Liturgie bij de laatste dienst van ds.j.f.tanghé als dienstdoend predikant van de Hervormde Wijkgemeente Groote Kerk in de Protestantse Gemeente van Maassluis. Maassluis 30 juni 2019: 14.00 uur. Voorganger: ds.j.f.tanghé Ouderling van dienst: Leo Wijnhorst Organist: Jaap Kroonenburg. Trompettist: Ruud den Broeder. Christelijk Mannenkoor Crescendo uit Winschoten o.l.v. dirigent Klaas Withaar. Koster: Niek van Namen. Afkondigingen Intochtslied: Psalm 84:1,2. Hoe lieflijk is uw huis, O Heer! O God, U weet hoe ik begeer bij U te wonen in uw hoven. U weet hoe heimwee mij bevangt, omdat geheel mijn hart verlangt U in uw heiligdom te loven. k Ga jubelend God tegemoet, die leeft en mij ook leven doet. Zelfs vindt de mus een huis, o Heer, de zwaluw legt haar jongen neer bij uw altaren in uw woning. Laat mij bij U zo thuis zijn, Heer, want daar is vrede, ik begeer bij U te zijn, mijn God en Koning! Welzalig, die daar wonen mag, hij zingt uw lof van dag tot dag.
Stil gebed Votum en groet Zingen: Gezang 428 Er is een Verlosser, Jezus, Zoon van God. Kostbaar Lam van God, Messias, heilig God is Hij. Jezus mijn Verlosser, niemand is aan U gelijk. Kostbaar Lam van God, Messias, maakt van zonden vrij. Refrein Dank U, o mijn Vader, U gaf uw eigen Zoon, uw Geest als hulp voor ons totdat het werk op aarde is gedaan. Ja, de dag zal komen, dat ik Jezus zie. Dan zal ik mijn Koning dienen voor eeuwig en eeuwig. Refrein: zie boven. Geloofsbelijdenis (staande) Zingen: Psalm 68:8. Geloofd zij God met diep ontzag, Hij overlaadt ons dag aan dag met al zijn gunstbewijzen. Die God is onze zaligheid, wie zou die hoogste Majesteit
dan niet met eerbied prijzen? Die God is ons een God van heil, Hij schenkt uit goedheid, zonder peil, ons eeuwig zalig leven. Hij kan en wil en zal in nood, zelfs bij het naderen van de dood, volkomen uitkomst geven. Het mannenkoor zingt: 1) Dich Heer will ich loben. 2) Hoe groot zijt Gij! 3) Heer, mijn hart zoekt U te vinden. Gebed om de opening van het Woord en de verlichting met de Heilige Geest. Schriftlezing: Handelingen 8: 26-40. En een engel van de Heere sprak tot Filippus en zei: Sta op en ga naar het zuiden, de weg op, die van Jeruzalem afdaalt naar Gaza, die eenzaam is. En hij stond op en vertrok; en zie, een Ethiopiër, een kamerheer en een machtig heer van de kandakè, de koningin van de Ethiopiërs, die heel haar schatkist beheerde en gekomen was om in Jeruzalem te aanbidden, keerde terug, en hij zat op zijn wagen en las de profeet Jesaja. En de Geest zei tegen Filippus: Ga er naar toe en voeg u bij deze wagen. En Filippus snelde er naar toe, hoorde hem de profeet Jesaja lezen en zei: Begrijpt u ook wat u leest? Maar hij zei: Hoe zou ik dat kunnen, als niemand mij de weg wijst? En hij verzocht Filippus op de wagen te klimmen en bij hem te komen zitten. En het schriftgedeelte dat hij las, was dit: Hij is als een schaap naar de slachting geleid en zoals een lam stemmeloos is bij de scheerder, zo doet hij zijn mond niet open. In zijn vernedering is Zijn oordeel weggenomen en wie zal Zijn afkomst vertellen? Want zijn leven wordt van de aarde weggenomen. En de kamerheer antwoordde Filippus en zei: Ik vraag u, over wie zegt de profeet dit? Over zichzelf of over iemand anders? En Filippus deed zijn mond open en, uitgaande van dat Schriftwoord, verkondigde hij hem Jezus.
En terwijl zij onderweg waren, kwamen zij bij een water. En de kamerheer zei: Kijk, daar is water, wat verhindert mij gedoopt te worden? En Filippus zei: Als u met heel uw hart gelooft, is het geoorloofd. En hij antwoordde en zei: Ik geloof, dat Jezus Christus de Zoon van God is. En hij liet de wagen stilhouden, en zij daalden beiden af in het water, zowel Filippus als de kamerheer, en hij doopte hem. En toen zij uit het water opgekomen waren, nam de Geest van de Heere Filippus weg; en de kamerheer zag hem niet meer, want hij vervolgde zijn weg met blijdschap. Maar Filippus werd aangetroffen in Asdod, en terwijl hij het land doorging, verkondigde hij het Evangelie in alle steden, totdat hij in Caesarea kwam. Zingen: Lied 174 (ELB) Leid vriend lijk Licht, mij als een trouwe wacht, leid Gij mij voort! k Ben ver van huis en donker is de nacht, leid Gij mij voort! Schoon ook de toekomst mij verborgen zij, licht stap voor stap mij met uw schijnsel bij. Niet immer sprak mijn ziel zo stil tot U: Leid Gij mij voort! Ik liep mijn weg bij eigen licht, maar nu: leid Gij mij voort! Mijn zonlicht zonk, maar ach mijn hoogmoed liet, mijn hart geen rust en k vond uw vrede niet. Schenk mij uw zegen, toon m uw wondermacht, en leid mij voort langs t smalle pad, tot in de donk re nacht de morgen gloort. Dan lacht mij toe der eng len trouwe wacht, die mij geleidd en mij heeft thuis gebracht. Verkondiging
Zingen: Gezang 456 O Heer mijn God, wanneer ik in verwond ring de wereld zie die U hebt voortgebracht. Het sterrenlicht, het rollen van de donder, heel dit heelal, dat vol is van uw kracht. Refrein Dan zingt mijn ziel tot U, o Heer mijn God: hoe groot zijt Gij, hoe groot zijt Gij! Dan zingt mijn ziel tot U, o Heer mijn God: hoe groot zijt Gij, hoe groot zijt Gij! Als ik bedenk, hoe Jezus zonder klagen tot in de dood gegaan is als een lam, sta ik verbaasd, dat Hij mijn schuld wou dragen en aan het kruis mijn zonde op zich nam. Refrein: zie boven Als Christus komt met majesteit en luister, brengt Hij mij thuis, hoe heerlijk zal dat zijn. Dan zal ik vol aanbidding voor Hem buigen en zingt mijn ziel: o Heer, hoe groot zijt Gij! Refrein: zie boven. Het mannenkoor zingt : 1) Deutsche Messe: Wohin soll ich mich wenden. 2) Amen Halleluja. 3) Heer van hierboven. Dankgebed en voorbeden Collecten Tijdens de collecten zingen we: Gezang 443.
Hoe wonderlijk mooi is uw eeuwige Naam. Verborgen aanwezig deelt U mijn bestaan. Waar ik ben, bent U: wat een kostbaar geheim. Uw naam is Ik ben en Ik zal er zijn. Een boog in de wolken als teken van trouw, staat boven mijn leven, zegt: Ik ben bij jou! In tijden van vreugde, maar ook van verdriet, ben ik bij U veilig, U die mij ziet. De toekomst is zeker, ja eindeloos goed. Als ik eens moet sterven, als ik U ontmoet: dan droogt U mijn tranen, U noemt zelfs mijn naam. U blijft bij mij Jezus, laat mij niet gaan. Ik ben die Ik ben is uw eeuwige naam. Onnoembaar aanwezig deelt U mijn bestaan. Hoe adembenemend, ontroerend dichtbij: uw naam is Ik ben, en Ik zal er zijn. O Naam aller namen, aan U alle eer. Niets kan mij ooit scheiden van Jezus mijn Heer: Geen dood en geen leven, geen moeite of pijn. Ik zal eeuwig zingen, dicht bij U zijn. Ik ben die Ik ben is uw eeuwige naam. Onnoembaar aanwezig deelt U mijn bestaan. Hoe adembenemend, ontroerend dichtbij: uw naam is Ik ben, en Ik zal er zijn. Uw naam is Ik ben en Ik zal er zijn. Mededeling Slotzang (staande): Gezang 356 (gewijzigd) Ga met God en Hij zal met ons zijn ons nabij op alle wegen
met Zijn raad en troost en zegen. Ga met God en Hij zal met ons zijn. Ga met God en Hij zal met ons zijn bij gevaar, in bange tijden over ons Zijn vleugels spreiden. Ga met God en Hij zal met ons zijn. Ga met God en Hij zal met ons zijn tot wij weer elkaar ontmoeten in Zijn naam elkaar begroeten. Ga met God en Hij zal met ons zijn. Zegen Het mannenkoor Crescendo zingt: Dank sei dir Herr. Toespraken: Dhr. Koos Karssen, voorzitter van de Algemene Kerkenraad Dhr. Adam Hoogendijk. Voorzitter van de kerkenraad van de Wijkgemeente Groote Kerk. Slotwoord: ds.j.f.tanghé