen (CVST2) als uitgangspunt en breidt deze uit met basisinformatie over initieel beroepsonderwijs in ondernemingen. Daarbij gaat het om leerlingen die in het kader van een stage of duale opleiding binnen de betreffende bedrijven actief zijn, evenalsde uitgaven die het bedrijfsleven hiervoor maakt. Deze opzet van het onderzoek is in het voorstel in grote lijnen beschreven evenals de procedure om de details middels Commissieverordeningen nader vast te leggen. Rechtsbasis van het voorstel: Artikel 285 EG-Verdrag Besluitvormingsprocedure en rol Europees Parlement: Co-decisie Instelling nieuw Comitologie-comité: Nee, bestaand Comité statistisch programma. Subsidiariteit en proportionaliteit: Subsidiariteit: positief. Het doel van de verordening, het produceren van vergelijkbare nationale en communautaire gegevensover de scholing in ondernemingen, kan onvoldoende door de lidstaten afzonderlijk worden bereikt. Tweede Kamer, vergaderjaar 2003 2004, 22 112, nr. 319 4

Proportionaliteit: positief. De verordening gaat niet verder dan nodig is om deze doelstellingen te verwezenlijken. Consequenties voor de EU-begroting: De totale toewijzing voor de actie (financiering uit de begroting) bedraagt 6 135 102, aan vastleggingskredieten voor de periode 2005 2008. Nederland staat op het standpunt dat hiermee geen voorschot op de nieuwe Financiële Perspectieven (periode 2007 2013) kan worden genomen. Financiële, personele en administratieve consequenties voor de rijksoverheid, decentrale overheden en/of bedrijfsleven en burger: Het CBS heeft de totale kosten voor het eerstvolgende onderzoek bedrijfsopleidingen begroot op 3 868 763, over de periode 2005 2008. Het CBS heeft dit bedrag opgenomen in de jaarlijkse opgave van kosten die gepaard gaan met nieuwe EU-activiteiten. Hierover zal moeten worden besloten in het kader van de Rijksbegroting. Binnen de begroting van CBS/EZ isvoor de uit deze Verdordening voortvloeiende extra kosten geen ruimte. Voorwaarde isderhalve dat de benodigde middelen aan de EZ-begroting worden toegevoegd. De onder punt 9) vermelde Commissiebijdrage geldt louter voor dit eerstvolgende onderzoek en bedraagt ongeveer 219 000, per land. Indien dit bedrag wordt toegekend zal dit in mindering worden gebracht op de bovengenoemde opgave. Het bedrijfsleven heeft de verplichting tot het leveren van gegevens(o.m. vastgelegd in Besluit gegevensverwerving CBS volgend op nieuwe CBS-wet). Op basis van het meest recente onderzoek bedrijfsopleidingen (CVTS2) worden de administratieve lasten voor het bedrijfsleven geschat op 8000 mensuren per enquête (eens per vijf jaar). Consequenties voor nationale en decentrale regelgeving/beleid, (informatie over het inschakelen van nationale agentschappen / zelfstandige bestuursorganen e.d., implementatie en uitvoering, notificatie en handhaving en/of sanctionering): De onderhavige verordening betekent een additionele EU-verplichting voor het Centraal Bureau voor de Statistiek. Voorgestelde implementatietermijn (bij richtlijnen) dan wel voorgestelde datum inwerking treding (bij verordeningen en beschikkingen) met commentaar t.a.v. haalbaarheid: De Commissie (Eurostat) streeft ernaar onderhavige Verordening, evenals de implementatieverordening van de Commissie, uiterlijk 1 januari 2006 in werking te laten treden met het oog op veldwerk in eerste kwartaal van 2006 (gericht op dataverzameling over kalenderjaar 2005). Nederlandse belangen en eerste algemene standpuntbepaling: Nederland kan instemmen. Het voorstel is mede gebaseerd op de inbreng van Nederlandse experts in de Eurostat werkgroepen CVTS (Continuing Vocational Training Survey) en ETS (Education and Training Statistics). Nederland staat wel op het standpunt dat hiermee geen voorschot op de nieuwe Financiële Perspectieven (periode 2007 2013) kan worden genomen. Tweede Kamer, vergaderjaar 2003 2004, 22 112, nr. 319 5