Liturgie voor de gezamenlijke avonddienst van zondag 21 juli 2019 in de Hervormde kerk te Den Ham, aanvang 19.00 uur. Voorganger: ds. L.M. Aangeenbrug Ouderling van dienst: Gerrit Borkent Organist: Bram Jaspers Welkom en afkondigingen. Intochtspsalm 72: 3, 4 en 6 3. Heerse van zee tot zee zijn vrede, van land tot land zijn lof, de volken zullen tot hem treden, zijn vijand likt het stof. Tarsis en Scheba 's verre stranden, brengt hem uw overvloed. Gij koningen van alle landen, valt deze heer te voet. 4. Hij zal de redder zijn der armen, hij hoort hun hulpgeschrei. Hij is met koninklijk erbarmen hun eenzaamheid nabij. Hij helpt, met hun bestaan bewon, die zijn in vrees verward. Hun bloed is kostbaar in zijn ogen. Hij draagt hen in zijn hart. 6. Bloeie zijn naam in alle streken, zolang de zon verrijst. Zijn koningschap zij ons een teken dat naar Gods toekomst wijst. Dat opgetogen allerwegen de volken komen saam, elkander groetend met de zegen van zijn doorluchte naam. Stil gebed, Votum, Groet
Samen zingen: ELB 301: 1,2 en 3 1. Heer, Gij hebt dit lieve leven ons gegeven als een park, een paradijs, als een tuin om te betreden, hof van heden Here God, kyrie eleis! 2. God, wat is er van gekomen? Onze dromen zijn door eigen schuld vergaan. Recht en vrede afgestorven hoe bedorven is dit menselijk bestaan! 3. Kom ons harde hart bekeren, kom ons leren wat de Geest al heeft voorspeld: komen zal Gods rijk op aarde, niet door zwaarden, niet door kracht noch door geweld. Gebed om verlichting door de Heilige Geest. Schriftlezing: Jona 4 (NBG 51) 1 Maar dit mishaagde Jona ten zeerste en hij werd toornig. 2 En hij bad tot de Here en zeide: Ach, Here, heb ik dat niet gezegd, toen ik nog in mijn land was? Daarom heb ik het willen voorkomen door naar Tarsis te vluchten, want ik wist, dat Gij een genadig en barmhartig God zijt, lankmoedig, groot van goedertierenheid en berouw hebbend over het kwaad. 3 Nu dan, Here, neem toch mijn leven van mij, want het is mij beter te sterven dan te leven. 4 Maar de Herezeide: Zijt gij terecht vertoornd? 5 Jona nu was buiten de stad gegaan en had zich ten oosten van de stad neergezet; hij had daar voor zich een hut gebouwd en was daaronder gaan zitten in de schaduw, totdat hij zou zien wat er met de stad gebeurde. 6 En de Here God beschikte een wonderboom, die boven Jonaopschoot om tot schaduw te zijn boven zijn hoofd, ten einde hem van zijn misnoegdheid af te brengen. En Jona verheugde zich zeer over de wonderboom. 7 Maar de volgende dag, bij het aanbreken van de morgenstond, beschikte God een worm, die de wonderboom stak, zodat deze verdorde. 8 En het geschiedde, zodra de zon opging, dat God een gloeiende oostenwind beschikte en de zon stak op het hoofd van Jona, zodat hij amechtig neerzonk en wenste dat hij sterven mocht, zeggende: Het is mij beter te sterven dan te leven. 9 Maar God vroeg Jona: Zijt gij terecht vertoornd over de wonderboom? En hij antwoordde: Terecht ben ik vertoornd, ten dode toe. 10 Toen zeide de Here: Gij wildet de
wonderboom sparen, waarvoor gij u geen moeite hebt gegeven en die gij niet hebt doen groeien, die in één nacht is ontstaan en in één nacht is vergaan. 11 Zou Ik dan Nineve niet sparen, de grote stad, waarin meer dan honderdtwintigduizend mensen zijn, die het onderscheid niet kennen tussen hun rechterhand en hun linkerhand, benevens veel vee? Samen zingen: Psalm 139: 2 en 11 2. Gij zijt zo diep vertrouwd met mij: wie weet mijn wegen zoals Gij? Gij kent mijn leven woord voor woord, Gij hebt mij voor ik spreek gehoord. Ja overal, op al mijn wegen en altijd weer komt Gij mij tegen. 11. Gedachten ongeëvenaard hebt Gij, o God, geopenbaard in al de werken van uw handgedachten talloos als het zand. Als ik ontwaak, Gij blijft mij leiden, ik vind U altijd aan mijn zijde. Verkondiging Samen zingen: NLB 973: 1,2,3 en 4 1. Om voor elkaar te zijn uw oog en oor, te zien wie niet gezien wordt, niet gehoord, en op te vangen wie zijn thuis verloor, 2. om voor elkaar te zijn uw hand en voet, te helpen wie geen helper had ontmoet: wie dorst of hongert wordt getroost, gevoed, 3. om voor elkaar te zijn uw hart en mond, om op te komen voor wie is verstomd, voor wie gevangen zit of is gewond, 4. roept U ons, Christus, uw gezicht te zijn, gerechtigheid en vrede, brood en wijn,
uw liefde, hoop, geloof uw zonneschijn. Halleluja! Geloofsbelijdenis zingen, ELB 289 1. Ik geloof in God de Vader die een bron van vreugde is, louter goedheid en genade, licht in onze duisternis. Hij, de Koning van de kosmos, -het gesternte zingt zijn eer - heeft uit liefde mij geschapen en tot liefde keer ik weer. 2. Ik geloof in Jezus Christus die voor ons ter wereld kwam. Zoon van God en Zoon des Mensen goede Herder, Offerlam. Door te lijden en te sterven -groot is het geheimenisschenkt Hij mij het eeuwig leven, dat uit God en tot God is. 3. Ik geloof dat mijn Verlosser door de dood is heengegaan en op Pasen, -God zij glorieuit het graf is opgestaan. Door het brood - dit is mijn lichaam door de wijn - dit is mijn bloed geeft de Vredevorst mij vrede, maakt Hij alle dingen goed. Collecte tijdens het orgelspel. Dankzegging en gebed. Samen zingen: NLB 838 vers 2,3 en 4 2. Maak ons volbrengers van dat woord, getuigen van uw vrede, dan gaat wie aarzelt met ons voort, wie afdwaalt met ons mede. Laat ons getrouw de weg begaan tot allen die ons verre staan
en laat ons zonder vrezen de minste willen wezen. 3. Leer ons het goddelijk beleid der liefde te beamen, opdat wij niet door onze strijd uw goede trouw beschamen. Leg ons de woorden in de mond die weer herstellen uw verbond. Spreek zelf door onze daden van vrede en genade. 4. Wij danken U, o liefde groot, dat Christus is gekomen. Wij hebben in zijn stervensnood uw diepste woord vernomen. Nog klinkt dat woord; het spreekt met macht en het wordt overal volbracht waar liefde wordt gegeven, wij uit uw liefde leven. Zegen