Liturgie 24 februari 2019 Ds. L. Compagnie Luisterlied Jezus overwinnaar Mededelingen en welkom Votum en groet Zingen Psalm 139 Heer die mij ziet zoals ik ben (Psalm Project) Heer, die mij ziet zoals ik ben, dieper dan ik mijzelf ooit ken, kent U mij, U weet waar ik ga, U volgt mij waar ik zit of sta. Wat mij ten diepste houdt bewogen, 't ligt alles open, ligt alles open ligt alles open voor Uw ogen. Zingen Hemelhoog 635 Heerlijk is uw naam, heerlijk is uw naam, hoog verheven en vol van kracht. Heerlijk is uw naam. Jezus, Jezus. Heerlijk is uw naam. Heilig Lam van God, heilig Lam van God, dat de zonde der wereld droeg. Heilig Lam van God. Jezus, Jezus. Heilig Lam van God. 1
Waardig bent U, Heer, waardig bent U, Heer, alle macht en heerlijkheid. Alle lof en eer. Jezus, Jezus. Waardig bent U, Heer. Zingen Hemelhoog 679 Heer, Uw licht en Uw liefde schijnen Heer Uw licht en Uw liefde schijnen waar U bent zal de nacht verdwijnen Jezus licht van de wereld vernieuw ons Levend woord ja Uw waarheid bevrijd ons schijn in mij, schijn door mij Kom Jezus kom vul dit land met Uw heerlijkheid kom heilge Geest stort op ons Uw vuur zend Uw rivier laat Uw heil heel de aard vervullen spreek Heer Uw woord dat het licht overwint Heer k wil komen in Uw nabijheid uit de schaduwen in Uw heerlijkheid door het bloed mag ik U toebehoren leer mij toets mij Uw stem wil ik horen schijn in mij, schijn door mij Kom Jezus kom Staan wij oog in oog met U Heer daalt Uw stralende licht op ons neer zichtbaar tastbaar wordt U in ons leven U volmaakt wie volkomen zich geven schijn in mij, schijn door mij Kom Jezus kom. 2
Gebed Leefregel Zingen Hemelhoog 37 Uw woord Wanneer het s avonds donker wordt en je geen hand voor ogen ziet dan doe je ook een lichtje aan zodat je ziet waar je kunt gaan Ja, zo is ook het Woord van God het helpt je als je niks meer ziet want elke keer als je het leest dan zul je zien waar je kunt lopen en waar je heen kunt gaan Zingen Gezang 304 God is getrouw, zijn plannen falen niet 1 God is getrouw, zijn plannen falen niet, Hij kiest de zijnen uit, Hij roept die allen. Die 't heden kent, de toekomst overziet, laat van zijn woorden geen ter aarde vallen; 3
en 't werk der eeuwen, dat zijn Geest omspant, volvoert zijn hand. 2 De Heer regeert! Zijn koninkrijk staat vast, zijn heerschappij omvat de loop der tijden; een sterke hand, die nooit heeft misgetast, blijft met het heilig zwaard des Geestes strijden; de adem zijner lippen overmant de tegenstand. 3 De Heil'ge Geest, die haar de toekomst spelt, doet aan Gods kerk zijn heilgeheimen weten; Hij, die haar leidt en in de waarheid stelt, heeft zijn bestek met wijsheid uitgemeten; Hij trekt met heel zijn kerk van land tot land als Gods gezant. Schriftlezing 2 Petrus 3 3 1 Geliefde broeders en zusters, dit is al de tweede brief die ik u schrijf. Met beide wil ik u tot een helder inzicht brengen, 2 en wel door u te herinneren aan de woorden die de heilige profeten destijds hebben gesproken en aan het gebod van onze Heer en redder dat uw apostelen u hebben doorgegeven. 3 Vergeet vooral niet dat er aan het einde van de tijd spotters zullen komen, die hun eigen begeerte volgen en smalend 4 vragen: Waar blijft hij nu? Hij had toch beloofd te komen? De generatie voor ons is al gestorven, maar alles is nog steeds zoals het sinds het begin van de schepping geweest is. 5 Ze gaan er dan willens en wetens aan voorbij dat er in het begin al eens een hemel is geweest en een aarde die door Gods woord gevormd was uit water en door middel van water, 6 en dat de toenmalige wereld vergaan is toen ze door het water werd overspoeld. 7 Maar de tegenwoordige hemel en aarde worden door datzelfde woord bewaard om op de dag van het oordeel, waarop de goddelozen ten onder zullen gaan, te worden prijsgegeven aan het vuur. 4
8 Eén ding mag u niet over het hoofd zien, geliefde broeders en zusters: voor de Heer is één dag als duizend jaar en duizend jaar als één dag. 9 De Heer is niet traag met het nakomen van zijn belofte, zoals sommigen menen; hij heeft alleen maar geduld met u, omdat hij wil dat iedereen tot inkeer komt en niemand verloren gaat. 10 De dag van de Heer zal komen als een dief. De hemelsferen zullen die dag met luid gedreun vergaan, de elementen gaan in vlammen op, de aarde wordt blootgelegd en alles wat daarop gedaan is komt aan het licht. 11 Als dit allemaal op die manier te gronde gaat, hoe heilig en vroom moet u dan niet leven, 12 u die uitziet naar de dag van God en het aanbreken daarvan bespoedigt! Die dag gaan de hemelsferen in vlammen op, en de elementen vatten vlam en smelten weg. 13 Maar wij vertrouwen op Gods belofte en zien uit naar een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, waar gerechtigheid woont. 14 Omdat u hiernaar uitziet, geliefde broeders en zusters, moet u zich inspannen om smetteloos, onberispelijk en in vrede door hem te worden aangetroffen. 15 Bedenk dat het geduld van onze Heer uw redding is. Dat heeft ook onze geliefde broeder Paulus u geschreven met de wijsheid die hem is geschonken. 16 Hij schrijft dit overigens in alle brieven waarin hij dit onderwerp ter sprake brengt. Daarin staat een en ander dat moeilijk te begrijpen is en dat door onwetende en onstandvastige mensen, tot hun eigen ondergang, wordt verdraaid; dat doen ze trouwens ook met de overige geschriften. 17 Geliefde broeders en zusters, u weet van tevoren wat er gaat komen. Wees daarom op uw hoede en laat u niet meeslepen op de dwaalwegen van wettelozen. Laat uw standvastigheid niet varen, 18 maar groei in de genade en in de kennis van onze Heer en redder Jezus Christus. Hem komt de eer toe, nu en in eeuwigheid. Amen. Preek 2 Petrus 3: 8, 9 5
Zingen Hemelhoog 735 Wanneer? Heer, wij kwamen voor U juichen, vroegen regen uit uw hand, kwamen om uw medelijden en om vrede voor ons land. In het licht van uw genade ziet U ons hier voor U staan: onze honger wordt steeds groter, dus wij kloppen bij U aan. Wanneer - zegent U het droge land? Wanneer - zien wij alles in uw hand? Wanneer - krijgt uw naam de ereplaats? Wanneer - wordt ons huilen dan een blij gezang? Heer, uw hart moet zijn gebroken want het onrecht gaat maar door. U blijft wachten met het oordeel want uw vredesplan gaat voor. En het land is nog steeds donker, wij zijn doof en wij zijn blind: niemand komt het leven redden van het ongehoorde kind. Wanneer - zegent U het droge land? Wanneer - zien wij alles in uw hand? Wanneer - krijgt uw naam de ereplaats? Wanneer - wordt ons huilen dan een blij gezang? Maar ik weet dat ooit die dag komt: zelfs de dove hoort uw stem en de blinde ziet zijn Redder en de lamme danst voor Hem. 6
Als de weduwe een man vindt en voor altijd liefde krijgt, vindt het weeskind weer een Vader die voor altijd bij haar blijft. Wanneer - vult uw licht de hele lucht? Wanneer - komt U schitterend terug? Wanneer - waait uw liefde door ons heen? Wanneer - zingt de hele wereld (met ons) mee? Voorbede/dankgebeden Zingen Gezang 126 1 Verwacht de komst des Heren, o mens, bereid u voor: reeds breekt in deze wereld het licht des hemels door. Nu komt de Vorst op aard, die God zijn volk zou geven; ons heil, ons eigen leven vraagt toegang tot ons hart. 2 Bereid dan voor zijn voeten de weg die Hij zal gaan; wilt gij uw Heer ontmoeten, zo maak voor Hem ruim baan. Hij komt, bekeer u nu, verhoog de dalen, effen de hoogten die zich heffen tussen uw Heer en u. 3 Een hart dat wacht in ootmoed is lieflijk voor de Heer, 7
Collecten maar op een hart vol hoogmoed ziet Hij in gramschap neer. Wie vraagt naar zijn gebod en bidden blijft en waken, in hem wil woning maken het heil, de Zoon van God. Zingen Hemelhoog 153 Ik zie uit naar de Heer Zegen Ik zie uit naar de Heer. Ik zie uit naar de Heer. Mijn ziel ziet uit naar Hem en verlangt naar zijn Woord. Wij verwachten vol verlangen de Heer. Hij is onze hulp en ons schild. Ja, om Hem is ons hart verblijd. Op zijn heilige naam vertrouwen wij. Mijn ziel verlangt naar de Heer. Mijn ziel verlangt naar de Heer, meer dan wachters uitzien naar de morgen. Mijn ziel verlangt naar de Heer. Mijn ziel verlangt naar de Heer, meer dan wachters uitzien naar de morgen. Wij verwachten vol verlangen de Heer. Hij is onze hulp en ons schild. Ja, om Hem is ons hart verblijd. Op zijn heilige naam vertrouwen wij. 8