T.H.J. Kramer Breweelsterweg 8 9978 TE HORNHUIZEN Datum : 26 januari 2018 Documentnr. : 2018-004878 Dossiernummer : K4132 Behandeld door : J. Benjamins Telefoonnummer : (050) 316 4350 Emailadres : loketvergunningen@provinciegroningen.nl Antwoord op : uw aanvraag vergunning Wet natuurbescherming Bijlage : 3 Onderwerp : Besluit vergunning Wet natuurbescherming Geachte heer, mevrouw Kramer, Hierbij zenden wij u het besluit op de aanvraag tot verlening van de vergunning Wet natuurbescherming voor uw melkrundveebedrijf aan de Breweelsterweg 8, 9978 TE in Hornhuizen. In verband met de inwerkingtreding van de Wet natuurbescherming per 1 januari 2017 wordt de procedure volgens de Wet natuurbescherming gevolgd. Dit betekent dat u direct een definitief besluit op uw aanvraag tot verlening van de vergunning Wet natuurbescherming ontvangt. Belanghebbenden kunnen gedurende de ter inzage termijn van het besluit een bezwaarschrift indienen. Het bezwaarschrift dient te worden gericht aan Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen, ter attentie van de Commissie Rechtsbescherming, Postbus 610, 9700 AP in Groningen. Meer informatie over het indienen van een bezwaarschrift kunt u lezen op de internetsite van de provincie Groningen. Het besluit kan tevens worden geraadpleegd via deze internetsite en is in te zien in het provinciehuis te Groningen. Het indienen van een bezwaarschrift schort de werking van dit besluit niet op. U kunt daarvoor een verzoek om voorlopige voorziening indienen. Meer informatie over het vragen van een voorlopige voorziening vindt u op www.rechtspraak.nl. De vergunning ligt ter inzage van 29 januari 2018 tot en met 11 maart 2018. Het besluit met de bijbehorende AERIUS-Registerbijlage en de technische tekening van de vergunde situatie doen wij u bijgaand toekomen. Aan deze procedure is het dossiernummer K4132 gekoppeld. U dient bij correspondentie dit nummer te vermelden. Hoogachtend, Gedeputeerde Staten van Groningen: Namens dezen: A.J. Hoogerwerf Hoofd van de afdeling Landelijke Gebied en Water Deze brief is elektronisch aangemaakt en daarom niet ondertekend. Martinikerkhof 12 Sint Jansstraat 4 Postbus 610 Telefoon www.provinciegroningen.nl 9712 JG Groningen 9712 JN Groningen 9700 AP Groningen 050 316 4911 info@provinciegroningen.nl De provincie Groningen werkt volgens normen die zijn vastgelegd in een handvest voor dienstverlening. Dit handvest vindt u op onze website of kunt u opvragen bij de afdeling Bestuur, Juridische Zaken & Communicatie: 050 3164160. BTW: NL0019.32.822.B01 / KvK: 01182023 / IBAN: NL84 ABNA 0446 0456 91 / BIC: ABNANL2A
GEDEPUTEERDE STATEN VAN DE PROVINCIE GRONINGEN Groningen, 24 januari 2018 Dossiernr. : K4132 Documentnr. : 2018-004876 Verzonden : 26 januari 2018 Besluit Wet natuurbescherming Naar aanleiding van het verzoek van de heer J. Oude Hengel van For Farmers FarmConsult, ontvangen op 28 oktober 2016 namens T.H.J. Kramer, en de aanvulling op de aanvraag van 21 november 2017, geregistreerd met dossiernummer K4132, besluiten wij: I. gelet op de bepalingen van hoofdstuk 2, paragraaf 2.3 van de Wet natuurbescherming (hierna: Wnb), hoofdstuk 2 van het Besluit natuurbescherming, hoofdstuk 2 van de Regeling natuurbescherming, hoofdstuk 2 van de Verordening natuurbescherming provincie Groningen en de Groninger beleidsregels een vergunning te verlenen op grond van artikel 2.7, tweede lid van de Wnb aan: T.H.J. Kramer Breweelsterweg 8 9978 TE HORNHUIZEN voor de activiteit: in werking hebben en uitbreiden/wijzigen van een melkrundveebedrijf op de locatie: Breweelsterweg 8 9978 TE HORNHUIZEN voor onbepaalde tijd Wij verwijzen u naar de bijlage 'Overwegingen bij Besluit' voor nadere motivering. Verder besluiten wij: II de hiervoor benodigde ontwikkelingsruimte volgens de AERIUS-Registerbijlage bij dit besluit, toe te kennen in AERIUS-Register.
III de volgende bijlagen deel uit te laten maken van dit besluit: 1. voorschriften 2. overwegingen bij besluit 3. AERIUS-Registerbijlage kenmerk RcPF95Sdraoz (als separaat PDF-document bijgevoegd) 4. plattegrondtekening Wnb-aangevraagde situatie (als separaat PDF-document bijgevoegd) Bezwaar Belanghebbenden kunnen binnen zes weken na verzenddatum van dit besluit een bezwaarschrift indienen. Het bezwaarschrift kan worden gericht aan Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen, ten aanzien van de Commissie Rechtsbescherming, Postbus 610, 9700 AP Groningen. Meer informatie over het indienen van een bezwaarschrift kunt u vinden op de internetsite van de provincie Groningen. Het besluit kan tevens worden geraadpleegd via deze internetsite en is in te zien in het provinciehuis te Groningen. Het indienen van een bezwaarschrift schort de werking van dit besluit niet op. U kunt daarvoor een verzoek om voorlopige voorziening indienen. Meer informatie over het vragen van een voorlopige voorziening vindt u op www.rechtspraak.nl. Hoogachtend, Gedeputeerde Staten van Groningen namens dezen: A.J. Hoogerwerf Hoofd van de afdeling Landelijk Gebied en Water Dit besluit is elektronisch aangemaakt en daarom niet ondertekend. Een afschrift van dit besluit is digitaal verzonden naar: - Aanvrager; t.h.j.kramer@live.nl - For Farmers FarmConsult, de heer J. Oude Hengel; jan.oudehengel@forfarmers.eu - Burgemeester en wethouders van gemeente De Marne; omgevingsvergunning@demarne.nl - Gedeputeerde Staten van provincie Fryslân; nb-wet@fryslan.nl
Voorschriften Aan deze vergunning is het volgende voorschrift verbonden: 1. De activiteit waarvoor ontwikkelingsruimte is dient binnen twee jaar, na het onherroepelijk worden van deze vergunning Wet natuurbescherming volledig te zijn gerealiseerd dan wel te zijn verricht.
Overwegingen bij Besluit Gebiedsbescherming Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) Besluit van GEDEPUTEERDE STATEN VAN GRONINGEN op het verzoek van T.H.J. Kramer Breweelsterweg 8, 9978 TE in Hornhuizen, hierna te noemen aanvrager, van 28 oktober 2016 om een vergunning in het kader van de Wet natuurbescherming, hierna de Wnb. Aanvraag en procedureverloop De aanvraag voorziet in een uitbreiding/wijziging ten opzichte van het hoogst feitelijke gebruik, in de referentieperiode 1 januari 2012 tot en met 31 december 2014. In de Wnb-aangevraagde situatie worden 130 melk- en kalfkoeien ouder dan 2 jaar, 86 stuks vrouwelijk jongvee tot 2 jaar, 2 vleeskalveren tot circa 8 maanden en 2 fokstieren ouder dan 2 jaar in de bestaande stallen gehuisvest De dieren worden traditioneel gehuisvest met een overig huisvestingssysteem. Er vindt geen nieuw- en/of aanbouw plaats en er worden geen emissiearme stalsystemen toegepast. Op 1 september 2017 is een nieuwe versie van AERIUS geïmplementeerd. Deze versie, AERIUS versie 2016L, is in de plaats gekomen van AERIUS versie 2016. Hierdoor veranderen mogelijk de uitkomsten van de berekening en zodoende de in dit besluit genoemde waarden ten opzichte van de aanvraag. In dit besluit is de berekening van de nieuwste versie van AERIUS 2016L betrokken. Op grond van artikel 1.3 van de Wnb zijn wij bevoegd om op de aanvraag te beslissen, omdat de bedrijfslocatie van de aangevraagde activiteit binnen de provincie Groningen is gelegen. Op grond van artikel 1.3, derde lid Wnb, hebben wij een concept van het besluit naar de colleges van gedeputeerde staten van de provincies Drenthe en Fryslân gestuurd, waarbij wij de colleges hebben verzocht om in te stemmen met het voorliggend besluit. Indien niet binnen 4 weken is gereageerd, is automatisch ingestemd met dit besluit, in overeenstemming met het door alle provincies vastgestelde beleid. Voor de beoordeling van de aanvraag zijn de volgende stukken gebruikt: aanvraagformulier met ondertekening 26 oktober 2016; machtigingsformulier met ondertekening 9 juni 2016; bezoekverslag milieu met controledatum 7 juni 2012 in combinatie met brief gemeente De Marne met verzenddatum 11 juni 2012 met kenmerk C-2012-0154-01; brief gemeente De Marne d.d. 10 november 2017 met kenmerk JSB/; Gecombineerde Opgave 2013; plattegrondtekening Wnb-aangevraagde situatie; AERIUS-berekening Wnb-aangevraagde situatie; AERIUS-berekening verschil tussen de hoogst feitelijke situatie en Wnb-aangevraagde situatie. Op 26 oktober 2017 is aanvrager per e-mail en op 23 november 2017 bij brief om aanvullende stukken verzocht. De aanvullende stukken zijn op 21 november 2017 ontvangen. Na ontvangst van de aanvullende gegevens was de aanvraag ontvankelijk. De aanvraag is nog niet getoetst aan het soortendeel van de Wnb. Mogelijk is er ook nog een ontheffing nodig vanwege de verbodsbepalingen voor beschermde soorten uit de Wnb. Indien dit het geval is, dient aanvrager deze ook bij GEDEPUTEERDE STATEN VAN GRONINGEN aan te vragen.
Wettelijk kader - Wet natuurbescherming Artikel 2.7, tweede lid Wnb heeft betrekking op de vergunningplicht in verband met Natura 2000-gebieden (habitat- en vogelrichtlijngebieden). Op grond van artikel 2.7, tweede lid Wnb is het verboden zonder vergunning van Gedeputeerde Staten, projecten of andere handelingen uit te voeren die, gelet op de instandhoudingsdoelstellingen, de kwaliteit van de natuurlijke habitats en de habitats van soorten in een Natura 2000-gebied kunnen verslechteren of een significant verstorend effect kunnen hebben op de soorten waarvoor het gebied is aangewezen. Programma Aanpak Stikstof Dit programma is een instrument om Natura 2000-doelstellingen te realiseren en tegelijk ruimte te scheppen voor bestaande en nieuwe economische ontwikkelingen. De aanpak voorziet er in dat telkens voor een periode van zes jaar een programma wordt vastgesteld, dat concrete maatregelen bevat om de stikstofdepositie terug te dringen, negatieve effecten van stikstof te voorkomen en waar nodig natuurherstel te realiseren. Het vastgestelde PAS 2015-2021 bevat daartoe landelijke brongerichte maatregelen waarmee de emissie van stikstof wordt gereduceerd en worden gebiedsspecifieke natuurherstelmaatregelen getroffen waarmee de veerkracht van de Natura 2000-gebieden wordt verbeterd. Op 14 april 2015 hebben wij ingestemd met de PAS 2015-2021. Het PAS 2015-2021 is passend beoordeeld. In deze passende beoordeling is getoetst of uitvoering van het programma geen risico vormt voor de instandhoudingsdoelstellingen van individuele Natura 2000- gebieden, opgenomen binnen de PAS. De passende beoordeling bestaat uit een generiek deel (bronmaatregelen, monitoring, etc.) en uit gebiedsanalyses, die de ecologische onderbouwing vormen dat met het programma de stikstofgevoelige Natura 2000-doelstellingen (op termijn) gerealiseerd kunnen worden én er ontwikkelingsruimte beschikbaar is voor economische ontwikkelingen. In de gebiedsanalyses is verzekerd dat door de uitvoering van een gebalanceerd en robuust pakket aan herstelmaatregelen, er in de 1e programma periode geen verslechtering optreedt van alle stikgevoelige habitattypen en habitats van soorten. Bij deze beoordeling is uitgegaan van de achtergrondwaarde van 2014. In deze achtergrondwaarde zijn alle voor de aanvang van het programma feitelijke emissies verdisconteerd, zoals blijkt uit de grootschalige concentratie en depositiekaarten Nederland (GCN en GDN).Deze emissies hebben al voor de aanvang van het programma plaatsgevonden en hebben als uitgangspunt gediend voor de passende beoordeling. De conclusie van de passende beoordeling van het PAS 2015-2021 is dat kan worden uitgesloten dat de natuurlijke kenmerken van de in het programma opgenomen Natura 2000- gebieden worden aangetast. Groningse Beleidsregels Gedeputeerde Staten van Groningen hebben bij besluit van 14 april 2015 voor het toedelen van de vrij beschikbare ontwikkelingsruimte (segment 2) aan projecten en andere handelingen beleidsregels vastgesteld. Provincies hebben een gezamenlijke set van beleidsregels vastgesteld voor de verdeling van de vrij beschikbare ontwikkelingsruimte. Deze hebben tot doel om de toedeling van ontwikkelingsruimte eenvoudig en eerlijk uit te voeren. Verder voorkomen deze regels dat enkele aanvragers in één keer de beschikbare ontwikkelingsruimte verbruiken. Bovendien moeten ze voorkomen dat er ongelijkheid ontstaat tussen provincies. Aanvragen worden verder getoetst aan de volgende beleidsregels: 1. Per PAS-programmaperiode wordt bij een toestemmingsbesluit aan een activiteit niet meer dan 3 mol stikstof per hectare per jaar aan ontwikkelingsruimte toegedeeld. Voor landbouw, industrie, infrastructuur of voor het gebruik van gemotoriseerd voertuigen voor wedstrijden geldt deze waarde in cumulatie met eerdere gemelde of vergunde activiteiten voor hetzelfde bedrijf binnen één PASprogrammaperiode.
2. Het project of de andere handeling waarvoor ontwikkelingsruimte is toegedeeld dient binnen twee jaar, na het onherroepelijk worden van het toestemmingsbesluit waarbij de ontwikkelingsruimte is toegedeeld, te zijn gerealiseerd onderscheidenlijk verricht. Na twee jaar kunnen Gedeputeerde Staten het door hen hiervoor vastgestelde toestemmingsbesluit (al dan niet gedeeltelijk) intrekken of wijzigen of, indien het om een omgevingsvergunning gaat, burgemeester en wethouders verzoeken het toestemmingsbesluit (al dan niet gedeeltelijk) in te trekken of wijzigen. 3. Voor de toedeling van ontwikkelingsruimte geldt de volgorde van ontvangst van een volledige en ontvankelijke aanvraag. Bij binnenkomst via de post geldt het tijdstip van 12.00 uur. Voor dit bedrijf is niet eerder een vergunning dan wel een verklaring van geen bedenkingen (hierna vvgb) op grond van de Wnb verleend dan wel een melding op grond van de PAS gedaan. Bepalen vergunningplicht Uit de bij de aanvraag ingediende AERIUS-berekening van de beoogde situatie volgt dat er gebieden zijn waar de depositie boven de grenswaarde ligt. In de AERIUS Register-bijlage bij dit besluit zijn alle gebieden vermeld met een depositie boven de 0,05 mol/ha/jaar. De door de activiteit beoogde situatie heeft geen effecten op stikstofgevoelige leefgebieden. De door de activiteit beoogde depositie is vergunningplichtig voor de volgende Natura 2000-gebieden: Waddenzee Duinen Schiermonnikoog Vaststellen van de feitelijk door de bestaande activiteit veroorzaakte stikstofdepositie Artikel 2.4, vijfde en zevende lid van de Regeling Natuurbescherming vormt de grondslag voor de bepaling van de feitelijk veroorzaakte stikstofdepositie. Dit betreft de stikstofdepositie die in de periode van 1 januari 2012 tot en met 31 december 2014 ten hoogste werd veroorzaakt als gevolg van hetgeen daadwerkelijk plaatsvond binnen de kaders van een omgevingsvergunning voor een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onderdeel e of i van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht of een vergunning of melding krachtens de Wet milieubeheer of Hinderwet. De feitelijke situatie van het bedrijf waarop de aanvraag van toepassing is, is op de volgende wijze aangetoond: aanvrager heeft de Gecombineerde Opgave 2013 met feitelijke dieraantallen van 1 mei 2013 aangeleverd. Wij zijn van oordeel dat met het verstrekken van dit document de hoogst feitelijke situatie afdoende is aangetoond voor de locatie Breweelsterweg 8 in Hornhuizen. De hoogst feitelijke veestapel bestaat uit 118 melk- en kalfkoeien ouder dan 2 jaar, 84 stuks vrouwelijk jongvee tot 2 jaar, 2 vleeskalveren tot circa 8 maanden, 1 vleesstier van circa 8 tot 24 maanden en 1 fokstier ouder dan 2 jaar. De totale ammoniakemissie van de hoogst feitelijke veestapel bedraagt 1.922,1 kg per jaar, uitgaande van een traditionele huisvesting met een overig huisvestingssysteem. Op 1 januari 2015 viel het bedrijf van aanvrager onder de werkingssfeer van het Besluit landbouw milieubeheer. Dit blijkt uit een brief van de gemeente De Marne d.d. 10 november 2017 met kenmerk JSB/, waarin de gemeente aangeeft dat destijds maximaal 200 melk- en kalfkoeien ouder dan 2 jaar met bijbehorend vrouwelijk jongvee tot 2 jaar mocht worden gehouden. Hieruit kan worden afgeleid dat het bedrijf van aanvrager destijds onder de werkingssfeer van het Besluit landbouw milieubeheer viel. Daarnaast heeft aanvrager het bezoekverslag milieu van 7 juni 2012 in samenhang met de brief van de gemeente De Marne in verband met de milieucontrole van 7 juni 2012 met feitelijke dieraantallen op die datum aangeleverd. Nu een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onderdeel e of i van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht of een vergunning of melding krachtens de Wet milieubeheer of Hinderwet, geldend op 1 januari 2015, ontbreekt bij de gemeente De Marne, zijn wij van mening dat aanvrager het met eerdergenoemde documenten voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat het bedrijf op 1 januari 2015 onder de werkingssfeer van het Besluit landbouw milieubeheer viel. Voor de gemelde situatie gaat aanvrager uit van 110 melk- en kalfkoeien ouder dan 2 jaar en 65 stuks vrouwelijk jongvee tot 2 jaar, afgeleid van het bezoekverslag milieu van 7 juni 2012. Nu dit aantal lager is dan het maximale aantal van 200 melk- en kalfkoeien ouder dan 2 jaar en 140 stuks vrouwelijk jongvee tot 2 jaar, gaan wij akkoord hiermee.
De totale ammoniakemissie van de hoogst feitelijke veestapel bedraagt 1.716,0 kg per jaar, uitgaande van een traditionele huisvesting met een overig huisvestingssysteem. Omdat de feitelijke situatie hoger was dan de milieu-situatie op 1 januari 2015, is aanvrager in de AERIUS-verschilberekening, die onderdeel uitmaakt van de aanvraag, uitgegaan van de milieu-situatie op 1 januari 2015 als uitgangssituatie. Deze uitgangssituatie is weergegeven in de hiernavolgende tabel 1 en situatie 1 van de AERIUS- Registerbijlage. Tabel 1 bestaande situatie, Breweelsterweg 8 in Hornhuizen Diersoort Rav-categorie Aantal (stalnr ) NH 3-emissiefactor 1 Totaal NH 3- emissie kg/jr Melk- en kalfkoeien ouder dan 2 jaar, overig huisvestingssysteem A 1.100 110 (ligboxenstal) 13,0 1.430,0 Vrouwelijk jongvee tot 2 jaar, overig huisvestingssysteem A 3.100 16 (ligboxenstal) 4,4 70,4 Vrouwelijk jongvee tot 2 jaar, overig huisvestingssysteem A 3.100 49 (jongveestal) 4,4 215,6 Totaal 1.716,0 Beoogde situatie in aanvraag De aangevraagde situatie vergunning Wnb komt overeen met de hiernavolgende tabel 2 en situatie 2 van de AERIUS-Registerbijlage. Tabel 2 beoogde situatie, Breweelsterweg 8 in Hornhuizen Diersoort Rav-categorie Aantal (stalnr ) NH 3-emissiefactor Totaal NH 3- emissie kg/jr Melk- en kalfkoeien ouder dan 2 jaar, overig huisvestingssysteem A 1.100 126 (ligboxenstal) 13,0 1.638,0 Melk- en kalfkoeien ouder dan 2 jaar, overig huisvestingssysteem A 1.100 4 (jongveestal) 13,0 52,0 Vrouwelijk jongvee tot 2 jaar, overig huisvestingssysteem A 3.100 86 (jongveestal) 4,4 378,4 Vleeskalveren tot circa 8 maanden, overig huisvestingssysteem A 4.100 2 (jongveestal) 3,5 7,0 Fokstieren en overig rundvee ouder dan 2 jaar, overig huisvestingssysteem A 7.100 2 (jongveestal) 6,2 12,4 Totaal 2.087,8 Vaststellen overige effecten Gezien de afstand van circa 2.400 meter tot het dichtstbijzijnde Natura 2000-gebied Waddenzee, zijn er naast de effecten van stikstof geen andere effecten op Natura 2000-gebieden. 1 Er is in tabel 1 en 2 gerekend met de meest recente emissiefactoren van de Regeling ammoniak en veehouderij
Effecten op Natura 2000-gebieden in Duitsland De gewenste bedrijfsontwikkeling heeft ook invloed op Natura 2000-gebieden in Duitsland. Voor de beoordeling van de toename sluiten wij aan bij de Duitse beoordelingssystematiek, zoals deze is opgenomen in het Programma Aanpak Stikstof. De Duitse overheid oordeelt dat er geen sprake is van een negatief effect als de toename van stikstofdepositie lager is dan 3,5 mol N/ha/jaar. De toename in de aangevraagde situatie veroorzaakt op geen enkel habitat op Duits grondgebied een stikstofdepositie die deze grenswaarde overschrijdt (zie AERIUS-Registerbijlage). Nadere toetsing van effecten op Natura 2000- gebieden op Duits grondgebied is hierdoor niet nodig. Conclusie Op grond van de hiervoor aangegeven beoordeling, concluderen wij dat de aangevraagde activiteit: gelet op de instandhoudingsdoelstellingen, niet kan leiden tot verslechtering van de kwaliteit van de natuurlijke habitats en habitats van soorten in Natura 2000-gebieden en geen significant verstorend effect kan hebben op de soorten waarvoor deze gebieden zijn aangewezen; gelet op de afstand tot Natura 2000-gebieden, er geen sprake is van overige effecten, anders dan stikstof; geen negatief effect heeft op Duitse Natura 2000-gebieden; geen negatief effect heeft op leefgebieden. Op basis van onze beoordeling, zijn er geen belemmeringen om de gevraagde Wnb-vergunning te verlenen. Eindconclusie De aanvraag past binnen de wettelijke regels en de Groningse beleidsregels en is derhalve aangeboden aan AERIUS Register. Uit de AERIUS-Registerbijlage blijkt dat er voldoende ontwikkelingsruimte beschikbaar is om de aangevraagde situatie te verlenen. Op 8 augustus 2017 is de gewenste ontwikkelingsruimte in AERIUS Register. Bijlagen (als separate documenten bijgevoegd): AERIUS-Registerbijlage, kenmerk RcPF95Sdraoz plattegrondtekening Wnb-aangevraagde situatie
Dit document is een bijlage bij het toestemmingsbesluit als bedoeld in artikel 2.7 eerste lid, van het Besluit natuurbescherming. Bijlage, Vergunningaanvraag Kenmerken Samenvatting emissies Depositieresultaten Gedetailleerde emissiegegevens Verdere toelichting over deze PDF kunt u vinden in een bijbehorende leeswijzer. Deze leeswijzer en overige documentatie is te raadplegen via: www.aerius.nl en pas.natura2000.nl. pagina 1/11
Contact Rechtspersoon Inrichtingslocatie T.H.J. Kramer Breweelsterweg 8, 9978 TE Hornhuizen Activiteit Omschrijving AERIUS kenmerk Bevoegd gezag - RcPF95Sdraoz Provincie Groningen Datum berekening Rekenjaar 08 augustus 2017, 19:01 2016 Sector Deelsector Landbouw Stalemissies Totale emissie Situatie 1 Situatie 2 Verschil NOx - - - NH3 1.716,00 kg/j 2.087,80 kg/j 371,80 kg/j Resultaten Hectare met hoogste verschil (mol/ha/j) Toelichting Natuurgebied Verschil Waddenzee + 0,24 (+ 0,02) Verschilberekening - pagina 2/11
Locatie Situatie 1 Emissie Situatie 1 Bron Sector Emissie NH3 Emissie NOx Stal 1 Landbouw Stalemissies 1.500,40 kg/j - Stal 2 Landbouw Stalemissies 215,60 kg/j - - pagina 3/11
Locatie Situatie 2 Emissie Situatie 2 Bron Sector Emissie NH3 Emissie NOx Stal 1 Landbouw Stalemissies 1.638,00 kg/j - Stal 2 Landbouw Stalemissies 449,80 kg/j - - pagina 4/11
Resultaten PASgebieden (mol/ha/j) Natuurgebied Hectare met hoogste verschil Situatie 1 Situatie 2 Verschil * Waddenzee 1,22 1,46 + 0,24 (+ 0,02) beschikbaar? Duinen Schiermonnikoog 0,13 0,16 + 0,03 beschikbaar Geen ontwikkelingsruimte beschikbaar * Als de hoogste depositietoename plaatsvindt op een hexagoon waar géén sprake is van een (naderende) stikstofoverbelasting, dan is de hoogste toename op een hexagoon met wel een (naderende) stikstofoverbelasting tussen haakjes aangegeven. - pagina 5/11
Resultaten per habitattype (mol/ha/j) Waddenzee Habitattype Hectare met hoogste verschil Situatie 1 Situatie 2 Verschil * beschikbaar? H1330A Schorren en zilte graslanden (buitendijks) 1,22 1,46 + 0,24 (+ 0,02) H1320 Slijkgrasvelden 1,09 1,31 + 0,21 (+ 0,02) H1310A Zilte pionierbegroeiingen (zeekraal) 0,76 0,91 + 0,15 (+ 0,02) H1310B Zilte pionierbegroeiingen (zeevetmuur) 0,11 0,13 + 0,02 H2120 Witte duinen 0,11 0,13 + 0,02 H2130A Grijze duinen (kalkrijk) 0,11 0,13 + 0,02 H2110 Embryonale duinen 0,11 0,13 + 0,02 H2160 Duindoornstruwelen 0,11 0,13 + 0,02 H2190B Vochtige duinvalleien (kalkrijk) 0,11 0,13 + 0,02 - pagina 6/11
Duinen Schiermonnikoog Habitattype Hectare met hoogste verschil Situatie 1 Situatie 2 Verschil * beschikbaar? ZGH2180Abe Duinbossen (droog), berken-eikenbos 0,13 0,16 + 0,03 ZGH2160 Duindoornstruwelen 0,13 0,16 + 0,03 H2180B Duinbossen (vochtig) 0,13 0,16 + 0,03 H2170 Kruipwilgstruwelen 0,13 0,16 + 0,03 ZGH2130B Grijze duinen (kalkarm) 0,13 0,15 + 0,03 H9999:6 Habitattype onbekend/onzeker KDW op basis meest kritische aangewezen type (H2130B;H2130C;H2130B;H2130C) 0,12 0,15 + 0,03 H2190C Vochtige duinvalleien (ontkalkt) 0,12 0,15 + 0,03 ZGH2180B Duinbossen (vochtig) 0,12 0,15 + 0,03 H2190B Vochtige duinvalleien (kalkrijk) 0,12 0,15 + 0,03 H2130C Grijze duinen (heischraal) 0,12 0,14 + 0,02 ZGH2190C Vochtige duinvalleien (ontkalkt) 0,12 0,14 + 0,02 H2190Aom Vochtige duinvalleien (open water), oligo- tot mesotrofe vormen 0,10 0,13 + 0,02 ZGH2120 Witte duinen 0,10 0,12 + 0,02 ZGH2170 Kruipwilgstruwelen 0,10 0,12 + 0,02 H6410 Blauwgraslanden 0,10 0,12 + 0,02 ZGH2180C Duinbossen (binnenduinrand) 0,09 0,11 + 0,02 - pagina 7/11
Habitattype Hectare met hoogste verschil Situatie 1 Situatie 2 Verschil * beschikbaar? H1330A Schorren en zilte graslanden (buitendijks) 0,09 0,10 + 0,02 ZGH2130A Grijze duinen (kalkrijk) 0,07 0,08 + 0,01 ZGH2190B Vochtige duinvalleien (kalkrijk) 0,07 0,08 + 0,01 H1310B Zilte pionierbegroeiingen (zeevetmuur) 0,06 0,07 + 0,01 beschikbaar Geen ontwikkelingsruimte beschikbaar * Als de hoogste depositietoename plaatsvindt op een hexagoon waar géén sprake is van een (naderende) stikstofoverbelasting, dan is de hoogste toename op een hexagoon met wel een (naderende) stikstofoverbelasting tussen haakjes aangegeven. - pagina 8/11
Emissie (per bron) Situatie 1 Naam Stal 1 Locatie (X,Y) 219195, 599868 Uitstoothoogte 8,5 m Warmteinhoud 0,000 MW NH3 1.500,40 kg/j Dier RAV code Omschrijving Aantal dieren Stof Emissiefactor (kg/dier/j) Emissie A 1.100 overige huisvestingssystemen (Rundvee; melk- en kalfkoeien ouder dan 2 jaar) (Overig) 110 NH3 13,000 1.430,00 kg/j A 3.100 overige huisvestingssystemen (Rundvee; vrouwelijk jongvee tot 2 jaar) (Overig) 16 NH3 4,400 70,40 kg/j Naam Stal 2 Locatie (X,Y) 219228, 599848 Uitstoothoogte 2,0 m Warmteinhoud 0,000 MW NH3 215,60 kg/j Dier RAV code Omschrijving Aantal dieren Stof Emissiefactor (kg/dier/j) Emissie A 3.100 overige huisvestingssystemen (Rundvee; vrouwelijk jongvee tot 2 jaar) (Overig) 49 NH3 4,400 215,60 kg/j - pagina 9/11
Emissie (per bron) Situatie 2 Naam Stal 1 Locatie (X,Y) 219195, 599868 Uitstoothoogte 8,5 m Warmteinhoud 0,000 MW NH3 1.638,00 kg/j Dier RAV code Omschrijving Aantal dieren Stof Emissiefactor (kg/dier/j) Emissie A 1.100 overige huisvestingssystemen (Rundvee; melk- en kalfkoeien ouder dan 2 jaar) (Overig) 126 NH3 13,000 1.638,00 kg/j Naam Stal 2 Locatie (X,Y) 219228, 599848 Uitstoothoogte 2,0 m Warmteinhoud 0,000 MW NH3 449,80 kg/j Dier RAV code Omschrijving Aantal dieren Stof Emissiefactor (kg/dier/j) Emissie A 3.100 overige huisvestingssystemen (Rundvee; vrouwelijk jongvee tot 2 jaar) (Overig) 86 NH3 4,400 378,40 kg/j A 1.100 overige huisvestingssystemen (Rundvee; melk- en kalfkoeien ouder dan 2 jaar) (Overig) 4 NH3 13,000 52,00 kg/j A 4.100 overige huisvestingssystemen (Rundvee; vleeskalveren tot circa 8 maanden) (Overig) 2 NH3 3,500 7,00 kg/j A 7.100 overige huisvestingssystemen (Rundvee; fokstieren en overig rundvee ouder dan 2 jaar ) (Overig) 2 NH3 6,200 12,40 kg/j - pagina 10/11
Disclaimer Rekenbasis De initiatiefnemer is zelf verantwoordelijk voor de kwaliteit van de projectinvoer en de aanvraag wordt getoetst door het bevoegd gezag. De eigenaar van AERIUS aanvaardt geen aansprakelijkheid voor de inhoud van de door de gebruiker aangeboden informatie. AERIUS is een geregistreerd handelsmerk in Europa. Alle rechten die niet expliciet worden verleend, zijn voorbehouden. Deze berekening is tot stand gekomen op basis van: AERIUS Database versie 2016.1_20170808_342ea81cfa versie 2016.1_20170808_342ea81cfa Voor meer informatie over de gebruikte methodiek en data zie: https://www.aerius.nl/nl/factsheets/uitleg - pagina 11/11