Onderwerp: Datum: 25 februari 2008 Uitgebracht aan: Onderstaand de v olledige uitspraak.



Vergelijkbare documenten
Onderwerp: Datum: 25 februari 2008 Uitgebracht aan: Onderstaand de v olledige uitspraak.

Onderwerp: Datum: 27 augustus Onderstaand de v olledige uitspraak.

Onderwerp: Soort uitspraak: AaA = adv iesaanvraag AWBZ Datum: 14 december 2009 Uitgebracht aan: CIZ Zorgv orm: Begeleiding

Onderwerp: Datum: 26 maart 2007 Uitgebracht aan: Onderstaand de v olledige uitspraak.

Onderwerp: Datum: 17 december Onderstaand de v olledige uitspraak.

Onderwerp: Soort uitspraak: IgA = indicatiegeschil AWBZ Datum: 19 oktober 2009 Zorgv orm: Begeleiding. Onderstaand de v olledige uitspraak.

Onderwerp: Datum: 27 augustus Onderstaand de v olledige uitspraak.

Onderwerp: Datum: 19 nov ember Onderstaand de v olledige uitspraak.

Vaststellen van de juiste grondslag (somatische aandoening of lichamelijke handicap) bij de functie verblijf

Onderwerp: Datum: 23 april 2007 Uitgebracht aan: Onderstaand de v olledige uitspraak.

Onderwerp: Datum: 30 juni 2009 Uitgebracht aan: Onderstaand de v olledige uitspraak.

De bestreden ZZP VV03 is tot stand gekomen door een handmatige wijziging van de geautomatiseerde uitkomst van ZZP VV06.

Onderwerp: Datum: 24 september Onderstaand de v olledige uitspraak.

Onderwerp: Datum: 30 juni Onderstaand de v olledige uitspraak.

Onderwerp: Datum: 23 april Onderstaand de v olledige uitspraak.

Datum: 21 september Onderstaand de v olledige uitspraak.

Onderwerp: Datum: 25 mei 2010 Uitgebracht aan: Verblijf-tijdelijk en Begeleiding-groep. Onderstaand de volledige uitspraak.

Onderwerp: Datum: 25 februari Onderstaand de v olledige uitspraak.

Onderwerp: Datum: 25 augustus Onderstaand de v olledige uitspraak.

Datum: 17 januari 2011 Uitgebracht aan: tijdelijk verblijf, kortdurend verblijf, respijtzorg. Onderstaand de volledige uitspraak.

Soort uitspraak: IgA = indicatiegeschil AWBZ Datum: 21 juni 2010 Uitgebracht aan: CIZ Zorgvorm: PV, BG, VB/ZZP. Onderstaand de volledige uitspraak.

Onderwerp: Datum: 19 mei Onderstaand de v olledige uitspraak.

Onderwerp: Datum: 25 maart Onderstaand de v olledige uitspraak.

Datum: 30 augustus 2010 Uitgebracht aan: Onderstaand de volledige uitspraak.

Onderwerp: Datum: 30 juni Onderstaand de v olledige uitspraak.

T ijdelijk ve rblijf met een of meer f uncties als respijtzorg aangew ezen

Onderwerp: Datum: 23 juli Onderstaand de v olledige uitspraak.

Beschermende woonomgeving voor een 17-jarig kind

Datum: 19 april 2010 Uitgebracht aan: Verblijf/ zorgzwaartepakket. Onderstaand de volledige uitspraak.

Datum: 25 september 2012 Uitgebracht aan: Onderstaand de volledige uitspraak.

Nader door Bureau Jeugdzorg (BJz) uit te voeren onderzoek.

U bent v an plan het bezwaar gedeeltelijk gegrond te verklaren. In uw conceptbeslissing ov erweegt u onder andere het volgende.

Onderwerp: Datum: 23 juli 2007 Uitgebracht aan: Onderstaand de v olledige uitspraak.

Datum: 20 februari 2012 Uitgebracht aan: Begeleiding / behandeling in groepsverband. Onderstaand de volledige uitspraak.

Onderwerp: Datum: 23 juli Onderstaand de v olledige uitspraak.

Onderwerp: Datum: 7 april Onderstaand de v olledige uitspraak.

Dagbehandeling individueel aanvullend op dagbehandeling in groepsverband

Onderwerp: Datum: 17 nov ember 2008 Uitgebracht aan: Onderstaand de v olledige uitspraak.

Datum: 21 februari 2011 Uitgebracht aan: Onderstaand de volledige uitspraak.

Datum: 25 september 2012 Uitgebracht aan: Onderstaand de volledige uitspraak.

Onderwerp: Datum: 27 augustus Onderstaand de v olledige uitspraak.

Geschil over het niet indiceren van kortdurend verblijf

Onderwerp: Datum: 25 februari Onderstaand de v olledige uitspraak.

Onderwerp: Datum: 30 juni Onderstaand de v olledige uitspraak.

Begeleiding binnen het (hoger) onderwijsdomein is voorliggend op AWBZ-zorg

Onderwerp: Datum: 19 nov ember Onderstaand de v olledige uitspraak.

Bij de beslissing of een indicatie zonder verblijf mogelijk is, moet worden afgewogen of thuis een zorginhoudelijk verantwoorde oplossing mogelijk is.

Bij (toerekenbare) weigering van een Wsw-werkvoorziening geen inzet plaatsvervangende AWBZ-zorg

Onderwerp: Datum: 21 mei Onderstaand de v olledige uitspraak.

Datum: 20 augustus 2013 Uitgebracht aan: Onderstaand de volledige uitspraak.

Onderwerp: Onderstaand de v olledige uitspraak.

Onderwerp: Datum: 24 september Onderstaand de v olledige uitspraak.

Datum: 20 juni 2011 Uitgebracht aan: Onderstaand de volledige uitspraak.

Onderwerp: Datum: 19 oktober Onderstaand de v olledige uitspraak.

Soort uitspraak: IgA = Indicatiegeschil AWBZ Datum: 26 oktober 2011 Uitgebracht aan: CIZ Zorgvorm: Begeleiding. Onderstaand de volledige uitspraak.

Soort uitspraak: IgA = indicatiegeschil AWBZ Datum: 20 maart 2012 Uitgebracht aan: CIZ Zorgvorm: Behandeling. Onderstaand de volledige uitspraak

Datum: 23 maart 2009 Uitgebracht aan: Onderstaand de volledige uitspraak.

Wet- en regelgev ing Zorgverzeke ringsw et Met betrekking tot deze adv iesaanv raag z ijn de v olgende bepalingen van belang.

Onderwerp: Datum: 26 maart 2007 Uitgebracht aan: Onderstaand de v olledige uitspraak.

Onderwerp: Datum: 15 december Onderstaand de v olledige uitspraak.

Datum: 20 juni 2011 Uitgebracht aan: Onderstaand de volledige uitspraak.

Datum: 30 augustus 2010 Uitgebracht aan: Onderstaand de volledige uitspraak.

Onderwerp: Datum: 25 augustus 2008 Uitgebracht aan: Onderstaand de v olledige uitspraak.

Onderwerp: Datum: 23 maart 2009 Uitgebracht aan: Onderstaand de v olledige uitspraak.

Datum: 15 april 2013 Uitgebracht aan: CIZ Zorgvorm: verpleging. Onderstaand de volledige uitspraak

Onderwerp: Datum: 21 mei Onderstaand de v olledige uitspraak.

Soort uitspraak: IgA = indicatiegeschil AWBZ Datum: 19 september 2011 Uitgebracht aan: CIZ Zorgvorm: Verblijf / zorgzwaartepakket

Indicatiegeschil over handelwijze CIZ kan er toe leiden dat niet passend cliëntprofiel en bijbehoren ZZP wordt geïndiceerd Het geschil

Ondersteunende begeleiding bij vervoer naar dagopvang valt onder verantwoordelijkheid van intramurale instelling waar verzekerde verblijft

Soort uitspraak: IgA = indicatiegeschil AWBZ Datum: 13 februari 2013 Uitgebracht aan: CIZ Zorgvorm: Verblijf, persoonlijke verzorging en begeleiding

Datum: 26 april 2011 Uitgebracht aan: Onderstaand de volledige uitspraak.

Samenvatting: Onderstaand de volledige uitspraak.

Omvang van de functie begeleiding in beleidsregels is richtlijn en geen absoluut maximum

Geen aanspraak op verpleging voor subcutane injecties van antroposofische middelen in de thuissituatie

Datum: 15 april 2013 Uitgebracht aan: CIZ Zorgvorm: Behandeling. Onderstaand de volledige uitspraak

Bevoegdheidsverdeling CIZ en Bureau jeugdzorg bij indicatiestelling van jeugdigen

Onderwerp: Datum: 19 mei Onderstaand de v olledige uitspraak.

Inhoudelijke veranderingen per 1 januari 2013 in de Beleidsregels indicatiestelling AWBZ van het ministerie van VWS

Datum: 20 september 2010 Uitgebracht aan: Persoonlijke verzorging, begeleiding. Onderstaand de volledige uitspraak.

Onderwerp: Datum: 17 december Onderstaand de v olledige uitspraak.

Onderwerp: Datum: 20 nov ember Onderstaand de v olledige uitspraak.

Beleidsregels indicatiestelling AWBZ. Bijlage 8. Verblijf

MRA en gebitsaanpassing

Beleidsregels indicatiestelling AWBZ. Bijlage 8. Verblijf

Wet- en regelgeving In dit geschil zijn de volgende bepalingen van belang.

uitspraak van de meervoudige kamer van 7 februari 2012 in de zaak tussen

Chronische en ernstige leerproblemen. Indicatiegeschil. Datum: 24 oktober 2013

Robotarm gee n te verzekeren pre statie bij verblijf in AWBZinstelling

Inhoudelijke veranderingen per 1 januari 2012 in de Beleidsregels indicatiestelling AWBZ van het ministerie van VWS

Inhoudelijke veranderingen per 1 januari 2013 in de Beleidsregels indicatiestelling AWBZ van het ministerie van VWS en de CIZ Indicatiewijzer

ECLI:NL:RBSGR:2009:BK0981

Voor Early Intervention bij jonge kinderen met het Downsyndroom (begeleiding en instructie ouders) is een AWBZindicatie

Wet- en regelgev ing Met betrekking tot deze adv iesaanv raag z ijn de v olgende bepalingen van belang.

Vrouwenopvang (Wmo) en AWBZ

Beleidsregels indicatiestelling AWBZ Bijlage 7. Behandeling

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Uitspraken ( ) Bevoegdheidsverdeling Bureau Jeugdzorg en CIZ. Indicatiegeschil. Datum: 17 februari 2014

Onderwerp: Datum: 20 nov ember Onderstaand de v olledige uitspraak.

Beleidsregels indicatiestelling AWBZ Bijlage 3. Gebruikelijke zorg

Beleidsregels indicatiestelling AWBZ Bijlage 9. Kortdurend Verblijf

Transcriptie:

Onderwerp: Samenvatting: Soort uitspraak: Datum: 25 februari 2008 Uitgebracht aan: Behoefteonderzoek naa r onde rsteune nde be geleiding e n persoonlijke ve rzorging voor verzekerde met een somatische grondslag die thuis w il verblijven Veel ouderen kunnen z ich (net als verzekerde in dit geval) met bijv oorbeeld een indicatie persoonlijke verz orging en ondersteunende begeleiding thuis handhav en. Met name door de geboden ondersteunende begeleiding kan de balans tussen draagkracht (afnemende spankracht) en draaglast nog net in evenw icht blijven. Zonder ondersteunende begeleiding bestaat de kans dat de bov engenoemde balans te vaak uit evenw icht raakt, waardoor er onov erkomelijke problemen bij het dagelijkse functioneren kunnen ontstaan. Een beschermende w oonomgev ing w ordt dan noodzakelijk, mede vanw ege eventuele onv oorz iene z orgmomenten. Daarmee bestaat de kans dat een indicatie voor verblijf eerder aan de orde komt dan het geval was voor de wijziging v an 1 januari 2008. Het CVZ concludeert dan ook dat dez e voorliggende v oorz ieningen meer nog dan v óór de wijziging in de regelgeving meegewogen dienen te worden bij de beoordeling of een v erblijfsindicatie is aangewez en bij een verzekerde met een somatische grondslag. IgA = indicatiegeschil AWBZ CIZ Onderstaand de v olledige uitspraak. Het geschil Verzekerde is een 87-Jarige v rouw die in een aanleunwoning woont en dagelijks bij vrijwel alle activiteiten hulp nodig heeft. Nadat z ij in 2006 in het z iekenhuis behandeld werd v oor een bekkenfactuur heeft z ij een indicatie ontvangen v oor verblijf met onderliggende functies in de v orm v an huishoudelijke verz orging, persoonlijke v erz orging, ondersteunende begeleiding en verpleging. Zij heeft de functie verblijf nooit v erzilverd, omdat zij thuis wenst te blijven wonen. Op 10 augustus 2007 is namens v erzekerde een herindicatie aangevraagd. Hierop heeft u op 3 september 2007 een indicatiebesluit afgegeven waarin u besluit dat verzekerde in aanmerking komt v oor een ZZP VV 03. Tegen dit besluit is namens verzekerde bezwaar aangetekend. De dochter v an verzekerde geeft aan dat verzekerde niet w il verblijven in een instelling en om dez e reden een indicatiebesluit in functies en klassen wenst. Blijkens uw conceptbeslissing bent u van oordeel dat het bezwaar gegrond is. U bent v an oordeel dat verzekerde is aangewezen op persoonlijke v erz orging klasse 4 en OB-indiv idueel klasse 2. Vanwege het verbod op reformat io in peius handhaaft in uw conceptbeslissing echter de in het primaire besluit geïndiceerde ZZP omdat deze indicatie tot een hogere PGB leidt dan de in uw conceptbeslissing geïndiceerde functies. Wet- en regelgev ing In dit geschil z ijn de v olgende bepalingen van belang. AWBZ

Op grond v an artikel 9b, eerste lid AWBZ bestaat slechts aanspraak op z org, aangewez en ingev olge artikel 9a, eerste lid, indien en gedurende de periode w aarv oor het bevoegde indicatieorgaan op een door de v erzekerde ingediende aanvraag heeft besloten dat deze naar aard, inhoud en omvang op die zorg is aangewezen. Zorgindicat iebesluit (Zib) Als v orm v an zorg, bedoeld in artikel 9a, eerste lid AWBZ, zijn in artikel 2 Zib onder meer aangewez en de functies persoonlijke verz orging, verpleging, ondersteunende begeleiding en v erblijf, geregeld in de artikelen 4, 5, 6 en 9 van het Besluit zorgaanspraken AWBZ (Bza). Met ingang van 1 april 2007 is artikel 13, eerste lid, onderdeel b van het Zib gew ijz igd. Indien de v erzekerde is aangewezen op verblijf als bedoeld in artikel 9, eerste lid Bza w ordt in het indicatiebesluit aangegeven de hoeveelheid z org in tijd v oor de z orgvormen tezamen. Met ingang van 1 juli 2007 is het CIZ gestart met de indicatiestelling in z orgzwaartepakketten (ZZP s). Besluit zorgaanspraken AWBZ (B za) Op grond v an artikel 2, tweede lid Bza bestaat slechts aanspraak op AWBZ-zorg v oor zover de verzekerde, gelet op zijn behoefte en uit een oogpunt v an doelmatige zorgverlening, redelijkerw ijs daarop is aangewez en. Verblijf omvat het verblijven in een instelling indien de z org, bedoeld in de artikelen 4 tot en met 8 Bz a, noodz akelijkerwijs gepaard gaat met een beschermende w oonomgev ing, therapeutisch leefklimaat dan w el permanent toezicht (artikel 9 Bza). Persoonlijke v erz orging omv at het ondersteunen bij of het overnemen van activiteiten op het gebied van de persoonlijke verz orging in verband met een somatische, psy chogeriatrische of psy chiatrische aandoening of beperking, een v erstandelijke, lichamelijke of z intuiglijke handicap of een psy chosociaal probleem, gericht op het opheffen van een tekort aan z elfredz aamheid, te verlenen door een instelling. (artikel 4 Bz a) Ondersteunende begeleiding omv at ondersteunende activiteiten in v erband met een somatische,... aandoening of beperking... gericht op bev ordering of behoud van zelfredzaamheid of bevordering van de integratie van de verz ekerde in de samenleving, te verlenen door een instelling. (artikel 6,eerste lid Bz a) Sinds 1 januari 2008 is het Bz a ten aanz ien van ondersteunende begeleiding gew ijz igd. De aanspraak op ondersteunende begeleiding ingeval van een somatische aandoening of beperking of een psy chosociaal probleem, omv at slechts ondersteunende activiteiten: a. gedurende een dagdeel in een instelling, b. als onderdeel van palliatieve terminale z org, of c. indien tevens verblijf is geïndiceerd. Overgangsrecht Op grond v an de overgangsbepalingen is artikel 6 Bza, tweede lid niet van toepassing op verzekerden die op 31 december 2007 krachtens een indicatiebesluit als bedoeld in het Zorgindicatiebesluit of het Uitvoeringsbesluit Wet op de jeugdz org w aren aangewezen op z org, bedoeld in artikel 6 v an het Besluit z orgaanspraken AWBZ, z oals dat artikel luidde op 31december 2007. (artikel II, eerste lid Wijzigingsbesluit Besluit z orgaanspraken AWBZ 1 ). Deze uitz ondering geldt v oor de geldigheidsduur van het afgegeven indicatiebesluit, doch uiterlijk tot 1 januari 2009. (Artikel II, tweede lid Wijzigingsbesluit Besluit z orgaanspraken AWBZ) 1 Besluit van 10 december 2007, houdende wijziging van het Besluit zorgaanspraken AW BZ in verband met beperking van de aanspraak op ext ramurale o nderst eunende begeleiding alsmede uit breiding van de aanspraak op act iverende beg eleiding.

Medische beoordeling Voor een medische beoordeling van het geschil heeft de medisch adv iseur v an het College kennisgenomen van de stukken. Op basis v an dat dossier deelt de medisch adv iseur het volgende mee. Verzekerde is een 87-Jarige v rouw die in een aanleunwoning woont en dagelijks bij vrijwel alle activiteiten hulp nodig heeft. Verzekerde heeft beperkingen door osteoporose met forse pijnklachten en angineuze klachten w aaroor z ij snel kortademig en vermoeid is bij inspanning. Verzekerde heeft beperkingen in bijna alle ADL-activiteiten door osteoporose, gepaard gaande met forse pijnklachten. Op goede dagen kan v erzekerde zelfstandig met behulp van de rollator naar het toilet lopen. De genoemde angineuze klachten maken dat verzekerde snel kortademig en v ermoeid is. Er is sprake v an gewichtsverlies en verzekerde maakt een vermagerde en kw etsbare indruk. De draagkracht van verz ekerde is afgenomen waardoor er sprake is van initiatiefverlies, lichte vergeetachtigheid en de neiging zichzelf te verwaarlozen ten aanzien van eten en drinken. Als gev olg van de beperkingen heeft verz ekerde hulp nodig bij w assen, aan/uitkleden, aan en uittrekken van de steunkousen en toedienen van de medicatie. Op dagen dat verzekerde zich minder goed v oelt is hulp nodig bij in/uit bed gaan en toiletbez oek. Daarnaast is hulp nodig bij onv oorz iene toiletgang door bijw erking van de morfine. Het eten en drinken moet klaargemaakt en binnen handbereik geplaatst w orden. 's Nachts is controle door een verz orgende noodzakelijk. Verz ekerde leeft in een kleine leefw ereld door haar energetische beperkingen, de pijn, het gehoorv erlies en gev oelens van eenz aamheid door het w egvallen van een goede vriendin. Verzekerde heeft behoefte aan aanspraak en om naar buiten te gaan. De kinderen nemen v erzekerde geregeld mee uit. Verz ekerde heeft door haar beperkingen en initiatiefverlies begeleiding nodig bij het initiëren van eenvoudige bezigheden en ondersteuning bij dagelijkse praktische z aken. Contacten in groepsverband z ijn te belastend en door gehoorproblemen is alleen één op één contact mogelijk. De draagkracht is door energetische beperkingen, door de pijn en het initiatiefverlies z odanig afgenomen dat verzekerde zich onv oldoende z elfstandig kan handhav en. Verz ekerde is daardoor aangewezen op ondersteuning. Vooraleerst stelt de medisch adviseur vast dat verzekerde recht heeft op AWBZ z org op grond van een somatische grondslag. Ten aanzien van de v raag of in dit geval verblijf geïndiceerd is merkt hij het v olgende op. Bij een wankel evenwicht, zoals in deze casus, is het moeilijk het omslagpunt v oor een verblijfsindicatie te bepalen. Daarbij spelen namelijk, naast de wens van verz ekerde, meerdere factoren een rol. Bijv oorbeeld de huidige woonsituatie en het al dan niet aanwezig zijn van hulp, in de vorm v an mantelz org en/of professionele ondersteuning. In het onderhav ige geval is de medisch adv iseur van oordeel dat met name gezien de nabijheid van het verz orgingshuis en de inzet van professionele begeleiding (ic. ondersteunende begeleiding en persoonlijke verz orging) verz ekerde op v erantw oorde w ijze thuis kan verblijven. De medisch adv iseur is dan ook met het CIZ van oordeel dat verzekerde niet is aangewezen op de functie v erblijf. Met een indicatie voor OB-indiv idueel en PV z ijn de beperkingen tot een aanvaardbaar niveau terug te brengen en kan voorkomen worden dat verzekerde zichzelf verwaarloost. Ten aanzien van de omvang v an de benodigde persoonlijke verzorging merkt de medisch adv iseur nog op dat deze naar zijn oordeel niet voldoende zorgv uldig in kaart is gebracht. Zo is bij de ov er te nemen activiteiten het aan- en uittrekken van de steunkousen niet opgenomen en is er onv oldoende duidelijkheid over de frequentie van hulp bij de toiletgang op dagen dat v erzekerde zich niet goed v oelt.

Juridische beoordeling De v raag die beantwoord moet worden is of het bestreden indicatiebesluit op grond v an de geldende regelgeving en het toepasselijke protocol juist is en z orgv uldig tot stand is gekomen. In lijn met z ijn medisch adv iseur is het College van oordeel dat ten aanzien van verzekerde een indicatie gesteld kan worden v oor PV en OB, en dat (mede dankzij deze zorg) verzekerde niet is aangewezen op een beschermende woonomgev ing, d.w.z. niet in aanmerking komt v oor een indicatie v oor verblijf. Het College is echter met de medisch adv iseur v an oordeel dat de precieze omv ang van de benodigde PV nader bepaald dient te w orden. Ten aanz ien van de ondersteunende begeleiding geldt in dit gev al dat verz ekerde vanwege de overgangsbepalingen op dit moment nog aanspraak heeft op OB-indiv idueel. Verz ekerden in vergelijkbare omstandigheden (v erzekerden met een somatische grondslag) die na 1 januari 2008 een indicatie ontvangen z ullen echter, vanw ege de gewijz igde regelgev ing niet in aanmerking kunnen komen v oor een indicatie voor OBindiv idueel. In verband met dez e w ijziging merkt het College het v olgende op. Veel ouderen kunnen z ich (net als verzekerde in dit geval) met bijvoorbeeld een indicatie persoonlijke v erz orging en ondersteunende begeleiding thuis handhav en. Met name door de geboden ondersteunende begeleiding kan de balans tussen draagkracht (afnemende spankracht) en draaglast nog net in evenw icht blijven. Zonder ondersteunende begeleiding bestaat de kans dat de bov engenoemde balans te vaak uit evenw icht raakt, w aardoor er onoverkomelijke problemen bij het dagelijkse functioneren kunnen ontstaan. Een beschermende w oonomgev ing w ordt dan noodz akelijk, mede vanwege eventuele onvoorz iene z orgmomenten. Daarmee bestaat de kans dat een indicatie v oor verblijf eerder aan de orde komt dan het geval was voor de wijziging van 1 januari 2008. Het College merkt daarbij nog het v olgende op. Op zich kan in de zorg die hoort bij OBindiv idueel onder omstandigheden ook w orden v oorz ien door het sociaal netwerk van een verzekerde (mantelzorgers) of door v oorzieningen die de gemeente in het kader van de Wmo heeft getroffen 2 3. Het College w ijst er echter op dat bij een indicatiestelling waarbij de v raag speelt of er nu net w el of net niet sprake is van een verblijfsindicatie het voor een indicatiesteller moeilijker zal zijn om te beoordelen of een verzekerde met andere (niet-awbz) zorg nog verantw oord thuis kan v erblijven, dan w anneer een indicatiesteller rekening kan houden met door hem te indiceren ondersteunende begeleiding. Het College verwacht in ieder geval dat een dergelijke beoordeling meer nog dan v oorheen, v an een indicatiesteller grondig onderz oek naar, en kennis van de mogelijkheden buiten de AWBZ zal vergen. Het College concludeert dan ook dat dez e voorliggende v oorz ieningen meer nog dan vóór de wijziging in de regelgeving meegewogen dienen te worden bij de beoordeling of een verblijfsindicatie is aangewezen bij een verz ekerde met een somatische grondslag. Advies van het College Op grond v an het vorenstaande is het College van oordeel dat u nader onderz oek dient te verrichten naar de omvang van de benodigde persoonlijke verz orging. Het College raadt u aan uw conceptbeslissing te herzien naar aanleiding van de uitkomst v an dit 2 Zie Beleidsregels indicatiestelling AW BZ Bijlage 6 Ondersteunende Begeleiding:... Zorginhoudelijk heeft het schrappen van de grondslag en t ot gevolg dat bet rokkenen voor bedoelde begeleiding geen bero ep meer zal ku nnen doen op de AW BZ. Zij zullen als voorheen aang ewezen zijn op hu n so ciaal net werk, vrijwilligerswerk, de M EE- organisat ies, het algemeen maat schappelijk werk en derg elijke. 3 artikel 1 W mo, eerste lid onder g, sub 5 schaart onder de maatschappelijke ondersteuning in de zin van deze wet: het bevorderen van de deelname aan het maat schappelijke verkeer en van het zelfst andig funct ioneren van mensen met een beperking of een chro nisch psychisch probleem en van mensen met een psychoso ciaal probleem;

onderz oek. Tenslotte raadt het College u aan om z oals u ook in uw conceptbeslissing hebt gedaan te onderz oeken of de materiële gevolgen van het primaire besluit in stand gehouden dienen te worden vanwege het verbod op reformatio in peius.