Inspectierapport Kinderdagverblijf Het Oogappeltje Dreef 4 4401 EC YERSEKE Registratienummer 212230980 Toezichthouder: GGD Zeeland In opdracht van gemeente: REIMERSWAAL Datum inspectie: 11-08-2014 Type onderzoek : Regulier onderzoek Status: Definitief Datum vaststelling inspectierapport: 01-10-2014 Ons kenmerk: 14-2209 NGel/MB
Inhoudsopgave Het onderzoek... 3 Observaties en bevindingen... 4 Pedagogisch klimaat... 4 Personeel en groepen... 5 Ouderrecht... 6 Inspectie-items... 7 Gegevens voorziening... 10 Gegevens toezicht... 10 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum... 11 2 van 11
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 3 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd regulier onderzoek. In dit inspectierapport zijn niet alle items beoordeeld, omdat er sprake is van een zogeheten risicogestuurd toezicht (RGT). Met behulp van het model risicoprofiel zijn de inspectieactiviteiten bepaald. Deze inspectieactiviteiten richten zich primair op de kwaliteit van de dagelijkse praktijk, aangevuld met tekortkomingen uit vorige inspecties. Beschouwing Algemeen: Kinderdagverblijf (kdv) Het Oogappeltje is een particulier die Christelijke opvang biedt. Er wordt gewerkt met één stamgroep in de leeftijd van 0-4 jaar, met maximaal 16 kinderen. Het kdv bevindt zich in het dorp Yerseke. Inspectiehistorie: 2011 Tijdens het aangekondigde onderzoek na aanvangsdatum van 5 oktober 2011 bleek er: - geen reglement oudercommissie vastgesteld te zijn, - geen oudercommissie ingesteld, - in de risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid werden teveel risico's uitgesloten. Toezichthouder had toentertijd aangegeven: - De plannen van aanpak veiligheid en gezondheid beschreven de verantwoordelijke van de acties niet. - Bij sommige acties werden geen streef- en realisatiedata beschreven in het plan van aanpak. 2012 Tijdens het aangekondigd regulier inspectieonderzoek van 30 maart 2012 blijkt: - Eén verklaring omtrent het gedrag is ouder dan twee maanden voor indiensttreding. Toezichthouder wil toelichten: - Meerdere punten zijn in de risico-inventarisatie als groot ingeschat terwijl dit in de praktijk niet blijkt. - In de plannen van aanpak worden de streef- en realisatiedata niet duidelijk beschreven. Wel maakt de houder gebruik van controlelijsten die maandelijks worden ingevuld. Hieruit blijkt dat de houder wel gebruikt maakt van streef- en realisatiedata. Dit is niet aangegeven in de plannen van aanpak. Tijdens het nader onderzoek later dit jaar blijken bovenstaande overtredingen opgelost te zijn. 2013 Het inspectiebezoek betreft een onaangekondigde jaarlijkse inspectie. De overtredingen van de voorgaande jaren zijn opgelost. Op de website van het Oogappeltje is echter niet het laatste inspectierapport gepubliceerd of een verwijzing hiernaar geplaatst. Hierdoor is aan Item 1.3 Informatie, voorwaarde 3 niet voldaan. 2014 Tijdens de papieren inspectie januari dit jaar bleek de houder het inspectierapport op de website te hebben geplaatst. Huidige inspectie Tijdens de huidige inspectie bleek de houder aan alle gestelde voorwaarden te voldoen. Advies aan College van B&W Geen handhaving. 3 van 11
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Pedagogisch beleid Er is op deze locatie een pedagogisch beleidsplan aanwezig. Aan alle gestelde eisen wordt voldaan. De houder heeft een camerasysteem om het vierogenprincipe te waarborgen. Pedagogische praktijk Tijdens de observatie van de pedagogische praktijk wordt gebruik gemaakt van het veldinstrument observatie kindercentrum. Uit observatie en interview met de beroepskrachten blijkt het pedagogisch beleid in de praktijk duidelijk te zijn en te worden toegepast. Tijdens de inspectie werd er 1 kindje van de Buitenschoolse opvang opgevangen op het kinderdagverblijf. Emotionele veiligheid: De beroepskracht communiceert met de kinderen. De beroepskracht kent ieder kind in de groep; ze noemt hen bij naam. De beroepskracht heeft korte gesprekjes met de kinderen. Er is vriendelijk en hartelijk contact tussen de beroepskracht en de kinderen. De beroepskracht geeft de kinderen complimentjes en luistert naar de kinderen. Persoonlijke competentie: Kinderen hebben de mogelijkheid om eigen ervaringen op te doen middels spelmateriaal, activiteitenaanbod en inrichting. Het spelmateriaal ligt zichtbaar en bereikbaar voor de kinderen in verschillende speelhoekjes in de binnenspeelruimte. De kinderen mogen tijdens vrij spel zelf kiezen waarmee ze gaan spelen. Sociale competentie De kinderen maken deel uit van het groepsgebeuren en leren met elkaar rekening te houden. Overdracht van normen en waarden Afspraken, regels en omgangsvormen zijn aanwezig. De beroepskracht herinnert de kinderen hier in de praktijk geregeld aan. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (Houder) Interview anderen (Pedagogisch medewerker) Observaties (Pedagogische praktijktoets) Pedagogisch beleidsplan Pedagogisch werkplan 4 van 11
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag Verklaringen omtrent het gedrag zijn steekproefsgewijs ingezien en voldoen aan de gestelde eisen. Passende beroepskwalificatie Diploma's zijn steekproefsgewijs ingezien en voldoen aan de gestelde eisen. Opvang in groepen Er is 1 stamgroep van maximaal 16 kindplaatsen. Als het kindaantal het toelaat, wordt de buitenschoolse opvang wel eens samengevoegd met het kinderdagverblijf. Ouders geven hier schriftelijke toestemming voor als dit van toepassing is, Beroepskracht-kindratio De kind-aanwezigheidslijsten en de personeelsroosters van week 29 t/m 33 zijn bekeken. Hieruit blijkt dat aan de beroepskracht-kindratio wordt voldaan. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (Houder) Interview anderen (Pedagogisch medewerker) Observaties (Pedagogische praktijktoets) Verklaringen omtrent het gedrag Diploma's beroepskrachten Presentielijsten Personeelsrooster 5 van 11
Ouderrecht Informatie Het rapport is geplaatst op de website. 6 van 11
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogisch beleid De houder heeft een pedagogisch beleidsplan waarin de voor dat kindercentrum kenmerkende visie op de omgang met kinderen is beschreven. peuterspeelzalen) In het pedagogisch beleidsplan staat in duidelijke en observeerbare termen het volgende beschreven: de wijze waarop de emotionele veiligheid van kinderen wordt gewaarborgd, de mogelijkheden voor kinderen tot de ontwikkeling van hun persoonlijke- en sociale competentie, en de wijze waarop de overdracht van normen en waarden aan kinderen plaatsvindt. peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de werkwijze, de maximale omvang en de leeftijdsopbouw van de stamgroep. peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub b Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen bij welke (spel)activiteiten kinderen hun stamgroep verlaten. peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub c Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe beroepskrachten bij hun werkzaamheden worden ondersteund door andere volwassenen. peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub d Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe ondersteuning is vormgegeven indien slechts één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is. peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub g Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe ondersteuning is vormgegeven indien slechts één beroepskracht in het kindercentrum wordt ingezet in afwijking van de beroepskracht-kindratio. peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub g Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop kinderen kunnen wennen aan een nieuwe stamgroep waarin zij zullen worden opgevangen. peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub e Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen het beleid ten aanzien van het gebruik maken van kinderopvang gedurende extra dagdelen. peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub f Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop het vierogenprincipe is vormgegeven. peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub h Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) 7 van 11
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder heeft het vierogenprincipe overeenkomstig zijn pedagogisch beleidsplan ingevoerd. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5a en 7 lid 1 sub h Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is bij aanvang van de werkzaamheden niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) De verklaringen omtrent het gedrag die zijn afgegeven vóór 1 maart 2013 zijn niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 3 en 3.8g Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1, 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Opvang in groepen De opvang vindt plaats in stamgroepen. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) OF De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar; - 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar; - 1 beroepskracht per 6 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 7 en 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) 8 van 11
Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 10 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Ouderrecht Informatie De houder informeert ouders en personeel over het inspectierapport door het zo spoedig mogelijk na ontvangst op de eigen website te plaatsen. Indien geen website aanwezig is legt de houder een afschrift van het inspectierapport op een voor ouders en personeel toegankelijke plaats. (art 1.54 lid 2 en 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) 9 van 11
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening : Het oogappeltje Aantal kindplaatsen : 16 Gesubsidieerde voorschoolse educatie : Nee Gegevens houder Naam houder : K. Bronsema Website : www.oogappeltje-yerseke.nl KvK nummer : 52561461 Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD : GGD Zeeland Adres : Postbus 345 Postcode en plaats : 4460 AS GOES Telefoonnummer : 0113-249400 Onderzoek uitgevoerd door : N. van Gelder Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente : REIMERSWAAL Adres : Postbus 70 Postcode en plaats : 4416 ZH KRUININGEN Planning Datum inspectie : 11-08-2014 Opstellen concept inspectierapport : 24-09-2014 Zienswijze houder : 29-09-2014 Vaststelling inspectierapport : 01-10-2014 Verzenden inspectierapport naar houder en : 02-10-2014 oudercommissie Verzenden inspectierapport naar gemeente : 02-10-2014 Openbaar maken inspectierapport : 02-10-2014 10 van 11
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. Ik keur het conceptrapport goed. 11 van 11