Aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Mevrouw drs. K.H. Ollongren Postbus EA DEN HAAG. Geachte mevrouw Ollongren,

Vergelijkbare documenten
Toetsingskader. Aan de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu Mevrouw S.A.M. Dijksma Postbus EK DEN HAAG. Geachte mevrouw Dijksma,

Aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat Mevrouw drs. C. Van Nieuwenhuizen Postbus EK DEN HAAG. Geachte mevrouw Van Nieuwenhuizen,

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties De heer dr. R.H.A. Plasterk Postbus EA DEN HAAG. Geachte heer Plasterk,

Aan de minister van Economische Zaken en Klimaat De heer ir. E.D. Wiebes Postbus EK DEN HAAG. Geachte heer Wiebes,

Aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Mevrouw drs. K.H. Ollongren Postbus EA DEN HAAG. Geachte mevrouw Ollongren,

Toetsingskader. Aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Mevrouw drs. K.H. Ollongren Postbus EA DEN HAAG

Aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Mevrouw drs. K.H. Ollongren Postbus EA DEN HAAG. Geachte mevrouw Ollongren,

Aan de staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat Mevrouw drs. S. van Veldhoven Postbus EK DEN HAAG. Geachte mevrouw Van Veldhoven,

Aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Mevrouw drs. K.H. Ollongren Postbus EA DEN HAAG. Geachte mevrouw Ollongren,

Aan de minister van Economische Zaken en Klimaat De heer ir. E.D. Wiebes Postbus EK DEN HAAG. Geachte heer Wiebes,

Op 23 augustus heeft u de Nota van Wijziging bij het wetsvoorstel van de Wet rijonderricht motorrijtuigen 1993 voor advies aan ons voorgelegd.

Aan de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu Mevrouw S.A.M. Dijksma Postbus EK DEN HAAG. Geachte mevrouw Dijksma,

Datum 19 juli 2019 Betreft Wijziging Wet Normering Topinkomens (tegengaan van ontwijking en versterking toepassing in de zorgsector)

Toetsingskader. Aan de staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat Mevrouw drs. S. van Veldhoven Postbus EK DEN HAAG

Aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid De heer drs. W. Koolmees Postbus LV DEN HAAG. Geachte heer Koolmees,

Aan de minister van Infrastructuur en Waterstaat Mevrouw drs. C. Van Nieuwenhuizen Postbus EK DEN HAAG. Geachte mevrouw Van Nieuwenhuizen,

Toetsingskader ATR beoordeelt de gevolgen voor de regeldruk aan de hand van het volgende toetsingskader:

Toetsingskader. 1. Nut en noodzaak

Toetsingskader. 1. Onderbouwing nut en noodzaak

Toetsingskader. Aan de staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat Mevrouw drs. S. van Veldhoven Postbus EX DEN HAAG

Toetsingskader. Aan de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties De heer drs. R.W. Knops Postbus EA DEN HAAG

ATR heeft de regeldrukgevolgen van het voorstel getoetst. Hieronder treft u het advies van ATR aan.

Toetsingskader 1. Nut en noodzaak Contact

Op 25 maart 2019 heeft u het voorgenomen aanvullingsbesluit grondeigendom aan het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR) aangeboden voor toetsing.

Aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Drs. E.I. Schippers Postbus EJ DEN HAAG. Geachte mevrouw Schippers,

Aanleiding en context. Aan de minister van Financiën De heer mr. W.B. Hoekstra Postbus EE DEN HAAG. Geachte heer Hoekstra,

Algemene informatie bij dit wijzigingsblad Dit wijzigingsblad (WB) geeft vervangende bepalingen bij BRL 9500, deel 01, d.d

KvINL. WB d.d. 1 augustus 2015 bij BRL 9500, deel 01 ENERGIEPRESTATIEADVISERING, BIJZONDER DEEL ENERGIE-INDEX, BESTAANDE WONINGEN

'OESO, 2013 Fathers Leave, Involvement and Child Development, OECD Social, Employment and Migration Working Papers No 140

Toetsingskader. Aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Mevrouw drs. E.I. Schippers Postbus EJ DEN HAAG

Aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid De heer H.J. Kamp Postbus LV Den Haag. premie-differentiatie. Geachte heer Kamp,

NATIONALE BEOORDELINGSRICHTLIJN. voor het KOMO -, respectievelijk het NL-EPBD -procescertificaat voor ENERGIEPRESTATIEADVISERING BIJZONDER DEEL

1. Voor welke deelregelingen wilt u zich certificeren?

Toetsingskader. Aan de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Mevrouw mr. drs. I.K. van Engelshoven Postbus BJ DEN HAAG

i.n Q Aan de Minister van Veiiigheid en Justitie De heer mr. G.A. van der Steur Postbus EH DEN HAAG 28 september 2015

Veelgestelde vragen BRL9500

Aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Mevrouw drs. K.H. Ollongren Postbus EA DEN HAAG

Besluitenlijsten CCvD Besluitenlijst CCvD-bijeenkomst

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

NATIONALE BEOORDELINGSRICHTLIJN. voor het KOMO -, respectievelijk het NL-EPBD -procescertificaat voor ENERGIEPRESTATIEADVISERING BIJZONDER DEEL

BRL 9500 Deel oktober 2016

Besluit CB Vaststellingsbesluit BRL AB Het CCvD heeft kennis genomen van het Bijzondere Deel BRL AB van 16 juni 2016.

BRL 9500 Deel

Regeling bijhouden vakbekwaamheid EPA-adviseur-/opnemer V1.7

BRL 9500 Deel

Energielabels Inhoudelijke gevolgen van de overgang naar de nieuwe BRL 9500, d.d

Toetsingskader. Aanleiding en context. Aan de minister voor Rechtsbescherming De heer drs. S. Dekker Postbus EH DEN HAAG

Evaluatie kwaliteitsborging energielabels utiliteitsbouw

2509 LV DEN HAAG OndenA/erp AMvB implementatie lorp-richtiijn

Tweede Kamer der Staten-Generaal

NATIONALE BEOORDELINGSRICHTLIJN. voor het KOMO -, respectievelijk het NL-EPBD -procescertificaat voor ENERGIEPRESTATIEADVISERING BIJZONDER DEEL

Datum 19 september Aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Mevrouw mr. drs. J.W.E. Spies Postbus EA DEN HAAG

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport De heer drs. M.J. van Rijn Postbus EJ DEN HAAG. Geachte heer Van Rijn,

voorwoord consultatie dan wel in een vergelijkbare fase in het wetgevingsproces. Daarbij toont men zich veelal bereid om onze opmerkingen in

Tweede Kamer der Staten-Generaal

BRL 9500 Deel 06 concept

WB 9501 Wijzigingsblad d.d. 4 december 2014 bij BRL 9501

Op 25 februari 2019 heeft u het voorstel voor het Aanvullingsbesluit geluid aan het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR) voorgelegd voor advies.

Type organisatie (uitvoeringsorganisatie, toezichthouder, inspectie);

Op 26 juli 2018 heeft u het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR) verzocht om advies uit te brengen over de parkeerverordening Zaanstad.

VOLKSGEZONDHEID WELZIJN EN SPORT 10NOV. 20V*

NATIONALE BEOORDELINGSRICHTLIJN. voor het KOMO -, respectievelijk het NL-EPBD -procescertificaat voor ENERGIEPRESTATIEADVISERING BIJZONDER DEEL

Werkprogramma. Adviescollege toetsing regeldruk

Overzicht interpretatie- en wijzigingsbesluiten CCvD BRL9500 Energieprestatieadvisering (inclusief ISSO-publicaties) versie 26 januari 2015

Datum 2 mei 2019 Betreft Wijziging van de Drank- en Horecawet (DHW) in verband met het Nationaal Preventieakkoord en de evaluatie van de wet

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Beoordelingssystematiek Gecontroleerde kwaliteitsverklaringen en gecontroleerde gelijkwaardigheidsverklaringen

NATIONALE BEOORDELINGSRICHTLIJN. voor het KOMO -, respectievelijk het NL-EPBD -procescertificaat voor ENERGIEPRESTATIEADVISERING BIJZONDER DEEL

31 mei 2012 z

Overzicht interpretatie- en wijzigingsbesluiten CCvD BRL9500 Energieprestatieadvisering (inclusief ISSO-publicaties) versie 17 december 2013

Toetsingskader ATR beoordeelt de gevolgen voor de regeldruk aan de hand van het volgende toetsingskader:

Aanleiding voor het wetsvoorstel. Aan de Minister voor Wonen en Rijksdienst De heer drs. S.A. Blok Postbus EA DEN HAAG. Geachte heer Blok,

Datum vaststelling CCvD Paragraaf Paragraaf nvt nvt - -

Het CBP voldoet hierbij aan dit verzoek. Kader

Via de website bestaat de mogelijkheid om aan te melden voor de service.

Aan de minister voor Rechtsbescherming De heer drs. S. Dekker Postbus EH DEN HAAG. Geachte heer Dekker,

Aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid De heer mr. L.F. Asscher Postbus LV DEN HAAG. Geachte heer Asscher,

A7R. Aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid De heer drs. W. Koolmees Postbus LV DEN HAAG. Geachte heer Koolmees,

BRL 9500 Deel 05 concept xx-xxxx 2016

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG. Datum 18 april 2019 Betreft MKB-toets. Geachte Voorzitter,

BRL 9500 Deel

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Informatiebijeenkomst STEP, FEH en Nader Voorschrift. januari 2015, Utrecht

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

BRL 9500 Deel

Onderwerp Ontwerp-selectielijst archiefbescheiden zorgdrager minister van BZK, beleidsterrein Nationale Ombudsman over de periode

Aan de Minister van Infrastructuur en Milieu Mw. drs. M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus Postbus EX DEN HAAG

André Goudriaan Reactie Actal op Verordening jeugdhulp Beuningen 2015

BRL 9500 Deel 00 NATIONALE BEOORDELINGSRICHTLIJN. voor het KOMO -, respectievelijk het NL-EPBD -procescertificaat voor ENERGIEPRESTATIEADVISERING

Aanpassing regels over toezicht ter bestrijding van illegaal verblijf na grensoverschrijding

Controleprotocol voor subsidies verleend op grond van regelingen bij of krachtens de Monumentenwet 1988.

Hoe werkt STEP? Handleiding met tips om de kwaliteit van de aanvraag te bewaken. Versie 2 - juni 2016 INLEIDING

Overzicht interpretatie- en wijzigingsbesluiten CCvD BRL9500 Energieprestatieadvisering (inclusief ISSO-publicaties) versie 19 mei 2016

Besluitenlijst CCvD-bijeenkomst , schriftelijk vastgesteld d.d

Interestsubsidieregeling energiebesparing bestaande bouw particulieren Drenthe

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 13 september 2011 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Aan de Staatssecretaris van Financiën De heer ir. E.D. Wiebes Postbus EE DEN HAAG. Geachte heer Wiebes,

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Controleprotocol voor subsidies verleend op grond van regelingen bij of krachtens de Erfgoedwet.

Transcriptie:

Aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Mevrouw drs. K.H. Ollongren Postbus 20011 2500 EA DEN HAAG Datum 6 december 2017 Onderwerp Wijziging Regeling energieprestatie gebouwen Uw kenmerk Ons kenmerk MvH/RvZ/JT/RS/bs/ ATR0032/2017-U065 Bijlage(n) Geachte mevrouw Ollongren, Op 2 november 2017 is het voorstel tot wijziging van de Regeling energieprestatie gebouwen ter toetsing aan ATR voorgelegd. Dit wijzigingsvoorstel actualiseert de verwijzing naar de Nationale Beoordelingsrichtlijn 9500, deel 01 (BRL 9500-01) in de Regeling energieprestatie gebouwen. De voorgestelde wijzigingen van de BRL 9500 komen voort uit een herijkingsproject door stichting Kwaliteit voor Installaties Nederland (KvINL) van de BRL 9500. Het stelsel met beoordelingsrichtlijnen en interpretatiedocumenten draagt bij aan zelfregulering binnen de sector. De totstandkoming van de beoordelingsrichtlijnen en de actualisatie daarvan, vinden plaats in overleg met de sector. De bepalingen uit de BRL9500 zijn voor alle betrokkenen wettelijk verplicht vanwege de dwingende verwijzing naar de beoordelingsrichtlijn in de Regeling energieprestatie gebouwen. Ook de uitvoeringswijze van de bepalingen is verplicht voorgeschreven via de interpretatiedocumenten behorend bij de BRL. De wijzigingen in de BRL hebben betrekking op de vaststelling van de energie-index van een (huur)woning door een gecertificeerd adviseur en op de controle van deze vaststelling. Een energie-index mag alleen worden opgesteld door een gecertificeerd energieadviseur. De eerste wijziging in de BRL 9500-01 bepaalt dat extra informatie moet worden opgenomen in het projectdossier van certificaathouders over de bepaling en vaststelling van de energie-index. De tweede wijziging betreft een aanscherping van de controle op de Interne Kwaliteitsbewaking (IKB) door certificaathouders. In de huidige BRL 9500-01 controleert de certificaathouder minimaal 2% van de energie-indexen (afgegeven voor huurwoningen). Daaraan wordt nu toegevoegd dat de helft van deze controles op locatie wordt gecontroleerd door een vakbekwame interne auditor van de certificaathouder. Verder bevat het voorstel tot wijziging van de Regeling energieprestatie gebouwen een aanvulling over de wijze waarop de energie-index (cijfer) voor een woning wordt omgezet in een energielabel Contact Rijnstraat 50 2515 XP Den Haag Postbus 16228 2500 BE Den Haag T (070) 310 86 66 info@atr-regeldruk.nl www.atr-regeldruk.nl

(letter) voor een woning. Voor huurwoningen onder de liberalisatiegrens wordt vaak, naast het verplichte energielabel dat bij verhuur beschikbaar moet zijn, een energie-index vastgesteld waarmee de huur op basis van het Woningwaarderingsstelsel kan worden bepaald. In de huidige situatie ontstaat verwarring over verschillen tussen de uitkomsten van de energie-index (cijfer) en het energielabel (letter). Om deze verwarring te voorkomen worden de energie-indexen voor woningen met behulp van een tabel gekoppeld aan een energielabel. Gelijktijdig met de inwerkingtreding van het onderhavige voorstel wordt ook het nieuwe interpretatiedocument van kracht dat behoort bij normdocument ISSO 82.1 (Energieprestatie woningen) en de (geactualiseerde) BRL9500-01. Dit interpretatiedocument geeft invulling aan de wijze waarop aan de normen (in de beoordelingsrichtlijn) moet worden voldaan. Bij de wijziging in het interpretatiedocument gaat het om een bepaling ten aanzien van de representativiteit seriematige woningen / woningen in één complex. Hierdoor wordt het aantal fysiek te bezoeken woningen voor de vaststelling van een energie-index gespecificeerd en uniform vastgelegd. Toetsingskader ATR beoordeelt de gevolgen voor de regeldruk van voorgenomen wet- en regelgeving aan de hand van het volgende toetsingskader: 1. Nut en noodzaak: is er een taak voor de overheid en is wetgeving het meest aangewezen instrument? 2. Zijn er minder belastende alternatieven mogelijk? 3. Is gekozen voor een uitvoeringswijze die werkbaar is voor de doelgroepen die de wetgeving moeten naleven? 4. Zijn de gevolgen voor de regeldruk volledig en juist in beeld gebracht? 1. Onderbouwing nut en noodzaak De toelichting bij het wijzigingsvoorstel geeft aan dat met de voorgenomen wijzigingen via de verwijzing naar de geactualiseerde BRL 9500-01 de kwaliteit van het geleverde werk en kennis van de adviseurs beter wordt gecontroleerd en indien nodig gecorrigeerd. Het voorstel bevat, naast de verwijzing naar het herijkingsproject door stichting KvINL van de BRL 9500, geen nadere inhoudelijke onderbouwing van nut en noodzaak van de geactualiseerde BRL9500-01 en de daarmee samenhangende wijzigingen ten aanzien van de energie-index. Na een analyse van het voorstel is gebleken dat het wijzigingsvoorstel past binnen de bredere context van een pakket aan maatregelen gericht op verbetering van de kwaliteit van de energieindex en van de kwaliteit van de bepaling van de energie-index. Uw ambtsvoorganger informeerde in juni 2015 de Tweede Kamer over dit pakket maatregelen. 1 Enkele van deze maatregelen zijn voorgesteld naar aanleiding van onregelmatigheden bij een aantal subsidieaanvragen (voor de STEP-regeling 2 ), waarvoor de energie-index bepalend was, en waarbij deze energie-index niet correct was vastgesteld. 3 1 Kamerbrief, 18 juni 2015, Onderwerp: Onregelmatigheden Stimuleringsregeling Energieprestatie Huursector (STEP). 2 Stimuleringsregeling energieprestatie huursector (STEP). Het ministerie van BZK geeft met de STEP een impuls aan investeringen in energiebesparing in bestaande woningen binnen de gereguleerde huursector. 3 Uit onderzoek in 2015 kwam het beeld naar voren dat er, in strijd met Beoordelingsrichtlijn 9500-01, op aanzienlijke schaal geen inspectie van de woning heeft plaatsgevonden en dat de energie-index is bepaald op basis van historische gegevens, die niet in overeenstemming zijn met de actuele werkelijke situatie. (Kamerbrief, 18 juni 2015) Pagina 2/5

De destijds aangekondigde maatregelen omvatten o.a. de verplichting voor aanvragers van de STEP-subsidie om bij de aanvraag aan te geven welke energiebesparende maatregelen zijn voorgenomen. Bij de afmelding van de energie-index dient de aanvrager een lijst van uitgevoerde maatregelen op te nemen die aantoont dat de verbeteringen daadwerkelijk zijn gerealiseerd. Tevens dient te worden verklaard dat er een fysieke opname heeft plaatsgevonden conform de BRL9500-01. De toelichting bij het onderhavige wijzigingsvoorstel besteedt geen aandacht aan de vraag of en in hoeverre de eerdere maatregelen reeds hebben bijdragen aan de kwaliteitsverbetering van de energie-index en de kwaliteit van de bepaling van de energie-index. Ook geeft de toelichting geen inzicht in hoeverre de noodzaak tot verdergaande aanscherpingen in Beoordelingsrichtlijnen of anderszins wijziging van wet- en regelgeving nog aanwezig is. De Regeling verwijst dwingend naar de (geactualiseerde) BRL. Daarmee moeten organisaties verplicht voldoen aan de bepalingen in de BRL bij de vaststelling van de energie-index. Voor de beoordeling van de proportionaliteit van de regeldruk als gevolg van het voorstel is het van belang nut en noodzaak van de aanscherpingen helder te motiveren in de toelichting. 1.1 Het college adviseert om nut en noodzaak van de (dwingende verwijzing naar de) geactualiseerde BRL9500-01 nader te onderbouwen in de toelichting bij het wijzigingsvoorstel. Het college adviseert daarbij expliciet in te gaan op de inhoudelijke aanleiding tot, en de bijdrage die het onderhavige voorstel levert aan de gewenste verbetering van de kwaliteit van de bepaling van de energie-index. 2. Minder belastende alternatieven Het college constateert dat de toelichting bij het wijzigingsvoorstel geen expliciete aandacht besteedt aan alternatieven voor de actualisatie van de BRL en de wijziging van de Regeling energieprestatie gebouwen om de beoogde beleidsdoelen te realiseren. Afhankelijk van de aard en omvang van de beoogde kwaliteitsverbetering zijn er mogelijk wel alternatieven. Het gaat dan bijvoorbeeld om een ander systeem van of werkwijze bij certificering, of een meer steekproefgewijze benadering bij de controle van de bepaalde energie-index. 2.1 Het college adviseert u in aanvulling op de uitwerking van nut en noodzaak van het voorstel, in de toelichting aan te geven in hoeverre minder belastende alternatieven zijn overwogen, en waarom niet voor deze alternatieven is gekozen. 3. Werkbare uitvoeringswijze Een eenduidige interpretatie van wet- en regelgeving en een uniform begrip van beoordelingsrichtlijnen is van groot belang voor effectieve en efficiënte uitvoering. Aanvullend op beoordelingsrichtlijnen stelt de sector vaak interpretatiebesluiten of interpretatiedocumenten vast. Deze documenten specificeren hoe in de praktijk aan bepaalde normen moet worden voldaan. Deze interpretatiedocumenten hebben eenzelfde status als de normdocumenten. Op 20 september 2016 is een nieuw interpretatiedocument vastgesteld behorende bij ISSO 82.1 (Energieprestatie woningen) en bij de (geactualiseerde) BRL9500-01. Dit nieuwe document Pagina 3/5

bepaalt het aantal te bezoeken woningen bij de bepaling van de energie-index door de gecertificeerd adviseur. Concreet gaat het bij de wijziging in het interpretatiedocument om een nadere bepaling ten aanzien van de representativiteit seriematige woningen / woningen in één complex. Gebruik maken van representativiteit bij seriematige woningen zorgt dat niet elke woning fysiek hoeft te worden opgenomen of te worden bezocht bij de bepaling van een energieindex. Of een woning voldoende gelijkend is, wordt vastgesteld volgens hoofdstuk 7 van ISSOpublicatie 82.1 of door een berekening van de energie-index. BRL9500-01 stelt in 4.6.2.2 dat de EPA-adviseur/opnemer niet elke gelijkende woning hoeft binnen te gaan als hij er zeker is dat hij over de juiste informatie beschikt. Met de wijziging van het interpretatiedocument wordt afgeweken van de tot op heden geldende regels omtrent de representativiteit. Het nieuwe interpretatiedocument scherpt de wijze aan waarop dit moet worden vastgesteld (beslisschema, steekproeven) en gedocumenteerd in het projectdossier. Het aantal fysiek te bezoeken woningen werd gebaseerd op de inschatting van de adviseur. Het nieuwe interpretatiedocument bevat een uniform overzicht dat het aantal te bezoeken woningen bepaalt. Bovendien beschrijft het op welke wijze de woningen uit de steekproef geselecteerd moeten worden. Volgens verschillende partijen leidt het nieuwe interpretatiedocument tot een toename van het aantal te inspecteren woningen en daarmee tot een toename van de totale inspectietijd van de woningen bij vaststelling van de energie-indexen. De toelichting bij het wijzigingsvoorstel van de Regeling energieprestatie gebouwen geeft geen inzicht in de (regeldruk)effecten, waardoor het niet mogelijk is vast te stellen of een toename of afname van de regeldruk aan de orde is als gevolg van het voorstel. Hoewel het college begrip heeft voor de wens en ambitie om de kwaliteit van de energie-index te verhogen en onregelmatigheden bij de vaststelling van een energie-index te voorkomen, biedt het onderhavige voorstel onvoldoende inzicht in de effecten van de aanvullende specificaties. Daardoor is ook een beoordeling van de proportionaliteit van de regeldruk en de uitvoerbaarheid van de Regeling en de BRL niet goed mogelijk. 3.1 Het college adviseert om in overleg met KvINL en het Centraal College van Deskundigen (CCvD) in kaart te brengen wat de (regeldruk)effecten zijn van het gewijzigde interpretatiedocument CCvD BRL 9500 Energieprestatieadvisering en op basis daarvan te beoordelen of sprake is van een proportionele en uitvoerbare uitwerking van de Regeling energieprestatie gebouwen en van de BRL 9500-01. 4. Regeldruk De toelichting bij het wijzigingsvoorstel geeft aan dat voor het uitvoeren van de controlewerkzaamheden op locatie door de interne auditors extra werkzaamheden nodig zijn die tot enigszins hogere kosten zullen leiden. Deze kosten zijn echter niet nader uitgewerkt in de toelichting. Hiervoor wordt als reden aangegeven dat navraag bij de diverse belanghebbenden opleverde dat het niet eenvoudig is om de kosten van het meerwerk voor de controles op locatie eenduidig te kwantificeren. Dit zou een gevolg zijn van het feit dat het aantal extra uit te voeren controles afhankelijk is van het aantal afgemelde energie-indexen en de hoeveelheid adviseurs die bij de certificaathouder zijn aangesloten. Pagina 4/5

In geval de regeldrukkosten niet exact zijn te bepalen, is met behulp van diverse gegevens 4 een gerichte analyse van de (regeldruk)gevolgen mogelijk. Hierdoor worden de effecten van de voorgestelde wijziging transparant en herleidbaar toegelicht en is beoordeling mogelijk van de proportionaliteit van de regeldruk als gevolg van het voorstel. 4.1 Het college adviseert om in de toelichting bij het wijzigingsvoorstel de regeldrukgevolgen van het voorstel kwalitatief en kwantitatief te beschrijven conform de Rijksbrede methodiek voor het in beeld brengen regeldrukeffecten. 5 Dictum Het college heeft het voorstel tot wijziging van de Regeling energieprestatie gebouwen beoordeeld aan de hand van het ATR-toetskader. Op basis daarvan concludeert het college dat nut en noodzaak van de wijziging niet voldoende in de toelichting zijn gemotiveerd. Verder besteedt de toelichting geen aandacht aan de wijziging van het interpretatiedocument behorend bij de BRL9500-01. Tot slot zijn de regeldrukgevolgen van het voorstel niet (volledig) in beeld gebracht. Gelet op het voorgaande luidt het advies van het college over het voorstel tot wijziging van de Regeling energieprestatie gebouwen: De regeling niet vaststellen. Het college benadrukt dat dit dictum tot uitdrukking brengt dat de onderbouwing van het voorliggende voorstel niet voldoende is om de besluitvorming over het voorstel op adequate wijze te laten plaatsvinden. Het college vertrouwt erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd en verneemt graag van u op welke wijze u met onze adviespunten rekening hebt gehouden. Hoogachtend, w.g. M.A. van Hees Voorzitter R.W. van Zijp Secretaris 4 Bijvoorbeeld het jaarlijks afgegeven aantal energie-indexen, het type woningen daarbij, en de gemiddelde tijd voor een woninginspectie conform de BRL9500-01. 5 Uit ambtelijk overleg met uw departement is gebleken dat de aanbeveling over de uitwerking van de regeldrukeffecten reeds gedeeltelijk is verwerkt in de toelichting bij de voorgestelde Regeling. Pagina 5/5