Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag



Vergelijkbare documenten
EVALUATIE XPLORE PROGRAMMA 2006

IOB Evaluaties no. 313 mei Xplore-programma

Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving

De minister voor Ontwikkelingssamenwerking,

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

Datum 13 oktober 2015 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over het bericht 'Aantal vechtscheidingen groeit explosief'

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage. Kamervraag van het lid De Wit

Onderzoek naar de evalueerbaarheid van gemeentelijk beleid

s-gravenhage, 14 januari 2000 De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E. Borst-Eilers

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking,

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

Bezoekadres Kenmerk Uw brief Bijlage(n) Maatschappelijke diensttijd, kansen en uitdagingen

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Kamerbrief over modernisering draagvlak ontwikkelingssamenwerking

b. of het NBSO-netwerk relevant, doeltreffend (effectief) en doelmatig (efficiënt) was.

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Bijlage(n): Beantwoording Kamervragen lid Smeets (PvdA)

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

Toetsing Beleidsdoorlichting dienstverlening belastingdienst

In deze brief ga ik in op de belangrijkste conclusies en aanbevelingen van het evaluatierapport.

2513 AA1XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Meetlat Projectplanning, monitoring & evaluatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel 6 van het Subsidiebesluit Ministerie van Buitenlandse Zaken;

Aan de Voorzitter van de Y Kamer der Staten-Generaal Binnenhof Y Den Haag

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE. Kamervragen van de leden Vermeij en Blok

Datum 11 februari 2015 Betreft Kamervraag van het lid Öztürk (Groep Kuzu/Öztürk) over de vermeende Sharia-driehoek in de Schilderswijk in Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 21 oktober 2013 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Datum Antwoorden op schriftelijke vragen naar aanleiding van het stopzetten van de uitbesteding van de cateringdiensten bij Defensie

Vraag 1 Bent u bekend met het artikel Luchtkwaliteit beoordelen bij plattelandswoningen van 4 februari 2015?

Datum 2 juli 2009 Onderwerp Kamervragen over de omvang van het probleem kinderontvoering

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Datum 5 maart 2009 Onderwerp Beantwoording kamervragen lid Azough (GroenLinks) inzake het verlengen van beginseltoestemming bij adoptie

Rapport Het recht op informationele zelfbeschikking in de zorg

Op de vragen van het lid Slob over de procedures en kosten bij verlenging van rijbewijzen, kan ik u als volgt antwoorden.

Hoofdlijnen van de landelijke monitoring en evaluatie van de matchingsregeling

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a DEN HAAG BZ/IW/01/63399

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A. overleg XV

Tweede Kamer der Staten-Generaal

- Achtergrond. Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid T.a.v. de heer H.G.J. Kamp Postbus LV DEN HAAG. Geachte heer Kamp,

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Wel of niet naar het buitenland?

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA s-gravenhage

Datum 27 november 2009 Betreft Oordeelsbrief Geacht bestuur,

Ministerie van Veiligheid en Justitie

Oordeel over de kwaliteit van de verantwoording 2002 van CWI en BKWI

DEEL A: Over uw training

logoocw De heer prof. dr. F. P. van Oostrom 26 mei 2005 ASEA/DIR/2005/23876 Taakopdracht voor de commissie Ontwikkeling Nederlandse Canon geen

Tweede Kamer der Staten-Generaal

1 Heeft u kennisgenomen van het artikel De problematiek van blokverwarming; invoering per 1 januari 2014? 1

> Retouradres Postbus DA Heerlen. Udink Schepel Advocaten Curator Stichting CASA Klinieken T.a.v. Alexanderstraat JL DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage

Datum 1 maart 2011 Betreft vragen van de leden Van der Ham (D66) en Jadnanansing (PvdA)

Datum 13 juli 2015 Betreft Beantwoording vragen en commissieverzoek over productiewaterinjectie

2 Klopt het dat het verbod op het couperen van paardenstaarten massaal ontdoken wordt door de leden van de Koninklijke Vereniging?

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA 's-gravenhage

Hoofdstuk 7 Evaluatieformulier

Vrijwilligerswerk is geen containerbegrip

Tijdens het begrotingsonderzoek heb ik toegezegd u nog aanvullende informatie toe te zenden.

Projectoproep voor de lancering van een Belgisch platform «Digitalisering voor ontwikkeling» (Digital for Development, D4D)

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 13 februari 2014 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Beoordeling. h2>klacht

Compensatie eigen risico is nog onbekend

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE. Datum 20 april 2016 Betreft Voortgang inburgering

Beantwoording vragen bericht OPTA waarschuwt ondernemers voor ongewilde telefonie overstap

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Binnenhof 4 Den Haag

en-over-bijdrage-nederland-aan-politietrainingen-op-papua

Antwoorden op vragen over verlies van gevoelige informatie nr

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Antwoorden op de vragen van het lid Lempens (SP) over problemen bij sociale werkvoorziening Drechtwerk (ingezonden 19 februari 2009)

Oplegmemo met nadere toelichting matrix arbeidsmarkt

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid AV/IR/2003/ Datum 10 maart 2003

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Tweede Kamer der Staten-Generaal

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 29 september 2014 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

wapenexportbeleid; vragen van de leden Algra en Schreijer-Pierik (CDA)

Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving

Deze vragen werden ingezonden op 17 augustus 2018 met kenmerk 2018Z14697.

FAQ. Decreet bovenlokale cultuurwerking Subsidie voor bovenlokale cultuurprojecten

Beleid Externe Sponsoring. GGD Rotterdam-Rijnmond

Datum 18 juni 2015 Betreft Beantwoording vragen van de leden Jasper Van Dijk en Smaling (SP) over het bericht TTIP tast gezondheid EU aan

Second opinion op de beleidsdoorlichting van Artikel 17 Luchtvaart

Datum 10 juni 2014 Betreft Behandeling WWZ, schriftelijke reactie op voorstel VAAN d.d. 2 juni 2014

Datum 11 september 2014 Betreft antwoorden vragen over brief inzake maatregelen ter versterking van de handhaving van de studiefinanciering

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Tweede Kamer der Staten-Generaal De heer J. Voordewind Binnenhof 4 Den Haag. Den Haag, 26 juni 2008

Datum 2 maart 2010 Onderwerp Kamervragen van het lid Van Velzen (SP) over de uitvoering van penitentiaire programma's

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 22 Den Haag

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA s-gravenhage

RAPPORT JAARLIJKS ONDERZOEK DE NOTENKRAKER

Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving

Transcriptie:

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Directie Sociale en Institutionele Ontwikkeling Bezuidenhoutseweg 67 2594 AC Den Haag Datum 24 november 2008 Auteur DSI/MY Telefoon 070-348 4350 Blad 1/5 Fax 070-348 4883 Bijlage(n) 1 DSI-MY@minbuza.nl Betreft Evaluatie IOB over het Xplore Programma www.minbuza.nl C.c. Bij deze bied ik u de evaluatie aan van het stage- en uitwisselingsproject Xplore die de Inspectie Ontwikkelingssamenwerking en Beleidsevaluatie (IOB) in mijn opdracht heeft uitgevoerd. Het betreft een evaluatie naar de doelmatigheid, doeltreffendheid en relevantie van het programma. Het Xplore-programma loopt van mei 2005 tot december 2008 en heeft in totaal een bedrag van 20 miljoen beschikbaar. Het programma wordt uitgevoerd door de afdeling Internationaal van het Nederlands Jeugdinstituut (NJi). Doelstelling van het programma is de versterking van het draagvlak voor ontwikkelingssamenwerking in de Nederlandse samenleving, in het bijzonder onder Nederlandse jongeren. Daartoe subsidieert het programma stage- en uitwisselingsprojecten in en met ontwikkelingslanden voor jongeren van 12 tot en met 30 jaar. Een essentiële voorwaarde voor de financiële ondersteuning is dat deze jongeren de ervaringen die zij tijdens hun verblijf in het ontwikkelingsland opdoen, inzetten voor de organisatie en uitvoering van zogenoemde uitstralingsactiviteiten. Het doel van de activiteiten is om versterking van het maatschappelijk draagvlak tot stand te brengen.

Aanleiding en opzet van de evaluatie De aanleiding voor dit onderzoek was de (naar later bleek onterechte) negatieve berichtgeving in een aantal dagbladen in maart 2007 over twee door het Xploreprogramma gesubsidieerde groepsstages van jongeren in Marokko. In reactie op deze publiciteit en de naar aanleiding ervan gestelde Kamervragen, gaf ik opdracht aan IOB om zo spoedig mogelijk te onderzoeken of de subsidieregeling volgens de regels werd uitgevoerd (procesevaluatie). Daarna zou een verdergaande evaluatie uitgevoerd worden die de ontwikkelingsrelevantie van het programma beoordeelt (productevaluatie). In april 2007 is de procesevaluatie uitgevoerd van de hantering van de subsidievoorwaarden en criteria door de instanties die voor de uitvoering van het programma verantwoordelijk zijn: de Directie Sociale en Institutionele Ontwikkeling (DSI) van het ministerie van Buitenlandse Zaken als budgethouder/opdrachtgever en het Nederlands Jeugdinstituut als programma-uitvoerder. Op de eerste vraag (of de subsidieregeling volgens de regels werd uitgevoerd) werd in dit kortlopende onderzoek van de IOB binnen enkele weken antwoord gegeven: bij de uitvoering van het Xploreprogramma bleek strak de hand te worden gehouden aan de voorwaarden en criteria voor de toekenning, uitbetaling en verantwoording van de financiële steun. Er viel Xplore op dit punt niets te verwijten. De beantwoording van de tweede vraag (over de relevantie van het programma voor het draagvlak in Nederland) had meer tijd nodig. Pas in de tweede helft van 2007 was het aantal afgesloten projecten groot genoeg om uitspraken te kunnen doen over de relevantie ervan en een evaluatie uit te kunnen voeren. Het onderzoeksobject bestond uit éénderde (43) van alle 127 in 2006 goedgekeurde en gesubsidieerde stage en uitwisselingsprojecten. De resultaten van die projecten zijn getoetst aan de gangbare evaluatiecriteria, doelmatigheid, doeltreffendheid en relevantie. Hieronder worden de belangrijkste resultaten van dit tweede deel van de evaluatie toegelicht. Belangrijkste conclusies evaluatie Doelmatigheid De doelmatigheid van de programma-uitvoering is hoog. Dankzij het strakke beheer en de trefzekere implementatie van het Xplore-beleid is de werkelijke verhouding tussen programma-input en -output aanmerkelijk gunstiger dan was voorzien in de opdracht die in 2005 aan het uitbestedingsbesluit ten grondslag lag. De output (in termen van aantallen gesubsidieerde jongeren) was tweederde hoger dan gepland en gemiddelde programmakosten per deelnemer ruim een kwart lager. Blad 2/5

Doeltreffendheid Het programma realiseert ruimschoots zijn directe doelstellingen (outcome): bevordering van de betrokkenheid bij ontwikkelingssamenwerking van jongeren uit alle lagen van de samenleving en mobilisatie van die jongeren om hun stage- en uitwisselingservaringen breed uit te dragen. Dit gebeurt via zogenaamde uitstralings of draagvlakversterkende activiteiten. De opgave om ten minste tweevijfde van de uitgezonden jongeren te bereiken uit de qua opleidingsniveau en affiniteit met internationale samenwerking minder bevoorrechte segmenten van de samenleving, is in de onderzochte steekproef met 57% royaal overtroffen ten opzichte van de directe doelstellingen. Relevantie Wat betreft de verwezenlijking van de uiteindelijke programmadoelstelling (impact): versterking van het maatschappelijke draagvlak voor ontwikkelingssamenwerking, vertonen de onderzoeksuitkomsten een minder duidelijk beeld. Het lijdt geen twijfel dat de deelname aan het programma op de meeste deelnemers diepe indruk maakt. Dit manifesteert zich niet alleen in een sterkere betrokkenheid bij ontwikkelingssamenwerking, maar ook en vooral in hun persoonlijke ontwikkeling. Tussen deze effecten en de uitvoering van draagvlakversterkende activiteiten bestaat een wisselwerking in de zin dat ze elkaar wederzijds stimuleren. Op het draagvlak voor ontwikkelingssamenwerking onder jongeren heeft het programma hiermee een onmiskenbaar positief effect. Dit effect werkt waarschijnlijk sterker door in de verdieping van reeds bestaand draagvlak dan in de creatie van nieuw draagvlak. In persoonlijk contact met de uiteindelijke doelgroep, de Nederlandse samenleving in brede zin, bereikten de deelnemers ieder gemiddeld 227 personen. Met dit directe bereik overtroffen zij met meer dan de helft de minimum doelstelling van 150, zoals geformuleerd in het Plan van Aanpak. Hoewel het aannemelijk is dat het Xplore-programma via dit bereik een zekere impact heeft op het maatschappelijke draagvlak voor ontwikkelingssamenwerking, is het niet mogelijk met gebruikmaking van praktisch hanteerbare en betaalbare onderzoeksmethoden zekerheid te verkrijgen over het optreden van dit effect, laat staan over de omvang ervan. Dit is enerzijds een gevolg van forse methodologische obstakels. Anderzijds kán de omvang van eventuele draagvlakeffecten, gezien het vaak kleinschalige en eenmalige karakter van de draagvlakactiviteiten moeilijk anders dan bescheiden zijn. De slotsom hiervan is dat het Xplore-programma in zijn opzet voor wat betreft de versterking van het OS-draagvlak binnen de Nederlandse samenleving in het algemeen belast is met een ambitieniveau waarvan in de praktijk niet is eenvoudig vast te stellen of het, en zo ja in welke mate, wordt gerealiseerd. Blad 3/5

Commentaar Ondanks het feit dat het procedure-onderzoek concludeerde dat dit geen aanleiding vormde tot aanpassingen van het programma heeft Xplore toch een aantal criteria verscherpt. In 2007 zijn de programmacriteria en richtlijnen op mijn verzoek aangescherpt om meer nadruk te leggen op de ontwikkelingsrelevantie van projecten. Het IOB rapport geeft aan dat het sleutelbegrip draagvlak, hoewel het te pas en te onpas wordt gehanteerd, geen helder gedefinieerde en algemeen aanvaarde inhoud heeft. Het concept draagvlak is (mede) als gevolg hiervan niet makkelijk in meetbare termen te operationaliseren. In het rapport wordt een helder overzicht gegeven van het draagvlakbegrip en draagvlakmeting in actuele literatuur en de wijze waarop deze worden toegepast in de praktijk. IOB concludeert dat het aannemelijk is dat het Xplore programma een zekere impact heeft op het maatschappelijk draagvlak voor OS, al is het moeilijk de omvang ervan vast te stellen. Voor de betrokken jongeren (en hun directe omgeving) is het effect echter buitengewoon groot. De doelgroep van Xplore staat aan het beginpunt van hun carrière, meedoen met een Xplore project kan de interesse, studiekeuze en vrijwilligerswerk van de jongeren beïnvloeden. De IOB evaluatie stipt dit aan, en ook uit de evaluatieformulieren van de jongeren blijkt dat zij na afloop van hun project nog vaak betrokken blijven bij ontwikkelingssamenwerking. Daarmee heeft het programma in elk geval een positief effect op draagvlak voor ontwikkelingssamenwerking onder jongeren. Het effect van uitstralingactiviteiten van deze jongeren op het publiek dat ze bereiken kan zonder aanvullend, kostbaar onderzoek niet worden vastgesteld. Hiertoe zie ik naar aanleiding van de evaluatie op dit moment geen aanleiding. Het IOB rapport stelt dat een tijdige besluitvorming over de eventuele voortzetting van het Xplore-programma, waarbij rekening wordt gehouden met in het verleden behaalde resultaten, de vaststelling van die resultaten vereist op een moment dat dit nog niet of nauwelijks mogelijk is. Door de looptijd van de subsidieperiode te beperken tot vier jaar wordt een kortademigheid in de beleidscyclus geïntroduceerd die een weloverwogen besluitvorming over programmaverlenging onder zware druk zet en dus bemoeilijkt. De vragen die de evaluatie stelt ten aanzien van het effect van draagvlak versterkende activiteiten onderstrepen echter het belang van de stappen die ik tijdens het afgelopen Algemeen Overleg met de Tweede Kamer over de ZBO-status van de NCDO heb aangekondigd. De resultaten van deze evaluatie neem ik mee in de inventarisatie van draagvlakactiviteiten die met overheidsmiddelen worden uitgevoerd, alsook de toekomstige beleidsvorming op het gebied van draagvlak. De beslissing over de Blad 4/5

continuering van het stage- en uitwisselingsprogramma zal in het licht van deze bredere overweging worden genomen. Het Xplore programma zal in afwachting van deze besluitvorming met tien maanden worden verlengd tot eind oktober 2009. De minister voor Ontwikkelingssamenwerking Bert Koenders Blad 5/5