Geen vloek maar zegen (Hij zegent je 2)



Vergelijkbare documenten
Het huis van de angst en het huis van de liefde Preek van Jos Douma over Romeinen 8:15

De gelijkenis van de twee zonen. Eerst lezen Daarna volgen er vragen en opdrachten

De tien Geboden. Tien belangrijke regels. Aangepaste dienst Zondag 17 april 2016 Ds. Henk Bondt

Iiturgie voor de -12 jeugddienst van zondagmorgen 28 Juni in de Westerkerk te Veenendaal

Voor jou! Dit boek is voor jou. Het gaat over God. En over God en jou samen. Over Gods liefde voor jou.

Stilte vooraf. Wees stil voor het aangezicht van God, want heilig is de Heer. Uitleg

Exodus 17,1-7 - Water uit de rots voor mensen met een kort lontje

God, laat ons uw liefde zien en maak ons gelukkig.

verzoeking = verleiden om verkeerde dingen te doen dewijl = omdat wederstand doen = tegenstand bieden de overhand behouden= de overwinning behalen

De eerste liefde van God

Bijbelteksten Feest van Genade

Bijbel voor Kinderen. presenteert VEERTIG JAREN LANG

BLIJF IN DE HERE! Liturgie:

Teksten bewerkt uit het gezinsboek Ons Dagelijks Brood veertigdagentijd van pastoor M. Hagen door EBP voor

1 Korintiёrs 1:9. Marcus 10:45. Handelingen 4:12. Johannes 17:3. 1 Korintiёrs 3:16. Johannes 15:9,10. Psalm 32:8

Open je hart en verwacht een wonder van Jezus!

Laat het feest zijn in de huizen, mensen dansen op de straat, als het onrecht buigt voor Jezus en het volk weer bidden gaat.

Zondag 11 januari - een verhaal om moed te houden

Wat ben jij van plan?

Heeft God het Kwaad geschapen?

Instrumentaal: Adagio en Allegro William Babell

Openluchtdienst! speelruimte om te leven!

= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =

OOGGETUIGE. Johannes 20:30-31

28 april uur RTh de Boer orgel/piano: Jannes Munneke schriftlezing: Anny Runhaar

Welkom in deze dienst Voorganger is ds. L.P. Blom

EEN PAAR BELANGRIJKE VRAGEN

Zondag 16 februari Protestantse Gemeente Biddinghuizen THEMA: Ho, stop, help!

Hoe praat je over het geloof?

Seyfollah Arab Parisa Koroush

Apostolische rondzendbrief

Op weg met Jezus. eerste communieproject. Hoofdstuk 5 Bidden. H. Theobaldusparochie, Overloon

Vanwaar Hij komen zal. Geschreven door D. J. Steensma zaterdag, 09 april :19

Gemeenteviering rond Jesaja 9:5b

Dordtse Leerregels. Hoofdstuk 3 en 4. Artikel 12 t/m 14

Als je niet goed weet hoe je moet bidden, kun je het leren! Daarom gaan we in deze les kijken wat God ons te zeggen heeft over gebed.

December-januari Weekthema: Op reis naar de eeuwigheid. Maandag 28 december. Gedane zaken nemen geen keer. Lezen: Hebreeën 9: 23-28

Hartelijk welkom in de kerk! Thema 2 Blij met beleving!

22 januari uur Pim Poortinga orgel/piano Piet Noort

Onze dagen tellen en wijs worden (God is liefde 10)

HERVORMDE KERK HOOGBLOKLAND

,!7IJ0I6-abbcbg! Zo ben jij! jij! Willem de Vink. tiener BIJBEL

18. Evangelist in eigen land 19. Onder Jezus zegen Een bereide plaats 20. Water 21. Een gebed om de Heilige Geest Doorwaai mijn hof 22.

Bijbelstudie Door het geloof I

assie voor het leven Noteer voor jezelf een aantal opmerkingen en kernwoorden Lees de tekst nog eens door en bespreek met elkaar als groep

Jezus en jij. Tekst: Willem de Vink. Illustraties: Arjan Wilschut, Timo Visser en Willem de Vink

tientallen miljoenen euro s per jaar. Ook een vrijwilliger heeft zo een economische waarde.

Orde van dienst Hervormde Gemeente te Sellingen

De stap tussen u en de genezing

Heer, U zocht mij, toen ik was weggegaan U bracht mij veilig in Uw gezin U vergaf mij, mijn schuld is weggedaan U gaf mijn leven een nieuw begin

Jezus vertelt, dat God onze Vader is

Chr. Geref. Kerk Ontswedde LITURGIE. voor de morgendienst op zondag 2 september in deze dienst zal. Julia Brugge.

Welkom in deze dienst Voorganger is ds. L.P. Blom

Genieten van het echte leven

Bij het gekozen thema: Het verlangen van God heb ik mij in de afgelopen dagen afgevraagd wat is mijn verlangen naar God?

Kindvriendelijke liturgie 20 september Begin schooljaar Boekentassenwijding

Orde voor de viering van het heilig Avondmaal

Geef. nooit op! Gods beloften voor jou MIRANDA TOLLENAAR

daar is de doop het teken van.

24 mei 2015, uur, Amersfoort-West(+Oost) Pinkstermiddag

Vraag 62 : Maar waarom kunnen onze goede werken niet de gerechtigheid voor God of een stuk daarvan zijn?

Het wonder van het kruis. De omwisseling aan het kruis

HC Zondag 16 - Het goede nieuws voor een ouderling en voor ieder ander

De gelijkenis van de barmhartige Samaritaan.

Zondag 22 mei Kogerkerk - 5e zondag van Pasen - kleur: wit - preek Deuteronomium 6, 1-9 & // Johannes 14, 1-14

Philadelphiadienst Zondag 8 november 2015 Dorpskerk Bodegraven Aanvang: uur

Waarom doet Hij dat zo? Om de diepste bedoeling van Gods geboden aan te geven. Daar kom ik straks op terug. Hij geeft in de Bergrede de beloften en

Bijbelrooster 31 juli t/m 6 augustus Thema: Rechtvaardig door het geloof

= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =

Cadeautjes. Aangepaste dienst Zondag 27 november 2016 Ds. Henk Bondt

Alpha Cursus IGGDS DE HOEKSTEN Woensdag 22 april 2015 Restaurant Algorfa Bijeenkomst 12 Waarom en hoe zou ik het anderen vertellen?

Had Bileam de ongerechtigheid lief?

Genesis 3:19 HSV In het zweet van uw gezicht zult u brood eten, totdat u tot de aardbodem terugkeert, omdat u daaruit genomen bent; want stof bent u

Jezus, het licht van de wereld

Stilte vooraf. -Word stil om in Gods aanwezigheid te zijn- Inleiding

zondagmorgen 14 november 2010 Welkomkerk ds. W.H. Hendriks-Vogelaar

Vijf redenen waarom dit waar is

Liturgische teksten en gebeden

Waren we nog maar in Egypte... Numeri 11:4-10 (NBV) WAREN WE NOG MAAR IN EGYPTE... NUM. 11:4-10

De Bijbel open (30-11)

Opwekking 346: Opwekking 167:

De zegen uit Numeri 6. Deze zegen-formule is kunstig opgebouwd: zij bestaat uit 15 Hebreeuwse woorden.

Gebedsboek. voor dagelijks gebruik. Dinsdag

Familie naar Psalm 133 Tekst & muziek: Marcel Zimmer 2012 Celmar Music

Bijbelstudies over Petrus - 5 : Jezus glorie zien. - Bijbelgedeelte: Matteüs 17 : 1-9

Welkom in deze dienst Voorganger is ds. M.J. Schuurman (Oldebroek)

Jezus volgen! Echt? Het evangelie naar Johannes 6: dinsdag 2 juni 2015

Gemeente. Zijspoortje. De Bijbelse Encyclopedie leert ons dat het woord kerk afgeleid is van het Griekse woord [kuriakè], dat des Heren betekent.

Mag ik jou een vraag stellen?

Ooit komt er een dag dat de hemel openbreekt en de doden zullen opstaan. Ooit komt er een dag dat U terug komt op een wolk en dat U kijkt met ogen,

3 februari / 10.30

Liturgie morgendienst 15 oktober, voorgangers ds. W. Louwerse. Micha-zondag Thema: De knop om. Mededelingen. Zingen: Gezang 21: 1 en 4. Votum.

Stel jezelf niet onder de Wet!

Tjimmie van der Wal: Zodra iedereen binnen is beginnen we met:

Voor de dienst zingen we:

Johanneskerk, Laren NH 31 december 2015 Psalm 67

1) De ongelovige is blind gemaakt door Satan (2 Korintiërs 4:4).

Lezen : Genesis 12: 1-9 Hebreeën 11: Gezang 164 Gezang 3 Psalm 27 : 1 en 3 (NPB) LvK 657 Opwekking 520 Gezang 115

wat is passend? naar aanleiding van Paulus brief aan de Kolossenzen wil ik dat uitwerken voor 4 categorieën vier kringen

Transcriptie:

Geen vloek maar zegen (Hij zegent je 2) Preek over Numeri 22:12b (ds. Jos Douma) Vervloek dat volk niet, want het is gezegend. Hoe voelt het om een compliment te krijgen? Wat doet het met je als iemand tegen je zegt: Dat heb je echt heel goed gedaan? Hoe reageer je als iemand tegen je zegt: Ik geloof dat jij het ver gaat schoppen!? In deze preek gaat het over zegen en vloek, over zegeningen en vervloekingen. Misschien vinden we dat wel vrij grote woorden, mooi voor in de kerk, en hebben we niet meteen het idee dat dat ook met ons dagelijkse leven te maken heeft. Maar ik wil het daar wel graag direct mee verbinden. Mij viel bij de voorbereiding van de preek heel sterk op wat er staat in Numeri 23:24, in de tweede orakelspreuk van Bileam over Israël: Zie, een volk richt zich op als een leeuw. Vol majesteit verheft het zich. Dat zal maar tegen je gezegd worden. Je voelt je als volk wel eens wat verloren in de woestijn. Alles zit tegen. Of als kerk denk je ook wel eens: Zou het nog wat worden, of blijft het kwakkelen? En dan komt er iemand naar je toe, die woorden van God over jou uitspreekt. Stel je voor dat dat tegen onze gemeente zo werd gezegd: Zie, een volk richt zich op als een leeuw. Vol majesteit verheft het zich. Ik zie het helemaal voor me: dat we in de kracht van Christus, die leeuw uit de stam van Juda, ons vol van zijn majesteit oprichten om er te zijn voor God, voor elkaar, voor de mensen om ons heen. Dat geeft energie. En dat is de uitwerking van een zegening: dat je in de tegenwoordigheid van God wordt gebracht en dat je weer ziet wat Híj kan en wat Híj doet. In het verhaal van Balak en Bileam proef je voortdurend de spanning tussen zegen en vloek. Balak wil dat Bileam een vervloeking uitspreekt over Israël, ongeveer zo bijvoorbeeld: Vervloekt bent u, zonder kracht. Geen god is er die u bijstaat, geen hemelse macht om u te redden. Uw einde is een donker dal, u zult tenslotte volledig te gronde gaan. 1

Als zoiets gezegd wordt, voel je alle kracht wegvloeien. En dat is wat Balak wil bereiken bij Israël door Bileam als orakelman in te schakelen. Maar het mislukt volkomen. God staat het niet toe. In een terugblik op deze geschiedenis in Deuteronomium 23: 6 staat het zo: Omdat de HEER, uw God, u liefhad, heeft hij Bileam geen gehoor geschonken en de vervloeking in een zegening omgezet. Een vloek omzetten in een zegen: dat kan alleen God. Want zijn zegen is sterker dan alle vervloekingen in deze wereld bij elkaar. Maar waar komen we dat vandaag de dag dan precies tegen? Hoe zit dat met vloeken en vervloekingen? Brengt ons dat niet in de sfeer van het occulte, van tovenarij en waarzeggerij? Ik wil daar straks nog wel iets meer over zeggen. Maar nu wil ik eerst samen met u proberen in beeld te krijgen in welke situatie dit verhaal van Balak en Bileam een plek heeft. Daarvoor bladeren we eerst even terug in het boek Numeri. Het volk Israël is in de woestijn. Ze zijn weggetrokken uit Egypte waar ze eeuwenlang slavenwerk hadden gedaan. Door Mozes had de Heer zijn volk Israël uit Egypte geleid op weg naar het beloofde land. En in de woestijn is God bezig om duidelijk te maken hoe Hij met zijn volk om wil gaan. Zo staat Numeri vol met allerlei gegevens over de dienst in de tabernakel. Maar er wordt ook verteld over de belevenissen in de woestijn. Luister naar wat er staat in Numeri 10:11-13: Op de twintigste dag van de tweede maand in het tweede jaar verhief de wolk zich van de tabernakel met de verbondstekst en trokken de Israëlieten in de voorgeschreven volgorde weg uit de Sinaiwoestijn. De wolk bleef rusten in de woestijn van Paran. Dit was de eerste maal dat ze opbraken zoals de HEER hun bij monde van Mozes had opgedragen. Zo begon de reis die uiteindelijk 40 jaar zou duren. Maar ook begon er dat steeds maar weer terugkerende refrein dat zo helder is samengevat in het kopje boven hoofdstuk 11: Het volk klaagt. Het volk begon de HEER zijn nood te klagen. Toen de HEER dat hoorde ontstak hij in woede, en het vuur van de HEER laaide op en greep om zich heen aan de rand van het kamp. Het volk riep Mozes luid om hulp en Mozes bad tot de HEER. Toen doofde het vuur (Numeri 11:1-2). En even later: De Israëlieten begonnen weer te klagen: We verlangen terug naar de vis die we in Egypte volop te eten hadden, naar de komkommers en watermeloenen, de prei, uien en knoflook. We drogen uit, we zien nooit iets anders dan dat manna (Numeri 11:5-6). Ja, dat typeert het volk: zij gaan van klacht tot klacht steeds voort. En dan komt de verkenning van het beloofde land. Dat wordt verteld in Numeri 13 en 14. Het is een buitengewoon goed land, maar er wonen wel sterke mensen, reuzen zijn het eigenlijk. Tien van de verkenners zeggen (Numeri 13:33): Vergeleken bij dat volk van reuzen voelden wij ons maar nietige sprinkhanen, en veel meer zullen we in hun ogen ook niet geweest zijn. (Tussen haakjes: je kunt ook een vervloeking over jezelf uitspreken: Wij zijn maar nietige sprinkhanen! Als je dat maar vaak genoeg denkt en zegt, dan word je het ook.) Twee van de twaalf verkenners zeggen (Numeri 14:9): Wees niet bang voor de bevolking van het land: die vermorzelen we met gemak. Zij hebben 2

niemand die hen beschermt en wij worden bijgestaan door de HEER. Wees dus niet bang voor hen. Maar omdat de meerderheid niet vertrouwt op de bescherming van de HEER, zegt God (Numeri 14:34): Veertig dagen hebben jullie het land verkend, veertig jaar zul je voor je schuld boete doen, één jaar voor elke dag. Dan zul je ondervinden wat het betekent als ik mijn handen van je aftrek. En dat is het begin van tientallen jaren rondtrekken in de woestijn, van de ene pleisterplaats naar de andere pleisterplaats. Altijd maar weer aankomen, het kamp opslaan en weer verder trekken. Nooit thuis. In Numeri 33 zien we een lange lijst van pleisterplaatsen aan ons oog voorbijtrekken. Doodvermoeiend. Wat een straf: nergens thuis te mogen zijn, veertig jaren lang. Zo komen we in Numeri 20 en 21, vlak voor geschiedenis van Balak en Bileam. In Numeri 20 wordt verteld over het volk Edom. Israël vraagt (Numeri 20:17): Sta ons toe door uw land te trekken. Edom weigert dat, en Israël neemt een omweg. Maar in Numeri 21 wordt nog twee keer dezelfde vraag gesteld. Eerst aan de Amorieten en vervolgens aan het volk van Basan. Beide keren wordt de doortocht geweigerd, maar nu trekt het volk Israël tegen de koningen van die landen te strijde, Sichon en Og. En de HEER zegt als koning Og van Basan met een leger op Israël afkomt: Je hoeft niet bang voor hem te zijn, want ik lever hem aan je uit, met heel zijn leger en zijn land. Doe met hem hetzelfde als wat je gedaan hebt met Sichon, de koning van de Amorieten. Israël haalt een geweldige overwinning. Het verhaal daarover doet de ronde tot in de wijde omtrek. Want God is duidelijk bezig Israël te zegenen met zijn aanwezigheid en kracht. Daar is trouwens ook iets in wat heel tegenstrijdig is! Het volk is in de woestijn en heeft dus te horen gekregen: Veertig jaar zul je voor je schuld boete doen, één jaar voor elke dag. Dan zul je ondervinden wat het betekent als ik mijn handen van je aftrek. En tóch zegent God zijn volk nu met deze overwinningen op twee vijandige volken. En dan komt Balak in beeld, de koning van Moab. Hij ziet het volk Israël, heeft gehoord van de verpletterende nederlagen van zijn collega s Sichon en Og. En hij denkt: Dat moet mij niet overkomen! En hij schakelt Bileam, de zoon van Beor in. Even tussendoor: die namen van de hoofdpersonen voorspellen niet veel goeds: Bileam betekent zoiets als verslinder, Balak betekent verwoester, Beor betekent verdelger. Dat voorspelt heel veel ellende voor Israël. Waarom roept Balak de hulp van Bileam in. We lezen dat in Numeri 22:6: Dat volk is te sterk voor mij. Kom daarom hierheen om het voor mij te vervloeken. Misschien kan ik het dan verslaan en het uit mijn land verjagen. Immers, wie door u wordt gezegend is gezegend, en wie door u wordt vervloekt is vervloekt. 3

U moet weten dat een belangrijke gedachte die toentertijd leefde in het Oude Oosten was, dat je je vijand op twee manieren tegemoet kunt treden: met het zwaard of met een bezwering. Zo n bezwering of vervloeking ging uit van deze gedachte: de god en het volk zijn een eenheid, en als je de god door middel van magie dwingt zijn macht niet langer ter beschikking te stellen van het volk, ontneem je dus de kracht van dat volk en kun je het aanvallen met een grote kans op overwinning. Dat is dus de weg die Balak wil gaan. Hij gaat dus op zoek naar een ziener, een waarzegger, een orakelman die in staat is om met behulp van een vervloeking de in Israël werkende zegenstroom te stoppen. Blijkbaar was Bileam als waarzegger internationaal bekend, want hij moet helemaal bij de Eufraat opgehaald worden, honderden kilometers naar het Oosten toe. Deze Bileam heeft als waarzegger contact met alle denkbare goden. Dat is zijn professionaliteit om zo te zeggen. Daar is hij orakelman voor. Dus als er mensen komen die hem vragen om een vloek uit te spreken over dat volk dat uit Egypte is gekomen, dan zoekt Bileam in de nacht contact met de god van dat volk. En dan doet zich meteen de vraag voor of Bileam soms een gelovige was, iemand die de HEER God kende en zelfs wilde dienen. Bij oppervlakkige lezing zou je dat zomaar kunnen denken. Het lijkt een beetje op hoe het met Mozes ging (Exodus 33:11): De HEER sprak persoonlijk met Mozes, zoals een mens met een ander mens spreekt. Maar schijn bedriegt. De schrijver van Numeri maakt dat op een heel subtiele manier duidelijk in het eerste stuk van hoofdstuk 22. Want telkens als hij woorden van Bileam weergeeft, is er sprake van HEER, Jahwe. Maar telkens als de schrijver zelf aan het woord is, spreekt hij over God. En nu zijn we als bijbellezer gewend om te denken: de HEER is God. Maar dat woord God is eigenlijk een veel neutraler woord. Elohim staat daar. Elke god kun je zo aanduiden. Kijk maar in Numeri 22:8. Daar zegt Bileam: Blijf vannacht hier, dan zal ik u daarna antwoorden wat de HEER mij zal ingeven. En dan staat er in vers 9, waar de schrijver van Numeri zelf aan het woord is: God verscheen aan Bileam. Niet dus: De HEER verscheen aan Bileam. En in vers 12: God zei tegen Bileam. En in vers 13 zegt Bileam: De HEER heeft mij geen toestemming gegeven. Nu heeft de God van Israël ongetwijfeld gesproken met Bileam. En Bileam laat zich daarop graag voorstaan, op een eigen persoonlijke relatie met Jahwe, door in zijn eigen woorden die God steeds zorgvuldig aan te duiden met zijn naam HEER. Maar de schrijver van Numeri maakt op subtiele manier duidelijk: deze HEER is voor Bileam niet meer dan een van de vele goden met wie hij als waarzegger in contact stond. Want er was in ieder geval één andere god die voor Bileam veel belangrijker was. De god van het geld. Mammon. Want hoe integer het ook allemaal lijkt te zijn wat Bileam doet, als hij telkens weer Gods stem wil horen voor hij wat doet, en als hij eerst ook niet wil gaan, uiteindelijk is heel dit verhaal een grote poging van Bileam om toch op een of andere manier een vloek te kunnen uitspreken, omdat hem dat veel geld zou opleveren. Hij is een geldwolf. Wat hij doet is onrecht. Dat wordt ook helder in de brief van Judas vers 11 (waar een beeld van de goddelozen wordt getekend): Net als Bileam geven ze zich voor geld over aan bedrog. 4

Genoeg over Bileam. Ik heb Numeri 22:12b als tekst voor de preek gekozen omdat daarin zo kernachtig samenkomt waar het in heel deze geschiedenis om gaat: Vervloek dat volk niet, want het is gezegend! Wat een uitspraak! Het ís gezegend! Wat een belofte! Wat een krachtige zin! En dat wordt nog indrukwekkender als u even terughaalt in uw gedachten wat ik net allemaal verteld heb over dat volk. Het was gewoon een drama om daarmee op te moeten trekken. Veertig jaren in de woestijn. Altijd maar klagen. Steeds weer moest God straffen. Steeds weer moest Mozes voor het volk in de bres springen. En dan toch: Vervloek dat volk niet, want het is gezegend! Israël is Gods oogappel. Ik moet hierbij denken aan een vader en zijn zoon. Die vader weet best wel als die zoon iets verkeerds doet of ergens niet zo goed in is. En hij praat daar ook wel eens over met zijn zoon, gaat de confrontatie ook aan en geeft soms straf. Maar als een ander aan zijn zoon komt, als een ander het waagt iets negatiefs te zeggen over zijn zoon en daar zit geen liefde onder, berg je dan maar. Bileam, waag het niet om mijn volk te vervloeken! Het is gezegend! De HEER spreekt hier als Vader van zijn volk! Hij spreekt vanuit zijn Vaderhart, vol liefde en genade. Israël is Gods oogappel. Hij heeft wel ongelooflijk veel met dat volk te stellen, maar het blijft zijn volk! Het ís gezegend! Want wat was zegenen nogal weer (daar ging het in de vorige preek over)? Dat je in tegenwoordigheid van God wordt gebracht, dat zijn Naam over je wordt uitgesproken, dat ervaarbaar en voelbaar voor je wordt dat Hij er is, dat Hij er bij is, dat het zijn zielsverlangen is om met jou verbonden te zijn. Bileam mag dus niet vervloeken. We slaan het verhaal over de sprekende ezel nu even helemaal over (lees thuis nog eens heel de geschiedenis, hoofdstuk 22-24). Hij moet het zelf onder woorden brengen (Numeri 23:8): Hoe kan ik vervloeken wie door God niet is vervloekt? Hoe kan ik verwensen wie door de HEER niet is verwenst? Wat een prachtige woorden zijn dat uit de mond van iemand die niet gelooft! Het doet me denken aan wat Paulus ergens zegt: Wat telt is dat Christus verkondigd wordt. Of het nu uit valse of oprechte motieven gebeurt - dát het gebeurt verheugt me (Filippenzen 1:18). Zo mogen we ons ook verheugen in deze woorden van Bileam, die zeker geen oprechte motieven heeft. En we mogen weer leren dat God blijft bij wat Hij Abram beloofd heeft: Ik zal je tot een groot volk maken, ik zal je zegenen (Genesis 12:3). We moeten nu nog wat langer stil staan bij de vraag wat zegenen en vervloeken eigenlijk is. Wat is eigenlijk zegenen en vervloeken? 5

Gezegend worden is dit: dat je in Gods tegenwoordigheid wordt gebracht, dat je mag weten en ervaren dat de HEER met je is en je nooit verlaat. Vervloekt worden is dit: dat je weggehaald word uit zijn tegenwoordigheid, dat je zijn aanwezigheid niet meer kent en ervaart en dat zo de macht van het kwaad vrij spel krijgt. Het zijn twee tegengestelde werelden, zegen en vloek. Ze verhouden zich zoals licht en donker, leven en dood, heil en onheil, genade en veroordeling zich tot elkaar verhouden. En blijkbaar speelt het uitspreken van woorden daarbij een belangrijke rol. Woorden die gesproken worden kunnen zowel een positieve kracht als een negatieve kracht in zich hebben. We mogen hier in Numeri vooral zien dat God zegent. Maar Hij kan ook vervloeken, woorden spreken die de aangesprokene uit zijn aanwezigheid wegdrijven, weg van voor zijn aangezicht. Zo zegt de HEER tegen Kaïn, nadat die zin broer Abel heeft vermoord: Vervloekt ben jij. Je mag me niet meer onder ogen komen (Genesis 4:11,14). En Jezus zegt in de gelijkenis over het laatste oordeel tegen de bokken aan zijn linkerhand: Vervloekt zijn jullie, verdwijn uit mijn ogen (Matteüs 25:41). Beide keren valt op dat er gesproken wordt over de ogen van de HEER: vervloekt worden betekent dat het gelaat van de HEER niet langer naar je toegewend is, dat Hij je niet meer ziet staan, dat het oogcontact verbroken is. Waar zien we de realiteit van zegenen en vervloeken nu in ons dagelijkse leven terug? Ik zou het kunnen hebben over de invloed van occultisme, van waarzeggerij, van het je blootstellen aan tovenarij en toekomstvoorspellingen. Het bestáát dat er vanuit de wereld van de duisternis vloeken over je worden uitgesproken. Maar ik wil nu toch nog wat dichterbij huis blijven. Want weet u wat we ook kunnen verbinden met vervloeken? Dat er negatieve woorden worden gesproken die de ander ontmoedigen, die de ander in zijn schulp doet kruipen, die de ander negatief leert denken over zichzelf. Alle woorden die als gevolg hebben dat we de energie, de vreugde, uit ons weg voelen stromen hebben te maken met de realiteit van de vloek. Ik begrijp best dat dat een wat groot woord is. Maar laten we de moed hebben om daar toch eens zo naar te kijken. We moeten ons ervan bewust zijn dat uitingen van liefdeloze kritiek, van bitterheid, van kwaadsprekerij, van roddel en afwijzing een vervloekende werking hebben: ze halen ons uit de tegenwoordigheid van de HEER. Elk woord dat ons méér met de HEER verbindt is een zegen en brengt ons in het licht. Elk woord dat ons uit zijn genadige en aanvaardende tegenwoordigheid haalt is een vloek en brengt ons in de duisternis van negativiteit. En dat is allemaal niet onbekend terrein. In het Nieuwe Testament zegt Jakobus er dit over (Jakobus 3:9-10): Met onze tong zegenen we onze Heer en Vader, en we vervloeken er mensen mee die God heeft geschapen als zijn evenbeeld. Uit dezelfde mond klinkt zegen en vervloeking. Dat kan toch niet goed zijn, broeders en zusters? Het principe van de vloek gaat dus verder dan we misschien geneigd zijn te denken. Ik denk dat veel van ons vaak gebukt gaan onder vervloekingen, onder uitspraken en woorden die gedaan zijn en die ons gekwetst hebben, die ons onzeker hebben gemaakt, die onze identiteit hebben aangetast en ons hebben 6

weggehaald uit de genadige tegenwoordigheid van de Heer. Uitspraken en woorden die ertoe geleid hebben dat we onszelf moeilijk kunnen aanvaarden en dat we negatief denken over wie we zijn. Dan is wél gebeurd wat Bileam niet lukte, omdat God had gezegd: Vervloek dat volk niet want het is gezegend. Als we in ons leven te maken hebben met vervloekingen waaronder we gebukt gaan dan kunnen we deze drie dingen leren te doen (en daarmee rond ik de preek af): 1. Geloof wat de HEER zegt: Vervloek mijn kinderen niet, want ze zijn gezegend!. Dat is de waarheid! De vloek heeft te maken met de leugen van de satan. Dit is in Christus de waarheid, dit is wat God wil, niet dat we vervloekt worden, maar dat we staan in zijn zegen! 2. Belijd dat alle vloek op Jezus is terecht gekomen. In Christus kan geen enkele vervloeking meer vat op ons krijgen. In Galaten 3:13 staat: Maar Christus Jezus heeft ons vrijgekocht van de vloek door voor ons te worden vervloekt. Door zijn dood aan het kruis heeft Jezus elke vloek van ons afgenomen en op zich genomen en voor ons gedragen. We hoeven niet gebukt te gaan onder vervloekingen omdat Jezus dat al heeft gedaan! 3. Ban de vloek, de negatieve woorden die over ons zijn uitgesproken geen ruimte geven, maar ze uitbannen, weg uit onze gedachten en gevoelens. Dat kunnen we door heel bewust te gaan staan in Gods liefdevolle en genadige tegenwoordigheid, door ons te laten zegenen, door de vervloeking te veranderen in een zegening, door ons door de Geest van Christus uit de duisternis te laten leiden in het licht van Gods stralende gelaat. Zie Hem naar je kijken, met stralende ogen van vreugde. Hij heeft je lief! Hij zegent je! Wie door de HEER gezegend is kán niet vervloekt worden! Laten we bidden... Heer in de hemel, wat machtig is het dat U zegent! Dat U het niet kan hebben dat uw volk vervloekt wordt. Leer ons geloven dat we door het geloof in Jezus gezegende mensen zijn. Bewaar ons voor vervloekingen die uitgesproken worden, soms in de sfeer van het occulte, van de macht van de duisternis, vaak ook in negatieve, bittere woorden vol afwijzing die ons weghalen uit uw liefdevolle tegenwoordigheid.. Breng ons dan weer terug, HEER. Laat ons uw zegen ervaren zodat we een zegen kunnen zijn! In de kostbare en wonderbare naam van Jezus. Amen. Liturgische handreiking Liedboek Gezang 234 Het evangelie van Gods wet: Matteüs 22:37-40 en 1 Johannes 4:7-13 Psalm 63:2 Gebed Schriftlezing: Numeri 22:2-20 en 23:1-12 Kerkboek Gezang 103: 4,5,8,9 7

Preek over Numeri 22:12b Geen vloek maar zegen Gebed Psalm 115:1,5,6 Voorbeden Collecte Kerkboek Gezang 118 8