MELDCODE SCALA COLLEGE

Vergelijkbare documenten
Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling. Maaswaal College

Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling. Stichting Werkplaats Kindergemeenschap. Voortgezet Onderwijs

MELDCODE HUISELIJK GEWELD EN KINDERMISHANDELING Stichting O.V.O. Tiel (RSG Lingecollege)

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling. Maaswaal College

Handelingsprotocol Meldcode Huiselijk Geweld en kindermishandeling Basisschool Meander

Notitie. Onderwerp. Van: Diana Piek Aan: College van B&W Datum: Doorkiesnummer: (0411)

Meldcode bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling

Basisschool de Bukehof, Oudenbosch

Meldcode bij signalen van Huiselijk Geweld en Kindermishandeling SWOM

Meldcode bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling

-dat de Pionier in deze code ook vastlegt op welke wijze zij de beroepskrachten bij deze stappen ondersteunt;

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling Gemeente Weert

Meldcode voor huiselijk geweld en kindermishandeling

De Trinoom. Openbare basisschool. MELDCODE De Trinoom

Meldcode bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling, naar voorbeeld van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Meldcode bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling

Meldcode bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling 2019

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling SNRC

MELDCODE BIJ SIGNALEN VAN HUISELIJK GEWELD EN KINDERMISHANDELING

Meldcode Kindermishandeling en huiselijk geweld

MELDCODE HUISELIJK GEWELD EN KINDERMISHANDELING

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling Kindante 2019

Wat Wie Actie Tijdspad. - registreert. - deelt signalen in kindbespreking; - registreert.

Het bevoegd gezag van de stichting Onderwijsgroep Amersfoort Overwegende

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling, Atlas College, versie maart 2014

Meldcode bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling

Meldcode Huiselijk geweld en ouderenmishandeling

Meldcode bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling

Meldcode bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling

MELDCODE BIJ SIGNALEN VAN HUISELIJK GEWELD EN KINDERMISHANDELING

dat MENS De Bilt in deze code ook vastlegt op welke wijze zij de beroepskrachten en vrijwilligers bij deze stappen ondersteunt;

Meldcode bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling

Meldcode bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling

MELDCODE HUISELIJK GEWELD ZORGT IN ZORG BV

dat stichting Libertad in deze code ook vastlegt op welke wijze zij de vrijwilligers bij deze stappen ondersteunt;

Meldcode bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling.

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling

Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling

Praktijk voor Logopedie Anna Paulowna eo

stelt de volgende Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling, uitgewerkt in een stappenplan en geldend voor alle agogische medewerkers, vast:

MELDCODE BIJ SIGNALEN VAN HUISELIJK GEWELD EN KINDERMISHANDELING

Implementatie meldcode PRO33college

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling

Meldcode Huiselijk geweld en kindermishandeling

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling. College De Heemlanden

Meldcode bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling

Meldcode bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling. CSG Het Streek

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling

SOVOR. Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling

Oog voor elkaar! Meldcode. Meldcode bij huiselijk geweld en kindermishandeling

Meldcode bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling

Protocol Huiselijk geweld en Kindermishandeling

Meldcode bij signalen van kindermishandeling

Stichting Openbaar Voortgezet Onderwijs Hoogeveen meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling

MELDCODE HUISELIJK GEWELD EN KINDERMISHANDELING

MELDCODE BIJ SIGNALEN VAN HUISELIJK GEWELD EN KINDERMISHANDELING

Protocol kindermishandeling en huiselijk geweld

MELDCODE HUISELIJK GEWELD

Meldcode Cibap vakschool & ontwerpfabriek

Meldcode Huiselijk geweld en Kindermishandeling Plan van aandacht

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling

Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling

Meldcode bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling

Protocol Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling

Meldcode bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling

2011/12. Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling. Montessori College Oost Polderweg KL Amsterdam

Meldcode bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling

Onderwerp: Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling

Spectrum-SPCO. Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling

[MELDCODE HUISELIJK GEWELD EN KINDERMISHANDELING]

MELDCODE HUISHOUDELIJK GEWELD EN KINDERMISHANDELING

Meldcode Huiselijk geweld en kindermishandeling

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling voor de besturen en scholen die vallen onder het SWV primair onderwijs

[MELDCODE HUISELIJK GEWELD EN KINDERMISHANDELING]

MELDCODE STICHTING ONDERWIJS- GROEP AMERSFOORT HUISELIJK GE- WELD EN KINDERMISHANDELING

Deze meldcode is het voorbeeld voor alle scholen van de Lucasonderwijs

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling

Meldcode Charlemagnecollege, locatie Eijkhhagen. Route bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling. Stap 1 In kaart brengen van signalen

MELDCODE HUISELIJK GEWELD EN KINDERMISHANDELING

Het College van Bestuur van Hogeschool ipabo,

Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling. Stichting Werkplaats Kindergemeenschap. Voortgezet Onderwijs

Meldcode huiselijk geweld en (kinder-)mishandeling Groenhorst. Aantal bijlagen: 2 Vastgesteld:

Meldcode bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling

Protocol huiselijk geweld en kindermishandeling onderdeel van het Veiligheidsbeleid

MELDCODE HUISELIJK GEWELD EN KINDERMISHANDELING

Protocol Meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld binnen de zorgstructuur van het Karel de Grote College Nijmegen.

R Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling. Montessori Lyceum Herman Jordan

Deze meldcode vormt het kader voor alle scholen van de Stichting Katholiek Onderwijs West-Friesland

Protocollen: Meldcode huiselijk geweld en Kindermishandeling. Protocol: Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling

Meldcode Huiselijke geweld en Kindermishandeling. Vademecum voor beleid nr. 20

Ambtsinstructie voor de leerplichtambtenaar Gemeente Nieuwegein 2013, wijzigingsbesluit. Het college van burgemeester en wethouders van Nieuwegein;

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling. Basisonderwijs

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling Gemeente Krimpenerwaard. Het college van burgemeester en wethouders van de Gemeente Krimpenerwaard

Dat als aandachtsfunctionarissen door het gemeentebestuur worden aangewezen de procesmanagers die voor de gemeente Hengelo werkzaam zijn;

Transcriptie:

MELDCODE SCALA COLLEGE Stappenplan bij zorgen over de thuissituatie van leerlingen en mogelijke signalen of vermoedens van huiselijk geweld en/of kindermishandeling S.C.A.L.A. kan als acroniem gebruikt worden om de 5 stappen van het de meldcode te onthouden en ordenen: Stap 1: Signaleren Stap 2: Collegiale consultatie en eventueel raadplegen van Veilig Thuis Stap 3: Aandacht voor de leerling/ouders/verzorgers, in gesprek over de zorgen Stap 4: Lichte risicotaxatie, een afweging van de zorgen Stap 5: Acties uitzetten en beslissen Deze meldcode is gebaseerd op de herziene meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling, ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, die met ingang van januari 2019 met het bijbehorende afwegingskader voor onderwijs en leerplicht van kracht is.

Stappenplan bij zorgen over de thuissituatie van leerlingen en mogelijke signalen of vermoedens van huiselijk geweld en/of kindermishandeling Het bevoegd gezag van het Scala College stelt de volgende meldcode bij mogelijke signalen of vermoedens van huiselijk geweld en kindermishandeling vast. Overwegende: dat het Scala College verantwoordelijk is voor een goede kwaliteit van onderwijs aan zijn leerlingen en dat deze verantwoordelijkheid zeker ook aan de orde is in geval van ondersteuning aan leerlingen die mogelijk te maken hebben met huiselijk geweld of kindermishandeling; dat het Scala College zich confirmeert aan het wettelijk afwegingskader Meldcode Onderwijs en Leerplicht en dat het zich hiermee verplicht zorgen over de fysieke, psychische of seksuele veiligheid van leerlingen in alle gevallen met de leerling en zijn ouders/ verzorgers te bespreken. Het Scala College beoordeelt hiermee de signalen van huiselijk geweld of kindermishandeling niet. Deze verantwoordelijkheid ligt bij diverse organen van de rijksoverheid. dat van de medewerkers die werkzaam zijn bij het Scala College op basis van deze verantwoordelijkheid wordt verwacht dat zij in alle contacten met leerlingen en ouders/ verzorgers attent zijn op signalen die mogelijk kunnen duiden op huiselijk geweld of kindermishandeling en dat zij effectief reageren op deze signalen; dat het Scala College een meldcode wenst vast te stellen, zodat de medewerkers van het Scala College weten welke stappen van hen worden verwacht bij mogelijke signalen van huiselijk geweld of kindermishandeling; dat het Scala College in deze code ook vastlegt op welke wijze zij de medewerkers bij deze stappen ondersteunt; dat onder medewerker in deze code wordt verstaan: iedere medewerker die voor het Scala College werkzaam is en die in dit verband aan leerlingen professionele diensten verleent; dat onder leerling in deze code wordt verstaan: iedere leerling van het Scala College aan wie de medewerker zijn professionele diensten verleent.

Stappenplan bij signalen of vermoedens van huiselijk geweld (HG) en/of mogelijke kindermishandeling (KM). 1 Stap 1: In kaart brengen van signalen Docent/ mentor observeert Docent/ mentor verzamelt feitelijke informatie van en over de leerling

Docent bespreekt de zorg met de mentor Mentor onderzoekt en objectiveert de zorgen in overleg met de teamleider Stap 2: Collegiale consultatie en eventueel raadplegen van Veilig thuis of een deskundige op het gebied van letselduiding, in de vorm van de aan het Scala College verbonden GGD verpleegkundige Mentor consulteert de interne begeleider van zijn team Mentor OF aandachtsfunctionaris (intern begeleider en zorgcoördinator) consulteert (enkele) ketenpartners en/of Veilig Thuis Stap 3: Aandacht voor de leerling en ouders/ verzorgers Mentor gaat in gesprek over de zorgen met de leerling en de ouders/ verzorgers, hierin bijgestaan door teamleider of intern begeleider Mentor gaat, afhankelijk van de situatie apart of gezamenlijk, met de leerling en ouders/verzorgers in gesprek Stap 4: Lichte risicotaxatie, een afweging van de zorgen aan de hand van het afwegingskader Onderwijs en Leerplicht Mentor, teamleider en aandachtsfunctionaris wegen de acute en/ of structurele onveiligheid van de leerling Mentor, teamleider en aandachtsfunctionaris wegen de zorgen aan de hand van de vijf afwegingsvragen in het afwegingskader Onderwijs en Leerplicht Mentor OF aandachtsfunctionaris vraagt om advies bij Veilig Thuis Mentor, teamleider of intern begeleider bespreken de zorgen en te nemen stappen met de leerling en ouders Stap 5: Acties uitzetten en beslissen Mentor bespreek opnieuw de zorgen met de leerling en ouders/verzorgers, hierin bijgestaan door teamleider of intern begeleider Mentor meldt de leerling aan bij het intern zorgteam of verwijst door naar externe hulpverlening Mentor monitort of leerling en ouders/verzorgers hulp organiseren en krijgen Teamleider en intern begeleider volgen de leerling Als hulp niet op gang komt: Mentor EN teamleider of intern begeleider bespreken de voorgenomen melding met ouders/ verzorgers Mentor doet in overleg met de teamleider en aandachtsfunctionaris een melding bij Veilig Thuis Mentor onderhoudt contact met Veilig Thuis Het is van belang dat er tijdens iedere stap wordt afgewogen wat moet worden geregistreerd en hoe de signalen kunnen worden geobjectiveerd. De teamleider, de intern begeleider en de aandachtsfunctionaris ondersteunen de mentor bij de uitvoering van het stappenplan. 2

Nadere uitwerking bij signalen of vermoedens van huiselijk geweld (HG) en/of mogelijke kindermishandeling (KM). Stap 1: In kaart brengen van signalen Stap 1: In kaart brengen van signalen Docent/ mentor observeert Docent/ mentor verzamelt feitelijke informatie van en over de leerling Docent bespreekt de zorg met de mentor Mentor onderzoekt en objectiveert de zorgen in overleg met de teamleider Breng de signalen die een vermoeden van huiselijk geweld of kindermishandeling bevestigen of ontkrachten in kaart en leg deze vast in het leerlingvolgsysteem. Registreer alleen de feiten. Registreer ook de contacten over de zorgen met collega s, de leerling en zijn ouders en externen. Vermeld hierbij welke afwegingen gemaakt worden, welke besluiten worden genomen en welke stappen gezet worden. In deze fase observeer je de leerling in de klas en eventueel daarbuiten. Je betrekt daarbij de mentor van de betreffende leerling. Wanneer er zorgen zijn omtrent leerlingen zullen in eerste instantie mentoren en docententeam in actie komen. Leerlingenbesprekingen zijn dan een goede basis om alle signalen van docenten over leerlingen te ordenen en te bespreken. Als er signalen zijn rond een leerling, is het de taak van de mentor om meer signalen uit het docententeam op te vragen en deze te bespreken met de teamleider. Uiteraard kunnen die signalen verbonden worden met reeds beschikbare informatie uit de overdracht met de voorgaande school en eventuele gegevens uit de intake. Als de ontwikkeling van de leerling anders loopt dan verwacht en gewenst, kunnen de mentor en de docenten een gerichte aanpak afspreken en hierover in gesprek gaan met leerling en ouders. Het is van belang alle gegevens die te maken hebben met het signaleren en handelen in het leerlingvolgsysteem vast te leggen. Indien de signalen duiden op mogelijke kindermishandeling gepleegd door een medewerker van de school, dan dient dit onmiddellijk gemeld te worden bij het schoolbestuur. Wanneer signalen wijzen op mogelijke kindermishandeling of huiselijk geweld, dan kunnen er gegronde redenen zijn om aan te nemen dat de leerling risico loopt wanneer dit met ouders wordt besproken. Dit is vooral aan de orde als er door de leerling rechtstreeks met de mentor, docent of medewerker is gesproken over een bedreigende thuissituatie waarin sprake is van fysiek geweld. De mentor of aandachtsfunctionaris nemen (in samenspraak met een teamleider of vestigingsdirecteur) in deze gevallen altijd contact op met Veilig Thuis voor advies. Veel zorgsignalen zijn echter aspecifiek en kunnen naar een diversiteit van problematiek verwijzen. Er volgt daarom in de meeste gevallen een gesprek met leerling en ouders over de zorgen voor het nader in kaart brengen van signalen. Op grond daarvan beoordelen de mentor en teamleider of er aanleiding is vervolgstappen te zetten.

Stap 2: Collegiale consultatie en zo nodig raadplegen van Veilig Thuis of een deskundige op het gebeid van letselduiding Stap 2: Collegiale consultatie en eventueel raadplegen van Veilig thuis of een deskundige op het gebied van letselduiding, in de vorm van de aan het Scala College verbonden GGD verpleegkundige Mentor consulteert de interne begeleider van zijn team Mentor OF aandachtsfunctionaris (intern begeleider en zorgcoördinator) consulteert (enkele) ketenpartners en/of Veilig Thuis Bespreek de signalen met een deskundige collega en vraag advies aan Veilig Thuis. Als de verzamelde informatie zorgen blijven baren en het vermoeden van kindermishandeling of huiselijk geweld blijft bestaan, dan consulteert de mentor intern begeleider van zijn team. Deze kan de signalen bespreken in het intern zorgoverleg met de zorgcoördinator en/of aandachtfunctionaris kindermishandeling en huiselijk geweld. De intern begeleider koppelt de uitkomst van de bespreking terug aan de mentor en teamleider. Om de zorgen rondom de leerling te bespreken met ketenpartners of externe deskundigen, is toestemming van de ouder en de leerling van 16 jaar of ouder vereist. In de meeste gevallen wordt bij leerlingen van 12 jaar of ouder ook om toestemming gevraagd. Dit is niet wettelijk verplicht. De mentor vraagt toestemming aan de ouders en de leerling. Gespreksvaardigheid om in gesprek te gaan over zorgen en het vragen om toestemming van de ouder is een specifieke deskundigheid, de mentor kan hierin ondersteund worden door het zorgteam (intern begeleider, zorgcoördinator of aandachtfunctionaris). Er kan ook advies ingewonnen worden bij de ketenpartners of Veilig Thuis over het in gesprek gaan met de ouder. Indien de ouder (of de leerling) weigert, is dit een zorgelijk signaal en moet het worden meegenomen in de weging van de zorgen (stap 4). De leerling kan overigens anoniem worden besproken wanneer geen toestemming wordt gegeven, maar dit verdient niet de voorkeur vanwege de eventuele vervolgacties. Indien er ook maar enige twijfel is over de situatie en/of eventuele mogelijke (acute of structurele) onveiligheid van de leerling, moet er advies ingewonnen worden bij Veilig Thuis of een deskundige op het gebied van letselduiding. Deze deskundigheid heeft de vaste GGD verpleegkundige die aan het Scala verbonden is. Veilig Thuis kan een eerste weging maken of het terecht is dat de school zich zorgen maakt over deze situatie en of er mogelijk sprake kan zijn van kindermishandeling of huiselijk geweld. Veilig Thuis kan betrokken worden als er zorgen zijn over een meerderjarige leerling of als er vermoedens zijn van huiselijk geweld waarbij ouders of meerderjarige huisgenoten betrokken zijn. Een deskundige op het gebied van letselduiding kan worden geraadpleegd ter duiding van letsel waarbij een vermoeden van huiselijk geweld of kindermishandeling speelt.

Stap 3: Aandacht voor de leerling/ouders/verzorgers, in gesprek over de zorgen Stap 3: Aandacht voor de leerling en ouders/ verzorgers Mentor gaat in gesprek over de zorgen met de leerling en de ouders/ verzorgers, hierin bijgestaan door teamleider of intern begeleider Mentor gaat, afhankelijk van de situatie apart of gezamenlijk, met de leerling en ouders/verzorgers in gesprek Bespreek de signalen met de leerling én de ouders/verzorgers Na de collegiale consultatie in het intern zorgteam en het advies van Veilig Thuis of een (van de) ketenpartners bespreekt de mentor de zorgen vervolgens met de leerling en/ of met de ouders, afhankelijk van de situatie gezamenlijk of apart. Dit doet hij vaak samen met een teamleider of intern begeleider. In de meeste gevallen is het onduidelijk wat de oorzaken zijn van de signalen. Door ouders te informeren over de zorgen, te vragen naar de thuissituatie en informatie uit te wisselen over de ontwikkeling van hun kind, zijn zorgen te verduidelijken. 1. Leg de ouder uit wat het doel van het gesprek is. 2. Beschrijf de zorgen die je hebt en de waarnemingen die je hebt gedaan. 3. Nodig de ouder uit om een reactie hierop te geven. 4. Geef na de reactie van de ouder aan dat de zorgen ontstaan vanwege de bedreigde ontwikkelingstaken van de leerling en geef aan dat je graag meedenkt over ondersteuning van de leerling. 5. Maak een gespreksverslag en laat het (indien mogelijk) door alle betrokkenen ondertekenen. In de meeste gevallen is het onduidelijk wat de oorzaken zijn van de signalen. Door ouders te informeren en informatie uit te wisselen over de ontwikkeling van de leerling, kunnen zorgen verduidelijkt worden. Nodig ouders expliciet uit tot het geven van hun mening en vraag door over leerling gerelateerde onderwerpen in de thuissituatie. Herkennen de ouders de situatie? Hoe gedraagt de leerling zich thuis? Hoe reageren de ouders daarop? Wat heeft de leerling nodig in de opvoeding? Hoe gaat het ondersteunen en opvoeden thuis? Hoe reageert de leerling hierop? Hoe is de ontwikkeling van de leerling tot nu toe verlopen? Wat vinden de ouders daarvan? Nodig de leerling uit te vertellen hoe hij de thuissituatie ervaart, wat thuis fijn is en wat niet. Besteed aandacht aan wat niet goed gaat, maar ook aan wat wel goed gaat Indien de ouders de zorgen herkennen, kan een begin worden gemaakt met het onderzoeken van mogelijkheden tot ondersteuning en oplossingen. Daarnaast kunnen handelingsadviezen worden uitgewisseld voor in de klas en thuis. Indien tijdens het gesprek met de ouders blijkt dat de zorgen een andere oorzaak hebben, kan dit traject worden afgesloten. De leerling en ouders kunnen dan in overleg met de intern begeleider verwezen worden naar interne ondersteuning of externe ondersteuning, hulpverlening of behandeling. Het doen van een melding bij Veilig Thuis zonder dat de signalen zijn besproken met de ouders, is alleen mogelijk als: de acute veiligheid van de leerling, de ouders, die van de melder of die van een ander in het geding is of er een goede redenen is om te veronderstellen dat de ouders door dit gesprek het contact met de mentor zullen verbreken en de school zullen verlaten. Bij het vragen van advies aan Veilig Thuis geldt dit niet, advies vragen kan altijd anoniem.

Stap 4: Lichte risicotaxatie, een afweging van de zorgen aan de hand van het afwegingskader Onderwijs en Leerplicht Stap 4: Lichte risicotaxatie, een afweging van de zorgen aan de hand van het afwegingskader Onderwijs en Leerplicht Mentor, teamleider en aandachtsfunctionaris wegen de acute en/ of structurele onveiligheid van de leerling Mentor, teamleider en aandachtsfunctionaris wegen de zorgen aan de hand van de vijf afwegingsvragen in het afwegingskader Onderwijs en Leerplicht Mentor OF aandachtsfunctionaris vraagt om advies bij Veilig Thuis Mentor, teamleider of intern begeleider bespreken de zorgen en te nemen stappen met de leerling en ouders Weeg op basis van de zorgen en signalen, het ingewonnen advies en van het gesprek met de ouders het risico op acute of structurele onveiligheid van de leerling. Doorloop vervolgens de vijf afwegingsvragen op pagina 5 van het afwegingskader Onderwijs en Leerplicht. De aard en de ernst van de signalen en het risico weegt de mentor samen met het intern zorgteam en de aandachtsfunctionaris af. Vervolgens wordt ondersteuningsoverleg georganiseerd, bij voorkeur in de vorm van een flexzat met ouders en leerling. Bij dit overleg zijn deskundigen aanwezig die nader onderzoek, ondersteuning of hulpverlening en risicotaxatie thuis en/of op school kunnen organiseren. In dit overleg wordt goed geluisterd naar de signalen en hulpvragen van de leerling, de ouders en de mentor. Stap 5: Acties uitzetten en beslissen Stap 5: Acties uitzetten en beslissen Mentor bespreek opnieuw de zorgen met de leerling en ouders/verzorgers, hierin bijgestaan door teamleider of intern begeleider Mentor meld de leerling aan bij het intern zorgteam of verwijst door naar externe hulpverlening Mentor monitort of leerling en ouders/verzorgers hulp organiseren en krijgen Teamleider en intern begeleider volgen de leerling Als hulp niet op gang komt: Mentor EN teamleider of intern begeleider bespreken de voorgenomen melding met ouders/ verzorgers Mentor doet in overleg met de teamleider en aandachtsfunctionaris een melding bij Veilig Thuis Mentor onderhoudt contact met Veilig Thuis Als de mentor en de betrokken interne functionarissen menen, op basis van de afwegingen in stap 4, dat de leerling in zijn thuissituatie GEEN acute of structurele onveiligheid ervaart: organiseer dan een ondersteuningsoverleg/flexzat met de leerling, ouders en ketenpartners en maak afspraken over de (te organiseren) ondersteuning of hulpverlening; volg de afspraken binnen de gestelde termijn op; doe alsnog een melding bij Veilig Thuis als er binnen de gestelde termijn geen actie wordt ondernomen door ouders om de ondersteuning of hulpverlening te organiseren OF als de zorgen om andere redenen blijven bestaan. Benoem deze procedure in het ondersteuningsoverleg/flexzat.

Met de betrokken ketenpartners of zorgprofessionals worden de zorgen en de hulpvraag van de leerling, ouders en school besproken. De externe deskundige beoordeelt de hulpvraag, stelt een aanpak vast, geeft handelingsadviezen voor de school en adviseert over verdere hulp. In overleg met het docententeam wordt aanvullend gesproken over de onderwijs- en ondersteuningsbehoeften van de leerling. Naar aanleiding hiervan kan een handelingsplan worden opgesteld met de leerling. De mentor kan daarbij ondersteund worden door de intern begeleider. Samenwerking tussen ouders, school en betrokken ketenpartners of zorgprofessionals wordt altijd zoveel mogelijk nagestreefd. De mentor volgt goed of de met de leerling en ouders gemaakte afspraken over de te organiseren ondersteuning of hulpverlening nagekomen worden. Als dit niet het geval is, dan bespreken de mentor EN teamleider of intern begeleider de voorgenomen melding vooraf met de ouders en met de leerling van 16 jaar of ouder. In de meeste gevallen wordt bij leerlingen van 12 jaar of ouder ook om toestemming gevraagd. Dit is niet wettelijk verplicht. 1. Leg uit waarom je als mentor van plan bent een melding te gaan doen en wat het doel daarvan is. 2. Vraag de leerling en/of ouders uitdrukkelijk om een reactie. 3. In geval van bezwaren van de leerling en/of ouders, overleg op welke wijze je tegemoet kunt komen aan deze bezwaren en leg dit in het document vast. 4. Doe een melding bij Veilig Thuis en vraag expliciet om het dossiernummer van de melding. Op deze manier is er later gemakkelijk om terugkoppeling te vragen. De mentor en teamleider of intern begeleider kunnen bovenstaande stappen samen zetten. Zij doen in overleg met de aandachtsfunctionaris een melding bij Veilig Thuis. Er kan afgewogen worden of het beter is dat iemand anders dan de mentor de melding doet. De teamleider of intern begeleider kan dan als contactpersoon voor Veilig Thuis fungeren. Wel moet de mentor nauw betrokken blijven bij en na de melding. Indien na enige periode onvoldoende verbetering zichtbaar is, is het van belang opnieuw contact op te nemen met Veilig Thuis en eventueel opnieuw een melding te doen. Veilig Thuis adviseert, indien nodig, meerdere keren contact op te nemen indien er op school door de mentor onvoldoende verbetering of verslechtering gezien wordt. Inspanning na de melding Een melding bij Veilig Thuis is geen eindpunt. Als er een melding is gedaan, geeft het stappenplan aan dat de melder in zijn contact met Veilig Thuis ook bespreekt wat hij zelf, na zijn melding, binnen de grenzen van zijn gebruikelijke taakuitoefening kan doen om de leerling of zijn gezinsleden te ondersteunen. Dit is uitdrukkelijk in opgenomen om duidelijk te maken dat de betrokkenheid van de mentor, ondersteund door de intern begeleider, bij de leerling en ouders en mogelijke gezinsleden na de melding niet ophoudt. Van de mentor wordt verwacht dat hij, naar de mate van zijn mogelijkheden, de leerling blijft ondersteunen en dat hij signaleert wanneer er sprake is van acute of structurele onveiligheid voor de leerling. Uiteraard gebeurt dit in overleg met Veilig Thuis en de betrokken zorgprofessionals om zo tot een gemeenschappelijke aanpak te komen. Veilig Thuis houdt degene die de melding heeft gedaan op de hoogte van de uitkomsten van het onderzoek en van de acties die in gang worden gezet. Als dit niet het geval is, dan neemt de contactpersoon vanuit het Scala College, over het algemeen de mentor van de leerling, zelf na enige tijd contact op met Veilig Thuis. Vraag bij het doen van de melding vraag expliciet om het dossiernummer. Op deze manier is er later gemakkelijk om terugkoppeling te vragen.