RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. VOORZITTER VAN DE XIIe VAKANTIEKAMER A R R E S T

Vergelijkbare documenten
II. Verloop van de rechtspleging

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. VOORZITTER VAN DE XIVe KAMER A R R E S T. nr van 9 juli 2019 in de zaak A /XIV-37.

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. VIIe KAMER A R R E S T. nr van 29 oktober 2015 in de zaak A /VII

wonend te 3080 Tervuren Cypressenlaan 17 tegen: I. Voorwerp van het inleidend verzoekschrift II. Verloop van de rechtspleging

A R R E S T. nr van 19 januari 2018 in de zaak A /XII-8480

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. A R R E S T. nr van 29 augustus 2007 in de zaak A /XII-5161.

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. VIIe KAMER A R R E S T. nr van 22 november 2018 in de zaak A /VII

de VZW VLAAMS BLOK JONGEREN, gevestigd te Brussel, Madouplein 8, bus 9 tegen :

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. VOORZITTER VAN DE IXe KAMER ARREST. nr van 18 oktober 2018 in de zaak A. 217.

A R R E S T. nr van 4 oktober 2018 in de zaak A /XIV tegen :

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

A R R E S T. nr van 21 juni 2016 in de zaak A /X

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

waarbij het cassatieberoep toelaatbaar wordt verklaard;

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. VOORZITTER VAN DE IXe KAMER A R R E S T. nr van 13 maart 2018 in de zaak A. 224.

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

II. Verloop van de rechtspleging

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. A R R E S T. nr van 4 maart 2010 in de zaak A /XII-5232.

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. IXe KAMER A R R E S T. nr van 25 januari 2010 in de zaak A /IX-5893

die woonplaats kiest bij advocaat N. DE CLERCQ, kantoor houdende te BRUGGE, Stockhouderskasteel, Gerard Davidstraat 46 bus 1 tegen :

De hervorming van de Raad van State 2014: een eerste analyse van de voornaamste nieuwigheden

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. VIIe KAMER A R R E S T. nr van 14 juli 2015 in de zaak A /VII

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Xe KAMER A R R E S T. nr van 14 september 2018 in de zaak A /X

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

A R R E S T. nr van 23 januari 2012 in de zaak A /VII tegen :

A R R E S T. nr van 28 mei 2013 in de zaak A /XII tegen:

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. XIVe KAMER A R R E S T. nr van 13 december 2011 in de zaak A /XIV-32.

A R R E S T. nr van 3 juli 2012 in de zaak A /VII tegen:

Beslissing nr V/M 11 van 7 april 2011

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. VIIe KAMER A R R E S T. nr van 15 april 2010 in de zaak A /VII

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

A R R E S T. nr van 9 juli 2019 in de zaak A /XIV tegen :

KONINKLIJK BESLUIT VAN 5 DECEMBER 1991 TOT BEPALING VAN DE RECHTSPLEGING IN KORT GEDING VOOR DE RAAD VAN STATE. (B.S. 14/01/1992, p.

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. VOORZITTER VAN DE VIIe KAMER A R R E S T

die woonplaats kiest bij advocaat S. De Vleeschauwer, kantoor houdende te Stekene, Kerkstraat 16 tegen :

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

KONINKLIJK BESLUIT VAN 5 DECEMBER 1991 TOT BEPALING VAN DE RECHTSPLEGING IN KORT GEDING VOOR DE RAAD VAN STATE. (B.S., 14/01/1992, p.

GRIFFIE RAAD VAN STATE. KONfNKRIJK BELGIË 1040 Brussel, 18 januari Mr. STAELENS B. Stockhouderskasteel Gerard Davidstraat 46/1.

Victor VAN DEN EYNDE, die woonplaats kiest bij advocaat J. DE RIECK, kantoor houdende te 3000 LEUVEN, Vaartstraat 70. tegen :

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

KONINKLIJK BESLUIT VAN 5 DECEMBER 1991 TOT BEPALING VAN DE RECHTSPLEGING IN KORT GEDING VOOR DE RAAD VAN STATE. (B.S., 14/01/1992, p.

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. XIVe KAMER A R R E S T. nr van 29 april 2015 in de zaak A /XIV-35.

President Kennedypark 8b. tegen :

Hof van Cassatie van België

(B.S. 15/07/2000, p ; iwt 01/08/2000) Door het coördinatiebureau geconsolideerde tekst : versie toepasselijk vanaf 01/01/2007

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. IXe KAMER A R R E S T. nr van 23 oktober 2018 in de zaak A /IX-9318

RAAD VAN STATE, AFDELING ADMINISTRATIE. A R R E S T. nr van 8 juli 2004 in de zaak A /XII-662.

Gezien het verslag opgemaakt door auditeur G. DE BLEECKERE;

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

Rolnummer Arrest nr. 65/2010 van 27 mei 2010 A R R E S T

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST

RAAD VAN STATE, AFDELING ADMINISTRATIE. A R R E S T. nr van 31 mei 2007 in de zaak A /X-8757.

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 21 februari 2017;

A R R E S T. nr van 24 mei 2016 in de zaak A /XII-8133

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. VIIe KAMER A R R E S T. nr van 25 maart 2016 in de zaak A /VII

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

de Belgische staat, vertegenwoordigd door de staatssecretaris voor Asiel en Migratie en Administratieve Vereenvoudiging.

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

A R R E S T. nr van 31 maart 2014 in de zaak A /VII tegen :

A R R E S T. nr van 19 april 2018 in de zaak A /VII tegen :

Hof van Cassatie van België

(B.S., 01/06/1991, p ; iwt. 01/06/1991) Door het coördinatiebureau geconsolideerde tekst, toepasselijk vanaf 01/03/2014

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. XIVe KAMER A R R E S T. nr van 31 januari 2012 in de zaak A /XIV-32.

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST

KAMER VAN BEROEP GESUBSIDIEERD VRIJ ONDERWIJS BESLISSING. GVO / 2010 / 13 / 27 oktober 2010

A R R E S T. nr van 21 februari 2014 in de zaak A /X

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERKIEZINGSBETWISTINGEN ARREST

KAMER VAN BEROEP GESUBSIDIEERD VRIJ ONDERWIJS BESLISSING. Nr. GVO/2017/ 03 / / 15 maart 2017

tegen: II. Verloop van de rechtspleging

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

A R R E S T. nr van 22 december 2017 in de zaak A /X tegen :

Hof van Cassatie van België

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST

A R R E S T. nr van 18 oktober 2018 in de zaak A /IX-9411

Gelet op de kennisgeving van het verslag aan. partijen; IX \6

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

Hoofdstuk V. Het Grondwettelijk Hof, de voorkoming en de regeling van conflicten. 1. Bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN TUSSENARREST

II. Verloop van de rechtspleging

KAMER VAN BEROEP GESUBSIDIEERD OFFICIEEL ONDERWIJS BESLISSING. Nr. GOO/2011/148/ (II)

Hof van Cassatie van België

Rolnummer Arrest nr. 12/2009 van 21 januari 2009 A R R E S T

Milieuhandhavingscollege

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST

A R R E S T. nr van 17 november 2015 in de zaak A /XIV tegen :

Hof van Cassatie van België

Transcriptie:

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK VOORZITTER VAN DE XIIe VAKANTIEKAMER A R R E S T nr. 242.162 van 30 juli 2018 in de zaak A. 225.756/VII-40.341 In zake: René BOOM bijgestaan en vertegenwoordigd door advocaat Jan Donkers kantoor houdend te 1050 Brussel Opperstraat 95 bij wie woonplaats wordt gekozen eveneens bijgestaan en vertegenwoordigd door advocaten Adriaan Jans, Evert Vervaet en Wouter Van Driessche tegen: het VLAAMSE GEWEST bijgestaan en vertegenwoordigd door advocaat Filip Vincke kantoor houdend te 9600 Ronse Grote Markt 33 bij wie woonplaats wordt gekozen -------------------------------------------------------------------------------------------------- I. Voorwerp van de vordering 1. De vordering, ingesteld op 25 juli 2018, strekt tot de schorsing van de tenuitvoerlegging bij uiterst dringende noodzakelijkheid van de beslissing tot inbeslagname van 16 juli 2018, waarbij alle ezels, schapen en geiten van [René Boom] in beslag werden genomen. Verzoeker vordert tevens het opleggen van voorlopige maatregelen, meer bepaald, te bevelen dat de ezels, schapen en geiten op risico en kosten van verweerder opnieuw worden overgebracht naar de weiden van verzoeker en, ondergeschikt, dat verweerder de in beslag genomen dieren onderbrengt in andere opvangcentra dan VZW Anegria en/of VZW De Zorghoeve en dat de dieren worden onderzocht door onafhankelijke dierenartsen, dewelke geen enkele band vertonen met VZW Anegria en/of VZW De Zorghoeve en dat VII-40.341-1/7

in afwachting van een definitieve beslissing, geen enkele wijziging in de fysiologische toestand van de in beslag genomen dieren mag plaatsvinden, waaronder castratie, sterilisatie en/of zwangerschapsonderbreking. II. Verloop van de rechtspleging 2. De verwerende partij heeft een nota ingediend. De partijen zijn opgeroepen voor de terechtzitting, die heeft plaatsgevonden op 30 juli 2018, om 10.00 uur. Staatsraad Pierre Lefranc heeft verslag uitgebracht. Advocaten Wouter Van Driessche en Jan Donkers, die verschijnen voor verzoeker en advocaat Filip Vincke, die verschijnt voor de verwerende partij, zijn gehoord. advies gegeven. Auditeur Anja Somers heeft een met dit arrest eensluidend Er is toepassing gemaakt van de bepalingen op het gebruik der talen, vervat in titel VI, hoofdstuk II, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973. III. Feiten 3. Op 16 juli 2018 nemen 3 inspecteurs-dierenartsen bij de Inspectie Dierenwelzijn van het Vlaamse Gewest op basis van de vaststellingen dezelfde dag in situ die het voorwerp zijn van een proces-verbaal gedateerd op 24 juli 2018, 46 ezels, 64 schapen en 48 geiten lastens verzoeker en mevrouw Hilde De Wever administratief in beslag. Deze dieren, op 2 schapen na die niet konden opgeladen worden, worden overgebracht naar erkende opvangcentra. De vaststellingen worden blijkens het voormelde proces-verbaal gedaan op de verschillende weiden waarop de in beslag genomen dieren worden VII-40.341-2/7

aangetroffen en worden gevolgd door de uitvoering van een onmiddellijke maatregel, zijnde het bestreden administratief beslag in aanwezigheid van verzoeker, zijn raadsman, mevrouw De Wever, hun dierenarts, en politie. Deze onmiddellijke maatregel is de bestreden beslissing. 4. Bij schrijven van 17 juli 2018 wordt verzoeker door de Inspectiedienst Dierenwelzijn naar aanleiding van het bestreden administratief beslag uitgenodigd voor verhoor op 24 juli 2018 om 10u [t]eneinde meer duidelijkheid te krijgen. Verzoeker deelt op 23 juli 2018 mee dat hij de uitnodiging op 19 juli 2018 heeft ontvangen en geeft te kennen dat het hem onmogelijk is om reactie te geven op de vaststellingen van 16 juli 2018 omdat hij nog geen kennis heeft gekregen van de vaststellingen van 16 juli 2018 en van de motieven van de bestreden inbeslagname op dezelfde datum. Hij bevestigt nog op de eerstvermelde datum dat hij in de gegeven omstandigheden (nog) geen verklaring [wenst] af te leggen. 5. Op 24 juli 2018 nemen de voormelde 3 inspecteurs-dierenartsen de beslissing tot inbeslagname met kenmerk G-18-3579 zonder verzoeker te hebben gehoord. verzoeker overgemaakt. Deze beslissing wordt evenals het voormelde proces-verbaal aan IV. Voorwaarden van de vordering tot schorsing wegens uiterst dringende noodzakelijkheid 6. Krachtens artikel 17, 1 en 4, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State kan tot schorsing van de tenuitvoerlegging bij uiterst dringende noodzakelijkheid slechts worden besloten onder de dubbele voorwaarde dat minstens één ernstig middel wordt aangevoerd dat de nietigverklaring van de akte of het reglement prima facie kan verantwoorden en dat een uiterst dringende VII-40.341-3/7

noodzakelijkheid voorhanden is die onverenigbaar is met de behandelingstermijn van de gewone vordering tot schorsing. Er kan alleen rekening worden gehouden met hetgeen daarover in het verzoekschrift werd uiteengezet en gestaafd. De Raad van State kan geen acht slaan op hetgeen in later ingediende geschriften of ter terechtzitting nog door de verzoekende partij wordt bijgebracht. De verwerende partij kan daarop immers niet meer schriftelijk repliceren en de auditeur kan daarover niet op een deugdelijke wijze advies verlenen in een procedure die op grond van artikel 22 van de gecoördineerde wetten op de Raad van State essentieel schriftelijk is. Uiterst dringende noodzakelijkheid 7. Verzoeker stelt vooreerst dat zijn bedrijf quasi compleet lamgelegd werd waardoor hij evident economische schade oploopt, de dieren weggetrokken [worden] uit hun vertrouwde leefomgeving, zijn kweekprogramma wordt verstoord en zijn levenswerk werd weggenomen. Er bestaat volgens hem geen enkele garantie op een eerlijk en objectief vervolg van de procedure. Een ontegensprekelijk onherstelbaar nadeel blijkt uit een vorige inbeslagname waarbij de mannelijke dieren door de opvangcentra gecastreerd werden. Verzoeker betoogt dat hij ernstige reputatieschade leed naar aanleiding van de aanhoudende agitatie op sociale media, dat de bestreden beslissing een kleine storm op sociale en reguliere media [veroorzaakte], waardoor de reputatieschade van verzoeker hic et nunc vormen aanneemt die de gevolgen van de middeleeuwse schandpaal ruimschoots overtreffen en dat enkel een snelle interventie door uw Raad [...] de aangerichte schade nog enigszins [... kan] rechtzetten en/of temperen. De gewone schorsing zou volgens verzoeker in ieder geval te laat komen. De uiterst dringende noodzakelijkheid om de beslissing van verwerende partij te schorsen manifesteert zich door het gebrek aan mededeling van de genomen beslissing en het afwezig zijn van een datum van beslissing waardoor de beroepsmogelijkheden worden beperkt, alsook door de aanvang van de termijn om in rechte en rechtsmiddelen te voorzien die op onrechtmatige wijze VII-40.341-4/7

wordt beïnvloed door het nalaten van verwerende partij om te handelen conform de algemene beginselen van behoorlijk bestuur zoals uiteengezet in de middelen. Beoordeling 8. De schorsingsprocedure bij uiterst dringende noodzakelijkheid houdt een ernstige verstoring in van het normale verloop van de rechtspleging voor de Raad van State, herleidt de mogelijkheden tot onderzoek van de zaak tot een strikt minimum en beperkt in aanzienlijke mate de uitoefening van de rechten van verdediging van de verwerende partij. De aanwending van die procedure moet dan ook zeer uitzonderlijk blijven. De toepassing ervan kan alleen worden aanvaard indien de schorsing van de tenuitvoerlegging volgens de gewone schorsingsprocedure te laat zal komen. Dit impliceert dat verzoeker met de vereiste spoed en diligentie is opgetreden. Diligent optreden is vervat in de voorwaarde van de uiterst dringende noodzakelijkheid. Die dwingende vereiste moet zijn vervuld opdat de Raad van State verzoeker zou toelaten tot de schorsingsprocedure bij uiterst dringende noodzakelijkheid. 9. Verzoeker die reeds op 16 juli 2018 op de hoogte werd gesteld van de bestreden onmiddellijke maatregel die terstond werd uitgevoerd, dient zijn vordering pas in op 25 juli 2018 terwijl hij reeds naar eigen zeggen op 19 juli op de hoogte is van de uitnodiging tot verhoor om meer duidelijkheid te verschaffen aan de bevoegde dienst en hij op die uitnodiging niet is ingegaan. Indien verzoeker een uitermate hoge graad van urgentie aan de zaak toeschrijft, had hij gelet op voorgaanden, in de wetenschap dat volgend op de bestreden onmiddellijke maatregel nog een (schriftelijke) beslissing tot inbeslagname na de geboden doch afgewezen mogelijkheid tot verhoor wordt genomen zonder talmen zijn vordering moeten indienen. Deze handelwijze staat haaks op de aard zelf van een schorsingsprocedure bij uiterst dringende noodzakelijkheid en houdt de negatie in van de uiterst dringende noodzakelijkheid. Een aanvaardbare uitleg voor dit talmen in de gegeven omstandigheden om de vordering in te dienen, heeft verzoeker niet. VII-40.341-5/7

Uit wat voorafgaat volgt dat verzoeker niet met de vereiste spoed is opgetreden. Het bestaan van de uiterst dringende noodzakelijkheid van de vordering is niet aangetoond. 10. Er is niet voldaan aan één van de bij artikel 17, 1 en 4, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State opgelegde voorwaarden om de schorsing van de tenuitvoerlegging bij uiterst dringende noodzakelijkheid van de bestreden beslissingen te kunnen bevelen. Die vaststelling volstaat al om de vordering af te wijzen. V. Belang bij de vordering 11. Uit de gegevens van het dossier blijkt dat op 24 juli 2018 een schriftelijke beslissing tot inbeslagname werd genomen door de voormelde inspecteurs-dierenartsen op basis van de vaststellingen van 16 juli 2018 die in het op 24 juli 2018 afgesloten proces-verbaal werden genotuleerd. 12. De schorsing van de bestreden mondelinge beslissing van 16 juli 2018 kan verzoeker dan ook niet het beoogde voordeel bezorgen en het beweerde nadeel wegnemen. De schriftelijke beslissing tot inbeslagname van 24 juli 2018 belet zulks. 13. Verzoeker ontbeert het vereiste belang bij de huidige vordering tot schorsing bij uiterst dringende noodzakelijkheid. 14. Ook om die reden moet de vordering worden afgewezen. VI. Vordering tot voorlopige maatregelen 15. Het verzoek tot het bevelen van voorlopige maatregelen gaat ervan uit dat verzoekers vordering tot schorsing bij uiterst dringende noodzakelijkheid van de tenuitvoerlegging van de bestreden beslissing wordt ingewilligd. VII-40.341-6/7

16. Dit is niet het geval, zodat alleen al om die reden het verzoek tot het bevelen van voorlopige maatregelen moet worden verworpen. BESLISSING De Raad van State verwerpt de vordering tot schorsing van de tenuitvoerlegging bij uiterst dringende noodzakelijkheid en de vordering tot het opleggen van voorlopige maatregelen bij uiterst dringende noodzakelijkheid. Dit arrest is uitgesproken te Brussel, in openbare terechtzitting van 30 juli 2018, door de Raad van State, XIIe vakantiekamer, samengesteld uit: bijgestaan door Pierre Lefranc, Frank Bontinck, staatsraad, waarnemend voorzitter, griffier. De griffier De voorzitter Frank Bontinck Pierre Lefranc VII-40.341-7/7