Afvalstoffenverordening van de gemeente Heusden

Vergelijkbare documenten
Gemeente Langedijk. gelezen het voorstel van burgemeester en wethouder van 29 december 2009, nummer 14;

bepalingen van de Wet milieubeheer (artikel 10.23, eerste lid), de Gemeentewet en de Algemene wet bestuursrecht

CVDR. Nr. CVDR28712_1. Afvalstoffenverordening 2010 (7.21)

Afvalstoffenverordening

St. Annaparochie, 26 november No

HOOFDSTUK 1: DE AFVALSTOFFENVERORDENING

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders; B E S L U I T : AFVALSTOFFENVERORDENING 2008 VAN DE GEMEENTE MENTERWOLDE.

Afvalstoffenverordening 2011 van de gemeente Beesel

Afvalstoffenverordening gemeente Heusden

Par. 1 Algemene bepalingen

AFVALSTOFFENVERORDENING VAN DE GEMEENTE LEEUWARDERADEEL 2010

Verordening Afvalstoffen 2010

Afvalstoffenverordening gemeente Heerlen 2008

Dit gemeenteblad bevat de integrale tekst van de afvalstoffenverordening, zoals deze luidt na het raaadsbesluit van 30 november 2005.

*ZD8B66F6A78* Raadsbesluit Zaaknummer : De raad van de gemeente Giessenlanden; Gelezen het raadsvoorstel van 16 augustus 2011

Afvalstoffenverordening Lelystad 2010

AFVALSTOFFENVERORDENING GEMEENTE KAPELLE 2012

AFVALSTOFFENVERORDENING. Gemeente Oirschot

Afvalstoffenverordening van de gemeente Montferland 2007

Afvalstoffenverordening gemeente Edam-Volendam

1 ALGEMENE BEPALINGEN

Afvalstoffenverordening Gemeente Drimmelen 2004

AFDELING 2. BODEM- WEG- EN MILIEUVERONTREINIGING

1. ALGEMENE BEPALINGEN

Afvalstoffenverordening Valkenburg aan de Geul 2010, inclusief Tweede Wijziging

PARAGRAAF 2. INZAMELING VAN HUISHOUDELIJKE AFVALSTOFFEN

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 26 oktober 2010; Artikel 1

1 Algemene bepalingen

Afvalstoffenverordening

Afvalstoffenverordening Avri 2016

CVDR. Nr. CVDR378223_1. Afvalstoffenverordening gemeente Eersel 2010

Jaar: 2011 Nummer: 41 Besluit: Gemeenteraad 26 april 2011 Gemeenteblad AFVALSTOFFENVERORDENING HELMOND 2011

Afvalstoffenverordening van de gemeente Nieuwkoop

Afvalstoffenverordening Gemeente Woensdrecht 2013 Inhoudsopgave

wet: Wet milieubeheer; van 1 maart 1993 (Staatsblad 1993, 59) en sedertdien gewijzigd.

Begripsomschrijvingen

Afvalstoffenverordening 2016

Afvalstoffenverordening gemeente Heemskerk 2010

Het Algemeen Bestuur van het openbaar lichaam Milieudienst Kop van Noord-Holland;

Afvalstoffenverordening van de gemeente Doesburg

AFVALSTOFFENVERORDENING DANTUMADIEL 2012

Afvalstoffenverordening Assen 2010

Afvalstoffenverordening 2015 gemeente Cranendonck

AFVALSTOFFENVERORDENING 2009

Afvalstoffenverordening gemeente Leeuwarden 2014

1 ALGEMENE BEPALINGEN

De Raad van de gemeente Stein, Gezien het voorstel van het College van Burgemeester en Wethouders van 27 oktober 2015, b e s l u i t :

AFVALSTOFFENVERORDENING GEMEENTE VAALS 2007

Afvalstoffenverordening Avri 2018

Voorstel De Afvalstoffenverordening 2012 vaststellen onder gelijktijdige intrekking van de geldende verordening. Een concept besluit is bijgevoegd.

Afvalstoffenverordening 2015 gemeente Waalwijk

AFVALSTOFFENVERORDENING DINKELLAND 2016

AFVALSTOFFENVERORDENING 2013 VAN DE GEMEENTE DONGERADEEL

Paragraaf 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsomschrijvingen

GEMEENTEBLAD. Nr Afvalstoffenverordening 2016

Afvalstoffenverordening 2017

Afvalstoffenverordening Gemeente Etten-Leur 2016

Afvalstoffenverordening 2017 gemeente Aalten

GEMEENTEBLAD. Nr Afvalstoffenverordening

AFVALSTOFFENVERORDENING VAN DE GEMEENTE DALFSEN 2009 (versie geldig vanaf..)

Afvalstoffenverordening Eemnes 2017

Afvalstoffenverordening gemeente Reusel-De Mierden 2015

CVDR. Nr. CVDR381042_1

Behoort bij raadsvoorstel , titel: Afvalstoffenverordening Utrechtse Heuvelrug 2016.

GEMEENTEBLAD. Nr Afvalstoffenverordening Breda 2016

1. In te trekken de Afvalstoffenverordening 2016 Dronten 2. Vast te stellen de volgende verordening: Afvalstoffenverordening 2019 Dronten

Ter aanvulling op de toelichting van de VNG merken wij ten aanzien van de artikelen 10 en 14 van de ontwerp-verordening nog het navolgende op.

De Afvalstoffenverordening Woudenberg 2017:

gezien het verslag van de inspraakprocedure; besluit vast te stellen de volgende verordening: Afvalstoffenverordening Krimpen aan den IJssel.

Afvalstoffenverordening van de gemeente Renkum 2016

Afvalstoffenverordening gemeente Beesel 2018

Ontwerp Afvalstoffenverordening september 2015

RAADSBESLUIT 16R şemeente WOERDEN. besluit:

AFVALSTOFFENVERORDENING Gemeente Hengelo (O) 2008

1 Algemeen. 2 Huishoudelijke afvalstoffen

De bijgevoegde afvalstoffenverordening van de gemeente Winsum 2012 vast te stellen.

Ontwerp Afvalstoffenverordening gemeente Hengelo Vrijgegeven voor inspraak

Afvalstoffenverordening gemeente Borsele 2012

Afvalstoffenverordening gemeente Heemskerk 2015

Afvalstoffenverordening Zoetermeer 2019

Gemeente Delft 13 DEC Raadsvoorstel. Aan de gemeenteraad. Van Datum Pfh. Steller tel.nr. Programma Registratie nr. BBV-nr.

Afvalstoffenverordening

TOELICHTING VOOR DE WEBSITE OP DE AFVALSTOFFENVERORDENING NIEUWEGEIN 2010

Afvalstoffenverordening van de gemeente Haaren

Verordening, regelende het zich ontdoen van:huishoudelijke en andere categorieën van afvalstoffen, de al dan niet afzonderlijke inzameling van

Artikel 3 Indiening aanvraag De tekst van dit artikel sluit aan bij artikel 5 leden 1en 2 van de APVG-1994.

Te besluiten om: Ons college werkt de nieuwe Afvalstoffenverordening verder uit in een Uitvoeringsregeling afvalstoffenverordening.

Afvalstoffenverordening Casenummer: 18.B Pagina 1 van 8

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Vaals houdende regels omtrent afvalstoffen Afvalstoffenverordening gemeente Vaals 2007

AFVALSTOFFENVERORDENING GEMEENTE DALFSEN 2013

: ltî\o : Groen, water en milieu : Afvalstoffenverordening

VERORDENING REGELENDE HET ZICH ONTDOEN VAN HUISHOUDELIJKE EN ANDERE CATEGORIEEN VAN AFVALSTOFFEN.

AFVALSTOFFENVERORDENING INHOUDSOPGAVE. Algemene toelichting

Aanvragen en verleende omgevingsvergunningen

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 14 januari 2005, nr.: ; nr.

Afvalstoffenverordening 2013 gemeente Beuningen

Advies raadscommissie Raadscommissie WO adviseert unaniem het voorstel als hamerstuk te beschouwen. Aan de raad. Status: ter besluitvorming

ONTWERP AFVALSTOFFENVERORDENING GEMEENTE ENSCHEDE 2015

Afvalstoffenverordening 2017 gemeente Midden-Drenthe

Afvalstoffenverordening van de gemeente Boxtel

Transcriptie:

Raad Onderwerp: Afvalstoffenverordening van de gemeente Heusden Samenvatting: Inleiding: Op grond van artikel 10.23 Wet milieubeheer zijn gemeenten verplicht een afvalstoffenverordening vast te stellen in het belang van de bescherming van het milieu. De gemeente Heusden voldoet aan deze verplichting, doordat in de geldende Algemene Plaatselijke Verordening (APV) een hoofdstuk Afvalstoffen is opgenomen. Gelet op wijzigingen in wetgeving en jurisprudentie en de invoering van diftar is het noodzakelijk om het hoofdstuk Afvalstoffen aan te passen. Voorgesteld wordt om de noodzakelijke aanpassing van de gemeentelijke afvalstoffenbepalingen aan te pakken om een afzonderlijke Afvalstoffenverordening gemeente Heusden vast te stellen. Deze is geënt op een model-afvalstoffenverordening van de VNG. Afweging: In het raadsvoorstel zijn de belangrijkste inhoudelijke wijzigingen ten opzichte van de huidige APV-bepalingen op een rij gezet. Deze staan daarin genoemd met een korte toelichting. De technische wijzigingen of vernummeringen zijn verder niet toegelicht. Advies: 1. de raad voor te stellen: a. de bijgevoegde ontwerp-afvalstoffenverordening gemeente Heusden vast te stellen; b. omtrent artikel 10 van de ontwerp-afvalstoffenverordening inspraak te verlenen aan ingezetenen en aan in de gemeente een belang hebbende natuurlijke en rechtspersonen conform de uitgebreide openbare voorbereidingsprocedure van de Algemene wet bestuursrecht 2. nadat de raad besloten heeft tot vaststelling van de ontwerp-afvalstoffenverordening, de inspectie VROM te informeren over de inhoud van artikel 10 van de ontwerp-verordening. 1/1

Raad Onderwerp: Afvalstoffenverordening van de gemeente Heusden Collegevoorstel Inleiding: Op grond van artikel 10.23 Wet milieubeheer zijn gemeenten verplicht een afvalstoffenverordening vast te stellen in het belang van de bescherming van het milieu. De gemeente Heusden voldoet aan deze verplichting, doordat in de geldende Algemene Plaatselijke Verordening (APV) een hoofdstuk Afvalstoffen is opgenomen. Gelet op wijzigingen in wetgeving en jurisprudentie en de invoering van diftar is het noodzakelijk om het hoofdstuk Afvalstoffen aan te passen. Sinds een wijziging van de Wet milieubeheer, die op 8 mei 2002 in werking is getreden, heeft de VNG er voor gekozen om het hoofdstuk Afvalstoffen uit de model-apv te halen en een separate model-afvalstoffenverordening op te stellen. Ik stel voor om de noodzakelijke aanpassing van de gemeentelijke afvalstoffenbepalingen aan te pakken om een afzonderlijke Afvalstoffenverordening gemeente Heusden vast te stellen. Feitelijke informatie: Bij dit voorstel treft u het ontwerp van Afvalstoffenverordening gemeente Heusden aan. Dit model is geënt op het laatste VNG-model. De invoering van diftar heeft vrijwel geen consequenties voor de inhoud van de afvalstoffenbepalingen. De invoering heeft meer invloed op de inhoud van uitvoeringsbesluiten. Voor een nadere toelichting, zie hierna onder procedure. Wel zal in de verordening bijvoorbeeld de definitie van inzamelmiddel moeten worden aangepast. De mogelijke frequentie van inzameling van tenminste éénmaal per 14 dagen, zoals bepaald in artikel 10, is ook al opgenomen in de huidige APV-bepaling 4.2.2.4. De mogelijkheid van inzameling nabij percelen is in de APV overigens nog niet opgenomen. Voor een nadere toelichting, zie het raadsvoorstel onder afwegingen, punt IV. Afweging: In het raadsvoorstel heb ik de belangrijkste inhoudelijke wijzigingen ten opzichte van de huidige APV-bepalingen op een rij gezet. Deze staan daarin genoemd met een korte toelichting. De technische wijzigingen of vernummeringen zijn verder niet toegelicht. Inzet van middelen: Er zijn geen financiële en/of personele consequenties verbonden aan dit voorstel. Procedure: Inspraak In artikel 10 van de bijgevoegde ontwerp-afvalstoffenverordening wordt van de mogelijkheid gebruik gemaakt om af te wijken van de inzamelfrequentie van éénmaal per week voor huishoudelijk restafval en gft-afval. Tevens wordt in de ontwerp-verordening bepaald dat ook inzameling nabij percelen mogelijk is. 1/3

Raad Onderwerp: Afvalstoffenverordening van de gemeente Heusden Consequentie van deze keuzes is dat volgens het tweede lid van artikel 10.26 Wet milieubeheer inspraak moet worden verleend over de inhoud van deze bepaling aan ingezetenen en aan in de gemeente een belang hebbende natuurlijke en rechtspersonen. Dit is bevestigd door de inspectie VROM. Dit is ook de reden dat wij u nu voorstellen eerst aan de raad een ontwerpafvalstoffenverordening ter vaststelling voor te leggen. Volgens de voorgeschreven procedure dient vervolgens inspraak te worden verleend over de inhoud van artikel 10 van de ontwerp-verordening. Krachtens de inspraakverordening van de gemeente Heusden is de uitgebreide openbare voorbereidingsprocedure voorgeschreven. Gedurende 6 weken ligt het ontwerp-besluit ter inzage. Binnen deze termijn kunnen ingezetenen en in de gemeente een belang hebbende natuurlijke en rechtspersonen hun zienswijze over het ontwerp-artikel 10 naar voren brengen. Vervolgens is een raadsbesluit tot vaststelling van de definitieve afvalstoffenverordening nodig. In dat besluit moet worden ingegaan op eventueel ingediende zienswijzen. Na het vaststellen van de ontwerp-afvalstoffenbepaling, bent u als college overeenkomstig artikel 10.26 Wet milieubeheer verplicht de inspecteur te informeren over de inhoud van artikel 10. Uitvoeringsbesluiten Op grond van de in de ontwerp-afvalstoffenverordening opgenomen overgangsbepaling (artikel 36) blijven de huidige uitvoeringsbesluiten, die gebaseerd zijn op het afvalstoffenhoofdstuk uit de APV, van kracht. Hiermee wordt voorkomen dat na inwerkingtreding van de nieuwe afvalstoffenverordening, een vacüum ontstaat. Wel is een apart uitvoeringsbesluit, gebaseerd op artikel 7 van de verordening nodig. Deze heeft betrekking op het aanwijzen van de inzameldienst. Ook zullen bijvoorbeeld middels een apart uitvoeringsbesluit de gebruikers van percelen nader worden gespecificeerd. Deze uitvoeringsbesluiten zullen ná vaststelling van de definitieve afvalstoffenverordening worden genomen. Aanpassing APV Pas bij het voorstel over de definitieve vaststelling van de Afvalstoffenverordening gemeente Heusden zullen wij u adviseren aan de raad voor te stellen de APV te wijzigen. Het hoofdstuk afvalstoffen zal immers moeten worden ingetrokken, op het moment dat er een aparte afvalstoffenverordening wordt vastgesteld. De intrekking of wijziging van de APVbepalingen kan pas bij de inwerkingtreding van de afvalstoffenverordening, eveneens om te voorkomen dat er tussen de ontwerp-verordening en de inwerkingtreding van de afvalstoffenverordening een vacüum ontstaat. Advies: Wij stellen u voor bijgaand besluit vast te stellen. 2/3

Raad Onderwerp: Afvalstoffenverordening van de gemeente Heusden BESLUIT Het college van Heusden heeft in de vergadering van 23 oktober 2007; gelet op: artikel 10.23 Wet milieubeheer; besloten: 1. de raad voor te stellen: a. de bijgevoegde ontwerp-afvalstoffenverordening gemeente Heusden vast te stellen; b. omtrent artikel 10 van de ontwerp-afvalstoffenverordening inspraak te verlenen aan ingezetenen en aan in de gemeente een belang hebbende natuurlijke en rechtspersonen conform de uitgebreide openbare voorbereidingsprocedure van de Algemene wet bestuursrecht 2. nadat de raad besloten heeft tot vaststelling van de ontwerp-afvalstoffenverordening, de inspectie VROM te informeren over de inhoud van artikel 10 van de ontwerp-verordening. namens het college van Heusden, de secretaris, mr. J.T.A.J. van der Ven 3/3

Raad Onderwerp: Afvalstoffenverordening van de gemeente Heusden Raadsvoorstel Inleiding: Op grond van artikel 10.23 Wet milieubeheer zijn gemeenten verplicht een afvalstoffenverordening vast te stellen in het belang van de bescherming van het milieu. De gemeente Heusden voldoet aan deze verplichting, doordat in de geldende Algemene Plaatselijke Verordening (APV) een hoofdstuk Afvalstoffen is opgenomen. Gelet op wijzigingen in wetgeving en jurisprudentie en de invoering van diftar is het noodzakelijk om het hoofdstuk Afvalstoffen aan te passen. Sinds een wijziging van de Wet milieubeheer, die op 8 mei 2002 in werking is getreden, heeft de VNG er voor gekozen om het hoofdstuk Afvalstoffen uit de model-apv te halen en een separate model-afvalstoffenverordening op te stellen. Wij stellen voor om de noodzakelijke aanpassing van de gemeentelijke afvalstoffenbepalingen aan te pakken om een afzonderlijke Afvalstoffenverordening gemeente Heusden vast te stellen. Feitelijke informatie: Bij dit voorstel treft u het ontwerp van een door ons voorgestane Afvalstoffenverordening gemeente Heusden aan. Dit model is geënt op het laatste VNG-model. De invoering van diftar heeft vrijwel geen consequenties voor de inhoud van de afvalstoffenbepalingen. De invoering heeft meer invloed op de inhoud van uitvoeringsbesluiten. Voor een nadere toelichting, zie hierna onder procedure. Wel zal in de verordening bijvoorbeeld de definitie van inzamelmiddel moeten worden aangepast. De mogelijke frequentie van inzameling van tenminste éénmaal per 14 dagen, zoals bepaald in artikel 10, is ook al opgenomen in de huidige APV-bepaling 4.2.2.4. De mogelijkheid van inzameling nabij percelen is in de APV overigens nog niet opgenomen. Voor een nadere toelichting, zie hierna onder afwegingen, punt IV. Afweging: Voor uw informatie hebben we de belangrijkste inhoudelijke wijzigingen ten opzichte van de huidige APV-bepalingen op een rij gezet. Deze staan hieronder genoemd met een korte toelichting. De technische wijzigingen of vernummeringen zijn verder niet toegelicht. I. Artikel 1, onder d: minicontainer met chip Vanwege de invoering van diftar is in de definitie van inzamelmiddel in artikel 1, onder d, bepaald dat de minicontainers zijn voorzien van een chip. 1/3

Raad Onderwerp: Afvalstoffenverordening van de gemeente Heusden II. Artikel 2: verdagingstermijn Het eerste hoofdstuk van het ontwerp bevat algemene bepalingen. Deze sluiten aan bij de algemene bepalingen uit hoofdstuk 1 van de APV. Bij de keuze in artikel 2 voor een maximale verdagingstermijn voor het nemen van een besluit is aansluiting gezocht bij de termijn van de reguliere procedure voor de omgevingsvergunning. Deze termijn wijkt af van die van de model-afvalstoffenverordening. III. Artikel 7: aanwijzen inzameldienst Vanwege een wijziging van artikel 10.24, eerste lid, onder a Wet milieubeheer kan de inzameldienst voortaan bij uitvoeringsbesluit worden aangewezen in plaats van bij verordening. Op grond van de huidige APV-bepaling (sinds de 8 e wijziging) is als inzameldienst Afvalstoffendienst s-hertogenbosch aangewezen. Dit blijft zo, maar voorgesteld wordt dat dit, na vaststelling van de afvalstoffenverordening, bepaald wordt via een uitvoeringsbesluit, gebaseerd op de afvalstoffenverordening. IV. Artikel 10: inzamelfrequentie en inzamelen nabij perceel Op grond van artikel 10.26, eerste lid, Wet milieubeheer kan de raad - in het belang van een doelmatig beheer van huishoudelijke afvalstoffen - afwijken van artikel 10.21 Wet milieubeheer. Het gaat om de volgende afwijkingen: - inzamelen nabij elk perceel in plaats van bij elk perceel; - inzamelen met een bij de verordening aangewezen regelmaat, die afwijkt van de inzamelfrequentie van éénmaal per week inzamelen van huishoudelijk restafval en gft-afval. In de bijgevoegde ontwerp-afvalstoffenverordening wordt van deze mogelijkheden gebruik gemaakt. In artikel 10 van de verordening is bepaald dat in het geval van inzameling via minicontainers tenminste éénmaal per 14 dagen wordt ingezameld, zowel wat betreft het huishoudelijk restafval als het gft-afval. Bovendien is de mogelijkheid opgenomen dat nabij percelen wordt ingezameld. De motivering voor het afwijken van het bepaalde in de Wet milieubeheer is te vinden in een doelmatig beheer van huishoudelijke afvalstoffen. Inzameling nabij percelen in plaats van bij percelen vindt in feite al enige jaren plaats in situaties waar dit een duidelijke efficiëntie in de inzameling oplevert. Het gaat hierbij dan bijvoorbeeld om situaties waarin minicontainers geclusterd worden aangeboden of situaties waarin afval wordt aangeboden in centraal gesitueerde verzamelcontainers. De motivering voor het tenminste éénmaal per 14 dagen inzamelen van afvalstoffen is te vinden in het raadsbesluit van 4 oktober 2005, waarin wordt ingestemd met de invoering van diftar op basis van volume/frequentie. Daarbij wordt als uitgangspunt gehanteerd dat voor de inzameling gebruik wordt gemaakt van minicontainers die alternerend (éénmaal per 14 dagen) worden ingezameld. V. Artikel 13, lid 3: verbod voor personen buiten gemeente Heusden In artikel 13 is in het derde lid een verbod toegevoegd voor personen, die geen vaste woonof verblijfplaats binnen de gemeente Heusden hebben, om huishoudelijke afvalstoffen in de gemeente achter te laten of ter inzameling aan te bieden. 2/3

Raad Onderwerp: Afvalstoffenverordening van de gemeente Heusden VI. Artikel 15, lid 8: verbod voor anderen dan de gebruiker van een perceel In artikel 15, lid 8, is bepaald dat het voor anderen dan de gebruiker van een perceel verboden is om gebruik te maken van een voor dat perceel aangewezen of ter beschikking gesteld inzamelmiddel. VII. In artikel 31 is een verbod toegevoegd om afvalstoffen in de openlucht op te slaan of opgeslagen te hebben. VIII. Artikel 32 is nieuw en betreft een verbod om zicht te ontdoen van een autowrak, afkomstig van een huishouden. Inzet van middelen: Er zijn geen financiële en/of personele consequenties verbonden aan dit voorstel. Procedure: Inspraak Zoals hiervoor, onder afwegingen, punt IV, al is aangegeven wordt in artikel 10 van de bijgevoegde ontwerp-afvalstoffenverordening van de mogelijkheid gebruik gemaakt om af te wijken van de inzamelfrequentie van éénmaal per week voor huishoudelijk restafval en gftafval. Tevens wordt in de ontwerp-verordening bepaald dat ook inzameling nabij percelen mogelijk is. Consequentie van deze keuzes is dat volgens het tweede lid van artikel 10.26 Wet milieubeheer inspraak moet worden verleend over de inhoud van deze bepaling aan ingezetenen en aan in de gemeente een belang hebbende natuurlijke en rechtspersonen. Dit is ook de reden dat wij u nu voorstellen eerst te besluiten tot het vaststellen van een ontwerp-afvalstoffenverordening. Volgens de voorgeschreven procedure dient vervolgens inspraak te worden verleend over de inhoud van artikel 10 van de ontwerp-verordening. Krachtens de inspraakverordening van de gemeente Heusden is de uitgebreide openbare voorbereidingsprocedure voorgeschreven. Gedurende 6 weken ligt het ontwerp-besluit ter inzage. Binnen deze termijn kunnen ingezetenen en in de gemeente een belang hebbende natuurlijke en rechtspersonen hun zienswijze over het ontwerp-artikel 10 naar voren brengen. Vervolgens zullen wij u de definitieve afvalstoffenverordening ter vaststelling voorleggen, waarbij tevens wordt ingegaan op eventueel ingediende zienswijzen. Daarnaast zullen wij als college, na het vaststellen van de ontwerp-afvalstoffenverordening, overeenkomstig artikel 10.26 Wet milieubeheer de inspecteur informeren over de inhoud van artikel 10. 3/3

Raad Onderwerp: Afvalstoffenverordening van de gemeente Heusden Uitvoeringsbesluiten Op grond van de in de ontwerp-afvalstoffenverordening opgenomen overgangsbepaling (artikel 36) blijven de huidige uitvoeringsbesluiten, die gebaseerd zijn op het afvalstoffenhoofdstuk uit de APV, van kracht. Hiermee wordt voorkomen dat na inwerkingtreding van de nieuwe afvalstoffenverordening, een vacüum ontstaat. Wel is een apart uitvoeringsbesluit, gebaseerd op artikel 7 van de verordening nodig. Deze heeft betrekking op het aanwijzen van de inzameldienst. Ook zullen bijvoorbeeld middels een apart uitvoeringsbesluit de gebruikers van percelen nader worden gespecificeerd. Deze uitvoeringsbesluiten zullen ná vaststelling van de definitieve afvalstoffenverordening worden genomen. Aanpassing APV Pas bij het voorstel over de definitieve vaststelling van de Afvalstoffenverordening gemeente Heusden zullen wij u voorstellen de APV te wijzigen. Het hoofdstuk afvalstoffen zal immers moeten worden ingetrokken op het moment dat er een aparte afvalstoffenverordening wordt vastgesteld. De intrekking of wijziging van de APV-bepalingen kan pas gebeuren bij de inwerkingtreding van de afvalstoffenverordening, eveneens om te voorkomen dat er tussen de ontwerp-verordening en de inwerkingtreding van de afvalstoffenverordening een vacüum ontstaat. Relatie met afvalstoffenheffing De tarieven inzake de inzameling van afvalstoffen zijn opgenomen in de tarieventabel behorende bij de Verordening afvalstoffenheffing 2008, welke separaat aan u is aangeboden. De in de Verordening afvalstoffenheffing 2008 opgenomen tarieven gelden per 1 januari 2008. Advies: Wij stellen u voor bijgaand besluit vast te stellen. Het college van Heusden, de secretaris, mr. J.T.A.J. van der Ven de burgemeester, drs. H.P.T.M. Willems BIJLAGEN: besluit TER INZAGE: De stukken liggen ter inzage in de leeskamer, locatie Vlijmen. 4/4

Raad Onderwerp: Afvalstoffenverordening van de gemeente Heusden BESLUIT De gemeenteraad van Heusden in zijn openbare vergadering van 18 december 2007; gezien het voorstel van het college van 23 oktober 2007,doc.nr. ; gelet op Artikel 10.23 Wet milieubeheer; overwegende dat het Gelet op wijzigingen in wetgeving en jurisprudentie en de invoering van diftar noodzakelijk is om de gemeentelijke afvalstoffenbepalingen, gebaseerd op de Wet milieubeheer, aan te passen. Gelet op de wens om dit moment aan te grijpen om een afzonderlijke Afvalstoffenverordening gemeente Heusden vast te stellen; b e s l u i t : 1. een ontwerp-afvalstoffenverordening gemeente Heusden vast te stellen, overeenkomstig het bijgevoegde concept-besluit; 2. inspraak te verlenen conform de uitgebreide openbare voorbereidingsprocedure van de Algemene wet bestuursrecht aan ingezetenen en in de gemeente een belang hebbende natuurlijke en rechtspersonen met betrekking tot artikel 10 van de ontwerpafvalstoffenverordening. de griffier, de voorzitter, A.J. Emmen drs. H.P.T.M. Willems 5/5

Afvalstoffenverordening gemeente Heusden Paragraaf 1 Artikel 1 Algemene bepalingen Begripsomschrijvingen In deze verordening wordt verstaan dan wel mede verstaan: a. wet: Wet milieubeheer; b. inzamelen: de activiteiten gericht op het ophalen of innemen van afvalstoffen die binnen de gemeente ter inzameling worden aangeboden en het feitelijk ophalen en innemen daarvan; c. ter inzameling aanbieden: de wijze van overdragen van afvalstoffen aan een inzamelende persoon of instantie, inclusief het achterlaten van afvalstoffen in daartoe door of vanwege de inzamelende persoon of instantie geplaatste inzamelmiddelen of -voorzieningen of op een daartoe aangewezen plaats. d. inzamelmiddel: een voor de inzameling van afvalstoffen bestemd hulp- en/of bewaarmiddel, bijvoorbeeld een huisvuilzak, afvalemmer, minicontainer, voorzien van een chip, of kca-box, ten behoeve van één huishouden; e. inzamelvoorziening: een voor de inzameling van afvalstoffen bestemd(e) bewaarmiddel of -plaats, bijvoorbeeld een verzamelcontainer, wijkcontainer of brengdepot, ten behoeve van meerdere huishoudens; f. inzameldienst: de krachtens artikel 7, eerste lid, aangewezen inzameldienst, belast met de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen; g. andere inzamelaars: de krachtens artikel 7, tweede lid, aangewezen personen en instanties, belast met het afzonderlijk inzamelen van categorieën huishoudelijke afvalstoffen; h. inzamelvergunning: de vergunning zoals bedoeld in artikel 11; i. gebruiker van een perceel: degene die in de gemeente feitelijk gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge artikel 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt; j. straatafval: huishoudelijke afvalstoffen van zeer beperkte omvang en gewicht, zoals proppen, papier, sigarettenpeuken, kauwgom, plastic bekertjes en blikjes, verpakkingsmateriaal, etenswaren, niet zijnde klein chemisch afval (kca), ontstaan buiten een perceel; k. wegen: alle voor het openbaar verkeer openstaande wegen of paden met inbegrip van de daarin liggende bruggen en duikers en de tot die wegen behorende paden en bermen of zijkanten; l. motorrijtuigen: alle voertuigen, bestemd om anders dan langs spoorstaven te worden voortbewogen uitsluitend of mede door een mechanische kracht, op of aan het voertuig zelf aanwezig dan wel door elektrische tractie met stroomtoevoer van elders. m. grof huishoudelijk afval: huishoudelijke afvalstoffen, die te groot en te zwaar zijn

om op dezelfde wijze als de andere huishoudelijke afvalstoffen aan de inzameldienst te worden aangeboden. Artikel 2 Beslistermijn 1. Het college beslist op een aanvraag voor een vergunning of ontheffing binnen 8 weken na de dag waarop de aanvraag is ontvangen. 2. Het college kan zijn beslissing voor ten hoogste 6 weken verdagen. Artikel 3 Indiening aanvraag 1. Indien een aanvraag voor een vergunning of ontheffing wordt ingediend minder dan drie weken vóór het tijdstip waarop de aanvrager de vergunning of ontheffing nodig heeft, kan het college besluiten de aanvraag niet te behandelen. 2. Voor bepaalde, door het college aan te wijzen vergunningen of ontheffingen kan de in het eerste lid genoemde termijn worden verlengd tot ten hoogste acht weken. Artikel 4 Voorschriften en beperkingen 1. Aan een bij of krachtens deze verordening verleende vergunning of ontheffing kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden in het belang van het bescherming van het milieu. 2. De houder van een vergunning of ontheffing is verplicht de daaraan verbonden voorschriften en beperkingen na te komen. Artikel 5 Persoonlijk karakter van de vergunning of ontheffing De vergunning of ontheffing is persoonsgebonden, tenzij bij of krachtens de verordening anders is bepaald. Artikel 6 Intrekking of wijziging van de vergunning of ontheffing De vergunning of ontheffing kan worden ingetrokken of gewijzigd: a. indien ter verkrijging daarvan onjuiste dan wel onvolledige gegevens zijn verstrekt; b. indien op grond van verandering van de omstandigheden of inzichten, opgetreden na het verlenen van de vergunning of ontheffing, moet worden aangenomen dat intrekking of wijziging moet worden gevorderd in het belang van de bescherming van het milieu; c. indien de aan de vergunning of ontheffing verbonden voorschriften of beperkingen niet zijn of worden nagekomen;

d. indien van de vergunning of ontheffing geen gebruik wordt gemaakt binnen een daarin gestelde termijn dan wel, bij gebreke van een dergelijke termijn, binnen een redelijke termijn; e. indien de houder dit verzoekt. Paragraaf 2 Artikel 7 Inzameling van huishoudelijke afvalstoffen Aanwijzing inzameldienst en andere inzamelaars 1. Het college wijst de inzameldienst aan, die belast is met de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen. 2. Naast de in het eerste lid bedoelde inzameldienst kan het college andere inzamelaars aanwijzen die zijn belast met het ter uitvoering van de wet, de provinciale milieuverordening en deze verordening afzonderlijk inzamelen van categorieën huishoudelijke afvalstoffen. Artikel 8 Afzonderlijke inzameling 1. Door de inzameldienst of andere inzamelaars worden de volgende categorieën huishoudelijke afvalstoffen afzonderlijk ingezameld: a. groente-, fruit- en tuinafval b. klein chemisch afval; c. glas; d. oud papier en karton; e. textiel; f. (afgedankte) elektrische en elektronische apparatuur; g. bouw- en sloopafval; h. verduurzaamd hout; i. grof tuinafval; j. asbest en asbesthoudend afval; k. grof huishoudelijk afval; l. huishoudelijk restafval; 2. Het college kan een omschrijving vaststellen van de categorieën huishoudelijke afvalstoffen als bedoeld in het eerste lid. Artikel 9 Inzamelmiddelen en voorzieningen 1. De inzameling kan plaatsvinden via: a. een inzamelmiddel voor de gebruiker van een perceel; b. een inzamelvoorziening voor de gebruikers van een aantal percelen; c. een inzamelvoorziening op wijkniveau; d. een brengdepot op lokaal of regionaal niveau.

2. Het college kan aanwijzen via welk al dan niet van gemeentewege verstrekt inzamelmiddel of via welke inzamelvoorziening de inzameling van een bepaalde categorie huishoudelijke afvalstoffen ten behoeve van de gebruiker van een perceel plaatsvindt. Artikel 10 Frequentie van inzamelen 1. Huishoudelijk restafval in een inzamelmiddel voor de gebruiker van een perceel (minicontainer) wordt tenminste een maal per 14 dagen bij of nabij elk perceel ingezameld. 2. Groente-, fruit- en tuinafval in een inzamelmiddel voor de gebruiker van een perceel (minicontainer) wordt tenminste een maal per 14 dagen afzonderlijk bij of nabij elk perceel ingezameld. 3. Huishoudelijk restafval in bovengrondse verzamelcontainers wordt tenminste een maal per 14 dagen nabij elk perceel ingezameld en in ondergrondse verzamelcontainers tenminste eenmaal per 5 weken. 4. Groente-, fruit- en tuinafval in verzamelcontainers wordt tenminste een maal per 14 dagen nabij elk perceel ingezameld. 5. Het college kan de frequentie van inzameling vaststellen van de overige categorieën huishoudelijke afvalstoffen die afzonderlijk bij of nabij elk perceel worden ingezameld. Artikel 11 Inzamelverbod huishoudelijke afvalstoffen behoudens vergunning 1. Het is verboden zonder inzamelvergunning van het college huishoudelijke afvalstoffen in te zamelen. 2. De inzamelvergunning kan worden geweigerd in het belang van een doelmatig beheer van huishoudelijke afvalstoffen. 3. Het in het eerste lid gestelde verbod geldt niet voor de inzameldienst of andere inzamelaars. 4. Het verbod geldt niet voor personen of instanties die in het kader van producentenverantwoordelijkheid bij algemene maatregel van bestuur of ministeriële regeling een inzamelplicht hebben gekregen voor categorieën van huishoudelijke afvalstoffen. Paragraaf 3 Artikel 12 1. 2. Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan anderen Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling aan te bieden aan een ander dan de inzameldienst, andere inzamelaars en aan de houders van een inzamelvergunning. Het verbod geldt niet voor personen of instanties, die in het kader van producentenverantwoordelijkheid bij algemene maatregel van bestuur of ministeriële regeling een inzamelplicht hebben gekregen voor categorieën van huishoudelijke afvalstoffen.

Artikel 13 1. 2. 3. Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen door anderen dan de gebruikers van percelen Het is anderen dan gebruikers van percelen verboden om huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling aan te bieden aan de inzameldienst of andere inzamelaars. Het college kan besluiten dat het aan anderen dan gebruikers van percelen verboden is om huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling aan te bieden aan de houder van een inzamelvergunning. Het is aan personen, die geen woon- of verblijfplaats in de gemeente Heusden hebben, verboden huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling aan te bieden of achter te laten. Artikel 14 Afzonderlijk ter inzameling aanbieden 1. Het is verboden om de volgende categorieën huishoudelijke afvalstoffen anders dan afzonderlijk ter inzameling aan te bieden: a. groente-, fruit- en tuinafval b. klein chemisch afval; c. glas; d. oud papier en karton; e. textiel; f. (afgedankte) elektrische en elektronische apparatuur (voorheen wit- en bruingoed); g. bouw- en sloopafval; h. verduurzaamd hout; i. grof tuinafval; j. asbest en asbesthoudend afval; k. grof huishoudelijk afval; l. huishoudelijk restafval; 2. Het college kan de inzameldienst en andere inzamelaars aanwijzen aan wie de in het eerste lid aangewezen categorieën huishoudelijke afvalstoffen moeten worden aangeboden. 3. Het is verboden de aangewezen categorieën huishoudelijke afvalstoffen aan te bieden aan anderen dan de krachtens het tweede lid aangewezen inzameldienst en andere inzamelaars. 4. Het in het eerste lid gestelde verbod geldt niet voor door het college nader aan te wijzen situaties of categorieën van gebruikers.

Artikel 15 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelmiddel voor de gebruiker van een perceel 1. Het is voor de gebruiker van een perceel ten behoeve van wie krachtens artikel 9, tweede lid, voor een bepaalde categorie huishoudelijke afvalstoffen een inzamelmiddel is aangewezen of van gemeentewege is verstrekt, verboden de betreffende afvalstoffen anders aan te bieden dan via het daartoe aangewezen of verstrekte inzamelmiddel. 2. Het is voor de gebruiker van een perceel verboden andere categorieën huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelmiddel aan te bieden, dan de categorie waarvoor dit inzamelmiddel krachtens artikel 9, tweede lid, is bestemd. 3. Het college kan nadere regels stellen omtrent de plaatsen en wijzen waarop huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelmiddel ter inzameling moeten worden aangeboden. 4. Het college kan nadere regels stellen met betrekking tot het maximale gewicht van de afvalstoffen per inzamelmiddel en het maximale aantal inzamelmiddelen dat per keer kan worden aangeboden. 5. Indien van gemeentewege een inzamelmiddel aan de gebruiker van een perceel is verstrekt, kan het college nadere regels stellen omtrent de voorwaarden waaronder het inzamelmiddel is verstrekt, het gebruik en het reinigen daarvan. 6. Indien het inzamelmiddel niet van gemeentewege is verstrekt, kan het college eisen stellen aan het te gebruiken inzamelmiddel. 7. Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen op andere wijze ter inzameling aan te bieden dan krachtens dit artikel is bepaald. 8. Het is verboden voor anderen dan de gebruiker van een perceel aan wie krachtens artikel 9, tweede lid, een inzamelmiddel is verstrekt of aangewezen, hun afvalstoffen ter inzameling aan te bieden via dit inzamelmiddel. Artikel 16 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelvoorziening ten behoeve van een groep percelen 1. Het is de gebruiker van een perceel, voor wie krachtens artikel 9, tweede lid, mede ten behoeve van zijn perceel een inzamelvoorziening voor een bepaalde categorie huishoudelijke afvalstoffen is aangewezen, verboden de betreffende afvalstoffen anders aan te bieden dan via de betreffende inzamelvoorziening. 2. Het is verboden andere categorieën huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelvoorziening voor een aantal percelen aan te bieden, dan de categorie waarvoor deze inzamelvoorziening krachtens artikel 9, tweede lid, is bestemd. 3. Het college kan nadere regels stellen ten aanzien van de wijzen waarop huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelvoorziening ten behoeve van een groep percelen moeten worden aangeboden. 4. Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen op andere wijzen aan te bieden via een inzamelvoorziening ten behoeve van een groep percelen dan krachtens het derde lid is bepaald.

5. Het is verboden voor anderen dan de gebruikers van percelen voor wie krachtens artikel 9, tweede lid, een inzamelvoorziening is aangewezen, huishoudelijke afvalstoffen aan te bieden via deze inzamelvoorziening. Artikel 17 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via inzamelvoorzieningen op wijkniveau 1. Het is verboden andere categorieën huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelvoorziening op wijkniveau aan te bieden dan de categorie waarvoor de inzamelvoorziening krachtens artikel 9, tweede lid, is bestemd. 2. Het college kan nadere regels stellen omtrent de wijzen waarop huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling kunnen worden aangeboden via een inzamelvoorziening op wijkniveau. 3. Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen op andere wijzen via een inzamelvoorziening op wijkniveau ter inzameling aan te bieden dan krachtens het tweede lid is bepaald. 4. Het verbod in artikel 15, zevende lid en artikel 16, vierde lid, geldt niet voor het aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via inzamelvoorzieningen op wijkniveau overeenkomstig dit artikel. Artikel 18 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via een brengdepot op lokaal of regionaal niveau 1. Het is verboden andere categorieën huishoudelijke afvalstoffen via een brengdepot op lokaal of regionaal niveau aan te bieden dan de categorieën waarvoor het brengdepot krachtens artikel 9, tweede lid, is bestemd. 2. Het college kan nadere regels stellen omtrent de wijzen waarop huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling kunnen worden aangeboden bij het brengdepot op lokaal of regionaal niveau. 3. Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen op andere wijzen via een brengdepot op lokaal of regionaal niveau ter inzameling aan te bieden dan krachtens het tweede lid is bepaald. 4. Het verbod in artikel 15, zevende lid en artikel 16, vierde lid, geldt niet voor het aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via een brengdepot op lokaal of regionaal niveau overeenkomstig dit artikel. Artikel 19 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen zonder inzamelmiddel 1. Het college kan categorieën huishoudelijke afvalstoffen aanwijzen die zonder inzamelmiddel als bedoeld in artikel 9 van deze verordening ter inzameling kunnen worden aangeboden. 2. Het college kan nadere regels stellen over de wijzen waarop deze categorieën huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling moeten worden aangeboden.

3. Het college kan nadere regels stellen over het maximale gewicht, de afmetingen en het volume waarop deze categorieën huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling moeten worden aangeboden. 4. Het is verboden deze categorieën huishoudelijke afvalstoffen op andere wijzen ter inzameling aan te bieden dan overeenkomstig dit artikel is bepaald. Artikel 20 Dagen en tijden voor het ter inzameling aanbieden 1. Het college stelt de dagen en tijden vast, waarop huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling kunnen worden aangeboden. 2. Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen op andere dagen en tijden ter inzameling aan te bieden dan krachtens het eerste lid is bepaald. Artikel 21 Het in bijzondere gevallen ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen In afwijking van hetgeen in deze paragraaf is bepaald kan het college nadere regels stellen omtrent het in bijzondere gevallen ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan de inzameldienst of andere inzamelaars. Paragraaf 4 Artikel 22 Inzameling van bedrijfsafvalstoffen Inzameling bedrijfsafvalstoffen door de inzameldienst Het college kan categorieën bedrijfsafvalstoffen aanwijzen die door de inzameldienst worden ingezameld. Artikel 23 Ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan de inzameldienst 1. Het is verboden bedrijfsafvalstoffen aan te bieden aan de inzameldienst. 2. Het verbod geldt niet voor de krachtens artikel 22 aangewezen categorieën bedrijfsafvalstoffen, voorzover degene die gebruik maakt van de inzameling door de inzameldienst voldoet aan de daarmee ontstane belastingplicht op grond van de Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing. 3. Het college kan nadere regels stellen omtrent de dagen, tijden, wijzen en plaatsen, waarop de krachtens artikel 22 aangewezen bedrijfsafvalstoffen aan de inzameldienst ter inzameling kunnen worden aangeboden. 4. Het is verboden de krachtens artikel 22 aangewezen bedrijfsafvalstoffen ter inzameling aan te bieden in strijd met deze bepaling.

Artikel 24 Het ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan een ander dan de inzameldienst 1. Het college kan nadere regels stellen voor het ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan een ander dan de inzameldienst. 2. Het is verboden bedrijfsafvalstoffen ter inzameling aan te bieden in strijd met deze bedoelde nadere regels. Paragraaf 5 Zwerfafval Artikel 25 Voorkomen van diffuse milieuverontreiniging 1. Het is verboden buiten een daarvoor door het college bestemde plaats en buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer een afvalstof, stof of voorwerp op of in de bodem te brengen, te storten, te houden, achter te laten of anderszins te plaatsen op een wijze, die aanleiding kan geven tot hinder of nadelige beïnvloeding van het milieu. 2. Het college kan van het verbod ontheffing verlenen. 3. Het verbod is niet van toepassing: a. op het overeenkomstig deze verordening ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen of bedrijfsafvalstoffen; b. op het thuiscomposteren van groente-, fruit- en tuinafval; c. voor zover de (afval)stoffen of voorwerpen tijdelijk op de weg geraken of worden gebracht als onvermijdelijk gevolg van het laden, lossen of vervoeren van (afval)stoffen of voorwerpen dan wel van het verrichten van andere werkzaamheden op of aan de weg, mits hierbij het bepaalde in artikel 30, lid 2, in acht wordt genomen. 4. Het in het eerste lid gestelde verbod geldt niet voor zover de Wet bodembescherming of het Bouwstoffenbesluit voorziet in de beoogde bescherming van het milieu. Artikel 26 Achterlaten van straatafval 1. Het is verboden straatafval in de openbare in de openbare ruimte achter te laten zonder gebruik te maken van de van gemeentewege of anderszins geplaatste of voorgeschreven bakken, manden of soortgelijke voorwerpen. 2. Het is verboden om andere afvalstoffen dan straatafval achter te laten in de daartoe van gemeentewege of anderszins geplaatste of voorgeschreven bakken, manden of soortgelijke voorwerpen. Artikel 27 Voorkomen van zwerfafval bij ter inzameling gereed staande afvalstoffen 1. Het is verboden afvalstoffen of inzamelmiddelen, die ter inzameling gereed staan, te doorzoeken en te verspreiden.

2. Het is verboden tegen afvalstoffen of inzamelmiddelen, die ter inzameling gereed staan, te stoten, te schoppen of deze omver te werpen. Artikel 28 Afvalbakken in inrichtingen voor het gebruik van eet- en drinkwaren 1. De houder of beheerder van een inrichting, waar eet- en/of drinkwaren worden verkocht die ter plaatse kunnen worden genuttigd, is verplicht: a. een afvalbak, -mand, bak of soortgelijk voorwerp in of nabij de inrichting op een duidelijk zichtbare plaats aanwezig te hebben, waarin het publiek afval kan achterlaten; b. zorg te dragen dat deze afvalbak, -mand of soortgelijk voorwerp van een zodanige constructie is dat het afval daarin deugdelijk geborgen blijft en dat die afvalbak, -mand of dat voorwerp steeds tijdig wordt geledigd; c. zorg te dragen dat dagelijks, uiterlijk een uur na sluiting van de inrichting, doch in ieder geval terstond op eerste aanzegging van een ambtenaar, belast met het toezicht op de naleving van het bepaalde in dit artikel, in de nabijheid van de inrichting achtergebleven afval, voorzover kennelijk uit of van die inrichting afkomstig, wordt opgeruimd. 2. De in het eerste lid gestelde verplichtingen gelden niet voor zover de op de Wet milieubeheer gebaseerde voorschriften van toepassing zijn. Artikel 29 Reclamedrukwerk en ander promotiemateriaal 1. Het is verboden ongeadresseerd reclamedrukwerk te bezorgen of te laten bezorgen bij een woning, bedrijf of woonschip, indien de bewoner of de gebruiker ervan duidelijk kenbaar heeft gemaakt geen prijs te stellen op het ontvangen van ongeadresseerd reclamedrukwerk. 2. Degene die in de openbare ruimte reclamebiljetten of dergelijke of ander promotiemateriaal onder het publiek verspreidt, is verplicht deze of de verpakking daarvan terstond op te ruimen of te laten opruimen, indien deze in de omgeving van de plaats van uitreiking op de weg of een andere voor het publiek toegankelijke plaats door het publiek worden weggeworpen. Artikel 30 Zwerfafval bij vervoeren, laden en lossen of overige werkzaamheden 1. Het is verboden afvalstoffen, stoffen of voorwerpen zodanig te laden, te lossen of te vervoeren of andere werkzaamheden te verrichten dat de weg wordt verontreinigd of het milieu nadelig kan worden beïnvloed. 2. Indien bij het laden of lossen of vervoeren van afvalstoffen of stoffen of voorwerpen dan wel bij andere werkzaamheden deze weg wordt verontreinigd of het milieu nadelig wordt beïnvloed, is degene die genoemde werkzaamheden verricht, alsmede, alsmede diens opdrachtgever verplicht deze weg te reinigen of te laten reinigen:

a. direct na het ontstaan van de verontreiniging, indien de verontreiniging gevaar voor de veiligheid van het verkeer of beschadiging van het wegdek oplevert; b. direct na de beëindiging van de werkzaamheden, indien de verontreiniging geen gevaar voor de veiligheid van het verkeer of beschadiging van het wegdek oplevert; c. indien de werkzaamheden langer dan een dag duren, elke dag direct na beëindiging van de werkzaamheden; 3. Het in het eerste en tweede lid gesteld geldt niet voor zover artikel 9, tweede lid, van het Rijkswegenreglement of het Provinciaal wegenreglement van toepassing is. Paragraaf 6 Overige onderwerpen die de verordening aangaan Artikel 31 Verbod opslag van afvalstoffen 1. Het is verboden afvalstoffen op voor het publiek zichtbare plaats in de open lucht en buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer op te slaan of opgeslagen te hebben. 2. Het college kan ontheffing verlenen van het in het eerste lid gestelde verbod. 3. Het verbod is niet van toepassing op het overdragen of ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan de inzameldienst, andere inzamelaars of aan houders van een inzamelvergunning. Artikel 32 Afgifte autowrakken afkomstig uit een huishouden Het is de eigenaar of kentekenhouder verboden zich te ontdoen van een autowrak, dat afkomstig is van een huishouden, anders dan door afgifte aan inrichtingen, genoemd in artikel 6 van het Besluit Beheer Autowrakken. Paragraaf 7 Slotbepalingen Artikel 33 Strafbepaling Een gedraging in strijd met de volgende artikelen is een strafbaar feit in de zin van artikel 1a, onder 3º, Wet op de economische delicten:

Artikel Artikel 11 Artikel 12 Artikel 13 Artikel 14 Artikel 15 Artikel 16 Artikel 17 Artikel 18 Artikel 19 Artikel 20 Artikel 23 Artikel 24 Artikel 25 Artikel 26 Artikel 27 Artikel 28 Artikel 29 Artikel 30 Artikel 31 Artikel 32 Onderwerp Verbod om zonder vergunning huishoudelijke afvalstoffen in te zamelen Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan anderen Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen door anderen dan gebruikers van percelen Afzonderlijk ter inzameling aanbieden Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelmiddel voor de gebruiker van een perceel Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelvoorziening ten behoeve van een groep percelen Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via inzamelvoorzieningen op wijkniveau Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via een brengdepot op lokaal niveau Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen zonder inzamelmiddel Dagen en tijden voor het ter inzameling aanbieden Ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan de inzameldienst Het ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan een ander dan de inzameldienst Voorkoming van diffuse milieuverontreiniging Achterlaten van straatafval Voorkomen van zwerfafval bij ter inzameling gereed staande afvalstoffen Afvalbakken in inrichtingen voor het verbruiken van eet- en drinkwaren Wegwerpen van reclamebiljetten of ander promotiemateriaal Zwerfafval bij vervoeren, laden en lossen of overige werkzaamheden Verbod opslag van afvalstoffen Afgifte autowrakken afkomstig van een huishouden Artikel 34 Toezichthouders 1. Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast: a. de krachtens artikel 18.4, derde lid, van de wet aangewezen ambtenaren. b. de buitengewoon opsporingsambtenaren van Vereniging Natuurmonumenten, voorzover het feiten betreft die op de eigendommen van Vereniging Natuurmonumenten gepleegd worden en voorzover deze eigendommen gelegen zijn binnen het grondgebied van de gemeente Heusden.

2. Voorts zijn met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening belast de door burgemeester en wethouders dan wel de burgemeester aangewezen personen. Artikel 35 Inwerkingtreding Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking. Artikel 36 Overgangsbepaling 1. Vergunningen en ontheffingen hoe ook genaamd - verleend bij of krachtens de Algemene Plaatselijke Verordening van de gemeente Heusden, zoals deze gold op het moment dat deze Afvalstoffenverordening is vastgesteld en hierna te noemen de APV, blijven - indien en voorzover het gebod of het verbod waarop de vergunning of ontheffing betrekking heeft, ook vervat is in deze verordening en voorzover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken - van kracht en worden geacht volgens deze verordening te zijn verleend. 2. Voorschriften en beperkingen opgelegd bij of krachtens de in het eerste lid bedoelde APV, blijven - indien en voor zover de bepalingen ingevolge welke deze voorschriften en beperkingen zijn opgelegd, ook zijn vervat in deze verordening en voor zover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken - van kracht en worden geacht ingevolge deze verordening te zijn opgelegd. 3. Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om een vergunning of ontheffing op grond van de APV bedoeld in het eerste lid is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening nog niet op die aanvraag is beslist, wordt daarop de overeenkomstige bepaling van de onderhavige verordening toegepast. 4. Op een aanhangig beroep of bezwaarschrift, betreffende een vergunning of ontheffing bedoeld in het eerste lid, dan wel voorschrift of beperking bedoeld in het tweede lid dat voor of na het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening is ingekomen binnen de voordien geldende bezwaar- of beroepstermijn, wordt beslist met toepassing van de APV bedoeld in het eerste lid. 5. In afwijking van het eerste lid, blijft een vergunning of ontheffing van kracht, totdat onherroepelijk is beslist op een aanvraag voor een, krachtens een in deze verordening overeenkomstig opgenomen gebod of verbod vereiste vergunning of ontheffing, indien deze aanvraag ten minste acht weken voor afloop van de in het eerste lid genoemde termijn bij het bevoegde bestuursorgaan is ingediend. 6. Gebod- of verbodsbepalingen waarvoor een vergunning of ontheffing vereist is krachtens deze verordening en niet voorkomend in de verordening als bedoeld in het eerste lid zijn niet van toepassing: a. gedurende 6 maanden na het in werking treden van deze verordening; b. ook na de onder a bepaalde termijn, voor zover degene die de vergunning of ontheffing nodig heeft, binnen deze termijn een aanvraag heeft ingediend, totdat onherroepelijk op deze aanvraag is beslist.

7. De intrekking van de verordening bedoeld in het eerste lid heeft geen gevolgen voor de geldigheid van op basis van die verordening genomen nadere regels en aanwijzingsbesluiten, indien en voorzover de rechtsgrond waarop de nadere regels en de aanwijzingsbesluiten zijn gebaseerd ook vervat is in deze verordening en voor zover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken. Artikel 37 Citeerbepaling Deze verordening wordt aangehaald als Afvalstoffenverordening van de gemeente Heusden.