DOELGROEP: De dyslectische leerling: de leerling die in het bezit is van een officiële dyslexieverklaring.



Vergelijkbare documenten
Studieochtend Dyslexie

Dyslexieprotocol ZUIDWESTHOEK COLLEGE OSSENDRECHT KARIN VAN OEVELEN IMANDT

1. Inleiding Definitie dyslexie volgens de Stichting Dyslexie Nederland (SDN) herziene versie 2003:

Dyslexieprotocol. Beekdal Lyceum

3. Gevolgen van dyslexie Veel voorkomende belemmeringen die als gevolg van dyslexie kunnen voorkomen zijn:

DYSLEXIEPROTOCOL. Beekdal Lyceum Auteur: Martin Jager

Dit protocol beschrijft hoe we op het Vellesan College en de Duin en Kruidbergmavo omgaan met dyslexie.

Dyslexieprotocol Beekdal Lyceum

Dyslexieprotocol Stanislascollege Pijnacker

Dyslexieprotocol Beekdal Lyceum

Dyslexieprotocol

B06 Dyslexiebeleid Commanderij College

PROTOCOL ONDERSTEUNING t.b.v. LEERLINGEN MET DYSLEXIE

Dyslexieprotocol

Dyslexieprotocol. Mollerlyceum. (Laatste bijstelling: 11 december 2014)

Dyslexiebeleid De Nieuwe Veste

Gedurende de gehele schoolperiode wordt door de docenten zoveel mogelijk aandacht gegeven aan de volgende punten:

Dyslexieprotocol Veurs Lyceum

Dyslexieprotocol Zwin College Oostburg

DYSLEXIEPROTOCOL. Beekdal Lyceum Datum: Auteur: Martin Jager

Dyslexie boekje. W. de Vries Robbéweg AK Gorinchem Dyslexie

Dyslexieprotocol Michaël college

Dyslexiebeleid De Nieuwe Veste

Dyslexieprotocol Pallas Athene College

Informatie over DYSLEXIE EN DYSCALCULIE IJsselcollege, locatie Alkenlaan

Dyslexieprotocol Beekdal Lyceum

Dyslexiebeleid op Wolfert Lyceum

Dyslexieprotocol. Inhoud 1. Inleiding 2. Wat is dyslexie? 3. Screening 4. Onderzoek 5. Dyslexieverklaring Dyslexieprotocol V1.

DYSLEXIE IS DAT NIET ZOIETS ALS GEEN LETTERS IN JE SOEP LUSTEN

Wat is dyslexie en wat zijn de gevolgen hiervan voor het volgen van onderwijs?

Zorgbeleid RML

Protocol dyslexie. op het Zwin College

DYSLEXIEPROTOCOL (wordt op dit moment geupdate!)

Dyslexiebeleid. Scholengemeenschap Sint Ursula. Locatie Heythuysen Tienderweg EN Heythuysen. Schooljaar

Kader dyslexie Clusius College vmbo en mbo

Kader dyslexie Clusius College

samenvatting november 2012 Strabrecht College, Geldrop

Dyslexieprotocol 0 Hooghuis Heesch

Dyslexieprotocol. Cals College IJsselstein

Informatieboekje dyslexie

Dyslexieprotocol compenserende en dispenserende maatregelen. Bonhoeffer College, Enschede

Dyslexieprotocol Saenstroom opdc

Dyslexieprotocol. Stichting Openbaar Voortgezet Onderwijs Hoeksche Waard

In de brugklas ziet het signaleringstraject er als volgt uit:

Dyslexiebeleid De Nieuwe Veste

Probleem bij: Komt tot uiting bij: Consequentie: Fonetische uitspraak (= een woord uitspreken zoals het klinkt)

Dyslexiebeleid Zaanlands Lyceum augustus 2014

Het dyslexiebeleid van de Stichting Markland College

Dyslexiebeleid De Nieuwe Veste

Dyslexieprotocol. Stafbeleidsdocument. Scholengemeenschap, voor onderwijs dat zin geeft, voor vmbo havo atheneum gymnasium

Protocol Dyslexie Pieter Nieuwland College

Dyslexieprotocol

Dyslexieprotocol Passend Voortgezet Onderwijs Walcheren (PVOW) januari 2016

Dyslexiebeleid. De Savornin Lohman

Dyslexie. op het. : Isendoorn College

Protocol dyslexie. De Rietlanden

Dyslexie op het Augustinianum

Protocol Dyslexie Nehalennia versie

Dyslexieprotocol. 1 Wie in het BIG-register staat ingeschreven, valt onder het in de wet BIG geregelde tuchtrecht. De Wet op de

ALGEMEEN. Dyslexieprotocol

Dyslexieprotocol Cambium College

Dyslexieprotocol Missie Doelgroep Leerlingen met een dyslexieverklaring Signalering Het wonderlijke weer. : Hoe gevaarlijk is een tekenbeet?

OSB PROTOCOL DYSLEXIE

S L O E T S W E G H M H E N G E L O

Dyslexiebeleid. 1 Inleiding

Dyslexiebeleid Rijnlands Lyceum Sassenheim. 1. Visie 2. Signalering 3. Begeleiding 4. Organisatie 5. Evaluatie 6. Sterkte-Zwakte analyse 7.

DYSLEXIEBELEID OP BEUKENRODE ONDERWIJS

DYSLEXIEPROTOCOL. januari 2015

Dyslexie protocol. Bernard Nieuwentijt College. Schooljaar

Dyslexieprotocol RSG

PROTOCOL TOETSAFNAME

Dyslexieprotocol Dyslexieprotocol Baudartius College December 2016

Dyslexieprotocol. Januari Informatie, afspraken en tips voor leerlingen, ouders en docenten

Dyslexieprotocol Trinitas Gymnasium

Protocol dyscalculie en ernstige rekenproblemen

Dyslexieprotocol Trinitas Gymnasium

Dyslexiebeleid

Protocol dyslexie. Dyslexieprotocol Sint-Jan ( )

PROTOCOL. DYSLEXIE en DYSCALCULIE

... Protocol Dyslexie. Versienummer Vastgesteld door MR. Status document (concept, voorstel, besloten, vastgesteld)

Het dyslexiebeleid van het Wolfert Lyceum is vastgesteld door het MT in overleg met de dyslexiecoach.

De verschillende routes worden hieronder nader omschreven en in een schema uiteengezet.

Inleiding. Dyslexieprotocol

DYSLEXIEBELEID. Locatie Bredius. schooljaar

Bijlage 1 - Gebruik van regelkaarten in klas 1, 2 en 3

Protocol dyslexie Chr. College Groevenbeek. 1a. Doel en uitgangspunten van het dyslexiebeleid op Groevenbeek

DYSLEXIE-protocol mei 2014

Ouders van brugklasleerlingen met dyslexie worden in het begin van het schooljaar uitgenodigd voor een informatieavond Dyslexie op het UC H/V.

Dyslexieprotocol Poort

Dyslexiebeleid van het Ludger College

HET DYSLEXIEBELEID VAN HET MAERLANT-LYCEUM

DYSLEXIEBELEID KALSBEEK COLLEGE LOCATIE BREDIUS

De meest gestelde vragen over dyslexie en het dyslexieprotocol van OSG Sevenwolden

Dyslexiebeleid De Nieuwe Veste

Hoe begeleiden wij op de Stichtse Vrije School dyslectische leerlingen?

UITTREKSEL DYSLEXIEPROTOCOL , VESTIGING KAGERSTRAAT.

DYSLEXIEPROTOCOL. Januari 2019

2014 Protocol dyslexie

I Visie van Limes op dyslexie ( )

Handboek Dyslexie

Transcriptie:

Dyslexieprotocol VO Dyslexiebeleidsplan: DOELEN: dyslectische leerlingen kunnen een opleiding volgen waartoe ze o.b.v. hun cognitieve capaciteiten in staat zijn dyslectische leerlingen kunnen omgaan met hun dyslexie vergroten van functionele lees-en schrijfvaardigheid van dyslectische leerlingen, zo nodig met hulpmiddelen UITGANGSPUNTEN: 1. de leerling centraal 2. geïntegreerde aanpak (afstemming docenten, zorgspecialisten, directie, leerling, ouders en school) 3. ondersteuning indien nodig gedurende schoolloopbaan 4. economisch principe: maximaal resultaat met voor leerling minimale extra inspanning DOELGROEP: De dyslectische leerling: de leerling die in het bezit is van een officiële dyslexieverklaring. Wat is dyslexie? In Nederland 2 definities van dyslexie gehanteerd: a. definitie van Stichting Dyslexie Nederland (SDN): Dyslexie is een stoornis die gekenmerkt wordt door een hardnekkig probleem met het aanleren en/of vlot toepassen van het lezen en/of spellen op woordniveau. b. definitie uit het Protocol Dyslexie Diagnostiek & Behandeling (i.v.m. vergoedingsregeling dyslexie voor het basisonderwijs): Dyslexie is een specifieke leesen spellingstoornis met een neurobiologische basis, die wordt veroorzaakt door cognitieve verwerkingsstoornissen op het raakvlak van fonologische en orthografische taalverwerking. Deze specifieke taalverwerkingsproblemen wijken proportioneel af van het overige cognitieve, en m.n. taalverwerkingsprofiel en leiden tot een ernstig probleem met het lezen en spellen van woorden ondanks regelmatig onderwijs. Dit specifieke lees-en spellingprobleem beperkt in ernstige mate een normale educatieve ontwikkeling, die op grond van de overige cognitieve vaardigheden geïndiceerd zou zijn. De precieze oorzaak van dyslexie is wetenschappelijk nog niet aangetoond, maar over een aantal verklaringen bestaat een brede consensus: verklaringen voor dyslexie: problemen met fonologische verwerking: - tekorten in fonologisch bewustzijn: niet snel kunnen analyseren en herkennen van de klankstructuur van woorden 1

- tekorten in fonologische verwerking in werkgeheugen: klankcodes worden niet goed opgeslagen in het werkgeheugen - toegankelijkheid van taalkennis: traag zijn in het geven van namen aan symbolen. dyslexie heeft een neurobiologische basis. Onderzoek heeft afwijkingen aangetoond in de hersenstructuur en hersenfuncties van dyslectici. erfelijk component speelt een rol wanneer nadelige omgevingsfactoren (bijv: het onderwijs is niet afgestemd op de instructiebehoeften van de leerling of er wordt lange tijd geen onderwijs gevolgd) de lees-en spellingproblemen veroorzaken, dan is er geen sprake van dyslexie. IQ < 70, de diagnose dyslexie wordt dan over het algemeen niet gesteld. Dyslexie kan samengaan met andere stoornissen: andere leerstoornissen(bv dyscalculie), motorische stoornissen(bv dyspraxie), specifieke spraak-/taalstoornissen, zintuigelijke stoornissen(bv visuele of auditieve handicaps), gedragsstoornissen(bv ADHD), dit heet comorbiditeit. Gevolgen van dyslexie: voor het sociaal-emotioneel functioneren: bv ontwikkelen van ernstige twijfel, aangetast zelfbeeld, onvoldoende intrinsieke motivatie, faalangst, moeite met aansluiting met medeleerlingen, schroom voor vervolgopleiding, vermijden taken op sociaal gebied voor het leren: bv technisch lezen (traag en niet accuraat), weinig aandacht voor tekstbegrip, begrijpend lezen (lange teksten leveren problemen op), spellen (veel spelfouten, weinig inzicht in woordopbouw), rekenproblemen (problemen met automatisering en werkgeheugen leidt tot moeilijkheden met onthouden van rekenfeiten), leren algemeen (bv woordvindingproblemen, beperkte woordenschat), spreken/luisteren, moderne vreemde talen, taak-en werkhouding voor de schoolloopbaan (verkeerde keuzes voortgezet onderwijs te laag instromen) SIGNALERING, ONDERZOEK EN DOORVERWIJZING: Signalering en diagnostiek in PO: Sinds 1 januari 2009 vergoedt de zorgverzekering van de ouders de kosten indien aan een aantal voorwaarden is voldaan(po dossier inleveren met resultaten van toetsen, inhoud extra hulp en resultaten van die hulp, er moet sprake zijn van ernstige enkelvoudige dyslexie (EED)). Niet alle leerlingen vallen in het PO op als dyslectisch door de cognitieve capaciteiten, en/of een anderstalige achtergrond: geen financiële vergoeding en geen geprotocolleerde diagnostiek en behandeling. Signalering in het vo: * informatie uit het PO: via het onderwijskundig rapport, de tafeltjesmiddag, het aanmeldingsformulier komen vermoedens van mogelijke dyslexie naar voren. 2

* observaties van docenten: wanneer een docent vermoeden heeft van lees-en spellingproblemen bespreekt hij dit met mededocenten bij tussentijdse gesprekken en tijdens leerlingbesprekingen. Indien nodig bekijkt de vakdocent via signalenlijst lees-en spellingproblemen of de leerling aan diverse kenmerken voldoet. * de mentor meldt n.a.v. info uit het PO en observaties van docenten een leerling voor een vooronderzoek naar dyslexie aan. * vooronderzoek dyslexie: - het vooronderzoek dyslexie vindt plaats in groepjes van max. 6 leerlingen. - wanneer blijkt dat er geen sprake is van mogelijke dyslexie worden de ouders daarvan telefonisch op de hoogte gebracht en krijgen ze het verslag schriftelijk thuisgestuurd. De mentor wordt via de e-mail geïnformeerd dat het verslag in Magister staat, met het verzoek om de geadviseerde tips met de desbetreffende vakdocenten kort te sluiten. - wanneer een leerling op de grens zit van mogelijke dyslexie worden een paar aanvullende toetsen af genomen om een duidelijker beeld daarvan te krijgen. - wanneer blijkt dat er mogelijk sprake is van dyslexie, krijgen ouders van leerlingen uit de onderbouw, samen met het verslag een begeleidende brief thuisgestuurd, waarin om toestemming voor een vergoeding voor een uitgebreid dyslexieonderzoek wordt gevraagd. Zodra ouders daarmee akkoord gaan en dit via de e-mail bevestigen, wordt de desbetreffende leerling op de Extra-Tijdlijst geplaatst en krijgt hij / zij alvast een Extra Tijdkaartje. - de ouders van leerlingen uit de bovenbouw worden bij vermoedens van dyslexie welke uit het vooronderzoek dyslexie naar voren komen, telefonisch geïnformeerd. Ook wordt de particuliere afname van een onderzoek met de ouders besproken. Het verslag met de gemaakte toetsen wordt naar de ouders gestuurd. De ouders nemen zelf vervolgstappen t.a.v. het particuliere onderzoek. * het uitgebreide dyslexieonderzoek: wordt door het Team Onderzoek & Expertise (voorheen Ambulatorium) of door orthopedagogen van het Udens College VMBO afgenomen. - Team Onderzoek & Expertise: toetst vooronderzoek, verslag vooronderzoek, OKR, behaalde cijfers, handelingsplannen, ingevulde vragenlijsten docenten en mentor, goedkeuring van ouders voor opsturen van verslagen e.d. worden naar Team O&E opgestuurd, zodat het team beschikt over voldoende informatie om een uitgebreid dyslexieonderzoek bij de leerling af te kunnen nemen. Wanneer het verslag klaar is, hebben de ouders bij Team O&E nog een adviesgesprek. - op het UC: dossieranalyse, eventueel contact met PO omtrent RT-verleden / handelingsplannen, afname onderzoek. Een externe orthopedagoog / generalist beoordeelt de gemaakte onderzoeksverslagen en geeft een dyslexieverklaring af. Het onderzoeksverslag wordt tijdens het gesprek waarin het plan van aanpak wordt opgesteld met de ouders besproken. * uitslag uitgebreid dyslexieonderzoek: 3

- wanneer blijkt dat er geen sprake is van dyslexie, wordt dit met de ouders besproken en de geadviseerde tips worden zo mogelijk ingezet. De leerling wordt van de Extra Tijdlijst afgehaald en levert zijn / haar ET-kaartje weer in. - als er wel sprake is van dyslexie worden de ouders benaderd voor een dyslexiegesprek. Er wordt dan een plan van aanpak opgesteld. Dit wordt na afloop met de mentor gecommuniceerd. De mentor informeert de desbetreffende vakdocenten bij eventuele aandachtspunten. De toegestane hulpmiddelen worden op het ET-kaartje van de leerling gezet. Het onderzoeksrapport is 2 jaar geldig. De omstandigheden waarin een dyslectische leerling verkeert, kunnen veranderen in de loop van de tijd, waardoor andere begeleiding en/of faciliteiten nodig zijn. De GZ-psycholoog kan in een gesprek met de leerling, de zorgspecialist en eventueel de ouders de dyslexieverklaring aanpassen. De dyslexieverklaring hoeft niet geheel herschreven te worden, maar een brief van de GZpsycholoog volstaat. BEGELEIDING EN ONDERSTEUNING: Begeleiding en ondersteuning in de klas: sociaal emotionele ondersteuning in de lessen: Dyslexie gaat vaak samen met een lage zelfwaardering, depressief gedrag en een negatief zelfbeeld. Dit heeft negatieve gevolgen op leerresultaten. Omgevingsfactoren kunnen een positieve invloed hebben op de psychosociale ontwikkeling. Docenten kunnen dyslectische leerlingen leren omgaan met de negatieve gevolgen van dyslexie op de leerresultaten en kunnen de zelfwaardering versterken door ervoor te zorgen dat de leerling aan drie psychologische basisbehoeften kan voldoen: a. behoefte aan relatie: leerlingen willen ervaren dat ze erbij horen. In een veilig leerklimaat mogen leerlingen fouten maken en laten leerlingen en docenten elkaar in hun waarde. b. behoefte aan competentie: behoefte aan succesvolle ervaringen. Dyslectische leerlingen ervaren vaak dat zij iets niet kunnen. Deze faalervaringen kunnen tot gevolg hebben dat de leerling zich schaamt, zich terugtrekt of probleemgedrag gaat vertonen. Dit heeft weer negatieve invloed op zijn leerprestaties. c. behoefte aan autonomie: verwijst naar zelfstandigheid, naar gevoel mee te tellen en onafhankelijk zijn van anderen. Dyslectische leerlingen kunnen niet altijd autonoom handelen, zijn vaak afhankelijk van anderen. Dit leidt tot frustratie en demotivatie. Om de psychosociale ontwikkeling van leerlingen te ondersteunen moet de docent vertrouwen in de leerlingen hebben, hen ondersteunen en uitdagen en hoge verwachtingen hebben. Dit kan hij bevorderen door dyslexie als handicap te accepteren en te investeren in zijn relatie met de leerling. Pedagogisch-didactische ondersteuning tijdens de les: handvatten met betrekking tot 4

voorbereiding tijdens de les, introductie op de les, huiswerk en toetsen bespreken, presentatie leerstof, verwerking leerstof/uitvoering taken, muziek, leerlingen laten samenwerken, reflectie op taakaanpak en strategieën, vragen stellen, feedback geven, huiswerk opgeven, toetsen, beoordeling van toetsen, toegankelijkheid van lesmaterialen (zie document Dyslexieprotocol handreikingen en zie boek: Protocol dyslexie voortgezet onderwijs hoofdstuk 6). Vakspecifieke ondersteuning Nederlands: handvatten met betrekking totwoordenschat uitbreiding, technisch lezen en lezen stimuleren, begrijpend lezen, spelling, grammatica, schrijven, beoordeling van toetsen (zie boek: Protocol dyslexie voortgezet onderwijs hoofdstuk 7). Vakspecifieke ondersteuning moderne vreemde talen: handvatten met betrekking tot algemene handreiking, woorden leren, uitspraak en spelling, grammatica, technisch lezen, begrijpend lezen, schrijven, spreek-en luistervaardigheid, beoordeling van toetsen (zie boek: Protocol dyslexie voortgezet onderwijs hoofdstuk 8). Compenserende faciliteiten en dispensaties: Samen met ouders en leerling wordt door de dyslexiecoach(es) nagaan bij welke taken welke aanpassingen nodig zijn en in welke contexten deze aanpassingen gerealiseerd moeten worden. Dit wordt verwerkt in het plan van aanpak dat tijdens het gesprek wordt opgesteld. De mentor wordt van dit plan op de hoogte gesteld. En hij /zij communiceert dit met de vakdocenten. Indien nodig krijgen vakdocenten voorlichting over de hulpmiddelen waar dyslectische leerlingen gebruik van kunnen maken. Scholen zijn verplicht aanpassingen die een leerling met een beperking vraagt, te realiseren op basis van de wet Gelijke behandeling op grond van handicap of ziekte. Aanpassingen als tijdverlenging, mondeling overhoren en gebruik van ondersteunende technologie hebben niet alleen een positief effect op de leerresultaten, maar bij een aantal leerlingen ook op de vaardigheid technisch lezen, schrijven, zelfwerkzaamheid, motivatie, competentiegevoel en concentratie. COMPENSATIES: 1.Extra Tijd: Binnen scholen is er kritiek op leerlingen die de extra tijd niet gebruiken. Toch is voor deze leerlingen de extra tijd van belang en van invloed op hun prestatie: ze weten dat ze nog tijd hebben en kunnen rustiger werken. Nederlands: a. TRAP-proefwerken: Extra Tijd (20%, 10 minuten). b. Reguliere proefwerken: mocht een leerling, ondanks goede inzet, te weinig tijd hebben voor een proefwerk of toets die in de les gegeven wordt, dan mag de leerling het werk een volgende les afmaken. Of in overleg met de vakdocent bespreken hoe dit verder op te lossen. c. Bij schriftelijke overhoringen Extra Tijd (20%). 5

Vreemde talen: a. TRAP-proefwerken: Extra Tijd (20%, 10 minuten). b. Reguliere proefwerken: bij een proefwerk met verschillende onderdelen evt. de leerling minder items per onderdeel laten maken of de leerling, die ondanks goede inzet niet klaar is, het werk tijdens een volgende les af laten maken. Of in overleg met de vakdocent bespreken hoe dit verder op te lossen. c. Bij schriftelijke overhoringen Extra Tijd (20%). Andere vakken: a. TRAP-proefwerken: Extra Tijd (20%, 10 minuten) b. Reguliere proefwerken: leerling maakt de toets/het proefwerk, als hij/zij ondanks goede inzet niet klaar is, tijdens een volgende les dit verder afmaken. Of in overleg met de vakdocent gaan hoe dit verder op te lossen. c. Bij schriftelijke overhoringen Extra Tijd (20%). 2. voorlezen: Wanneer teksten voorgelezen worden, kunnen leerlingen al luisterend hun aandacht direct richten op de inhoud van de tekst. Aandacht die zij, wanneer zij zelf lezen, moeten verdelen tussen de techniek van het lezen (het decoderen) en de inhoud. Daarnaast hoort de leerling bij de moderne vreemde talen steeds de juiste uitspraak van de woorden. Tijdens het dyslexiegesprek dat door de dyslexiecoach(es) met de leerling en de ouders wordt gehouden, wordt bekeken of het voorlezen nodig is en zo ja, in welke vorm (studieboeken / leesboeken in Daisy-formaat, digitale schoolboeken voor laten lezen via Sprint, Kurzweil, Claroread of L2S, toetsen voor laten lezen via Claroread of Sprint) voorlezen ingezet gaat worden. 3. typen: Wanneer blijkt dat de leerling vanwege het slecht leesbare handschrift de toetsen niet goed maakt, dan overwegen om typen op een laptop of computer in te gaan zetten. Alvorens hier toe over te gaan dient via dossieranalyse bekeken te worden of de leerling in het verleden al handschriftbegeleiding heeft gehad. Wanneer dit zo is en het heeft geen effect gehad dan kan de leerling in overleg met het B.E.B. met een laptop/computer gaan werken. Blijkt dat de leerling nog geen handschriftbegeleiding heeft gehad dan bekijken of het starten met RT voor het verbeteren van het handschrift nodig is. Blijkt dit toegevoegde waarde te hebben dan starten met deze RT. Wanneer in overleg met de dyslexiecoach wordt besloten dat de leerling met een eigen device gaat werken dan wordt een overeenkomst door de leerling ondertekend dat hij de laptop niet gebruikt bij toetsen om te spieken in aantekeningen e.d. Wordt de leerling daar toch op betrapt dan wordt het gebruik maken van de laptop met onmiddellijke ingang beëindigd. Het typen op de laptop wordt ingezet bij reguliere toetsen. De leerling 6

maakt de toets op een usb-stick en geeft die na afloop aan de vakdocent. De vakdocent zet de gemaakte toets bij zijn eigen documenten en de vakdocent verwijdert de gemaakte toets van de usb-stick. De vakdocent controleert tijdens de toetsafname regelmatig of de leerling zich aan de bovenstaande afspraak houdt. De TRAP-toetsen worden in de computerruimte op de computer gemaakt. Kort voor aanvang van de TRAP wordt de leerling via de schoolmail geïnformeerd waar hij moet zijn. De surveillant bij deze TRAP-toetsen print de gemaakte toets uit en legt dit in het postvak van de desbetreffende vakdocent. 4. Beoordelen van toetsen: Nederlands: a. Schrijfopdrachten: 1. Fictieopdrachten: 10% van de score is voor spelling / zinsbouw. Spel- en zinsbouw -fouten worden voor alle leerlingen gelijk beoordeeld (zie examenregeling). 2. Zakelijke/creatieve schrijfopdrachten: 10% van de score is voor spelling / zinsbouw. Spel- en zinsbouwfouten worden voor alle leerlingen gelijk beoordeeld (zie examenregeling). b. Proefwerken: 1. spellingproefwerken worden gewoon nagekeken en beoordeeld. (zie voorschriften eindexamen). 2. bij de andere proefwerken tellen de spelfouten niet mee in de beoordeling (zie voorschriften eindexamen). c. Presentaties: 1. Bij presentaties wordt er in de beoordeling geen rekening gehouden met dyslexie. Vreemde talen: Bij het schoolexamen bepaalt de school in welke mate spelling meeweegt bij de correctie. Dit geldt voor alle leerlingen. a. Wanneer bij het schoolexamen spelling wordt beoordeeld: niet meer dan één punt aftrek voor spelling op het totaal. b. Het is voor een dyslectische leerling weinig motiverend wanneer ze door hun spelling voortdurend op een onvoldoende uitkomen.toetsen: woordbetekenis en uitdrukkingen: indien door de docent het antwoord niet achterhaald kan worden door spelling- en/of zinsbouwfouten dan telt dat antwoord als fout. Spelfouten tellen verder niet mee in de beoordeling. c. schrijfopdrachten: de spelling wordt gewoon beoordeeld, niet meer dan één punt aftrek voor spelling op het totaal. d. mondeling s.o.: de normering wordt aangepast. Alleen op aanvraag van de leerling en alleen bij uitzonderingen. 7

Andere vakken: Spelfouten tellen niet mee in de beoordeling. 5. DL: De leerling met dyslexie schrijft DL bovenaan op het antwoordblad. Het Extra Tijdkaartje dient bij toetsen op de tafel van de dyslectische leerling te liggen. 6. Lettertype en lettergrootte: Proefwerken en schriftelijke overhoringen worden voor alle leerlingen in lettertype Arial met lettergrootte 12 afgedrukt in een overzichtelijke indeling. 7. Mondelinge afname: Nederlands + andere vakken: Wanneer het schriftelijk werk door de dyslexie als onvoldoende wordt beoordeeld, in overleg met de afdeling de leerling de mogelijkheid bieden om het proefwerk mondeling te herkansen en daarna beide scores middelen. Vreemde talen Mondeling overhoren als het blijkt dat dit zin heeft. 8. Ruimte tussen diverse opdrachten: Ruime afstand tussen de verschillende opdrachten in het proefwerk, zodat de leerling de gemaakte en overige opdrachten af kan dekken. 9. Regelschrift: Nederlands: Voor spelling mag de leerling tijdens de les en bij proefwerken/overhoringen zijn regelschrift gebruiken volgens het onderstaande schema: leerjaar 1: regelschrift spelling te gebruiken bij toetsen en tijdens de les leerjaar 2: regelschrift spelling te gebruiken tijdens de les, niet tijdens toetsen leerjaar 3+4: i.v.m. voorbereidende toetsen voor het eindexamen mag het regelschrift spelling niet meer bij toetsen, PTA-toetsen en tijdens de les gebruikt worden. Wanneer een leerling in aanmerking komt voor een regelschrift spelling wordt dit tijdens het dyslexiegesprek, dat met de dyslexiecoach wordt gevoerd, aan de leerling meegegeven. De dyslectische leerlingen uit leerjaar 1 en 2 moeten dit zelf bij zich hebben. In het regelschrift mogen geen voorbeelden enz. staan die in het theorieboek voorkomen. Het regelschrift dat aangeleverd wordt door het Bureau Extra Begeleiding (B.E.B) is bindend. 8

Vreemde talen: Indien de docent het nodig acht, mag de dyslectische leerling tijdens het werken in de les gebruik maken van een regelschrift voor grammaticaregels. Bij proefwerken / schriftelijke overhoringen mag hij van dit regelschrift geen gebruik maken. ( Blz 95 (sta gebruik van regelkaarten toe als de leerling er niet in slaagt om de grammaticaregels te automatiseren.) 10. Vragen/opdrachten proefwerken/overhoringen dicteren: Vragen en opdrachten voor proefwerken / schriftelijke overhoringen niet dicteren of van het bord laten overschrijven. 11. Aantekeningen: Kopieën verschaffen van aantekeningen voor zover mogelijk. Zodra er aantekeningen op het bord gemaakt worden, de dyslectische leerling de mogelijkheid bieden om deze aantekeningen over te nemen. Indien waarneembaar is dat dit overschrijven problemen oplevert, dan de dyslectische leerling eventueel de aantekeningen van een medeleerling laten kopiëren. 12. Hulpmiddelen: Hulpmiddelen, indien de leerling daar baat bij heeft(zoals een Daisy-Speler, een leesliniaal, een gekleurde liniaal, een laptop, een alfabetstrook e.d.), tijdens de les en tijdens toetsmomenten toestaan. De leerling is zelf verantwoordelijk voor deze materialen. 13. Luistertoetsen: Nederlands en vreemde talen: Bij luistertoetsen langere pauzes(ca 10 sec.) tussen het beantwoorden van de vragen. De leerling maakt de Kijk- en Luistertoets in een apart lokaal. De dyslecten-versie wordt dan aangeboden. 14. Nabespreken: Nederlands, vreemde talen en andere vakken Nabespreken van proefwerken. DISPENSATIES: 1. Mondelinge (lees)beurten: Indien mondelinge beurten en leesbeurten nodig zijn, deze beurten thuis voor laten bereiden. 2. Vrijstelling van vreemde taal: 9

Vreemde talen: In overleg met de afdeling: vanaf eind klas 2 vrijstelling van een vreemde taal (Frans of Duits) indien de dyslectische leerling ondanks inspanningen en compensaties(zie hierboven) voor zijn toetsen continue onvoldoendes scoort en het sociaal-emotionele problemen op gaat leveren. De tijd die dan vrijkomt invullen met opdrachten bij andere vakken, RT, compenseren bij de andere vakken. In de eerste twee leerjaren van het vmbo is Frans of Duits, naast Engels, als tweede moderne vreemde taal verplicht. De school kan in de eerste twee leerjaren van het vmbo zelf invulling geven aan het onderwijs in die tweede moderne vreemde taal, omdat er, met uitzondering van Engels, geen kerndoelen zijn voor de moderne vreemde talen. Vrijstelling voor Frans en Duits is niet mogelijk. Op scholen waar maar één taal wordt gegeven, kan dus geen vrijstelling worden gegeven. Een uitzondering kan worden gemaakt voor leerlingen die doorstomen naar de basisberoepsgerichte leerweg (zie Inrichtingsbesluit Wet op het voortgezet onderwijs (WVO), artikel 22, eerste lid). Alleen in een aantal specifieke gevallen (zie Inrichtingbesluit WVO, artikel 22, tweede lid) is ontheffing voor Frans en Duits mogelijk. Begeleiding en ondersteuning buiten de klas: Als de ondersteuning die docenten tijdens de lessen bieden (tijdelijk) niet toereikend is voor het behalen van voldoende leerresultaten, sociaal emotioneel welbevinden, zelfstandigheid en weerbaarheid, kunnen kortdurende taakgerichte trainingen en regelmatige coaching of counseling een oplossing bieden. Taakgerichte training: Taakgerichte training richt zich op verbetering van taken en vaardigheden die een leerling onvoldoende beheerst. Zoals technisch lezen, begrijpend lezen, spelling, schrijven, studievaardigheden en gebruik van ondersteunende technologie. Daarnaast werken aan het bevorderen van metacognitieve strategieën en de motivatie. Als ook aandacht schenken aan de aanpak van taken, de beleving van taken en het zelfbeeld van de leerling. De remedial teacher wordt hiervoor ingezet. Toelatingscriteria taakgerichte training: - De ondersteuning tijdens de les, inclusief compensaties en dispensaties, blijkt niet voldoende te zijn voor dyslectische leerlingen om op hun niveau bij één of meer vakken te kunnen functioneren - Dyslectische leerlingen, die bij alle vakken ernstige problemen blijven ondervinden door onvoldoende functionele lees-en schrijfvaardigheid - De didactische resistentie voor deelname aan een dyslexieonderzoek is niet aangetoond. Wanneer onvoldoende hulp is geboden, dient er gedurende 15-20 weken goed geprotocolleerd te worden begeleid. Dit gebeurt door particuliere remedial teaching. Coaching: 10

Veel dyslectische leerlingen hebben veel faalervaringen meegemaakt. Daardoor is het zelfbeeld, hun vertrouwen en de motivatie vaak laag. Dit beïnvloedt hun gedrag en hun leerresultaten. in gesprekken met de coach kan hij/zij de leerling stimuleren inzicht te krijgen in zichzelf, zijn sterke en zwakke kanten, zijn gevoelens en angsten, om van daaruit veranderingen tot stand te kunnen brengen. De rol van de dyslexiecoach beperkt zich niet alleen tot coachingsgesprekken. Daarnaast ook nagaan of de ondersteuning in de les en de toegekende aanpassingen werken. Als leerlingen problemen ervaren kunnen ze naar het spreekuur van de dyslexiecoach gaan. Op donderdag lesuur 7 is er dyslexiespreekuur in RT-ruimte B8 rechts achter de balie in de mediatheek. Tijdens dit gesprek de leerling stimuleren om na te denken over oplossingen om zelf daarmee aan de slag te gaan. Aan het begin of tijdens het schooljaar hebben de dyslexiecoach(es)/remedial teachers een gesprek met de nieuwe dyslectische leerling en zijn/haar ouders. Er wordt dan besproken waar hij/zij op school tegenaan loopt, hoe de leerling dit denkt op te lossen en/ of wat de school eraan kan doen. Daarnaast wordt bekeken van welke hulpmiddelen de dyslectische leerling gebruik kan maken om het lees-en schrijfproces zo optimaal mogelijk te laten verlopen. Lotgenotencontact: Het zou een mogelijkheid kunnen zijn om binnen de groep met dyslectische leerlingen ervaringen uit te wisselen en een strategie uit te stippelen om gerezen problemen op te lossen. Door uitwisseling van ervaringen met anderen leren ze van elkaar, nemen zij oplossingen voor problemen van elkaar over en voelen ze zich minder machteloos. De remedial teacher begeleidt deze groep. De remedial teacher gaat in overleg met de groep problemen bespreken met het team en/of de directie. Toegestane aanpassingen Eindexamen: Op basis van artikel 55 kan de directeur van de school de examencondities aanpassen voor onder andere leerlingen met dyslexie. Het artikel spreekt over de wijze van examinering, niet over de exameneisen of de inhoud van het examen zelf. Bij het schoolexamen heeft de school een grote mate van vrijheid in het zoeken naar een geschikte aanpassing. De school moet daarbij wel de eigen interne eisen en de externe eisen die aan het examen worden gesteld, in acht nemen. Recht op 30 minuten verlenging. Voor het centraal schriftelijk en praktisch examen (cspe) in het vmbo geldt de tijdverlenging niet voor vaardigheidsonderdelen waarbij lezen geen rol speelt. Arial puntgrootte 12 standaardletter voor eindexamen Wanneer een leerling recht heeft op auditieve ondersteuning, dan geldt dit recht voor zowel schoolexamen als het centraal examen. Andere aanpassingen worden toegestaan wanneer deze in het rapport van de GZpsycholoog genoemd zijn of bij de voorstellen van de GZ-psycholoog aansluiten. E.e.a. in overleg met het B.E.B. 11

Aangepaste beoordeling spelling en gebruik van spellinglijsten en / of regelkaarten zijn bij het schoolexamen niet toegestaan. Bij het schoolexamen bepaalt de school zelf in welke mate de spelling meeweegt bij de correctie. De correctievoorschriften gelden dan voor alle leerlingen. Een dyslectische leerling kan bij het eindexamen nooit meer dan één punt aftrek krijgen voor spelling en kan dit compenseren door tekstbegrip en andere essentiële taalvaardigheden. Bij het schoolexamen hetzelfde uitgangspunt te hanteren: niet meer dan één punt aftrek voor spelling op het totaal. De dyslectische leerling mag wel gebruikmaken van een tekstverwerker met spellingcontrole. Dit recht geldt voor alle eindexamenkandidaten, dus ook voor leerlingen zonder dyslexie. Bij eindexamens waar een woordenboek mag worden gebruikt, mag een digitaal woordenboek niet worden toegestaan. Gebruik van een leesliniaal en/of gekleurde liniaal tijdens het eindexamen indien dit tijdens het dyslexiegesprek met de dyslexiecoach is afgesproken, en de leerling er geruime tijd mee heeft geoefend. Dit ter vergroting van de letters van de eindexamenstof en betere focus op het eindexamen. De leidinggevende van school dient daar toestemming voor te geven. Scholen en schoolbesturen hebben een zorgplicht: aan alle leerlingen die worden aangemeld of staan ingeschreven en die extra ondersteuning nodig hebben, moet een passend onderwijsaanbod worden geboden. Dat betekent onder meer dat de school leerlingen adequaat moet compenseren voor de gevolgen van hun dyslexie, bijvoorbeeld door het gebruik van hulpmiddelen toe te staan. Wet gelijke behandeling: scholen zijn verplicht tot doeltreffende aanpassing als (de ouders van) een leerling met een beperking hierom (vragen) vraagt. Wel moet het gaan om een redelijk aanpassing die niet te belastend is (artikel 2). ORGANISATIE EN COMMUNICATIE: Ouders en school: Aan een goede samenwerking liggen een aantal voorwaarden ten grondslag. a. Beide partijen beseffen dat zij een gezamenlijk belang, eenzelfde doel voor ogen hebben. Het uiteindelijke doel is dat de leerling in de toekomst zelfstandig kan functioneren in de samenleving en daarbij zo min mogelijk hinder ondervindt van zijn dyslexie. Ouders en school gaan met elkaar in gesprek via mentorgesprekken, dyslexiegesprek met de dyslexiecoach(es) om een plan van aanpak op te stellen, ouderwerkgroep dyslexie, zo nodig met de zorgcoördinator/afdelingsleider B.E.B. bij ernstige problemen. b. De school nodigt ouders nadrukkelijk uit tot een actieve rol. Ouders kunnen op verschillende manieren een actieve rol spelen. Bijvoorbeeld in de ouderraad of medezeggenschapraad. De school kan ouders informeren over de ondersteuning die zij leerlingen met dyslexie biedt, over de keuzes die zijn gemaakt en de motivatie voor die keuzes. Daarbij kan gedacht worden aan de infoavond voor nieuwe leerlingen met dyslexie, de infoavond voor ouders van leerlingen uit groep 8, 12

de open dag, de voortgangsgesprekken, besprekingen op verzoek van de ouders, de ouderwerkgroep dyslexie. c. School en ouders zien elkaar als gelijkwaardige partners met elk hun eigen deskundigheid en verantwoordelijkheden. Dit komt tot uitdrukking in de erkenning van het gezamenlijke belang en respect voor elkaars opvattingen. De school heeft de professionele verantwoordelijkheid voor de school als leef-en leergemeenschap. Ouders zijn verantwoordelijk voor de opvoeding van hun kind. 13