Dit document mag slechts op een stand-alone PC worden geinstalleerd. Gebruik op een netwerk is alleen. toestaan als een aanvullende licentieovereenkomst voor netwerkgebruik met NEN is afgesloten. This document may only be used on a stand-alone PC. Use in a network is only permitted when a supplementary license agreement for us in a network with NEN has been concluded. Nederlandse praktijkrichtlijn NPR 3378-60 (nl) Praktijkrichtlijn gasinstallaties - Sectie Uitmondingen - Deel 60: Uitmondingen, hinderafstand en verdunningsafstand - Leidraad bij NEN 2757-1 en NEN 2757-2 Guidelines for gas installations - Section outlets - Part 60: Outlets, nuisance distance and dilution distance - Guidelines for NEN 2757-1 and NEN 2757-2 Vervangt NPR 3378-60:1999 ICS 91.140.40 februari 2015
Normcommissie 349100 "Installaties voor verbrandingstoestellen" THIS PUBLICATION IS COPYRIGHT PROTECTED DEZE PUBLICATIE IS AUTEURSRECHTELIJK BESCHERMD Apart from exceptions provided by the law, nothing from this publication may be duplicated and/or published by means of photocopy, microfilm, storage in computer files or otherwise, which also applies to full or partial processing, without the written consent of the Netherlands Standardization Institute. The Netherlands Standardization Institute shall, with the exclusion of any other beneficiary, collect payments owed by third parties for duplication and/or act in and out of law, where this authority is not transferred or falls by right to the Reproduction Rights Foundation. Auteursrecht voorbehouden. Behoudens uitzondering door de wet gesteld mag zonder schriftelijke toestemming van het Nederlands Normalisatie-instituut niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van fotokopie, microfilm, opslag in computerbestanden of anderszins, hetgeen ook van toepassing is op gehele of gedeeltelijke bewerking. Het Nederlands Normalisatie-instituut is met uitsluiting van ieder ander gerechtigd de door derden verschuldigde vergoedingen voor verveelvoudiging te innen en/of daartoe in en buiten rechte op te treden, voor zover deze bevoegdheid niet is overgedragen c.q. rechtens toekomt aan de Stichting Reprorecht. Although the utmost care has been taken with this publication, errors and omissions cannot be entirely excluded. The Netherlands Standardization Institute and/or the members of the committees therefore accept no liability, not even for direct or indirect damage, occurring due to or in relation with the application of publications issued by the Netherlands Standardization Institute. Hoewel bij deze uitgave de uiterste zorg is nagestreefd, kunnen fouten en onvolledigheden niet geheel worden uitgesloten. Het Nederlands Normalisatie-instituut en/of de leden van de commissies aanvaarden derhalve geen enkele aansprakelijkheid, ook niet voor directe of indirecte schade, ontstaan door of verband houdend met toepassing van door het Nederlands Normalisatie-instituut gepubliceerde uitgaven. 2015 Nederlands Normalisatie-instituut Postbus 5059, 2600 GB Delft Telefoon (015) 2 690 390, Fax (015) 2 690 190
Inhoud Voorwoord... 2 1 Onderwerp en toepassingsgebied... 3 2 Verwijzingen... 3 3 Termen en definities... 3 4 Probleemstelling... 3 5 Uitgangspunten... 4 6 Begripsomschrijvingen... 6 6.1 Perceel... 6 6.2 Buitenruimte (volgens het Bouwbesluit)... 6 7 Beperking van hinder voor de omgeving... 6 7.1 Algemeen... 6 7.2 Uitmondingen ten opzichte van buitenruimten... 6 7.3 Uitmondingen onder balkons en galerijen en in loggia s... 8 7.3.1 Uitmondingen, korte constructies... 8 7.3.2 Uitmondingen, lange constructies... 9 8 Uitmondingen en verdunningsfactor... 10 8.1 Algemeen... 10 8.2 Uitmondingen ten opzichte van toevoeropeningen... 10 8.3 berekeningen... 12 8.4 Afwijkende situaties... 14 9 Toepasbaarheid NPR 3378-60 voor CLV-systemen of half-clv-systemen... 14 Bijlage A Bepaling van de aard van de situatie... 16 1
Voorwoord In de serie Nederlandse praktijkrichtlijnen verschijnen publicaties van informatief karakter, zoals toelichtingen op normen, constructieve mogelijkheden, werkmethoden en fabricagegegevens. Aan deze publicaties mag geen normatieve waarde worden toegekend. Indien een gasinstallatie wordt geïnstalleerd volgens de in de delen van deze NPR genoemde uitvoeringsvormen, voldoet deze installatie aan de in dit deel aangehaalde (prestatie-)eisen. Andere uitvoeringsvormen die niet in de delen zijn genoemd worden niet uitgesloten. Wel behoort men zich ervan te vergewissen dat een andere uitvoeringsvorm aan de prestatie-eisen voldoet. Dit kan worden gedaan met de bijbehorende bepalingsmethode, zoals opgenomen in NEN 2757-1 of NEN 2757-2. De eerste versie van dit deel van NPR 3378 is gepubliceerd in 1999. De belangrijkste wijzigingen ten opzichte van die versie zijn: de opname van de relatie met het Bouwbesluit 2012; de aanpassing van coëfficiënten voor situatie 3 en 15, in lijn met NEN 2757-1; een toelichting op de begrippen B tot, B som en denkbeeldig uitmondingsgebied; een toelichting op het berekenen van de verdunningsfactor met 50 % van de tapbelasting; een toelichting op de toepasbaarheid van dit deel van de NPR op CLV- en half-clv-systemen; de opname van alle situaties uit NEN 2757-1 (figuren en beschrijvingen). 2
Praktijkrichtlijn gasinstallaties Sectie uitmondingen Deel 60: Uitmondingen; hinderafstand en verdunningsafstand Leidraad bij NEN 2757-1 en NEN 2757-2 1 Onderwerp en toepassingsgebied Dit deel van NPR 3378 geeft informatie over de plaats van uitmonding van rookgasafvoersystemen, met het doel om hinder door rookgas te voorkomen en in het bijzonder te voorkomen dat de aan verblijfsgebieden toegevoerde ventilatielucht door rookgas wordt verontreinigd. Dit deel van de NPR is van toepassing bij nieuwbouwsituaties en bij situaties in de bestaande bouw waarin veranderingen in het rookgasafvoersysteem of het ventilatieluchttoevoersysteem worden aangebracht. Dit deel van de NPR is zowel bruikbaar voor toestellen die zijn aangesloten op een individuele afvoerleiding als voor toestellen die zijn aangesloten op een collectieve afvoerleiding. 2 Verwijzingen De volgende documenten waarnaar is verwezen zijn onmisbaar voor de toepassing van dit document. Bij gedateerde verwijzingen is alleen de aangehaalde versie van toepassing. Bij ongedateerde verwijzingen is de laatste versie van het document (met inbegrip van wijzigings- en correctiebladen) waarnaar is verwezen van toepassing. NEN 2757-1:2011 NEN 2757-2:2006 NPR 3378-0 NPR 3378-40:2011 NPR 3378-41:2011 NPR 3378-61:2015 Bepalingsmethoden voor de geschiktheid van systemen voor de afvoer van rookgas van gebouwgebonden installaties Deel 1: Installaties met een belasting kleiner dan of gelijk aan 130 kw op bovenwaarde Afvoer van rook van gebouwgebonden verbrandingsinstallaties met een belasting groter dan 130 kw op bovenwaarde Bepalingsmethoden geschiktheid afvoersystemen Praktijkrichtlijn gasinstallaties Deel 0: Algemeen Praktijkrichtlijn gasinstallaties Sectie afvoersystemen Deel 40: Het aansluiten van gesloten gastoestellen op CLV-systemen werkend op uitsluitend natuurlijke trek (onderdruksystemen) Leidraad bij NEN 2757-1, NEN 2757-2 en NEN 8757 Praktijkrichtlijn gasinstallaties Sectie afvoersystemen Deel 41: Het aansluiten van gesloten gastoestellen op half-clv-systemen werkend op uitsluitend natuurlijke trek (onderdruksystemen) Leidraad bij NEN 2757-1, NEN 2757-2 en NEN 8757 Praktijkrichtlijn gasinstallaties Sectie uitmondingen Deel 61: Uitmondingen, goede werking Leidraad bij NEN 2757-1 en NEN 2757-2 Bouwbesluit 2012 3 Termen en definities Voor de toepassing van dit deel van NPR 3378 gelden de termen en definities in NPR 3378-0. In NPR 3378-0 is aangegeven uit welke normen de termen en definities afkomstig zijn. 4 Probleemstelling Rookgas uit uitmondingen van afvoersystemen behoort volgens het Bouwbesluit in voldoende mate verdund te zijn voordat het mag worden toegevoerd als verse lucht aan ruimten waar mensen verblijven. 3
Sinds 1997 stelt het Bouwbesluit geen eisen meer aan het voorkomen van hinder door rookgas bij buitenruimten of galerijen. NEN 2757-1 geeft hiervoor nog wel aanwijzingen. In verband met mogelijke klachten over hinder door rookgas is het zinvol om deze aanwijzingen op te volgen. In dit deel van deze NPR worden deze nader toegelicht. Op basis van bovenstaande zijn er drie situaties waarbij met hinder van rookgas rekening behoort te worden gehouden, te weten: uitmondingen ten opzichte van buitenruimten; uitmondingen onder balkons en galerijen en in loggia s; uitmondingen ten opzichte van toevoeropeningen voor verse lucht en/of verbrandingslucht. Bij het laatste geval wordt in het Bouwbesluit de term verdunningsfactor gehanteerd. In het Bouwbesluit 2012 staat de eis voor de verdunningsfactor beschreven in: Afdeling 3.6 Luchtverversing, artikel 3.33 Plaats van de opening (toevoer verse lucht); Afdeling 3.9 Toevoer van verbrandingslucht en afvoer van rookgas, artikel 3.51 Plaats van de opening (toevoer verbrandingslucht via een verblijfsgebied). Deze artikelen van het Bouwbesluit zijn van toepassing bij nieuwbouwsituaties en bij situaties in de bestaande bouw waarin veranderingen in het rookgasafvoersysteem of het ventilatieluchttoevoersysteem worden aangebracht. 5 Uitgangspunten Het Bouwbesluit hanteert een aantal principiële uitgangspunten. Bij de bepaling van de verdunningsfactor blijven afvoervoorzieningen en belemmeringen die op een ander perceel liggen, buiten beschouwing. Dat betekent bijvoorbeeld dat slechts naar afstanden tot luchttoevoeropeningen hoeft te worden gekeken voor zover die openingen binnen het eigen perceel vallen. Voor een omschrijving van het begrip perceel zie 6.1. De reden om niet over de perceelgrens te kijken is het feit dat het Bouwbesluit uitgaat van het grondrecht dat een ieder gelijke rechten heeft. Men heeft bijvoorbeeld net zoveel recht op het hebben van een uitmonding op een bepaalde plaats als de buren hebben op ventilatieopeningen op een bepaalde plaats. OPMERKING Het verdient sterk aanbeveling om de eisen voor de verdunningsfactor ook over de perceelgrens toe te passen. Rookgas houdt immers geen rekening met perceelgrenzen. Een instroomopening en een uitmonding van een voorziening voor luchtverversing liggen op een afstand van ten minste 2 m van de perceelgrens, gemeten loodrecht op de uitwendige scheidingsconstructie van de gebruiksfunctie. Dit geldt niet voor een in een dak gelegen instroomopening of uitmonding. Indien het perceel waarop de gebruiksfunctie ligt, grenst aan een openbare weg, openbaar water of openbaar groen, wordt die afstand aangehouden tot het hart van die weg, dat water of dat groen. Een uitwendige scheidingsconstructie is een gevel of een dak. Een instroomopening van een toevoervoorziening voor verbrandingslucht en een uitmonding van een afvoervoorziening voor rookgas, liggen op een afstand van ten minste 2 m van de perceelgrens, gemeten loodrecht op de uitwendige scheidingsconstructie van de gebruiksfunctie. Dit geldt niet voor een in een dak gelegen instroomopening of uitmonding. Indien het perceel waarop de gebruiksfunctie ligt, grenst aan een openbare weg, openbaar water of openbaar groen, wordt die afstand aangehouden tot het hart van de weg, dat water of dat groen. 4
Een uitmonding van een afvoervoorziening voor rookgas ligt, gemeten langszij aan een uitwendige scheidingsconstructie van een gebruiksfunctie, niet zijnde het dak, op een afstand van ten minste 1 m van de perceelgrens. Zie figuur 1. Figuur 1 Toelichting op de afstand tussen gevelopeningen voor toevoer van lucht en afvoer van rookgas en de perceelgrens 5
6 Begripsomschrijvingen 6.1 Perceel Het Bouwbesluit verstaat onder een perceel een stuk grond waarop een bouwwerk is opgericht. Dat is niet hetzelfde als het perceel waarvan in de aansluitvoorwaarden van het energiebedrijf sprake is. Het Bouwbesluit ziet bijvoorbeeld een flatgebouw met verschillende wooneenheden, die gehuurd of in eigendom van de bewoners kunnen zijn, als een gebouw dat op één perceel staat. Eengezinswoningen in rij staan echter elk op een eigen perceel, ook als het geheel eigendom van bijvoorbeeld een woningbouwvereniging is. Bij flatwoningen is het, om aan de eisen voor de plaats van de opening in het Bouwbesluit te voldoen, dus nodig om niet alleen naar de eigen woning maar ook naar de woningen van de buren boven, onder en opzij te kijken. Bij eengezinswoningen hoeft volgens het Bouwbesluit alleen naar de eigen woning te worden gekeken. 6.2 Buitenruimte (volgens het Bouwbesluit) Een buitenruimte bij een woning voorziet in de fundamentele menselijke behoefte om in contact te kunnen staan met de omgeving. Daarom is besloten om de buitenruimte, die in het Bouwbesluit 2003 niet meer was voorgeschreven, opnieuw verplicht te stellen. Een buitenruimte is een ruimte waar licht en verse lucht vrijelijk in en uit kunnen stromen. Een dergelijke ruimte ligt dus buiten de thermische schil. en van buitenruimten zijn een tuin, een balkon, een loggia of een dakterras. De minimale afmeting van een niet-gemeenschappelijke buitenruimte is in principe 4 m 2. 7 Beperking van hinder voor de omgeving 7.1 Algemeen Sinds 1997 stelt het Bouwbesluit geen eisen meer aan het voorkomen van hinder door rookgas bij buitenruimten of galerijen. NEN 2757-1 geeft hiervoor nog wel aanwijzingen. Deze worden hieronder toegelicht. In verband met mogelijke klachten over hinder door rookgas is het zinvol om deze aanwijzingen op te volgen. 7.2 Uitmondingen ten opzichte van buitenruimten De regel van uitmonding ten opzichte van buitenruimten hoeft volgens NEN 2757-1 slechts in een zeer beperkt aantal gevallen te worden toegepast. De afstand van een uitmonding ten opzichte van een buitenruimte speelt een rol indien de uitmonding behoort tot een toestel dat zich in een opstelplaats bevindt die geen deel uitmaakt van dezelfde gebouwfunctie als de desbetreffende buitenruimte. Het komt er dus op neer dat aan deze regel alleen hoeft te worden voldaan indien het gaat om (een) op één perceel staand(e) gebouw (of gebouwen) waarin zich meer gebouwfuncties bevinden 1). Een voorbeeld is een woongebouw met op de begane grond een aantal winkels of bedrijven. Voor uitmondingen van toestellen van deze winkels of bedrijven moet volgens NEN 2757-1 onderstaande afstand tot bijvoorbeeld balkons of terrassen van de bovengelegen woningen in acht worden genomen. 1) Indien het gaat om buitenruimten bij eengezinswoningen in rij dan gelden de uitgangspunten en afstandseisen zoals genoemd in hoofdstuk 5. 6
Bij het bepalen van de plaats van de uitmonding ten opzichte van de buitenruimte wordt uitgegaan van een vlak gelegen op 1,5 m boven het vloeroppervlak van de buitenruimte. Als afstandseis tussen de uitmonding en enige plek van de buitenruimte geldt: L = 0,2 B (1) met een minimum van 0,5 m. waarin: L is de afstand, in m; B is de nominale belasting van het toestel, in kw (bw). Bij warmwatertoestellen met een nominale belasting tot 40 kw (bw) hoeft slechts 50 % van de belasting in rekening te worden gebracht. Bij combi-toestellen met een belasting tot 40 kw (bw) mag worden gerekend met 50 % van de belasting op zijn tapfunctie. Bevindt de uitmonding zich 0,5 m of meer boven de buitenruimte (dus 2 m of hoger dan het vloeroppervlak van de buitenruimte) dan geldt de afstandseis niet. Zie figuur 2. Door de uitmonding hoger te situeren kan dus ook aan de eis worden voldaan. OPMERKING (OPMERKING 1 uit 6.2 van NEN 2757-1) In het Bouwbesluit zijn, in verband met maatregelen ter beperking van nadelige gevolgen voor de gezondheid, eisen gesteld aan de positie van afvoeren van rookgas ten opzichte van op het eigen perceel gelegen ventilatieluchtopeningen. Voor de afvoeren van rookgas ten opzichte van een niet op hetzelfde perceel gelegen ventilatieopening of venster, beperkt het Bouwbesluit zich tot het stellen van minimumafstanden. De fysieke werkelijkheid strekt zich echter uit over de perceelgrens; dat wil zeggen met het aanhouden van minimumafstanden kan niet worden voorkomen dat over over de perceelgrens condensvorming van het rookgas kan worden waargenomen. Hoewel geen expliciete eis, doet men er verstandig aan om rekening te houden met dit gegeven. Advies: Vanwege deze opmerking is het raadzaam (maar niet verplicht) om, in geval van een uitmonding lager dan 2 m boven het vloeroppervlak van de buitenruimte, rekening te houden met een ruimere afstand dan de eerder genoemde 0,2 B. Vanwege visuele hinder door een condenspluim van rookgassen van met gas gestookte toestellen is een afstand van L = 0,6 B tussen uitmonding en buitenruimte van buren raadzaam. Deze afstand is doorgaans voldoende om ervoor te zorgen dat buren geen hinder ondervinden van een condenspluim als zij zich in een buitenruimte begeven. Indien een uitmonding zich hoger dan 2 m boven het vloeroppervlak van de buitenruimte bevindt dan is geen hinder te verwachten bij buitenruimten op het eigen of het naastliggende perceel. Voor een toestel met een belasting van 30 kw (bw) is de afstand bij toepassing van de formule L = 0,6 B: 3,3 m. 7
Bestelformulier Stuur naar: NEN Standards Products & Services t.a.v. afdeling Klantenservice Antwoordnummer 10214 2600 WB Delft NEN Standards Products & Services Postbus 5059 2600 GB Delft Vlinderweg 6 2623 AX Delft Ja, ik bestel ex. nl Praktijkrichtlijn gasinstallaties - Sectie uitmondingen - Deel 60: Uitmondingen, hinderafstand en verdunningsafstand - Leidraad bij NEN 2757-1 en NEN 2757-2 41.00 T (015) 2 690 390 F (015) 2 690 271 www.nen.nl/normshop Wilt u deze norm in PDF-formaat? Deze bestelt u eenvoudig via www.nen.nl/normshop Gratis e-mailnieuwsbrieven Wilt u op de hoogte blijven van de laatste ontwikkelingen op het gebied van normen, normalisatie en regelgeving? Neem dan een gratis abonnement op een van onze e-mailnieuwsbrieven. www.nen.nl/nieuwsbrieven Gegevens Bedrijf / Instelling T.a.v. O M O V E-mail Klantnummer NEN Uw ordernummer BTW nummer Postbus / Adres Postcode Plaats Telefoon Fax Factuuradres (indien dit afwijkt van bovenstaand adres) Postbus / Adres Postcode Plaats Datum Handtekening Retourneren Fax: 015 2 690 271 E-mail: klantenservice@nen.nl Post: NEN Standards Products & Services, t.a.v. afdeling Klantenservice Antwoordnummer 10214, 2600 WB Delft (geen postzegel nodig). Voorwaarden De prijzen zijn geldig tot 31 december 2018, tenzij anders aangegeven. Alle prijzen zijn excl. btw, verzend- en handelingskosten en onder voorbehoud bij o.m. ISO- en IEC-normen. Bestelt u via de normshop een pdf, dan betaalt u geen handeling en verzendkosten. Meer informatie: telefoon 015 2 690 391, dagelijks van 8.30 tot 17.00 uur. Wijzigingen en typefouten in teksten en prijsinformatie voorbehouden. U kunt onze algemene voorwaarden terugvinden op: www.nen.nl/leveringsvoorwaarden. LEREN, WERKEN EN GROEIEN MET NEN preview - 2018