Besluit maatschappelijke ondersteuning Leiderdorp 2018

Vergelijkbare documenten
Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning Leiden 2018 Hoofdstuk 1 Hoogte tarieven persoonsgebonden budget

Hoofdstuk 2 Bedragen persoonsgebonden budget voor maatwerkvoorzieningen WMO persoonsgebonden

Hoofdstuk 1 Bedragen persoonsgebonden budget

Hoofdstuk 1 Bedragen persoonsgebonden budget

Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning Leiden 2017

Besluit maatschappelijke ondersteuning Oegstgeest 2016

Non-Professional. Artikel 2. Bedragen persoonsgebonden budget voor maatwerkvoorziening Begeleiding Individueel

b e s l u i t: Vast te stellen het Besluit maatschappelijke ondersteuning Oegstgeest 2017

Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning Leiden 2016

FINANCIEEL BESLUIT. maatschappelijke ondersteuning Zoeterwoude

Hoofdstuk 1 Bedragen persoonsgebonden budget

Vastgestelde beleidsregels - Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning 2015 Zoeterwoude

FINANCIEEL BESLUIT maatschappelijke ondersteuning 2015 Zoeterwoude

Financieel besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning 2014 Kaag en Braassem

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Nunspeet 2016

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Oldebroek 2015 Nr

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Oldebroek 2017 Nr

GEMEENTEBLAD. gelet op de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Houten;

GEMEENTEBLAD. Nr januari Officiële uitgave van de gemeente Capelle aan den IJssel

Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning 2014 Wassenaar

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Capelle aan den IJssel,

gelet op de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Houten;

BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE MARUM 2016

Wetstechnische informatie

gelet op de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Houten;

Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Leiderdorp 2014

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Grootegast;

Nadere regel Wmo 2015 Gemeente Ede. Inhoud Inhoud 1. Hoofdstuk 1 - Inleiding 2. Hoofdstuk 2 - Persoonsgebonden budget (pgb) 2. Artikel 1.

gelet op artikel van de Wet maatschappelijke ondersteuning en artikel 149 van de Gemeentewet;

Besluit maatschappelijke ondersteuning Hollands Kroon 2015

Voorzieningen. Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo)

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Staphorst 2016

Financieel Besluit maatschappelijk ondersteuning gemeente Grootegast 2015

Besluit maatschappelijke ondersteuning Hollands Kroon 2015

Burgemeester en wethouders van de gemeente Oude IJsselstreek;

Besluit maatschappelijke ondersteuning Haarlemmerliede en Spaarnwoude 2017

BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING MAASSLUIS VLAARDINGEN SCHIEDAM 2015

FINANCIEEL BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE BERKELLAND 2015

GEMEENTEBLAD. Nr Financieel besluit Wmo 2017, gemeente Utrecht. Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Besluit. maatschappelijke ondersteuning. Gemeente Oude IJsselstreek

besluiten vast te stellen het volgende BESLUIT MAATSCHAPPELIJK ONDERSTEUNING GEMEENTE MARUM 2015

Besluit vast te stellen het Besluit maatschappelijke ondersteuning Doetinchem 2015

Hoofdstuk 1. Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget.

besluit vast te stellen het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Edam-Volendam 2017.

Financieel besluit maatschappelijk ondersteuning gemeente Leek Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leek;

BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING 2015 GEMEENTE EPE

Sportrolstoel Het bedrag is maximaal 2.357,40 inclusief btw. Voor reparatie en onderhoud is het bedrag maximaal 589,35 voor drie jaar.

Financieel Besluit maatschappelijk ondersteuning gemeente Grootegast 2015

Besluit maatwerkvoorzieningen maatschappelijke ondersteuning Drechtsteden

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Ermelo 2015

Financieel Besluit maatschappelijk ondersteuning Zuidhorn 2015 (gewijzigd)

Besluit maatschappelijke ondersteuning citeertitel: Besluit maatschappelijke ondersteuning 2015 Scherpenzeel vastgesteld bij besluit van

Besluit nadere regels maatschappelijke ondersteuning gemeente Boxtel 2015, versie 2

BESLUIT VOORZIENINGEN MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING Súdwest-Fryslân

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Montferland;

Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Nieuwkoop 2013

Financieel besluit Wmo gemeente Heerde 2016

Besluit nadere regels maatschappelijke ondersteuning gemeente Sint- Oedenrode 2015, versie 2 30 juni 2015

Besluit maatschappelijke ondersteuning 2015

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Wormerland 2015

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Lopik 2017

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Ermelo Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Ermelo;

Gelet op artikel 5b, tweede en derde lid van de Verordening Jeugdhulp gemeente Berkelland 2015;

Besluit maatwerkvoorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Roermond 2015

Financieel Besluit Maatschappelijke Ondersteuning Gemeente Sint Anthonis 2014

Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Boxmeer

Hoofdstuk 1. Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget.

Financieel Besluit maatschappelijke ondersteuning Losser 2018

Nadere regel Wmo Gemeente Ede

Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Nieuwkoop 2013

Burgemeester en wethouders van de gemeente Oldebroek; gelet op het bepaalde in artikel 4 en 5 van de Wet maatschappelijke ondersteuning, alsmede de

Financieel besluit maatschappelijk ondersteuning Leek september Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leek;

Financieel besluit maatschappelijk ondersteuning gemeente Leek september. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leek;

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Doetinchem 2016

Hoofdstuk 2 Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget... 2 Artikel 2.1 Regels rond verstrekking en verantwoording... 2

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Doetinchem;

Besluit maatschappelijke ondersteuning maatwerkvoorzieningen gemeente Roermond 2016

Besluit: Vast te stellen het navolgende Besluit voorzieningen Wmo gemeente Waterland 2013.

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Overbetuwe 2010 Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

gelet op artikel 4 en artikel 5 van de Verordening wet maatschappelijke ondersteuning gemeente Hilversum 2015 besluiten:

Besluit Wmo 2017 Beschermd wonen en Opvang

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

vast te stellen: FINANCIEEL BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING EN JEUGDHULP GEMEENTE BERKELLAND 2017

Gelet op de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Oldambt 2017; Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Oldambt 2018

Besluit maatschappelijke ondersteuning Barneveld juli 2008

Nadere regels maatschappelijke ondersteuning gemeente Beverwijk 2018

Gemeenteblad Officiële uitgave van de gemeente Huizen Week: 28 Datum: nr. 5

Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning Amsterdam 2018

NADERE REGELS BEHORENDE BIJ DE VERORDENING WET MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE HILVERSUM 2015

Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Boxmeer

besluit maatschappelijke ondersteuning maatwerkvoorzieningen gemeente Roermond 2017.

Financieel besluit 2010 Hoofdstuk 1 Regels rond verstrekking en verantwoording. Artikel 1. Regels rond verstrekking en verantwoording

Besluit maatschappelijke ondersteuning 2016

Besluit maatschappelijke ondersteuning Renkum Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Renkum;

GEMEENTEBLAD. Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Houten 2016

Transcriptie:

GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Leiderdorp Nr. 12517 19 januari 2018 Besluit maatschappelijke ondersteuning Leiderdorp 2018 Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leiderdorp; gelet op de artikelen11 het vierde lid, 13 het tweede lid, 15, 16 tweede lid, artikel 17 het derde lid, 20 het vierde lid, 23 het tweede lidvan de Verordening maatschappelijke ondersteuning Leiderdorp 2015; besluit vast te stellen het: Besluit maatschappelijke ondersteuningleiderdorp 2018 Hoofdstuk 1 Toelichting berekeningswijze persoonsgebonden budget Artikel 1. Algemeen Het persoonsgebonden budget voor maatwerkvoorzieningen dient in beginsel toereikend en vergelijkbaar te zijn met een voorziening in natur lid 2. Er is sprake van een gedifferentieerde tariefstelling voor inkoop via non-professionele hulp, (niet-beroepsmatige of informele hulp die wordt geleverd door mensen uit de eigen omgeving of het eigen netwerk), en via professionele hulp die wordt geleverd door een ter zake kundig zelfstandige zonder personeel (zzp-er) of eenmansbedrijf en professionele hulp die wordt ingekocht bij een instelling. lid 3. In de regel wordt voor maatwerkvoorzieningen genoemd in artikel 2 t/m 7 de volgende gedifferentieerde tariefstelling gehanteerd: Non-professional (informeel) 50% van het tarief dat bij zorg in natura wordt gehanteerd Professional (zzp-er) Professional (instelling) 80% van het tarief dat in zorg in natura wordt gehanteerd 90% van het tarief dat in zorg in natura wordt gehanteerd lid 4. In afwijking van lid 3 wordt bij huishoudelijke ondersteuning voor informele ondersteuning het rekenuurtarief van gehanteer Deze vorm van ondersteuning kan vallen onder de regeling Dienstverlening aan Huis. Deze regeling houdt in dat er geen loonbelasting, premie volksverzekeringen of premies werknemersverzekeringen hoeft te worden ingehouden of afgedragen. Voor professionele ondersteuning door een zzp-er wordt een rekenuurtarief van gehanteerd, op basis van het tarief van een Alphahulp via een formele stichting of een schoonmaakbedrijf. Bij groepsbegeleiding wordt bij de berekening van het pgb gerekend met het in lid 3 genoemde percentage van het dagdeeltarief in natura, wat tot stand gekomen is door middel van het proces van bestuurlijk contracteren. Dit dagdeeltarief in natura wordt vermenigvuldigd met het midden van de bandbreedte van de gehanteerde intensiteit. Hoofdstuk 2 Bedragen persoonsgebonden budget voor maatwerkvoorzieningen WMO Artikel 2. Bedragen voor het persoonsgebonden budget voor Huishoudelijke Ondersteuning De bedragen voor het persoonsgebonden budget voor Huishoudelijke ondersteuning basis, speciaal en thuisondersteuning luiden per periode van vier weken: Huishoudelijke Ondersteuning Basis Huishoudelijke Ondersteuning Basis intensief Huishoudelijke Ondersteuning Speciaal Huishoudelijke Ondersteuning Speciaal intensief Thuisondersteuning Thuisondersteuning intensief 135,75 244,75 166,- 282,50 221,- 339,- 169,50 305,75 207,50 353,25 276,25 423,75 207,- 373,50 490,50 405,- 621,- 1

Artikel 3. Bedragen voor het persoonsgebonden budget voor Begeleiding Individueel De bedragen voor het persoonsgebonden budget voor Individuele begeleiding luiden per periode van vier weken: Begeleiding Individueel Basis regulier Begeleiding Individueel Basis midden Begeleiding Individueel Basis zwaar Begeleiding Individueel Speciaal regulier Begeleiding Individueel Speciaal midden Begeleiding Individueel Speciaal zwaar 122,50 290,- 455,- 196,- 464,- 728,- 280,- 656,- 1.032,- 220,50 522,- 819,- 315,- 738,- 1.161,- Artikel 4. Bedragen voor het persoonsgebonden budget voor Begeleiding Groep De bedragen voor het persoonsgebonden budget voor groepsbegeleiding luiden per periode van vier weken: Begeleiding groep Basis Begeleiding groep basis (incl. vervoer) Begeleiding groep Basis (intensief) Begeleiding groep Basis (intensief & incl. vervoer) Begeleiding groep Speciaal Begeleiding groep Speciaal (incl. vervoer) Begeleiding groep Speciaal (intensief) Begeleiding groep Speciaal (intensief & incl. vervoer) 251,50 309,75 628,75 774,25 380,25 438,25 950,50 1.096,- 283,- 341,25 707,50 853,- 427,75 492,50 1.069,25 1.231,25 Er zijn geen bedragen opgenomen voor Begeleiding Groep Basis en Begeleiding Groep Speciaal. Artikel 5. Bedragen voor het persoonsgebonden budget voor overige maatwerkvoorzieningen De bedragen voor het persoonsgebonden budget voor overige maatwerkvoorzieningen luiden: Kortdurend verblijf (per etmaal, max. 52 etmalen per kalenderjaar) Maaltijdvoorbereiding (per uur) Kindverzorging (per uur) Lijfgebonden ondersteuning (per uur) 60,- 22,50 96,- 36,- 108,- 21,50 21,50 40,50 Artikel 6. Aanvullende bedragen voor het persoonsgebonden budget voor maatwerkvoorzieningen Wanneer het resultaat met de bedragen genoemd in artikelen 2, 3, 4 en 5 niet bereikt kan worden binnen de maximaal gestelde uren/dagdelen, kan er op basis van individueel maatwerk tot een oplossing gekomen worden. Hiervoor worden de pgb tarieven verhoogd met de volgende tarieven per uur of dagdeel: Type Ondersteuning Huishoudelijke Ondersteuning Basis Huishoudelijke ondersteuning Speciaal Thuisondersteuning Begeleiding Individueel Basis extra zwaar Begeleiding Individueel Speciaal extra zwaar Begeleiding groep Basis (per dagdeel) Begeleiding groep Basis incl. vervoer (per dagdeel) Begeleiding groep Speciaal (per dagdeel) Begeleiding groep Speciaal incl. vervoer (per dagdeel) 22,50 36,- 51,- 21,- 25,75 31,75 36,50 21,50 24,25 25,75 40,50 57,25 23,50 28,50 35,75 41,- Artikel 7. Omvang van het persoonsgebonden budget bij koop en huur van hulpmiddelen Het persoonsgebonden budget bedraagt, rekening houdend met de kosten voor verzekering en onderhoud voor de gehele gebruiksperiode, ten hoogste: 2

SOORT VOORZIENING Handbewogen rolstoel voor continu gebruik Handbewogen rolstoel voor incidenteel/kortdurend gebruik Handbewogen rolstoel voor (semi-)permanent/algemeen gebruik Handbewogen rolstoel voor actief gebruik Handbewogen kinderrolstoel voor (semi) permanent/actief gebruik Handbewogen kinderrolstoel voor permanent gebruik Elektrische rolstoel voor (semi-)permanent gebruik, primair binnen, maar ook om het huis Elektrische rolstoel voor (semi-)permanent gebruik, primair buiten, maar ook binnenshuis Elektrische kinderrolstoel Scootmobiel voor gebruik in de woonomgeving (8 km/uur) Scootmobiel voor gebruik in de woonomgeving (10 km/uur) Scootmobiel voor langere afstanden en intensief gebruik (15 km/uur) Aanschaf, verzekering en onderhoud hele periode 3.000,- 525,- 1.850,- 3.200,- 2.600,- 3.600,- 9.000,- 11.000,- 12.000,- 2.675,- 3.400,- 4.200,- Indien de inwoner het persoonsgebonden budget aanwendt voor het huren van een hulpmiddel ontvangt hij per kalenderjaar het in het eerste lid genoemde totaalbedrag, gedeeld door het aantal gebruiksjaren (voor een hulpmiddel 7). De restwaarde van het hulpmiddel wordt als volgt bepaald: Bij verhuizing of overlijden of niet meer adequaat zijn van de voorziening Eerste jaar Tweede jaar Derde jaar Vierde jaar Vijfde jaar Zesde jaar Zevende jaar Restwaarde als percentage van het verstrekte aanschafgedeelte van het persoonsgebonden budget 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% Artikel 8. Restwaarde maatwerkvoorziening in de vorm van een uitbouw Indien een maatwerkvoorziening is verstrekt in de vorm van een uitbouw aan de woning, die eigendom is van de inwoner, kan er vanuit worden gegaan dat de woning in waarde is gestegen. Daarom dienen de door de gemeente gesubsidieerde kosten bij verkoop van de woning te worden terugbetaald volgens het afschrijvingsschema overeenkomstig het schema in artikel 7 lid 3. Hoofdstuk 3 Overgangsregelingen persoonsgebonden budget Artikel 9. Overgangsregeling persoonsgebonden budget Voor cliënten met een indicatie voor: e. f. g. huishoudelijke ondersteuning; begeleiding individueel; begeleiding groep; kortdurend verblijf; maaltijdvoorbereiding; kindverzorging; lijfgebonden ondersteuning; afgegeven vóór 1 januari 2018 blijft het Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning 2017 van toepassing tot 31 december 2018 of tot zoveel eerder op het moment dat deze indicatie, al dan niet vanwege een nieuwe aanvraag, wordt verlengd, gewijzigd of is komen te vervallen. 3

Hoofdstuk 4 Bedragen maatwerkvoorzieningen voor vervoer Artikel 10. Bedragen Collectief Vraagafhankelijk Vervoer De vergoeding voor het Collectief Vraagafhankelijk Vervoer (CVV) bedraagt op jaarbasis in principe: voor gebruik van het CVV voor vervoer vrij besteedbaar 384 zones Personen die een maatwerkvoorziening ontvangen in de vorm van het CVV, moeten een bijdrage betalen in het CVV. De hoogte van deze bijdrage is gelijk aan het OV-chip tarief (omgerekend naar een zonetarief). Het OV chip-tarief bedraagt 0,74 per zone voor 65- en 0,48 voor 65+. Artikel 11. Bedragen maatwerkvoorzieningen vervoer De vergoeding voor verschillende maatwerkvoorzieningen voor vervoer bedragen op jaarbasis maximaal: e. f. voor vervoer per taxi voor een combinatie van taxi en vervoer met de eigen auto voor taxi plus voor vervoer met de eigen auto voor een rolstoeltaxi voor een voor rolstoelgebruik aangepast vervoermiddel voor een combinatie van c en d: voor de rolstoeltaxi (1.000 kilometer) plus voor rolstoelgebruik aangepast vervoermiddel (1.000 kilometer) Voor een bruikleenauto/buitenwagen met verbrandingsmotor 1.884,- 1.230,- 942,- 2.832,- 576,- 1.416,- 240,- De hoogte van de bedragen wordt voor inwoners tot 16 jaar gesteld op een percentage van de in het eerste lid genoemde bedragen op: 0% voor aanvragers tot 4 jaar; 25% voor aanvragers van 4 tot 6 jaar; 50% voor aanvragers van 6 tot 12 jaar; en 75% voor aanvragers van 12 tot 16 jaar. Voor zover levenspartners 1 beiden in aanmerking komen voor een maatwerkvoorziening vervoer dan wel voor het CVV en tenminste één van hen kan geen gebruik maken van het CVV, wordt aan elk van hen een percentage (25%, 50% dan wel 75%, afhankelijk van de gezamenlijke vervoersbehoefte) van het maximumbedrag voor vervoer per reguliere taxi toegeken Lid 4. Voor zover levenspartners1 beiden geen gebruik kunnen maken van het regulier openbaar vervoer, maar wel van het CVV wordt aan hen ieder maximaal toegekend: 100% van het aantal zones voor het gebruik van het CVV; en indien van toepassing, 50% van het vrij besteedbaar bedrag. Voor zover levenspartners beiden geen gebruik kunnen maken van het regulier openbaar vervoer, maar wel van het CVV, en één van hen kiest voor de financiële tegemoetkoming in de meerkosten voor het gebruik van de eigen auto, wordt aan ieder van hen maximaal 50% toegekend van het maximumbedrag voor het gebruik van de eigen auto. 1) Levenspartners zijn personen die meerderjarig zijn en getrouwd of geregistreerd partner zijn of een door een notaris opgemaakt samenlevingscontract met een wederzijdse zorgverplichting hebben afgesloten of allebei op hetzelfde adres staan ingeschreven in de basisadministratie persoonsgegevens van de gemeente of een vergelijkbare administratie buiten Nederlan 4

Lid 6. Indien belanghebbende gebruik maakt van een andere maatwerkvoorziening zoals een scootmobiel, dan wel een eigen verplaatsingsmiddel, kan het aantal kilometers met 25%, 50% of 75% worden verlaagd, afhankelijk van de mate waarin het andere verplaatsingsmiddel in de vervoersbehoefte voorziet. Hoofdstuk 5 Bijdrage in de kosten van een voorziening Artikel 12. Bijdrage voor maatwerkvoorzieningen De persoon, aan wie een maatwerkvoorziening in natura of in de vorm van een persoonsgebonden budget is verleend, is een bijdrage verschuldig Het bepaalde in het voorgaande lid blijft buiten toepassing als: de maatwerkvoorziening bestaat uit een rolstoel; het een maatwerkvoorziening betreft in gemeenschappelijke ruimten van wooncomplexen; de maatwerkvoorziening, een hulpmiddel is voor een belanghebbende jonger dan 18 jaar; het de maatwerkvoorziening begeleiding individueel intensiteit waakvlam betreft. De hoogte van de bijdrage voor een maatwerkvoorziening wordt vastgesteld overeenkomstig het bepaalde in het Uitvoeringsbesluit maatschappelijke ondersteuning, zoals jaarlijks aangepast door de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, en bedraagt nooit meer dan: de kostprijs van de maatwerkvoorziening in natura; de hoogte van het persoonsgebonden budget voor een maatwerkvoorziening. Lid 4. De termijn van de inning van bijdrage voor een maatwerkvoorziening is: gelijk aan de verstrekkingsduur van een maatwerkvoorziening in natura, anders dan in eigendom; gelijk aan de verstrekkingsduur van een periodiek persoonsgebonden budget; gelijk aan de termijn, tot de kostprijs van de voorziening is betaald, die in de toekenningsbeschikking van het persoonsgebonden budget voor een maatwerkvoorziening is vermel De inning van de bijdrage voor een maatwerkvoorziening stopt te allen tijde bij het overlijden van belanghebbende of bij beëindiging van de maatwerkvoorziening. Lid 6. De persoon, aan wie een vergoeding in de meerkosten is verleend, is geen bijdrage verschuldig Artikel 13. Hoogte kostprijs voor berekening bijdrage maatwerkvoorzieningen De hoogte van de kostprijs voor berekening van de bijdrage, als bedoeld in artikel 12 van de Verordening, voor onderstaande maatwerkvoorzieningen in natura bedraagt voor: Huishoudelijke Ondersteuning Basis: Huishoudelijke Ondersteuning Speciaal: Thuisondersteuning Begeleiding Individueel Basis: Begeleiding Individueel Speciaal: Begeleiding Groep Basis: Begeleiding Groep Speciaal: 22,20 per dagdeel; 22,20 per dagdeel; Kortdurend verblijf : Maaltijdvoorbereiding: Kindverzorging: Lijfgebonden ondersteuning: 44,40 per etmaal (max. 52 etmalen per kalenderjaar); 22,20 per uur. voor Beschermd Wonen intramuraal (ZZP): op basis van door het ministerie van VWS bepaalde regels voor zorg met verblijf; 5

Beschermd Wonen en Beschut Wonen LVB, wonen en zorg gescheiden volgens regels eigen bijdrage Wmo extramuraal, zijnde: 34,20 per dag; Overbruggingszorg en transitiezorg Beschermd Wonen (extramuraal): Volgens regels eigen bijdrage Wmo extramuraal, zijnde: 22,20 per uur (in begeleiding) 22,20 per dagdeel (beg groep BW) Lid 2. De bijdrage, als bedoeld in artikel 12 van de Verordening, voor de maatwerkvoorziening vervoer in natura voor: scootmobiel voor gebruik in de woonomgeving (8 km/uur) huurprijs per vier weken: scootmobiel voor gebruik in de woonomgeving (10 km/uur) huurprijs per vier weken: scootmobiel voor langere afstanden en intensief gebruik (15 km/uur) huurprijs per vier weken: 24,50 28,00 33,25 De bijdrage op het persoonsgebonden budget is maximaal het verstrekte (jaar)budget. De bijdrage op het persoonsgebonden budget voor begeleiding en dagbesteding geleverd door een professional is maximaal 53% van het verstrekte (jaar)budget. Lid 4. De hoogte van de bijdrage in de kosten voor verblijf in de opvang wordt vastgesteld en geïnd door de opvanginstellingen. De instellingen die opvang verlenen zijn Stichting De Binnenvest, Stichting Vrouwenopvang Rosa Manus en Stichting Uitgeprocedeerde Vluchtelingen. Het uitgangspunt is dat voor de cliënt in ieder geval de norm voor zak- en kleedgeld, zoals genoemd in artikel 23 van de Participatiewet, beschikbaar blijft. Voor woonvoorzieningen wordt de gemiddelde kostprijs gemeld bij het CAK tenzij de werkelijke kosten van de voorziening lager zijn. Lid 6. Een cliënt is voor woonvoorzieningen met een kostprijs onder 500,00 geen bijdrage verschuldig Hoofdstuk 6 Overige bepalingen Artikel 14. Citeertitel en inwerkingtreding Dit Besluit wordt aangehaald als: 'Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Leiderdorp 2018'. Dit Besluit treedt in werking op 1 januari 2018; Met inwerkingtreding van dit Besluit wordt het 'Besluit maatschappelijkeondersteuning gemeente Leiderdorp 2017 ingetrokken. Aldus vastgesteld in de vergadering van 9 januari 2018. Het College van Burgemeester en wethouders, De secretaris, de burgemeester, 6