B In artikel wordt na het vijfde gedachtestreepje van de opsomming een gedachtestreepje ingevoegd, luidende:

Vergelijkbare documenten
Wijzigingen Leidraad invordering gemeentelijke belastingen per 1 januari 2016

Gemeente Borger-Odoorn, Wijziging Leidraad invordering gemeentelijke belastingen 2010 per 1 januari 2017

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente <gemeentenaam>

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Staatssecretaris van Financiën heeft het volgende besloten.

Haren - Wijziging Leidraad invordering gemeentelijke belastingen per 1 januari. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Haren;

Wijziging Leidraad invordering gemeentelijke belastingen Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Winterswijk;

Wijziging Leidraad invordering gemeentelijke belastingen per 1 januari Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente <gemeentenaam>

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Staatssecretaris van Financiën heeft het volgende besloten.

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

De zinsnede De ontvanger moet hierbij rekening houden met wordt vervangen door: Daarnaast houdt de ontvanger rekening met.

Wijziging Leidraad invordering gemeentelijke belastingen per 1 januari Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente <gemeentenaam>

uw kenmerk ons kenmerk ECFE/U Lbr.15/065 regeling zelf (en in de toelichting daarop) wijzigingen aangebracht:

Tweede wijziging Leidraad invordering gemeentelijke belastingen per 1 juli 2015

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Staatssecretaris van Financiën heeft het volgende besloten.

Belastingdienst/Landelijk Kantoor Belastingregio s, Brieven en beleidsbesluiten

Wijzigingsbesluit Leidraad invordering gemeentelijke belastingen per 1 juli 2018

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Staatssecretaris van Financiën heeft het volgende besloten.

Wijziging Leidraad Invordering Belastingdienst/Directie Vaktechniek Belastingen. Besluit van 26 juni 2013, nr.

Wijziging Leidraad invordering gemeentelijke belastingen per 1 januari 2014

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Staatssecretaris van Financiën heeft het volgende besloten.

A. In artikel wordt na de tekst bij het tweede gedachtestreepje ingevoegd: - echtgenoot: de echtgenoot, bedoeld in artikel 3 Wwb;

ECFE/U Lbr.15/065

Wijziging Leidraad invordering gemeentelijke belastingen per 1 januari Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente <gemeentenaam>

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Staatssecretaris van Financiën heeft het volgende besloten.

Wijziging Leidraad invordering gemeentelijke belastingen per 1 januari 2019

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Staatssecretaris van Financiën heeft het volgende besloten.

Besluit tot 4e wijziging van de leidraad invordering BWB

Belastingdienst/Landelijk Kantoor Belastingregio s, Brieven en beleidsbesluiten

AANPASSING LEIDRAAD INVORDERING GEMEENTEBELASTINGEN 2014

In een aparte bijlage worden alle wijzigingen weergegeven en de gehele gewijzigde leidraad is ook als bijlage toegevoegd.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Bijlage: wijziging Leidraad Invordering Gemeentelijke Belastingen 1 e halfjaar Artikel I

Beleidsregels KWIJTSCHELDING GEMEENTELIJKE HEFFINGEN GEMEENTE SCHER- PENZEEL. vastgesteld bij besluit van 18 februari 2014

4. De heer H. heeft bij de Nationale ombudsman geklaagd over de weigering van de BSR hem kwijtschelding te verlenen.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Beleidsregels terugvordering & verhaal WIJ

ECLI:NL:RVS:2012:BY5907

Gelet op de artikelen 25 en 31 van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen en de artikelen 25 en 26 van de Invorderingswet 1990

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Staatssecretaris van Financiën heeft het volgende besloten.

Besluit van 16 februari 2011, nr. DGB2010/7493M, Staatscourant 24 februari 2011, nr. 3275

Belastingplan toeslagen en overige fiscale maatregelen

Gemeenteraad 7 september 2010 Gemeenteblad EERSTE WIJZIGING VERORDENING TOESLAGEN EN VERLAGINGEN WWB HELMOND 2009

Beleidsregels kwijtschelding gemeentelijke belastingen. 1. Op het gemeentelijk kwijtscheldingsbeleid is artikel 26 (zijnde de artikelen 26.

Wijziging Leidraad Invordering gemeentelijke belastingen Wijzigingen per 1 januari 2008 Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente

Beleidsregels terugvordering & verhaal WWB

TWEEDE NOTA VAN WIJZIGING. Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

Rapport. Afwijzing kwijtscheldingsverzoek. Datum: 23 december 2014 Rapportnummer: 2014/223

GEMEENTEBLAD VAN HELMOND

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Regeling kwijtschelding gemeentelijke belastingen Wassenaar 2015

WIJZIGING LEIDRAAD INVORDERING GEMEENTELIJKE BELASTINGDIENST DEN HAAG 2005

Beleidsregels terugvordering & verhaal WWB, IOAW, IOAZ

Wijziging Leidraad Invordering 2008

Kwijtschelding van gemeentelijke belastingen Deze brochure is informatief. Er kunnen geen rechten aan worden ontleend.

Rapport. Rapport over een klacht over de invorderingsambtenaar en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Dongeradeel.

Raadsstuk. Onderwerp: Wijziging Verordening parkeerbelastingen 2013 Reg.nummer: 99630

Wijziging van de Wet werk en bijstand en enkele andere sociale zekerheidswetten (Wet maatregelen Wet werk en bijstand en enkele andere wetten)

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Belastingdienst/Landelijk Kantoor Belastingregio s, Brieven en beleidsbesluiten

BELEIDSREGELS TERUGVORDERING PARTICIPATIEWET GEMEENTE HELLEVOETSLUIS

2. Indienen van een aanvraag Een aanvraag om kwijtschelding moet worden ingediend middels een daartoe vastgesteld aanvraagformulier.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

RAADSBESLUIT. gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d ;

Beleidsregels opschorting, intrekking en terug- en invordering Participatiewet, IOAW en IOAZ Rotterdam 2016

GEMEENTEBLAD. Officiële publicatie van Gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude

ARTIKEL V. WIJZIGING VAN DE UITVOERINGSREGELING INVORDERINGSWET 1990

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 23 september 2014;

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Alphen aan den Rijn; hoofdstuk II van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet;

Toelichting bij Regeling kwijtschelding gemeente Gennep

Beleidsregels terug- en invordering WWB, IOAW en IOAZ per 1 januari 2013

BELEIDSREGELS TERUGVORDERING UITKERINGEN WET WERK EN BIJSTAND 2013

Gemeente Den Haag WIJZIGING LEIDRAAD INVORDERING GEMEENTELIJKE BELASTINGDIENST DEN HAAG 2005

Verordening individuele studietoeslag gemeente Westland 2017

Op en b aar r ap p o r t

De regeltechnische aanpassingen zijn opgenomen in de onderdelen A tot en met F.

Vast te stellen de gewijzigde invulling van richtlijn nr. B123 Aflossingsregels terugvorderingsschulden

Rapport. Datum: 5 oktober 2001 Rapportnummer: 2001/307

Informatiebrochure over kwijtschelding

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Beleidsregels verhaal en terugvordering Participatiewet gemeente Slochteren. Het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Slochteren,

Wijziging Leidraad Invordering 1990

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Rapport. Datum: 30 september 2005 Rapportnummer: 2005/304

1. De beslagvrije voet bedraagt voor schuldenaren die kunnen worden aangemerkt als:

VERORDENING AFVALSTOFFENHEFFING EN REINIGINGSRECHTEN Gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 14 oktober 2014;

4. De heer B. heeft zijn klacht op 9 februari 2010 ter beoordeling aan de Nationale ombudsman voorgelegd.

Beleidsregel terug- en invordering PW, IOAW en IOAZ 2018

Kwijtschelding Gemeentelijke. Belastingen

Wijziging Leidraad Invordering Belastingdienst/Directie Vaktechniek Belastingen. Besluit van 22 juni 2014, nr.

Rapport. Rapport over een klacht over Gerechtsdeurwaarder X. uit Groningen. Datum: 19 oktober Rapportnummer: 2011/312

Terugvorderingsbeleid Midden-Drenthe

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd: a. Onderdeel A wordt als volgt gewijzigd: b. Onderdeel N, onder 2, komt te luiden:

Onderwerp: BEC vaststelling leidraad invordering gemeentelijke belastingen 2013

Onderwerp Vaststelling Leidraad Invordering gemeentelijke belastingen 2012

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Besluit: vast te stellen de 4e wijziging van de Verordening toeslagen en verlagingen WWB Helmond 2009.

Voorstel De verordening op de heffing en invordering van hondenbelasting 2010 vast te stellen.

Invoering van een nieuw griffierechtenstelsel in burgerlijke zaken (Wet griffierechten burgerlijke zaken)

Transcriptie:

GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Deventer. Nr. 29959 23 februari 2017 Wijzigingen op de Leidraad Invordering van gemeentelijke belastingen naar aanleiding van gewijzigde regelgeving per 1 januari 2016 en per 1 juli 2016 gemeente Deventer Burgemeester en wethouders van Deventer, BESLUITEN 1. De wijzigingen in de Leidraad Invordering gemeentelijke belastingen vast te stellen; 2. dit besluit in werking te laten treden met ingang van de dag na die van de behandeling en met terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2016; 3. de nota en het besluit openbaar te maken. ARTIKEL 1 A In de tekst van artikel 1.1 vervalt de eerste volzin, beginnend met Voor u ligt, alsmede de tekst beginnend met Ópzet van de Leidraad en eindigend met het college als het bestuursorgaan dat de Leidraad vaststelt. B In artikel 1.1.2 wordt na het vijfde gedachtestreepje van de opsomming een gedachtestreepje ingevoegd, luidende: Hoger beroep: hoger beroep bij een gerechtshof dan wel, als beroep in cassatie bij de Hoge Raad is ingesteld, cassatieberoep;. C In artikel 1.1.8 wordt in de eerste volzin het bij of krachtens artikel 15 vervangen door: het bepaalde bij of krachtens artikel 15. D Artikel 3.3.2 wordt als volgt gewijzigd: 1. In de eerste volzin wordt gerechtelijke procedures vervangen door: gerechtelijke procedures voor de burgerlijke rechter. 2. De zinsnede Behalve voor in hoger beroep te voeren zaken geldt het voorgaande wordt vervangen door: Het voorgaande geldt. E In artikel 7.1 wordt in de tweede alinea na Bij betaling de volgende zinsnede ingevoegd: bij een bank of betaaldienstverlener. F Artikel 7a.3 wordt als volgt gewijzigd: In de eerste volzin van de tweede alinea wordt de zinsnede Hernieuwde uitbetaling vindt direct plaats als vervangen door: In afwijking van de vorige volzin vindt hernieuwde uitbetaling direct plaats als. G Aan de opsomming van artikel 14.2.7 wordt na het eerste gedachtestreepje een gedachtestreepje ingevoegd, luidende: Eigendom zijn van een derde; en. H Aan artikel 19.3.5 wordt voor de bestaande tekst een alinea ingevoegd, luidende: Als de belastingschuldige in het buitenland woont, stelt de ontvanger overeenkomstig artikel 475e Rv de beslagvrije voet vast op nihil. Na de vooraankondiging van de loonvordering kan de belastingschuldige door middel van het aanleveren van informatie aannemelijk maken dat hij uitsluitend of nagenoeg 1

uitsluitend periodieke inkomsten uit Nederland geniet. Als de belastingschuldige kan aantonen dat hij buiten deze periodieke inkomsten onvoldoende middelen van bestaan heeft, stelt de ontvanger op basis van de verstrekte informatie de beslagvrije voet vast. I In artikel 22.3 wordt in de eerste alinea in eigendom vervangen door mogelijk in eigendom en wordt in de derde alinea eigendom vervangen door: mogelijk eigendom. J Artikel 25.1.12 vervalt. K In artikel 25.1.14, tweede volzin, vervallen de woorden in een dagblad. L Aan artikel 25.5.2, eerste alinea, wordt toegevoegd: De ontvanger kan echter op verzoek van de belastingschuldige toestaan dat nieuwe belastingaanslagen, waarvan het ontstaan of onbetaald laten niet aan de belastingschuldige kan worden toegerekend, in een bestaande betalingsregeling worden opgenomen. Voorwaarde is dat de belastingschuldige zijn gehele betalingscapaciteit al heeft ingezet in het kader van de bestaande betalingsregeling. M In artikel 25.5.6 vervalt de zin beginnend met Uitgangspunt en eindigend met echtgenoot. N Artikel 26.1.9 wordt als volgt gewijzigd: 1. De puntkomma aan het eind van het twaalfde gedachtestreepje wordt vervangen door een punt. 2. Het dertiende gedachtestreepje, luidende: - de gemeentelijke sociale dienst de belastingaanslag vergoedt. vervalt. O Aan artikel 26.2.3. na de derde alinea wordt toegevoegd: Als het motorrijtuig is aangeschaft nadat het aanslagbiljet is verzonden en voordat de aanvraag kwijtschelding is ingediend dan wordt verwijtbaar gedrag ingeroepen. Dit resulteert erin dat de uitgaven voor de aanschaf van het motorrijtuig wordt opgeteld bij het banksaldo. De belastingschuldige kan de waarde van het motorrijtuig aantonen door overlegging van de aankoopbon. Kan de belastingschuldige geen aankoopbon overleggen dan wordt de werkelijke waarde onder verantwoordelijkheid van de belastingschuldige vastgesteld bij taxatie. De taxatie moet worden uitgevoerd door een erkend Bovag garagebedrijf. Wordt geen taxatierapport aangeleverd dan wordt minimaal het bedrag van de aanslag als vermogen in de berekening van de betalingscapaciteit meegenomen. Als er meer dan één motorrijtuig in eigendom is dan wordt de vrijstelling toegepast op de waarde van de goedkoopste auto. Alle andere motorrijtuigen worden volledig als vermogensbestanddeel in aanmerking genomen. Alle motorrijtuigen worden onder verantwoordelijkheid van de belastingschuldige vastgesteld bij taxatie. De taxatie moet worden uitgevoerd door een erkend Bovag garagebedrijf. Wordt geen taxatierapport aangeleverd dan wordt minimaal het bedrag van de aanslag als vermogen in de berekening van de betalingscapaciteit meegenomen. P In artikel 26.2.10, vervalt de tweede volzin van de derde alinea, beginnend met Ook wanneer en wordt in de vierde alinea stammen uit vervangen door betrekking hebben op en wordt vóór de aanvang van vervangen door: buiten Q Artikel 26.2.12 wordt als volgt gewijzigd: 1. In de eerste volzin wordt WSF 2000 vervangen door: WSF. 2. In de volzin, beginnend met Daarbij wordt rekening gehouden met, wordt voor rekening gehouden ingevoegd voor zover van toepassing. 3. In de vierde volzin vervallen de woorden de partnertoeslag of. 4. In onderdeel B wordt 52, - vervangen door: 54, - R In artikel 26.2.19 wordt 84, - vervangen door: 86, -. 2

S Artikel 26.3.8 wordt als volgt gewijzigd: 1. Aan de opsomming wordt een gedachtestreepje toegevoegd, luidende: - Dwangcrediteuren. Onder dwangcrediteuren worden in dit verband verstaan leveranciers die niet bereid zijn aan een akkoord mee te werken terwijl de onderneming zonder hen niet verder kan werken. Hiermee vergelijkbaar is de adviseur/boekhouder die de stukken moet produceren die voor de beoordeling van het aanbod nodig zijn. Bij de beoordeling van het akkoord houdt de ontvanger rekening met de volledige betaling van de vordering van de adviseur/boekhouder. 2. De tweede en derde alinea vervallen. T Aan de opsomming van artikel 49 wordt na het tweede gedachtestreepje een gedachtestreepje ingevoegd, luidende: Vooraankondiging aansprakelijkstelling;. U Na artikel 49.2 wordt een artikel ingevoegd, luidende: 49.2a. Vooraankondiging aansprakelijkstelling Deze bepaling is niet van toepassing voor de gemeente. V De tekst van artikel 53 komt te luiden: In aansluiting op artikel 53 van de wet beschrijft dit artikel het beleid over: geen zelfstandige verjaring van de aansprakelijkheidsschuld; ontslag van betalingsverplichting aansprakelijk gestelde bestuurder en verwijtbaarheid. W Na artikel 53.1 wordt een artikel ingevoegd, luidende: 53.2. Ontslag van betalingsverplichting aansprakelijk gestelde bestuurder en verwijtbaarheid De ontvanger verleent geen ontslag van betalingsverplichting als sprake is van verwijtbaarheid van de kant van de aansprakelijk gestelde. Dit volgt uit artikel 8, eerste lid, onderdeel a, van de regeling. De vraag of sprake is van verwijtbaarheid beoordeelt de ontvanger op basis van gedragingen van de aansprakelijk gestelde. Dit betekent dat als de aansprakelijkstelling van een bestuurder is gebaseerd op artikel 36, vierde lid, van de wet, het enkele feit dat het lichaam niet op de juiste wijze heeft gemeld niet in de weg hoeft te staan aan ontslag van betalingsverplichting. X Na artikel 67 wordt een artikel ingevoegd, luidende: Artikel 67a Er zijn in deze leidraad op artikel 67a van de wet geen beleidsregels gemaakt. Y Aan artikel 73.4.6 wordt een tweede volzin toegevoegd, luidende: Het voorgaande geldt ook voor in hoger beroep te voeren zaken over een faillissementsaanvraag. Z In artikel 73.5.1, onderdeel a, wordt Gedragscode Schuldregeling vervangen door: Gedragscode Schuldhulpverlening. AA Artikel 73.5.2 wordt als volgt gewijzigd: 1. In de derde en de laatste volzin wordt 120 dagen vervangen door: vier maanden. 3

2. Na de volzin beginnend met Vanaf de ontvangst van een afschrift van de stabilisatie-overeenkomst wordt een volzin ingevoegd, luidende: Deze periode komt niet in mindering op de in artikel 73.5.1 van deze leidraad genoemde periode van maximal 36 maanden. 3. Na de volzin, beginnend met Voorts vindt verrekening alleen plaats een alinea ingevoegd, luidende: Dit terughoudende beleid geldt niet in de situaties waarin op voorhand duidelijk is dat de belastingschuldige niet in aanmerking komt voor uitstel van betaling op basis van artikel 73.5.1 van deze leidraad. De ontvanger informeert de schuldhulpverlener hierover. AC In artikel 73.5.4 wordt in de derde alinea de betalingscapaciteit vervangen door: de in artikel 13 van de regeling bedoelde betalingscapaciteit, wordt door de schuldhulpverlener wordt beheerd vervangen door onder het financieel Beheer door de schuldhulpverlener valt en wordt beheer vervangen door: financieel beheer. AB In artikel 75.3 wordt Besluit beroep in belastingzaken 2005 vervangen door: Besluit Beroep in Belastingzaken. ARTIKEL II Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na die van de bekendmaking en werkt terug tot en met 1 januari 2016. Aldus besloten in de vergadering van 20 december 2016 Burgemeester en wethouders van Deventer, de secretaris, M.A. Kossen de burgemeester, ir. A.P. Heidema 4

Toelichting De niet genoemde onderdelen betreffen wijzigingen van redactionele aard. De wijziging in artikel 7.1 van de leidraad is bedoeld om duidelijk te maken dat contante betaling uitsluitend mogelijk is bij een bank of betaaldienstverlener en in beginsel niet bij de gemeente. Dit laatste is alleen mogelijk als de gemeente de optionele bepalingen over kasbetaling en betaling aan de belastingdeurwaarder in artikel 7.1 heeft overgenomen. De in artikel I, onderdeel H, opgenomen wijziging heeft betrekking op de vaststelling van de beslagvrije voet van een belastingschuldige die in het buitenland woont. Overeenkomstig artikel 475 e Wetboek van Burgerlijk rechtsvordering (Rv) stelt de ontvanger in dergelijke situaties de beslagvrije voet vast op nihil. Als de belastingschuldige aantoont dat hij over onvoldoende bestaansmiddelen beschikt, kan hij vervolgens naar de kantonrechter om een beslagvrije voet te laten vaststellen. De ratio achter deze regeling is dat de Nederlandse schuldeiser geen zicht heeft op inkomen in het buitenland. Als de belastingschuldige echter na ontvangst van de vooraankondiging van de loonvordering aannemelijk maakt dat hij nagenoeg al zijn inkomsten uit Nederland geniet, gaat dit argument niet meer op. De ontvanger heeft in zo n geval het inkomen in beeld. Op basis van de ontvanger ter beschikking staande gegevens stelt deze vervolgens de beslagvrije voet vast. Voorwaarde is wel dat de belastingschuldige kan aantonen dat hij buiten deze periodieke inkomsten onvoldoende middelen van bestaan heeft. Een gang naar de kantonrechter wordt hiermee voorkomen. Dit is geregeld door middel van een aanvulling op artikel 19.3.5 van de leidraad. Artikel 1, onderdeel I, bevat een verfijning van artikel 22.3 van de leidraad. De bedoeling is om te verduidelijken dat overbetekening op grond van artikel 435, derde lid, Rv geen erkenning van de juridische eigendom inhoudt. Artikel 1, onderdeel L, bevat een verruiming van het beleid bij uitstel wegens betalingsproblemen. Uitgangspunt voor het toestaan van een betalingsregeling is dat de belastingschuldige nieuwe belastingaanslagen tijdig voldoet. Dit om te voorkomen dat een structurele situatie van betalingsachterstanden ontstaat. In de praktijk blijkt dat dit uitgangspunt rigide uitwerkt als belastingschuldigen hun gehele betalingscapaciteit inzetten in het kader van een afgesproken betalingsregeling. In zo n situatie kan er aanleiding zijn voor de ontvanger om de betalingsregeling te heroverwegen als de belastingschuldige in staat is om de nieuwe en de oude belastingschuld binnen de kaders van wet- en regelgeving af te lossen. Dit is geregeld in artikel 25.5.2 van de leidraad. Artikel 1, onderdeel M, bevat een verduidelijking van artikel 25.5.6 van de leidraad. Het in de leidraad opgenomen uitstelbeleid verwijst voor de duiding van vermogen en betalingscapaciteit naar het kwijtscheldingsbeleid (zie artikel 25.5.4). Het kwijtscheldingsbeleid bevat op het punt van de belastingschulden die zijn ontstaan voor de aanvang van de gezamenlijke huishouding een uitdrukkelijke bepaling in artikel 19 van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990. Die bepaling is dus van overeenkomstige toepassing op het uitstelbeleid. De tweede alinea van artikel 25.5.6 van de leidraad lijkt hier van af te wijken, hoewel dit niet de bedoeling is. Om misverstanden te voorkomen, komt deze alinea te vervallen. De wijziging van artikel 25.5.6 is dus een verduidelijking die verschillen van interpretatie uitsluit. Artikel 1, onderdeel N, herstelt een onterechte leidraadwijziging van 2 e halfjaar 2015. Ten onrechte was het dertiende gedachtestreepje in artikel 26.1.9 overgenomen. Deze bepaling is echter niet van toepassing voor de gemeente. Artikel 1, onderdeel O, verduidelijkt de situatie van het bezit van een auto die aangeschaft is nadat het aanslagbiljet is verzonden en (vlak) voor de aanvraag om kwijtschelding. Daarnaast regelt het artikel de waarde bijtelling van de situatie waarin een belastingschuldige meerdere auto s in bezit heeft. Artikel 1, onderdeel P, bevat een verduidelijking van artikel 26.2.10 van de leidraad. In de derde alinea wordt de volzin over de aanwezigheid van huwelijkse voorwaarden of een samenlevingscontract geschrapt. Omdat artikel 26.2.10 spreekt over echtgenoten, is een dergelijke aanvulling niet nodig. Het begrip echtgenoot verwijst ingevolge artikel 1.1.2 van de leidraad namelijk naar artikel 3 van de Participatiewet. In de Participatiewet geldt voor echtgenoten en ongehuwd samenwonenden als bedoeld in genoemd artikel 3 van die wet geen voorbehoud voor een eventueel huwelijksgoederenregime. Daarom hoeft dit in de leidraad ook niet. Daarnaast wordt in de vierde alinea een tweetal tekstuele wijzigingen aangebracht. In artikel 1, onderdeel Q, worden de forfaitaire bedragen voor boeken en leermiddelen in artikel 26.2.12 geactualiseerd. Daarnaast wordt de tekst aangepast aan het nieuwe stelsel voor studiefinanciering. Dit stelsel aangeduid als studievoorschot geldt voor studenten in het hoger onderwijs en is ingegaan vanaf het studiejaar 2015-2016. Voor de financiering van de normbudgetten voor levensonderhoud komt het onderscheid tussen een basisbeurs en een rentedragende lening te vervallen. Als gevolg hiervan is het onderscheid thuis- of uitwonend ook niet meer van belang. Voor studenten die onder het overgangsrecht voor het studievoorschot vallen, is de situatie ongewijzigd gebleven. In artikel 1, onderdeel R, worden de bedragen van de normpremie in artikel 26.2.19 aangepast aan de voor 2016 geldende bedragen. Artikel 1, onderdeel S, bevat een redactionele aanpassing die bedoeld is om het begrip dwangcrediteuren in artikel 26.3.8 een plek te geven in de opsomming van speciale crediteuren die niet mee hoeven te werken aan een saneringsakkoord. In de huidige tekst is dat niet duidelijk. Een inhoudelijke wijziging is niet beoogd. 5

Artikel 1, onderdeel T, en in samenhang daarmee artikel 1, onderdeel Q, betreffen de toevoeging van een vooraankondiging aansprakelijkstelling. Omdat deze niet van toepassing is voor de gemeente, wordt dat bij het ingevoegde artikel 49.2a vermeld. Artikel 1, onderdeel V en W, bevat een verduidelijking van het bestaande beleid ter zake van ontslag van betalingsverplichting bij bestuurdersaansprakelijkheid. Het gaat om situaties waarin sprake is van een wettelijk vermoeden van kennelijk onbehoorlijk bestuur wegens het niet melden van betalingsonmacht (artikel 36, vierde lid, van de Invorderingswet 1990). Verwijtbaar handelen staat op grond van artikel 8, eerste lid, onderdeel a, van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 aan het verlenen van ontslag van betalingsverplichting in de weg. Dat zou betekenen dat een aansprakelijk gestelde bestuurder die de betalingsonmacht van het lichaam niet heeft gemeld, altijd geacht wordt verwijtbaar te hebben gehandeld. Voor ontslag van betalingsverplichting is dan geen ruimte meer. Dit specifieke gevolg van het niet melden van betalingsonmacht is onwenselijk. Daarom is in het nieuwe artikel 53.2 van de leidraad verduidelijkt dat de ontvanger de vraag of sprake is van verwijtbaarheid beoordeelt op basis van gedragingen van de aansprakelijke en niet op basis van het wettelijke vermoeden van kennelijk onbehoorlijk bestuur. Artikel 1, onderdeel X, hangt samen met de introductie van artikel 67a in de wet met ingang van 1 januari 2016. Artikel 1, onderdeel AA, bevat een verduidelijking van het terughoudende beleid na een verzoek om minnelijke schuldsanering. Artikel 73.5.2 van de leidraad regelt dat de ontvanger in de stabilisatiefase de inventariserende fase voorafgaand aan de minnelijke schuldsanering- de lopende invorderingsmaatregelen opschort en geen nieuwe dwanginvorderingsmaatregelen neemt. Als bijvoorbeeld sprake is van belasting- en toeslagschulden die het gevolg zijn van (systeem)fraude komt de belastingschuldige niet in aanmerking voor de wettelijke schuldsaneringsregeling en dus ook niet voor een minnelijke schuldsaneringsregeling. Soms weet de ontvanger dit al op het moment dat de stabilisatiefase ingaat. Hij zou dan op grond van de huidige leidraadtekst de lopende invorderingsmaatregelen moeten opschorten. Dit is met name van belang als de ontvanger teruggaven over het lopende jaar terug gaat draaien, of bijvoorbeeld bij toeslagen waar voorschotten in december van het voorafgaande jaar al volledig worden verrekend. Deze termijnen moeten weer worden teruggehaald nadat de stabilisatiefase is afgerond en de minnelijke schuldsaneringsregeling is geweigerd. Dit is niet in overeenstemming met doel en strekking van artikel 73.5.2. De wijziging van artikel 73.5.2 is dus een verduidelijking die verschillen van interpretatie uitsluit. Artikel 1, onderdeel AB, herstelt een verwijzingsfout in artikel 75.3. In dat artikel wordt abusievelijk verwezen naar het Besluit beroep in belastingzaken 2005. Dat besluit is met ingang van 1 januari 2012 vervangen door het Besluit Beroep in Belastingzaken. Dit wordt hersteld met deze wijziging. 6