DE RAAD VAN TOEZICHT NOORD VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS IN ONROERENDE GOEDEREN NVM.

Vergelijkbare documenten
De Raad van Toezicht Zwolle geeft de volgende uitspraak in de zaak van:

Belangenbehartiging opdrachtgever. Voormalige echtelijke woning, Instemming echtgenoot met verkoop.

201 BIEDEN, ONDERHANDELEN & TOTSTANDKOMING OVEREENKOMST

Biedingsproblematiek. Duidelijk aangegeven dat eindbod verwacht werd of niet? De Raad van Toezicht Zwolle geeft de volgende uitspraak in de zaak van:

DE RAAD VAN TOEZICHT NOORD VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS IN ONROERENDE GOEDEREN NVM.

Beweerdelijke onvoldoende belangenbehartiging. Echtscheidingssituatie. Melden van gebreken en reden van verkoop.

Taxatie. Te hoge waardering. Reden van taxatie en hoogte van waardering. De Raad van Toezicht Zwolle geeft de volgende uitspraak in de zaak van:

Belangenbehartiging opdrachtgever. Onvoldoende belangenbehartiging. Perikelen bij echtscheiding.

De Raad van Toezicht Zwolle geeft de volgende uitspraak in de zaak van: W. makelaar, aangesloten bij de NVM, kantoorhoudende te R.

Beweerdelijk onjuiste voorlichting aan koper. Persoonlijk gebruiksrecht. De Raad van Toezicht Zwolle geeft de volgende uitspraak in de zaak van:

DE RAAD VAN TOEZICHT NOORD VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS IN ONROERENDE GOEDEREN NVM

Waardebepaling tegen de zin van een van de twee opdrachtgevers gemeld.

Handel. Oogmerk geen winst maar hulp aan kantoorgenoot. Rood voor Roodregeling.

12-53 RvT Utrecht RAAD VAN TOEZICHT TE UTRECHT VAN NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS IN ONROERENDE GOEDEREN NVM

RvT Zwolle. Taxatie als deskundige. Noodzaak van plaatselijke bekendheid.

Mislukte aankoop: recht van eerste koop onverwacht uitgeoefend.

Belangenverstrengeling. Aankoop door medewerker van verkopend makelaar. Onvoldoende belangenbehartiging.

Optie en Bod. Afbreken onderhandelingen. Contact opnemen met opdrachtgever van collega.

Verschillende versies van vragenlijst. Perceelsgrens. Meetinstructie

De Raad van Toezicht Utrecht van de Nederlandse Vereniging van Makelaars in Onroerende Goederen NVM geeft de volgende uitspraak in de zaak van:

Meetinstructie. Geen informatie verstrekt over positie van medewerker van makelaarskantoor.

Optie en Bod. Onduidelijke biedingsprocedure. Onderhandelen met meerdere gegadigden.

201 BIEDEN, ONDERHANDELEN & TOTSTANDKOMING OVEREENKOMST. Informatie aan niet-opdrachtgever. Onvoldoende communicatie.

Echtscheiding, perikelen bij. Onvoldoende overleg opdrachtgever. Ongepast optreden.

Belangenbehartiging opdrachtgever. Te hoge vraagprijs. Ongepast optreden.

De heer M.E. W., wonende te A, hierna te noemen: klager tegen De besloten vennootschap M MAKELAARDIJ B.V., gevestigd te B, NVM-lid,

201 BIEDEN, ONDERHANDELEN & TOTSTANDKOMING OVEREENKOMST.

De Centrale Raad van Toezicht geeft de volgende uitspraak in de zaak van: B MAKELAARDIJ, lid van de vereniging, gevestigd en kantoorhoudende te M,

Belangenbehartiging opdrachtgever. Contractsbepalingen. Courtage.

VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM

201 BIEDEN, ONDERHANDELEN & TOTSTANDKOMING OVEREENKOMST

De Raad van Toezicht Zwolle geeft de volgende uitspraak in de zaak van:

Informatie aan niet-opdrachtgever. Mededelings- en onderzoeksplicht. Overdrachtsbelasting. Art. 13 wet op belastingen van rechtsverkeer.

De Raad van Toezicht Zwolle geeft de volgende uitspraak in de zaak van:

Belangenbehartiging opdrachtgever. Beslaglegging.

DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM.

De Raad van Toezicht te Hilversum van de Nederlandse Vereniging van Makelaars in onroerende goederen NVM U I T S P R A A K

Optie en bod. Koopovereenkomst tot stand gekomen? Onderhandelen met meerdere gegadigden.

Klacht tegen makelaar als lid van de Bedrijfshuuradviescommissie. Nietontvankelijkheid

De Raad van Toezicht Noord geeft de volgende uitspraak in de zaak van:

Belangenbehartiging opdrachtgever. Onvoldoende belangenbehartiging. Tegenstrijdige opdrachten.

9Belangenbehartiging opdrachtgever. Te hoge vraagprijs. Ongepast optreden.

Bij van 21 juni 2014 heeft beklaagde een verweerschrift ingediend bij de Raad.

Belangenbehartiging opdrachtgever. Onvoldoende belangenbehartiging. Onvoldoende overleg opdrachtgever. Onafhankelijkheid.

Beweerdelijke instructies bij verkoop niet opgevolgd. Declaratie zonder overleg bij notaris ingediend? Nodeloze kosten veroorzaakt?

De Raad van Toezicht Zwolle geeft de volgende uitspraak in de zaak van:

de heer S. en mevrouw V., wonende [adres], klagers, tegen:

Optie en bod. Onderhandelen met meerdere gegadigden.

Tuchtrechtspraak NVM. Stichting RvT Zuid 203 ERECODE 202 TAXATIE. Taxatie uitgevoerd door medewerker die geen lid NVM was.

DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM.

Informatie aan niet-opdrachtgever. Bestemming object. Mededelingsen onderzoeksplicht. Vergunning Waterschap.

Collegialiteit. Contact opnemen met opdrachtgever van collega.

Geschatte waarde veel hoger dan andere taxaties. Klacht te vroeg ingediend. Nog geen uitvoering rechterlijk vonnis.

Informatie niet-opdrachtgever. Mededelings- en onderzoeksplicht. Perceelsoppervlakte.

Onjuist omschreven factuur ingediend. Samenwerking met andere adviseurs. Wat is courtage?

Informatie aan niet-opdrachtgever. Aanpassing contractsbepalingen. Terugvorderen van overdrachtsbelasting.

Bij brief van 22 april 2015 heeft de gemachtigde van beklaagde een verweerschrift ingediend bij de Raad.

201 BIEDEN, ONDERHANDELEN & TOTSTANDKOMING OVEREENKOMST

Echtscheidingsproblematiek. Optreden als makelaar op grond van rechterlijk vonnis. Contact met advocaten van partijen.

De Centrale Raad van Toezicht geeft de volgende uitspraak in de zaak van: de heer F. H. aangesloten NVM-Makelaar, kantoorhoudende te H, beklaagde.

Belangenbehartiging opdrachtgever, (beperkte) aankoopopdracht, te passieve houding makelaar. Mededelings- en onderzoeksplicht (belendende percelen)

2. De klacht is behandeld ter zitting van de Raad op 20 juni Ter zitting waren aanwezig klager in persoon alsmede O. Z. namens beklaagde.

CR 09/2280 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM.

Taxatie. Onjuiste taxatiewaarde. Hertaxatie door niet-onafhankelijke tweede taxateur.

Informatie aan niet-opdrachtgever. Onjuiste oppervlakte in verkoopdocumentatie.

DE RAAD VAN TOEZICHT NOORD VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS IN ONROERENDE GOEDEREN NVM. Nieuwbouw. Latere oplevering. Problemen voor koper.

Taxatie. Onjuiste taxatiewaarde.

Onafhankelijkheid. Belangenverstrengeling.

Informatie aan niet-opdrachtgever. Onjuiste informatie over woonoppervlakte en afmeting tuin.

Oncollegiaal gedrag. Als adviseur van koopster geen contact opgenomen met makelaarverkoper.

Beweerdelijke strijd met regel 6 Erecode. Belegging en schijn van mogelijke belangenverstrengeling

DE RAAD VAN TOEZICHT ZUID VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM geeft de volgende uitspraak in de zaak van:

Onvoldoende belangenbehartiging. Echtscheiding. Onvoldoende overleg opdrachtgever. Valsheid in geschrifte.

Onafhankelijkheid. Belangenverstrengeling. Afbreken onderhandelingen.

De Raad van Toezicht Zwolle geeft de volgende uitspraak in de zaak van:

Raad van Toezicht Amsterdam van de Nederlandse Vereniging van Makelaars en Taxateurs in onroerende goederen NVM

CR 12/2415 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM.

Onzorgvuldig en onvolledig taxatierapport. Ontvankelijkheid klager.

Niet solide huurder. Weinig schriftelijk vastgelegd. Onvoldoende communicatie na gerezen problemen.

Beweerdelijk te hoge vraagprijs. Brief van makelaar in procedure gebruikt.

CR 10/2311 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM 20 april 2010

Optie en bod. Bod onder tijdslimiet. Amsterdams biedsysteem. Onderhandelen met meerdere gegadigden. Uitspelen van gegadigden.

Raad van Toezicht Haarlem van de Nederlandse Vereniging van Makelaars in onroerende goederen en vastgoeddeskundigen NVM

Belangenbehartiging opdrachtgever. Mededelings- en onderzoeksplicht. Onzorgvuldig handelen.

Beweerdelijk optreden voor meerdere partijen tegelijk. Gebreken aan het gekochte bij doorverkoop.

Adviseur en tegelijkertijd koper van pand van cliënt. Misbruik van omstandigheden. Zeer ernstige schending van Erecode.

De Raad van Toezicht Eindhoven/Maastricht geeft de volgende uitspraak in de zaak van:

De Raad van Toezicht Zwolle geeft de volgende uitspraak in de zaak van: aangesloten makelaar bij de vereniging, kantoorhoudende te D

De Raad van Toezicht Rotterdam geeft uitspraak in de klacht van

Mededelings- en onderzoeksplicht. Erfdienstbaarheid van weg t.b.v. het naburige perceel.

Optie en bod. Afwijken van het biedsysteem. Biedsysteem A.

B MAKELAARDIJ B.V., kantoorhoudende te G, beklaagde,

De Centrale Raad van Toezicht geeft de volgende uitspraak in de zaak van: G MAKELAARS, NVM-lid, kantoorhoudende te A, beklaagde in hoger beroep

201 BIEDEN, ONDERHANDELEN & TOTSTANDKOMING OVEREENKOMST. Informatie aan niet-opdrachtgever. Mededelings- en onderzoeksplicht. Ontbreken vergunning.

10-02 DE RAAD VAN TOEZICHT GRONINGEN VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS IN ONROERENDE GOEDEREN NVM

CR 12/2409 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM.

Beweerdelijke onvoldoende onderbouwing van taxatie, onjuiste uitgangspunten en beïnvloeding van betrokkene.

Informatie aan niet-opdrachtgever. Huurovereenkomst, totstandkoming van.

De heer S., aangesloten makelaar, verbonden aan [naam makelaarskantoor], [adres] beklaagde.

RvT Zwolle. De Raad van Toezicht Zwolle geeft de volgende uitspraak in de zaak van: S., wonende te Z klager, tegen

Transcriptie:

NVM Noord 025 DE RAAD VAN TOEZICHT NOORD VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS IN ONROERENDE GOEDEREN NVM. Onvoldoende belangenbehartiging. Geen toestemming tot prijsverlaging. Druk van hypotheekbank. In het kader van de beëindiging van hun relatie besluiten klager en zijn expartner tot verkoop van hun woning over te gaan. De makelaar krijgt daartoe opdracht waarbij klager als eerste aanspreekpunt zal optreden. De vraagprijs wordt aanvankelijk bepaald op 539.000. Een half jaar later wordt deze na overleg met de bank omdat de hypotheeklasten niet meer worden betaald, verlaagd naar 519.000. Als zich bijna een jaar later nog geen gegadigde heeft aangediend wordt de prijs wederom verlaagd naar een bod vanaf 400.000. Vier maanden later wordt prijsovereenstemming met een koper bereikt voor 407.500. Klager verneemt daarvan pas als hij de concept-koopacte onder ogen krijgt. Hij acht de opbrengst te laag, maar gaat na raadpleging van een advocaat toch tot medewerking aan de koop en het transport over. Hij verwijt de makelaar dat deze hem volstrekt onkundig hield van de ontwikkelingen. De makelaar van zijn kant stelt dat de communicatie met lager uiterst moeizaam verliep. Klager is piloot en vertoeft veel in het buitenland. Omdat de hypotheeklasten niet meer werden voldaan oefende de bank steeds meer druk uit en dreigde zelfs met executoriale verkoop. Zo n verkoop zou een nog lagere opbrengst hebben opgeleverd dan thans. De raad van toezicht acht dit verweer niet afdoende. Te allen tijde bepaalt de eigenaar of de vraagprijs wordt aangepast en voor welke prijs wordt verkocht. Uit het veelvuldige mailverkeer met klager blijkt nergens dat deze instemde met prijsaanpassingen. Het is aan de eigenaar/opdrachtgever of hij het risico van verkoop van de bank neemt of niet. De Raad van Toezicht Noord geeft de volgende uitspraak in de zaak van:

de heer H. H., wonende te W klager, tegen de heer B. S., aangesloten bij de vereniging, kantoorhoudende te O, de makelaar. 1. Verloop van de procedure: 1.1. Klager heeft per mail gedateerd 7 juni 2016 met bijlagen, aangevuld en met kleine wijzigingen per mail gedateerd 8 juni 2016, aan de NVM te Nieuwegein een klacht ingediend tegen de makelaar, door de NVM bij brief van 8 november 2016 aan de Raad van Toezicht Noord doorgestuurd. 1.2. Bij brief van 8 december 2016 met bijgevoegd een USB-stick heeft de makelaar verweer gevoerd tegen de klacht. De USB-stick is in het ongerede geraakt. 1.3. Ter zitting van 19 januari 2017 van de Raad van Toezicht zijn verschenen: - klager - de makelaar 1.4. Partijen zijn door de Raad van Toezicht gehoord en hebben hun standpunten nader toegelicht. 1.5. Bij brief van 30 januari 2017 heeft de makelaar naar aanleiding van de monde-linge behandeling een grote hoeveelheid e-mails aanvullend in het geding ge-bracht. 2

1.6. Klager heeft hierop gereageerd door middel van een mailbericht van 13 februari 2017. 2. De feiten: 2.1. Als gesteld en erkend, dan wel niet of onvoldoende weersproken, alsmede op grond van de overgelegde bescheiden, voor zover niet betwist, staat tussen partijen het volgende vast. 2.2. Klager en zijn toenmalige partner waren eigenaars van een woonhuis aan de W-straat 9 te W. In de zomer van 2013 is de relatie tussen de eigenaren beëindigd. Aanvankelijk was het de bedoeling dat klager de woning zou verlaten en zijn ex-partner zijn aandeel zou overnemen. 2.3. Op 7 april 2014 heeft klager de makelaar ingeschakeld om de mogelijkheden van verkoop van het object te bezien. Daartoe heeft (alleen) klager op 8 april 2014 een opdracht tot dienstverlening bij verkoop aan de makelaar verstrekt. De ex-partner van klager wilde in beginsel niet meewerken aan verkoop, omdat zij de wens had klager te kunnen uitkopen, maar had daarbij aangegeven wel medewerking te zul-len overwegen aan een verkoop, indien zich daadwerkelijk een koper zou aandie-nen. De ex-partner van klager heeft de makelaar uitdrukkelijk verzocht om niet haar, maar klager als eerste aanspreekpunt te beschouwen. 2.4. In juli 2014 is de woning vervolgens daadwerkelijk ter verkoop aangeboden. Bij die gelegenheid is de vraagprijs vastgesteld op 539.000,-- k.k.. 2.5. In augustus 2014 heeft klager zijn intrek genomen in een andere woning. Op dat moment is hij gestopt met het voldoen van de hypotheeklasten met betrekking tot de woning en ook zijn ex-partner heeft niet aan de bank betaald. 2.6. In september 2014 heeft een gesprek plaatsgevonden met de hypotheekbank, naar aanleiding waarvan de vraagprijs is verlaagd tot 519.000,-- per eind december 2014. 2.7. Eind juli 2015 is de vraagprijs van de woning verlaagd tot een bod 3

vanaf 400.000,--. 2.8. In november 2015 is door bemiddeling van de makelaar principeovereenstemming bereikt met een potentiële koper voor een koopsom van 407.500,-- k.k. De door de makelaar opgestelde koopovereenkomst is zowel door klager (op 16 december 2015) als zijn ex-partner (op 4 december 2015) getekend. Korte tijd later heeft de eigendomsoverdracht plaatsgevonden. 3. De klacht: 3.1. Klager stelt dat de makelaar zijn belangen als (mede-)eigenaar van de onderhavige woning en opdrachtgever onvoldoende heeft behartigd, met name door: a. de vraagprijs van de woning zonder voorafgaand overleg en toestemming van klager substantieel te verlagen en b. klager te confronteren met een voldongen feit door hem op 1 december 2015 een (concept) koopovereenkomst toe te zenden wegens met een potentiële koper bereikte overeenstemming voor een koopprijs van 407.500,-- k.k., waardoor klager zich gedwongen zag deze overeenkomst te accepteren. 3.2. Klager stelt dat hij de opdrachtgever van de makelaar was en dat ook was afge-sproken dat hij eerste contactpersoon was. Klager stelt dat hij alleen akkoord is gegaan met een verlaging van de oorspronkelijke vraagprijs van 530.000 k.k. naar 519.000,-- k.k. per eind december 2014 mits deze verlaagde vraagprijs een jaar ongewijzigd zou blijven. Klager verwijt de makelaar dat hij ondanks deze afspraak zonder voorafgaand overleg met en toestemming van klager, blijkbaar op instigatie van de hypotheekbank en in overleg met de ex-partner van klager, de vraagprijs substantieel verlaagd heeft, zelfs (uiteindelijk) tot een bod vanaf 400.000,--. 3.3. Dit alles weegt voor klager nog zwaarder, omdat klager zich pas op 1 december 2015, door toezending van de (concept)koopovereenkomst, bewust werd van het feit dat er al in verregaande mate overeenstemming met een koper was bereikt voor een bedrag dat in beginsel voor hem onacceptabel was. Klager heeft zich om die reden 4

toen tot een advocaat gewend, en uiteindelijk besloten zich niet tegen de verkoop te verzetten, ondanks dat hij het daarmee oneens was wegens de in zijn visie te lage verkoopprijs. Klager geeft aan dat hij wel degelijk andere opties had willen onderzoeken dan verkoop voor dit naar zijn oordeel veel te lage bedrag. Bijvoorbeeld het betalen van de achterstallige termijnbetalingen op de hypotheek, de woning zelf gaan bewonen en met de bank een regeling treffen. Op die manier zou hij, in ieder geval voorlopig, de woning kunnen bewonen, zodat geen sprake zou hoeven zijn van gedwongen verkoop en een verbetering van de marktom-standigheden had kunnen worden afgewacht. Door het eigenmachtig optreden van de makelaar zijn die opties klager uit handen genomen. 3.4. Klager wijst het verweer van de makelaar dat hij moeilijk bereikbaar zou zijn wegens veelvuldig verblijf op wisselende plaatsen in het buitenland, van de hand. Hij heeft steeds gebruik gemaakt van dezelfde mailadressen en die ook regelmatig gecontroleerd op binnenkomende e-mails. Klager had daartoe ook alle belang, omdat diezelfde adressen door hem ook zakelijk werden gebruikt voor het aan-nemen van nieuwe opdrachten. Klager geeft aan dat uit de grote hoeveelheid mailberichten, die de makelaar in het geding heeft gebracht, nergens blijkt dat hij heeft ingestemd met verlaging van de vraagprijs onder de 519.000,-- k.k.. 4. Het verweer: 4.1. De makelaar voert, samengevat en zakelijk weergegeven, het volgende verweer. 4.2. De makelaar stelt dat het contact met klager juist wel erg moeizaam verliep, met name doordat klager piloot is en om die reden veelvuldig voor langere tijd in het buitenland verblijft. Als gevolg daarvan was de makelaar voor de communicatie met klager vooral aangewezen op e- mail. Op e-mails van de makelaar reageerde klager echter vaak niet of vertraagd. Omdat de makelaar (ook) contact had met de ex-partner van klager en de hypotheekbank, werd hem duidelijk dat de hypotheeklasten niet langer betaald werden en dat daarom de hypotheekbank in toenemende mate druk uitoefende om tot onderhandse verkoop van de woning te komen, onder de dreiging dat zij bij gebreke van een 5

dergelijke verkoop tot executie van haar hypotheekrecht zou overgaan. Omdat er geen belangstelling was in de markt, was naar het oordeel van de makelaar een verlaging van de vraagprijs noodzakelijk om op korte termijn tot een transactie te kunnen komen ter vermijding van executoria-le verkoop. Omdat een dergelijke verkoop naar het oordeel van de makelaar in het geheel niet in het belang van klager en zijn expartner zou zijn, heeft hij gemeend de verlaging van de vraagprijs, zoals door de bank min of meer gedicteerd, te ef-fectueren, mede omdat de ex-partner van klager daar ook uitdrukkelijk mee in-stemde. De makelaar geeft aan dat hij over deze verlaging wel geprobeerd heeft met klager als zijn opdrachtgever te communiceren, maar dat dat niet gelukt is 1. 4.3. Naar het oordeel van de makelaar was de in november 2015 bereikte mogelijkheid tot verkoop een zonder meer te verkiezen alternatief bood boven gedwongen verkoop door de hypotheekbank. De makelaar wijst erop dat de bank op 9 november 2015 nog een mail aan klager heeft gezonden waarin de bank heeft aangegeven over te zullen gaan tot gedwongen verkoop indien klager niet akkoord zou gaan met de voorgenomen verkoop. 4.4. De makelaar meent dan ook dat geen sprake is van onvoldoende belangenbehar-tiging, nu hij naar zijn oordeel onder de gegeven omstandigheden het best moge-lijke resultaat heeft bewerkstelligd en executoriale verkoop heeft voorkomen. Indien klager niet zou hebben ingestemd met de verkoop zou dit hebben geleid tot een gedwongen verkoop door de hypotheekbank, hetgeen tot een veel lagere opbrengst zou hebben geleid. En uiteindelijk heeft klager ook ingestemd met die verkoop, zelfs na raadpleging van een advocaat. 5. Beoordeling van het geschil: 5.1. De klacht richt zich tegen makelaar S te O; deze is aangesloten bij de NVM en bij de afdeling [ ]. De Raad van Toezicht Noord NVM is derhalve bevoegd om van de klacht kennis te nemen. 6

5.2. Op basis van de in april 2014 gemaakte afspraken tot dienstverlening bij verkoop was klager - formeel samen met zijn ex-partner - de opdrachtgever van de ma-kelaar, waarbij was afgesproken dat klager eerste aanspreekpunt zou zijn. 5.3. Klager is slechts schoorvoetend akkoord gegaan met een verlaging van de vraagprijs van de woning naar 519.000,--. Mede gezien het feit, dat door hun uiteengaan, de belangen van klager en zijn ex-partner niet parallel liepen, is de Raad van Toezicht van oordeel dat een verlaging van de vraagprijs door de ma-kelaar slechts geëffectueerd had mogen worden indien in ieder geval (ook) klager - als eerste aanspreekpunt - daarvoor expliciet toestemming had gegeven. Klager ontkent dat hij een dergelijke toestemming heeft gegeven. Ondanks dat de make-laar een grote hoeveelheid e-mailberichten aan de Raad van Toezicht heeft over-gelegd, is hij er niet in geslaagd aan te geven uit welk bericht zou blijken dat klager (ongeclausuleerde) toestemming heeft verleend voor het verlagen van de vraagprijs, met name tot een bod vanaf 400.000,--, of de Raad op andere wijze van het bestaan van die toestemming te overtuigen. 5.4. Naar het oordeel van de raad weegt dit toestemmingsvereiste zwaar, omdat eige-naren van een object te allen tijde zelf moeten kunnen bepalen of zij dat object voor een bepaalde prijs te koop willen aanbieden, respectievelijk willen verkopen. De door de makelaar aangevoerde omstandigheden, (a) slechte communicatie/e-mailcontact tussen partijen en (b) toenemende druk vanuit de hypotheekbank om tot verkoop te geraken, rechtvaardigen naar het oordeel van de raad geen inbreuk op het hiervoor genoemde uitgangspunt van toestemming voor verlaging van de vraagprijs. De makelaar dient in het kader van zijn belangenbehartiging zijn opdrachtgevers te adviseren, soms zelfs dringend te adviseren, maar beslissingen omtrent de vraag- en verkoopprijs dient hij aan opdrachtgevers over te laten. Ook als de makelaar van oordeel is dat het nemen van een bepaalde beslissing of het uitblijven daarvan de belangen van de opdrachtgever schaadt. 5.5. De Raad is van oordeel dat de makelaar niet overeenkomstig onderdeel 2 van de Erecode heeft gehandeld en verklaart de klacht dan ook gegrond. 5.6. De Raad realiseert zich dat klager in beginsel niet gedwongen was de 7

koopover-eenkomst in december 2015 te tekenen. De Raad heeft echter begrip voor het feit dat klager zich onder gegeven omstandigheden, waaronder de opstelling van de hypotheekbank, de facto gedwongen zag toch tot ondertekening van de koopovereenkomst over te gaan, hoewel hij het met de koopprijs oneens was. Het feit dat klager de koopovereenkomst heeft ondertekend, neemt het bezwaar van de Raad tegen de handelwijze van de makelaar dan ook niet weg. 6. Uitspraak: 6.1. Verklaart de klacht gegrond. 6.2. Legt de makelaar de maatregel van berisping op. 6.3. Veroordeelt de makelaar tot betaling van een bedrag van 3.255,-- (inclusief 21% btw) aan de NVM als bijdrage in de kosten van de behandeling. Dit bedrag dient te worden overgemaakt op rekeningnummer [ ] t.n.v. de NVM onder vermelding van: [ ] Aldus beslist door de Raad van Toezicht Noord NVM, bestaande uit mr. U. van Houten, voorzitter, P.J. de Jong, makelaar-lid en mr. H.R. Quint/lid, secretaris, op 1 maart 2017 mr. U. van Houten Voorzitter mr. H.R. Quint Secretaris 8

9