CVDR. Nr. CVDR617411_1. Parkeerverordening 2018

Vergelijkbare documenten
AFDELING II. PLAATSEN VOOR VERGUNNINGHOUDERS, VERGUNNINGEN EN VERGUNNINGBEWIJZEN

Parkeerverordening. C!! emborg

Parkeerverordening 2013

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 12 maart 2013;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 6 november 2018;

Verordening op het gebruik van parkeerplaatsen en de verlening van vergunningen voor het parkeren

VERORDENING op het gebruik van parkeerplaatsen en de verlening van vergunningen voor het parkeren Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling

Verordening op het parkeren 2007

RIS PARKEERVERORDENING BOXMEER 2015 GEMEENTE BOXMEER. 2 december (Vastgesteld door de gemeenteraad op 29 januari 2015)

Verordening op het gebruik van parkeerplaatsen en de verlening van vergunningen en ontheffingen voor het parkeren (Parkeerverordening 2007)

Gemeenteblad van Zaltbommel 2009 Nr. 4.13

Gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 2a van de Wegenverkeerswet 1994;

gezien het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders van 3 oktober 2006, Nr. SO/2006/5545;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 22 november 2016;

Parkeerverordening 2013

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 10 september 2013, raadsvoorstelnummer 2013/073/1; Parkeerverordening 2014.

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 14 april 2015, nr. RVB ; BESLUIT: PARKEERVERORDENING 2015

op voorstel van het college van de gemeente Lelystad d.d. 15 november 2016;

gelet op artikel 147 van de Gemeentewet en artikel 2a van de Wegenverkeerswet, B E S L U I T:

Datum: 6 oktober 2014 Portefeuillehouder: wethouder Horst

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 2 december 2016;

PARKEERVERORDENING AMSTELVEEN 2013

AFDELING I DEFINITIES EN BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN

Verordening op het gebruik van parkeerplaatsen en de verlening van vergunningen voor het parkeren (PARKEERVERORDENING 2016)

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Delft houdende regels omtrent parkeerregulering en parkeerbelasting Parkeerverordening Delft 2018

Parkeerverordening 2017

Parkeerverordening Venray 2016

Verordening op gebruik van parkeerplaatsen en verlening van parkeervergunningen 2017.

GEMEENTEBLAD. Nr Parkeerverordening 2014 gemeente Alkmaar AFDELING I. DEFINITIES EN BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN. 13 januari 2014

Gelet op artikel 149 van de gemeentewet en artikel 2a van de Wegenverkeerswet besluit de Raad van de gemeente Gooise Meren:

Verordening op het gebruik van parkeerplaatsen en de verlening van

Vaststellen verordening parkeerbelasting 2014 (inclusief tarieven) Registratienummer: GF

ONTHEFFINGSREGELING BLAUWE ZONE LEIDEN

Gemeente Zeist - Parkeerverordening Zeist 2016

Verordening op de heffing en invordering van parkeerbelasting gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van ;

GEMEENTEBLAD. Nr Parkeerverordening Delft 2017

De raad van de gemeente Valkenswaard in zijn openbare vergadering van 16 december 2009;

Wethouder Ruimtelijke ontwikkeling, grondbedrijf en verkeer

Parkeerverordening 2016

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 15 november 2016;

GEMEENTEBLAD. Nr Verordening parkeerbelastingen december Officiële uitgave van gemeente Tilburg.

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 24 november 2015;

Verordening van de gemeenteraad van Heerlen houdende het gebruik van parkeerplaatsen en de verlening van vergunningen voor het parkeren.

Concept Verordening parkeerregulering en parkeerbelastingen Rijswijk

GEMEENTEBLAD. Nr Parkeerverordening december Officiële uitgave van gemeente Hoorn. Zaaknummer:

Verordening op het gebruik van parkeerplaatsen en de verlening van vergunningen voor het parkeren

Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg XE Steenwijk Steenwijk, Nummer voorstel: 2014/56

VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN PARKEERBELASTINGEN

Parkeerverordening

Parkeerverordening 2014 gemeente IJsselstein Gemeenteraad mobiliteit. Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onderwerp: Tarieven gemeentelijke belastingen en heffingen 2012 (parkeerbelasting) Registratienummer: GF

heeft het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 24 september 2009, sector SOB/RO (nr ) gelezen;

Verordening parkeerregulering en parkeerbelastingen 2016

Verordening op de heffing en invordering van parkeerbelastingen 2014

Gemeente Woerden. Parkeerverordening (Verordening op het gebruik van parkeerplaatsen en de verlening van parkeervergunningen 2012)

VERORDENING op het gebruik van parkeerplaatsen en de verlening van vergunningen voor het parkeren

Parkeerverordening IJsselstein 2014-I

Verordening op de heffing en de invordering parkeerbelastingen 2018

Raadsvergaderi ng d.d. I 1 Z DECjrJ 13! Confonn/g;.mendee. ci _ :

Opmerkingen m.b.t. de regeling Verordening op het gebruik van parkeerplaatsen en de verlening van vergunningen voor het parkeren.

Verordening parkeerregulering en parkeerbelastingen 2015

Verordening parkeerregulering en parkeerbelastingen 2017

gelezen het voorstel nummer RVO van het college van burgemeester en wethouders van 16 september 2014;

Parkeerverordening Gemeente Gorinchem 2015

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 17 december 2013;

Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen gemeente Veendam

R-MRM/2015/649 BELEIDSREGELS PARKEREN BOXMEER 2015 GEMEENTE BOXMEER. 3 maart (Vastgesteld door B&W op 3 maart 2015)

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 15 november 2011;

Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2019

Verordening op het gebruik van parkeerplaatsen en de verlening van vergunningen voor het parkeren vastgesteld

Raadsstuk. Onderwerp: Wijziging Verordening parkeerbelastingen 2013 Reg.nummer: 99630

Gemeente Zeist Verordening parkeerbelastingen Zeist 2016

Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2016

Verordening parkeerbelastingen

Aanpassing Ontheffingsregeling blauwe zone Leiden

Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2016

BESLUIT: VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN PARKEERBELASTINGEN

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Houten, nr. BWV gelezen en besluit;

Raadsbesluit 2014/.Ö?.5.(

VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN PARKEERBELASTINGEN VEERSE MEERGEBIED II NOORD-BEVELAND 2015

Verordening op de heffing en invordering van parkeerbelastingen Amstelveen 2016

Verordening op de heffing en invordering van Parkeerbelastingen 2018

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 22 augustus 2017, nr ,

Onderwerp : Vaststellen Verordening parkeerregulering en parkeerbelastingen 2012

Beleidsregels voor en ten behoeve van parkeren in de blauwe zones Hengelo 2016

Verordening op de heffing e n invordering van parkeerbelastingen

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders met nummer ; besluit :

heeft het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 27 oktober 2015, DIR.SO.VV (nr ) gelezen;

Beleidsregels ontheffingsverlening parkeerschijfzone kernwinkelgebied Raalte

Onderwerp : Verordening parkeerbelastingen De raad van de gemeente Beverwijk;

VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN PARKEERBELASTINGEN 2018

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder: a. RVV 1990: het Reglement verkeersregels en verkeerstekens van 26 juli 1990 Stb.

VERORDENING op de heffing en de invordering van parkeer belas tingen

Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen

gelet op het bepaalde in artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 2a. van de Wegenverkeerswet 1994;

Transcriptie:

CVDR Officiële uitgave van Haarlemmerliede en Spaarnwoude. Nr. CVDR617411_1 4 februari 2019 Parkeerverordening 2018 De raad van de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 8 oktober 2018 nummer 2018.0061864; gelet op artikel 149 van de Gemeentewet, artikel 2a van de Wegenverkeerswet en artikel 87 van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990; besluit: vast te stellen de Verordening op het gebruik van parkeerplaatsen en de verlening van vergunningen en ontheffingen voor het parkeren Haarlemmerliede en Spaarnwoude 2018 (Parkeerverordening Haarlemmerliede en Spaarnwoude 2018) Paragraaf 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsomschrijvingen In deze verordening wordt verstaan onder: 1. RVV 1990: het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990; 2. motorvoertuigen: hetgeen daaronder wordt verstaan in het RVV 1990 met inbegrip van brommobielen, zoals bedoeld in artikel 1 onder ia van het RVV 1990, met uitzondering van woonwagen, kampeerwagen, caravan, camper, magazijnwagen, aanhangwagen, keetwagen, tractor, landbouwvoertuig of ander voertuig dat voor recreatie of anderszins voor andere dan verkeersdoeleinden wordt gebruikt; 3. parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een motorvoertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van goederen, op binnen de gemeente Haarlemmermeer gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden; 4. houder: degene op wiens naam het voor het motorvoertuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren was ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet 1994 aangehouden register van opgegeven kentekens; 5. parkeerapparatuur: parkeermeters, parkeerautomaten met inbegrip van verzamelparkeermeters en hetgeen naar maatschappelijke opvatting overigens onder parkeerapparatuur wordt verstaan; 6. parkeerapparatuurplaats: een parkeerplaats waarvoor parkeerbelasting wordt geheven door middel van parkeerapparatuur; 7. belanghebbendenplaats: een parkeerplaats die a. is aangeduid met bord E9 uit bijlage 1 van het RVV 1990, of b. gelegen is binnen een gebied aangeduid met bord E9 uit bijlage 1 van het RVV 1990 met het opschrift zone, voor zover deze plaats niet is uitgezonderd; 8. vergunning: een door het college verleende vergunning, krachtens welke het is toegestaan een motorvoertuig te parkeren op daartoe aangewezen parkeerapparatuur- of belanghebbendenplaatsen; 9. vergunninghouder: de natuurlijke persoon of rechtspersoon aan wie een vergunning is verleend; 10. autodelen: het herhaald en opeenvolgend gezamenlijk gebruik van motorvoertuigen op grond van een overeenkomst tussen natuurlijke personen en een aanbieder of tussen natuurlijke personen uit meer dan één huishouden; 11. autodeelplaats: een parkeerplaats aangewezen voor een motorvoertuig bestemd voor autodelen; 12. private parkeerplaats: een parkeerplaats op privé terrein van de aanvrager of een parkeerplaats die de aanvrager kan huren dan wel kopen in een private parkeergarage van een gebouw of gebouwencomplex waartoe parkeergelegenheid behoort die strookt met de ter plaatse geldende afspraken tussen gemeente en de eigenaar van de parkeergarage of volgens de verstrekte omgevingsvergunning; 13. ontheffing: een door het college verleende ontheffing, krachtens welke het is toegestaan een motorvoertuig te parkeren op daartoe aangewezen parkeerapparatuur- of belanghebbendenplaatsen; 14. ontheffinghouder: de natuurlijke persoon of rechtspersoon aan wie een ontheffing is verleend; 1

Artikel 2 Weggedeelte en tijdstippen 1. Het college kan, bij openbaar te maken besluit, weggedeelten aanwijzen die bestemd zijn voor het parkeren door vergunninghouders. Het college kan hierbij onderscheid maken in de categorieën als bedoeld in artikel 3, derde lid. 2. Het college kan, bij openbaar te maken besluit, de tijdstippen vaststellen waarop het parkeren alleen aan vergunninghouders is toegestaan. 3. Het college kan, bij openbaar te maken besluit, de volgende gebieden aanwijzen: a. gebieden met parkeerapparatuurplaatsen die moeten worden aangemerkt als centrumgebieden; b. gebieden met parkeerapparatuurplaatsen die moeten worden aangemerkt als overige gebieden; c. gebieden met parkeerapparatuurplaatsen die moeten worden aangemerkt als stationsterreinen; d. gebieden met een parkeerduurbeperking waarop deze verordening van toepassing is. Paragraaf 2 Parkeervergunningen Artikel 3 Verlenen vergunningen 1. Het college kan op een daartoe strekkende aanvraag een vergunning verlenen voor het parkeren op belanghebbendenplaatsen of parkeerapparatuurplaatsen. 2. Het college kan regels stellen voor het aanvragen en verlenen van een vergunning. 3. Een vergunning kan verleend worden aan: a. bewoners die wonen in gebieden waar betaald parkeren is aangewezen (bewonersvergunning); b. bezoekers van bewoners die wonen in gebieden waar betaald parkeren is aangewezen (bezoekersvergunning); c. bedrijven die volgens de Kamer van Koophandel gevestigd zijn in gebieden waar betaald parkeren is aangewezen, ten behoeve van het laden en lossen van zware, volumineuze of bederfelijke goederen, waarvoor geen gebruik gemaakt kan worden van reguliere laad- en losplaatsen (bedrijfsvergunning); d. professionele zorgverleners die niet beschikken over een ministeriële vergunning of ontheffing (zorgverlenersvergunning). In aanmerking komen in ieder geval: 1. huisarts; 2. verloskundige; 3. thuiszorgverlener; e. bewoners die mantelzorg ontvangen, ten behoeve van het parkeren door de mantelzorger (mantelzorgvergunning); f. autodeel-organisaties om deelauto s te kunnen parkeren in gebieden waar betaald parkeren is aangewezen (autodeelvergunning), 4. Het college kan, bij openbaar te maken besluit, een maximum aantal uit te geven vergunningen per aaneengesloten gebied en per soort vergunning vaststellen. 5. Elke private parkeerplaats behorend bij een adres telt als een uitgegeven vergunning voor dat adres. 6. Het college kan aan een vergunning voorschriften en beperkingen verbinden die strekken tot bescherming van het belang van een goede verdeling van de beschikbare parkeerruimte en/of die strekken tot bescherming van het belang van het voorkomen of beperken van door het verkeer veroorzaakte overlast, hinder of schade alsmede de gevolgen voor het milieu, bedoeld in de Wet milieubeheer, waaronder mede wordt begrepen het stimuleren van selectief autogebruik. Paragraaf 3 Parkeerontheffingen in parkeerduurbeperkingszone Artikel 4 Verlenen ontheffingen 1. Het college kan op een daartoe strekkende aanvraag een ontheffing verlenen van de toegestane parkeerduur voor het parkeren in een parkeerduurbeperkingszone, verder te noemen zone, die is aangewezen krachtens artikel 2, derde lid. 2. Een ontheffing kan worden verleend aan: a. bewoners die wonen in gebieden waar een zone is aangewezen (bewonersontheffing); 2

b. bezoekers van bewoners om die wonen in gebieden waar een zone is aangewezen (bezoekersontheffing); c. bedrijven die volgens de Kamer van Koophandel zijn gevestigd in gebieden waar een zone is aangewezen (bedrijfsontheffing). d. werknemers van bedrijven die zijn gevestigd in een aangewezen zone (werknemersontheffing) e. professionele zorgverleners die niet beschikken over een ministeriële vergunning of ontheffing (zorgverlenersontheffing). In aanmerking komen in ieder geval: 1. huisarts 2. verloskundige 3. thuiszorgverlener; f. bewoners die mantelzorg ontvangen, ten behoeve van het parkeren door de mantelzorger (mantelzorgontheffing); g. deelauto-organisaties om deelauto s te kunnen parkeren in gebieden waar een parkeerschijfzone is aangewezen (autodeelontheffing). 3. Het college kan, bij openbaar te maken besluit, een maximum aantal uit te geven ontheffingen per aaneengesloten gebied en per soort vergunning vaststellen. 4. Elke private parkeerplaats behorend bij een adres telt als een uitgegeven ontheffing voor dat adres. 5. Het college kan aan een ontheffing voorschriften en beperkingen verbinden die strekken tot bescherming van het belang van een goede verdeling van de beschikbare parkeerruimte en/of die strekken tot bescherming van het belang van het voorkomen of beperken van door het verkeer veroorzaakte overlast, hinder of schade alsmede de gevolgen voor het milieu, bedoeld in de Wet milieubeheer, waaronder mede wordt begrepen het stimuleren van selectief autogebruik. paragraaf 4 Procedure Artikel 5 Aanvraag 1. Voor het aanvragen van een vergunning of ontheffing krachtens deze verordening dient gebruik te worden gemaakt van een daartoe door of namens het college vastgesteld (digitaal) aanvraagformulier. 2. Bij het indienen van een aanvraag moeten de volgende bescheiden worden ingediend: a. een kopie van een gebruikersovereenkomst ingeval het voertuig niet op naam van de aanvrager is gesteld; b. indien sprake is van een bedrijfsvergunning: een onderbouwde motivering en de daarbij behorende gegevens en bescheiden waaruit blijkt dat wordt voldaan aan de criteria voor een bedrijfsvergunning; c. indien sprake is van een mantelzorgvergunning of ontheffing: een verklaring van de huisarts waaruit blijkt dat verzorging noodzakelijk is; d. indien sprake is van een zorgverlenersvergunning of ontheffing: gegevens waaruit blijkt dat de aanvrager moet worden aangemerkt als professionele zorgverlener; e. indien sprake is van een autodeelvergunning: een bewijs dat het motorvoertuig deel uitmaakt van het wagenpark van een autodeelbedrijf. Artikel 6 Inhoud van de vergunning of ontheffing Een parkeervergunning of -ontheffing bevat tenminste de volgende gegevens: 1. de periode waarvoor de vergunning of ontheffing geldt; 2. indien van toepassing de dagdelen waarvoor de vergunning of ontheffing geldt; 3. het gebied waarvoor de vergunning of ontheffing geldt; 4. het kenteken van het motorvoertuig waarvoor de vergunning of ontheffing is verleend. Artikel 7 Geldigheidsduur van de vergunning of ontheffing 1. Een vergunning en/ of ontheffing wordt per keer voor ten hoogste twee jaar verleend met uitzondering van de bezoekersvergunning of - ontheffing. 3

Artikel 8 Het intrekken of wijzigen van een vergunning of ontheffing Het college kan een vergunning of ontheffing intrekken of wijzigen: a. op verzoek van de vergunning- of ontheffinghouder; b. wanneer zich een wijziging voordoet in één of meer van de omstandigheden die relevant waren voor het verlenen van de vergunning of ontheffing; c. wanneer voor het gebied waarbinnen de vergunning of ontheffing geldig is het vergunningenof ontheffingenstelsel wordt gewijzigd; d. wanneer de vergunning- of ontheffinghouder handelt in strijd met de aan de vergunning of ontheffing verbonden voorschriften of beperkingen; e. wanneer de vergunning- of ontheffinghouder handelt in strijd met het bepaalde in deze verordening; f. wanneer blijkt dat bij de aanvraag van de vergunning of de ontheffing onjuiste gegevens zijn verstrekt; g. om redenen van openbaar belang. Paragraaf 5 Verbodsbepalingen Artikel 9 Het is verboden parkeerapparatuur op andere wijze of met andere middelen dan die welke in de kennisgeving op de parkeerapparatuur staan aangegeven in werking te stellen. Artikel 10 1. Het is verboden om enig voorwerp, niet zijnde een motorvoertuig, te plaatsen of laten staan: a. op een parkeerapparatuurplaats; b. op een belanghebbendenplaats. 2. Het is verboden een fiets, bromfiets of enig ander voorwerp op zodanige wijze tegen of bij parkeerapparatuur te plaatsen of te laten staan, dat daardoor een normaal gebruik daarvan wordt belemmerd of verhinderd. 3. Het is verboden gedurende de tijden waarop het parkeren op een belanghebbendenplaats of een autodeelplaats alleen aan vergunninghouders is toegestaan aldaar een motorvoertuig te parkeren of geparkeerd te houden: a. zonder vergunning; b. in strijd met de aan de vergunning verbonden voorschriften. 4. Het college kan ontheffing verlenen van hetgeen in het eerste en het derde lid van dit artikel is bepaald. Paragraaf 6 Hardheidsclausule Artikel 11 Van het gestelde in deze verordening kan in bijzondere omstandigheden dan wel bij uitzonderlijke gevallen door het college worden afgeweken. Paragraaf 7 Nadere regels Artikel 12 Het college kan nadere regels stellen over de wijze van uitvoering van de artikelen genoemd in paragraaf 3,4 en 5. Paragraaf 7 Straf- en versleepbepaling Artikel 13 Strafbepaling Overtreding van het bepaalde in paragraaf 5 (verbodsbepalingen) van deze verordening wordt gestraft met een geldboete van de eerste categorie of hechtenis van ten hoogste een maand. 4

Artikel 14 Versleepbepaling Indien in strijd wordt gehandeld met het bepaalde in artikel 24, eerste lid, onder d, van het RVV 1990, is het college bevoegd een motorvoertuig te verslepen of te laten verslepen. Paragraaf 8 Overgangs- en slotbepalingen Artikel 14 Opsporing Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de door het college aangewezen personen. Artikel 15 Inwerkingtreding Deze verordening treedt in werking op de 8e dag na publicatie. Artikel 16 Overgangsbepalingen Vergunningen en ontheffingen verleend krachtens de parkeerverordening, bedoeld in artikel 15, tweede lid, blijven van kracht tot de termijn waarvoor zij werden verleend is verstreken of totdat zij worden ingetrokken. Artikel 17 Citeertitel Deze verordening kan worden aangehaald als de Parkeerverordening 2018. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 27 november 2018 de voorzitter, Pieter Heiliegers de griffier, Nico Voogd 5