Uitbreiding agrarisch bedrijf Van Harten te Woubrugge

Vergelijkbare documenten
Uitbreiding varkensbedrijf aan de Servennenstraat in Moergestel Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Varkenshouderij De Jong te Tjerkgaast Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Oprichting varkenshouderij Banken B.V., gemeente Etten-Leur Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Varkenshouderij Pluk te Boekel Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop

Hermitage Amsterdam Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

27 juli 2010 / rapportnummer

Dijkversterking De Blocq van Kuffeler-Nijkerkersluis Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Oprichting Warmtekrachtcentrale PerGen VOF te Pernis

Varkenshouderij Goselink te Albergen Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Bioscoop Rustenburg Inverdan Zaandam Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Aanleg haven Papegaaienbek te Rotterdam Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Verbetering Waterkering Waalkade Nijmegen Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Varkenshouderij Straathof Koningsbosch BV, gemeente Echt-Susteren Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop

Uitbreiding pluimveehouderij Mts. Van der Cruijsen te Sambeek

Stort Noordelijke Geluidswal te Drachten Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Uitbreiding pluimveebedrijf Adams te Ell, gemeente Leudal

Oprichting pluimveebedrijf Maatschap Huisman, gemeente Dalfsen Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Pluimveehouderij G. Verkennis te Stramproy Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Ontwikkeling GETZ Entertainmentcenter Amsterdam Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Varkenshouderij J.F.M. van Gisbergen, De Gagel 16, Hooge Mierde

Winning van aardgas in de velden Spijkenisse West, Spijkenisse Oost en Hekelingen Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Varkenshouderij Hendriks te Ter Apel, gemeente Vlagtwedde

Bedrijventerrein Hessenpoort 2 te Zwolle Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Uitbreiding pluimveehouderij maatschap Van der Cruijsen, gemeente Boxmeer Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop

Pluimveehouderij Van Deurzen, gemeente Groesbeek

Aardgaswinning uit de A en B blokken op het Nederlands Continentaal Plat Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Waterwinning Engelse Werk te Zwolle Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Bedrijventerrein Europark, Heege-West 2 en 3 te Coevorden Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop

Pluimveehouderij Annahof BV te Rouveen, gemeente Staphorst

Oprichting van een inrichting voor varkenshouderij Maatschap Jongen te Maria Hoop Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Bioscoop Rond de Admirant Eindhoven Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop

Recreatiegebied Zuidoever Weerwater te Almere Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Pluimveehouderij Van Deurzen Toetsingsadvies over de actualisatie van het milieueffectrapport

Varkenshouderij Welvaarts te Tholen Toetsingsadvies over de aanvulling op het milieueffectrapport

Pluimveehouderij Laarman te Ruinen Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop

Uitbreiding Land van Ooit Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Aardgasgestookte STEGcentrale InterGen in Rijnmond te Pernis

Vermeerderingsbedrijf Exterkate, Slaghekkeweg 18 te Bentelo

Vervangende productiecapaciteit voor de drinkwatervoorziening in de provincie Utrecht Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

STEG-eenheid Moerdijk Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport

Vleeskuikenhouderij Spijk-Kolholsterweg 14, gemeente Delfzijl

City Theater, Amsterdam Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Varkenshouderij Knorpolder te Creil Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport

Varkenshouderij en mestverwerking Willems Beheer BV te America

Varkenshouderij Maatschap Relou-Gloudemans te De Rips Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop

Varkenshouderij Driessen te Finsterwolde, gemeente Reiderland Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport

Uitbreiding varkenshouderij Kroesbergen Cuijk bv, gemeente Cuijk Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop

Uitbreiding pluimveebedrijf Wegdam BV, gemeente Hof van Twente

Uitbreiding kuikenmesterij Haan VOF in Nieuw Weerdinge, gemeente Emmen

Aanleg plusstrook A12, Woerden - Gouwe Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Aanpak Stationsgebied Utrecht, locatie Holland Casino Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Varkenshouderijen te Volkel en Uden Advies voor de m.e.r-beoordeling

Aardgaswinning D12-A Noordzee Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport

Plusstrook A12 Zoetermeer Zoetermeer centrum

Pluimvee- en Varkenshouderij Jori Heythuysen BV te Heythuysen Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport

Uitbreiding pluimveehouderij Harmes BV te Klazienaveen, gemeente Emmen

Varkensbedrijf Broekkantsestraat 7-9, Beek en Donk

Verplaatsing varkenshouderij van de Geerstraat naar de Begijnenstraat te Winssen, gemeente Beuningen

Jachthaven De Schelphoek Hoorn Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop

Woningbouwlocatie "De Draai" Heerhugowaard Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Uitbreiding opslagcapaciteit Maasvlakte Olie Terminal, Maasvlakte Rotterdam Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Ontwikkeling De Geusselt te Maastricht Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Vleeskuikenhouderij F.A.M. uit het Broek, Verlengde Elfde Wijk 8 te Dedemsvaart

Essent Milieu Wijster Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Pluimveehouderij Duinkerken te Zuidwolde, gemeente De Wolden

Uitbreiding pluimveehouderij Buijs VOF te Emmer-Compascuum

Vleeskuikenhouderij Haambergweg 11 te Beringe, gemeente Peel en Maas

Containerterminal Alphen aan den Rijn/ Aanpassing N207 Noord Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop

Pangea Parc te Epe Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Biomassa-energiecentrale Afvalverwerking Rijnmond te Rozenburg Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Bestemmingsplan buitengebied Boxtel

Varkenshouderij Lavi te Vogelwaarde

Bestemmingsplan buitengebied Etten-Leur

Bestemmingsplan Maastricht Aachen Airport, Businesspark AviationValley

Afvalverbrandingsinstallatie SITA ReEnergy Roosendaal BV te Roosendaal

Winning aardgas in blok L09 vanaf satelietplatformen L09-FA-1 en L09-FB-1 Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport

Herinrichting Neherkade Den Haag

Varkenshouderij Jaspers te Boven-Leeuwen Toetsingsadvie s over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop

Vleeskuikenhouderij Maatschap Het Kippenhok, Middenmeer Toetsingsadvie s over het milieueffectrapport

Fibroned BV te Apeldoorn

Bestemmingsplan buitengebied gemeente Bergen (LB)

Vestiging intensieve veehouderij Beemte-Vaassen

Bestemmingsplan Timmerfabriek stadsvernieuwing Belvédère Maastricht

Wegomlegging Zevenbergen Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport

Woningbouwlocatie Bangert en Oosterpolder Toetsingsadvies over de Actualisatienota MER Bangert en Oosterpolder

Uitbreiding van de opslagvoorzieningen voor radioactief afval bij COVRA op industrieterrein Vlissingen-Oost

Het Nieuwe Rijksmuseum Amsterdam Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop

Uitbreiding bedrijventerrein De Kooi, Woensdrecht

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

Structuurplan Over de Maas Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Uitbreiding van de Hydrocrackerinstallatie

Varkenshouderij VOF De Jong St. Nicolaasga te Tjerkgaast Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport

Pluimveehouderij Haan te Nieuw Weerdinge

Varkenshouderij De Bresser te Heeswijk-Dinther Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport

Alternatieve locaties baggerberging, provincie Utrecht Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Uitbreiding Vleeskuikenhouderij aan de Druisdijk 9b te Alphen(NB) Toetsingsadvie s over het milieueffectrapport

Brandstofdiversificatie kerncentrale Borssele

Varkenshouderij Van der Heijden te De Rips Aanvullend toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvullingen daarop

Bestemmingsplan Buitengebied Midden-Drenthe

Transcriptie:

Uitbreiding agrarisch bedrijf Van Harten te Woubrugge Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de gewijzigde versie van het milieueffectrapport 13 oktober 2006 / rapportnummer 1602-49

College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Jacobswoude Postbus 81 2450 AB Leimuiden uw kenmerk uw brief ons kenmerk -- 6 juni 2006 1602-50/Ib/jr onderwerp doorkiesnummer Utrecht, Toetsingsadvies over het MER Uitbreiding agrarisch bedrijf Van Harten te Woubrugge en de gewijzigde versie van het milieueffectrapport (030) 234 76 12 13 oktober 2006 Geacht College, Met bovengenoemde brief stelde u de Commissie voor de milieueffectrapportage (m.e.r.) in de gelegenheid een toetsingsadvies uit te brengen over een milieueffectrapport (MER) ten behoeve van de besluitvorming over de uitbreiding van agrarisch bedrijf Van Harten te Woubrugge en de gewijzigde versie van het milieueffectrapport. Overeenkomstig artikel 7.26 van de Wet milieubeheer (Wm) bied ik u hierbij het advies van de Commissie aan. De Commissie hoopt met haar advies een constructieve bijdrage te leveren aan de besluitvorming. Zij zal graag vernemen hoe u gebruik maakt van haar aanbevelingen. Dit houdt in dat de Commissie graag het (ontwerp)besluit en de evaluatiedocumenten krijgt toegestuurd. Hoogachtend, ir. N.G. Ketting Voorzitter van de werkgroep m.e.r. Uitbreiding agrarisch bedrijf Van Harten te Woubrugge Postadres Postbus 2345 3500 GH UTRECHT Bezoekadres Arthur van Schendelstraat 800 Utrecht telefoon (030) 234 76 66 telefax (030) 233 12 95 e-mail mer@eia.nl website www.commissiemer.nl

Toetsingsadvies over het milieueffectrapport Uitbreiding agrarisch bedrijf Van Harten te Woubrugge en de gewijzigde versie van het milieueffectrapport Advies op grond van artikel 7.26 van de Wet milieubeheer over het milieueffectrapport over de Uitbreiding van het agrarisch bedrijf Van Harten te Woubrugge en de gewijzigde versie van het milieueffectrapport, uitgebracht aan het college van burgemeester en wethouders van gemeente Jacobswoude door de Commissie voor de milieueffectrapportage; namens deze de werkgroep m.e.r. Uitbreiding agrarisch bedrijf Van Harten te Woubrugge, de secretaris de voorzitter ir. I.G.M. de Bondt ir. N.G. Ketting Utrecht, 13 oktober 2006

INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING... 1 2. OORDEEL OVER HET MER... 2 3. TOELICHTING OP HET OORDEEL EN AANBEVELINGEN... 2 3.1 Autonome ontwikkeling... 2 3.2 Emissie van fijnstof... 3 3.3 Het meest milieuvriendelijke alternatief (mma)... 3 3.4 Kritische depositiewaarden... 4 4. AANVULLENDE OPMERKINGEN M.B.T. DE MILIEUVERGUNNING... 4 BIJLAGEN 1. Brief van het bevoegd gezag d.d. 6 juni 2006 waarin de Commissie in de gelegenheid wordt gesteld om advies uit te brengen 1a.Brief van het bevoegd gezag d.d. 13 september 2006 i.v.m. de aanvulling op het MER 2. Kennisgeving in Het Witte Weekblad d.d. 7 juni 2006 3. Projectgegevens

1. INLEIDING De heer Harten heeft een vergunning aangevraagd voor het houden van 160 melkkoeien, 90 stuks jongvee en 5703 vleesvarkens. De vigerende vergunning van zijn bedrijf te Woubrugge omvat de huisvesting van 160 melkkoeien, 90 stuks jongvee, 1040 vleesvarkens en 1740 vleesvarkens emissiearm. Bij brief van 6 juni 2006 1 heeft het College van Burgermeester en Wethouders van gemeente Jacobswoude de Commissie voor de milieueffectrapportage (m.e.r.) in de gelegenheid gesteld om advies uit te brengen over het opgestelde milieueffectrapport (MER). Het MER is op 7 juni 2006 ter inzage gelegd 2. Het advies is opgesteld door een werkgroep van de Commissie voor de m.e.r. 3 De werkgroep treedt op namens de Commissie voor de m.e.r. en wordt verder in dit advies 'de Commissie' genoemd. Op grond van artikel 7.26, lid 1 van de Wm toetst de Commissie: aan de richtlijnen van het MER, zoals vastgesteld op 20 oktober 2005; op eventuele onjuistheden; aan de wettelijke regels voor de inhoud van een MER 4. Tijdens de toetsing inventariseert de Commissie eerst of er tekortkomingen zijn in het voldoen aan de wettelijke vereisten en de richtlijnen en gaat zij na welke onderdelen van het MER in aanmerking komen voor een positieve vermelding. Vervolgens beoordeelt de Commissie de ernst van de tekortkomingen. Daarbij staat de vraag centraal of de benodigde informatie aanwezig is om het milieubelang een volwaardige plaats te geven bij het besluit over vergunning aanvraag in het kader van de Wet Milieubeheer. Is dat naar haar mening niet het geval dan betreft het een essentiële tekortkoming. De Commissie zal dan adviseren tot een aanvulling. Overige tekortkomingen worden in het toetsingsadvies opgenomen, voor zover ze kunnen worden verwerkt tot duidelijke aanbevelingen voor het bevoegde gezag. Deze werkwijze impliceert dat de Commissie zich in het advies tot hoofdzaken beperkt en niet ingaat op onjuistheden of onvolkomenheden van ondergeschikt belang. 1 Zie bijlage 1. 2 Zie bijlage 2. 3 Zie bijlage 3. 4 Wm, artikel 7.10. 1

2. OORDEEL OVER HET MER Na eerste lezing van het MER, d.d.15 maart 2006 heeft de Commissie geconstateerd dat het MER essentiële tekortkomingen bevat. Deze essentiële tekortkomingen hebben betrekking op: de referentiesituatie; emissie van fijnstof. De Commissie heeft aangeraden om in een aanvulling de referentiesituatie en de bijbehorende milieueffecten opnieuw in kaart te brengen en de luchtkwaliteit kwantitatief te onderbouwen. De Commissie heeft geadviseerd om een nieuwe samenvatting te schrijven over het MER en de aanvulling en hierin een vergelijking van de alternatieven op te nemen. Ook heeft de Commissie aangeraden om in de aanvulling aandacht te schenken aan: het mma; vergelijking van de alternatieven en selectie van het voorkeursalternatief; kritische drempelwaarden. De aanbeveling op deze drie punten hebben geen betrekking op essentiële tekortkomingen. De initiatiefnemer heeft ervoor gekozen om de gevraagde informatie niet in de vorm van een aanvulling te schrijven, maar heeft het hele MER herschreven. De Commissie is van oordeel dat de essentiële informatie in het MER d.d. 11 augustus 2006 aanwezig is. De Commissie adviseert om dit nieuwe MER ter inzage te leggen. 3. TOELICHTING OP HET OORDEEL EN AANBEVELINGEN 3.1 Autonome ontwikkeling MER, d.d. 15 maart In het MER is er in de autonome ontwikkeling geen rekening mee gehouden dat IPPC bedrijven, zoals de veehouderij van de heer Van Harten voor 30 oktober 2007 emissie-arm moeten zijn uitgerust. 1040 vleesvarkens zijn momenteel nog niet emissie-arm gehuisvest. Dat betekent dat door deze IPPC-eis de emissie van ammoniak van dit bedrijf in de autonome situatie al minimaal 2700 kg lager moet worden. De Commissie heeft geadviseerd om de ammoniak- en geuremissie van de referentiesituatie opnieuw in kaart te brengen. Het MER van 15 maart wekt de indruk dat het huidige en het vergunde huisvestingssysteem voor stal C bij bedrijf Van Harten verschillend is. De Commissie heeft geadviseerd om ten behoeve van de besluitvorming zowel de huidige als de vergunde en de gewenste situatie weer te geven en voor alle situaties inzichtelijk te maken wat de ammoniakemissies en geuremissies van het gehele bedrijf zijn. Ook moet in de aanvulling duidelijk worden weergegeven wat de referentiesituatie is (huidige of vergunde). MER, d.d. 11 augustus Het feit dat de veehouderij van de heer Van Harten voor 30 oktober 2007 emissie-arm moet zijn uitgerust, is meegenomen in de referentiesituatie. Uit het nieuwe MER komt ook naar voren dat de gerealiseerde situatie en de ver- 2

gunde situatie daadwerkelijk verschillende zijn. Stal C is in werkelijkheid uitgevoerd met een IC-V systeem. Hoewel het niet letterlijk in het nieuwe MER staat, blijkt uit de emissiecijfers dat de vergunde situatie als referentie situatie is gehanteerd. Indien de werkelijke situatie als referentie zou zijn gehanteerd, zou het ammoniakniveau in de referentiesituatie 870 kg lager liggen. De nieuwe situatie houdt ten opzichte van de vergunde situatie (de gehanteerde referentie) een verbetering in van de ammoniakuitstoot. Ten opzichte van de huidige situatie houdt het voornemen echter een verslechtering in op het gebied van ammoniakuitstoot. 3.2 Emissie van fijnstof MER, d.d. 15 maart In het MER wordt niet kwantitatief aangetoond dat voldaan wordt aan de eisen uit het Besluit Luchtkwaliteit 2005 of dat het voornemen een significante verbetering inhoudt van de luchtkwaliteit. De Commissie heeft aangeraden om in de aanvulling in te gaan op de achtergrondconcentraties van fijn stof, aan te geven of aan de normen van het Blk 2005 wordt voldaan en in te gaan op de toename/afname van de fijn stofemissie van het bedrijf. Tevens heeft de Commissie aangegeven dat in de fijn stofberekeningen uitgegaan moet worden van het type wasser dat daadwerkelijk wordt geïnstalleerd. MER, d.d. 11 augustus In het rapport Verspreidingsberekeningen en toetsing Besluit Luchtkwaliteit, dat bijgevoegd is bij het nieuwe MER, wordt de luchtkwaliteit kwantitatief onderbouwd. Uit de berekeningen komt naar voren dat het initiatief een beperkte verhoging van de concentratie fijn stof tot gevolg heeft. In alle peiljaren wordt aan de eisen uit het Besluit Luchtkwaliteit 2005 voldaan. 3.3 Het meest milieuvriendelijke alternatief (mma) MER, d.d. 15 maart Anders dat in het MER is weergegeven, moet het mma moet betrekking hebben op het hele bedrijf en niet alleen op de stallen D en E. Dit houdt in dat in het mma tevens de effecten van een combiwasser in stal C moet worden meegenomen. De Commissie heeft aangeraden een onderbouwing van de milieueffecten van het mma te geven, inclusief een combiwasser in stal C (water, energie, ammoniak, fijn stof). MER, d.d. 11 augustus In het nieuwe MER staat aangegeven dat een combiwasser in stal C tot het mma behoort, maar dat deze optie niet is doorgerekend. De initiatiefnemer is niet van plan om daadwerkelijk een luchtwasser te installeren. De Commissie merkt op dat ten opzichte van de huidige situatie het voornemen een toename inhoudt van de ammoniakproductie (zie paragraaf 3.1). De toename kan deels gecompenseerd worden door het installeren van een combiwasser in stal C. In ditzelfde kader merkt de Commissie op dat het installeren van een combiwasser 5 in stallen E en D in plaats van een toename van de 5 Inmiddels is bekend geworden dat de Combiwasser 85% van de ammoniakemissie en 70% van de geuremissie afvangt (zie voorgenomen wijziging RAV). Deze getallen zijn bekend geworden na verschijning van het nieuwe MER. 3

totale ammoniakemissie door de veehouderij een afname van de ammoniakemissie tot gevolg zal hebben. 3.4 Kritische depositiewaarden MER, d.d. 15 maart 2006 In het MER zijn de kritische depositiewaarden van de natuurgebieden in de omgeving van de veehouderij niet weergegeven. Aangeraden is om kolom toe te voegen aan tabel 3 met daarin de kritische depositiewaarden van de natuurgebieden. MER, d.d. 11 augustus 2006 In de aanvulling zijn de kritische depositiewaarden goed weergegeven. 4. AANVULLENDE OPMERKINGEN M.B.T. DE MILIEUVERGUNNING Bij het lezen van het MER heeft de Commissie een aantal punten gesignaleerd die geen betrekking hebben op de kwaliteit van het MER, maar wel van belang kunnen zijn voor de vergunningaanvraag. In dit hoofdstuk geeft de Commissie deze punten weer. Er moet voldaan worden aan de emissienormen uit de richtlijn Veehouderij en Stankhinder 1996, Brochure Veehouderij en Hinderwet 1985 en het Cumulatierapport. De berekende emissies op pagina 15 van het nieuwe MER zijn conform deze methode berekend. De emissies op pagina 20 van het nieuwe MER (tabel 7) zijn echter berekend op basis van normen uit het RSV 6. De verklarende voetnoot bij tabel 7 ontbreekt in het nieuwe MER. Wijziging van de Regeling Ammoniak en Veehouderij (RAV) en de Regeling Stankemissie Veehouderijen (RSV) is in voorbereiding. De wijzigingen houden in dat de combiwasser wordt erkend. Hoogstwaarschijnlijk worden deze regelingen op zeer korte termijn in het Staatblad gepubliceerd. Bevoegd gezag heeft aangegeven, gezien de korte termijn waarop de combiwasser wordt erkend, te wachten met het vertrekken van de vergunning. De vergunning zal uitgaan van de installatie van een combiwasser. 6 Toelichting: Voor de beoordeling van stankoverlast van veehouderijen geldt voor een deel van Nederland de Richtlijn Veehouderij en Stankhinder 1996 (DWL\9607153). Deze richtlijn vormt, aangevuld met de Brochure veehouderij en Hinderwet 1985 en het 'Cumulatierapport' het toetsingskader voor een deel van Nederland. 4

BIJLAGEN bij het toetsingsadvies over het milieueffectrapport Uitbreiding agrarisch bedrijf Van Harten te Woubrugge en de gewijzigde versie van het milieueffectrapport (bijlagen 1 t/m 3)

BIJLAGE 1 Brief van het bevoegd gezag d.d. 6 juni 2006 waarin de Commissie in de gelegenheid wordt gesteld om advies uit te brengen

BIJLAGE 1a Brief van het bevoegd gezag d.d. 13 september 2006 i.v.m. de aanvulling op het MER

BIJLAGE 2 Kennisgeving van het milieueffectrapport in Het Witte Weekblad d.d. 7 juni 2006

BIJLAGE 3 Initiatiefnemer: H. van Harten Projectgegevens Bevoegd gezag: Gemeente Jacobswoude Besluit: Vergunning in het kader van de Wet milieubeheer Categorie Gewijzigd Besluit m.e.r. 1994: C 14.0 Activiteit: De heer van Harten heeft het voornemen zijn bedrijf aan de Oudendijkseweg 4 te Woubrugge te wijzigen. Na de uitbreiding heeft het bedrijf een omvang van 5.703 varkens, 160 melkkoeien en 90 stuks jongvee. Procedurele gegevens: Kennisgeving startnotitie: 11 mei 2005 Richtlijnenadvies uitgebracht: 1 juli 2005 Richtlijnen vastgesteld: 20 oktober 2005 Kennisgeving MER: 7 juni 2006 Toetsingsadvies uitgebracht: 13 oktober 2006 Bijzonderheden: Na eerste lezing van het MER, d.d.15 maart 2006 heeft de Commissie geconstateerd dat het MER essentiële tekortkomingen bevat. Deze essentiële tekortkomingen hebben betrekking op: de referentiesituatie; emissie van fijnstof. De Commissie heeft aangeraden om een aanvulling te schrijven en hierin tevens aandacht te schenken aan: het mma; vergelijking van de alternatieven en selectie van het voorkeursalternatief; kritische drempelwaarden. De aanbeveling op deze drie punten hebben geen betrekking op essentiële tekortkomingen. De initiatiefnemer heeft ervoor gekozen om de gevraagde informatie niet in de vorm van een aanvulling te schrijven, maar heeft het hele MER herschreven. De Commissie is van oordeel dat de essentiële informatie in het MER d.d. 11 augustus 2006 aanwezig is. Samenstelling van de werkgroep: ir. S. Bokma ing. H.J.M. Hendriks ir. N.G. Ketting (voorzitter) Secretaris van de werkgroep: ir. I.G.M. de Bondt

Toetsingsadvies over het milieueffectrapport Uitbreiding agrarisch bedrijf Van Harten te Woubrugge en de gewijzigde versie van het milieueffectrapport De heer van Harten heeft het voornemen zijn bedrijf aan de Oudendijkseweg 4 te Woubrugge te wijzigen. Na de uitbreiding heeft het bedrijf een omvang van 5.703 varkens, 160 melkkoeien en 90 stuks jongvee. ISBN-10: 90-421-1863-6 ISBN-13: 978-90-421-1863-8