Aantrekkelijkheid van landbouwkundige gewassen voor honingbijen voor het verzamelen van nectar en/of pollen



Vergelijkbare documenten
3. Definitielijst toepassingsgebieden gewasbeschermingsmiddelen (versie 2.0, Ctgb juni 2011)

Bijlage A. Stikstofgebruiksnormen behorende bij artikel 28 van de Uitvoeringsregeling Meststoffenwet

Vanaf heden kan u op fytoweb de maximale residulimieten (MRL s) ook per gewas opzoeken.

Formulier ter aansluiting teeltbedrijf bij Stichting Monitoring Voedingstuinbouw Versie 27 juni 2006 (met naamswijziging EurepGAP naar GlobalGAP)

A. WETTELIJK GEBRUIKSVOORSCHRIFT

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

WAS-WORDT lijst. versus. Definitielijst Toepassingsgebieden Gewasbeschermingsmiddelen [DTG] Opdrachtgever: Ctgb; dhr. F.Dorgelo

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN W.3

Actueel WG van het middel Karma, N W.4. 2 november 2018

Maximale dosering (middel) per toepassing

Actueel Wettelijk Gebruiksvoorschrift van het gewasbeschermingsmiddel Pirimor, 5794 N W.6

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

Dosering (middel) per toepassing. Maximale dosering middel per toepassing. 0,15-0,20 L/ha 0,2 L/ha 1 per teeltcylcus. 0,04-0,2 L/ha 0,2 L/ha 3 per

Actueel WG van het middel Focus Plus W oktober 2018

Maximale dosering (middel) per toepassing

A. WETTELIJK GEBRUIKSVOORSCHRIFT

AGRICHEM PIRIMICARB W1 TOELATINGSNUMMER

Voorbeelden Combinatie - Wisselteelt

LIJST WAT KAN EN WAT TE VERMIJDEN

Zaai-, plant-, poot- en oogstkalender

Zaai-, plant-, poot- en oogstkalender

CAS Num m er Naam Type Gehalte/Eenheid. Professioneel Code Startdatum Einddatum Docum ent

VERGROENING GEWASDIVERSIFICATIE - BIJLAGE /

Kleine toepassingen / kleine teelten

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

A. WETTELIJK GEBRUIKSVOORSCHRIFT

Actueel Wettelijk Gebruiksvoorschrift van het middel FLINT W maart 2019

Maximaal aantal toepassingen per teeltcyclus

Starten met een moestuin

januari Z M D W D V Fruit: Appelen, Bananen, Citroen, Mandarijnen, Mango, Peren, Sinaasappelen Dit is een product van SaskiaVanOmmen.

TRACER. Gewasbeschermingsmiddel. Stof(fen) Actuele gebruiksvoorschriften

W.2 HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN. 4 december Actueel WG van het middel Centurion Plus, N

Vollegrondsgroenten Ontwikkelingen gewasbescherming 2015

Maximale dosering (middel) per toepassing

Zand Niet Zand Zand Niet Zand. Zand Niet Zand Zand Niet Zand. Zand Niet Zand Zand Niet Zand. Niet Zand. Niet Zand. Niet Zand. Niet Zand.

Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen. Toegestaan is uitsluitend het gebruik als schimmelbestrijdingsmiddel:

Uitleg bij de Kosmoskalender

Veiligheidstermijn per product

DOMEINNAAM CODE OMSCHRIJVING BEGINGELDIGHEID EINDGELDIGHEID

Basiscursus Ecologische Moestuin. Families in de moestuin

Gewassen per 1 januari 2015

Januari. Februari DOEN ZAAIEN ETEN DOEN ZAAIEN PLANTEN ETEN

Te bestrijden organisme. Dosering (middel) per toepassing

Bleekselderij zomer 30 x 35 centimeter

Pirimor, WG en aanbevelingen, 5794 N W.6 bij etiketinstructie versie 15

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

Maximaal aantal toepassingen per teeltcyclus

Hoofdbestemming A MOB VLI VER BIO. 856 x x 7 x - - x x - x - x - x S - A P2

Dosering (middel) per toepassing. Maximale dosering (middel) per toepassing. maanden Traybehandeling vliegen en. 1 per muggen 4. 12,5 ml/1000 planten

Dosering* middel per toepassing. 1 kg/ha 1 kg/ha 2 per 12 maanden. Zwartvruchtrot 5 gram per 100 liter water) schimmel 1 gram per 100 liter water)

Dosering (middel) per toepassing

Omzetting gewascode naar teeltgroep

Tabel 1 Stikstofgebruiksnormen

Dosering (middel) per toepassing

Dosering (middel) per toepassing. Maximale dosering (middel) per toepassing. Mijten 0.05% (50 ml middel per 100l water)

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN. Actueel WGGA van het middel Switch, N W.6

Pirimor, WG en aanbevelingen, 5794 N W.8 bij etiketinstructie versie 18

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

Publicatieblad van de Europese Unie L 75/7

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

Dosering* middel per toepassing. toepassingen per teeltcyclus of per 12 maanden 2 l/ha 2 per teeltcyclus. teeltcyclus. 2 l/ha 2 per.

Actueel WG van het middel Centurion Plus, N W.3. 3 maart 2017

Karma Toelatingsnummer: N W.4 Formulering: Wateroplosbaar granulaat Werkzame stof: kalium waterstofcarbonaat Gehalte: 85% Inhoud: 5 kg

Maximaal aantal toepassingen per teeltcyclus of per 12 maanden. Dosering* middel per toepassing

Genieten van zelfgekweekte groenten, fruit en kruiden is het einde! Alleen komen die verse tomaten, knapperige sla, pittige rucola, zoete appels,

Dosering* middel per toepassing. toepassingen per teeltcyclus of per 12 maanden 2 l/ha 2 per teeltcyclus. teeltcyclus. 2 l/ha 2 per.

Maximaal aantal L middel per ha per 12 maanden. Dosering * middel per toepassing. toepassin gen per 12 maanden

VERTEERB. KOOLHYDRATEN TRANSVETZUREN CHOLESTEROL LINOLZUUR ZETMEEL VEZELS SUIKERS

De organische stofbalans: Kengetallen

Stomp 400 SC. BASF Nederland B. V., Divisie Agro WETTELIJK GEBRUIKSVOORSCHRIFT. Toelatingsnummer N W.22 Productgroep: herbicide Formulering:

Dosering (middel) per toepassing. Maximale dosering (middel) per toepassing. Mijten 0.05% (50 ml middel per 100l water)

Basiscursus Ecologisch tuinieren

FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU

Dosering (middel) per toepassing. Maximale dosering (middel) per toepassing. Mijten 0.05% (50 ml middel per 100l water)

Toelatingsnummer: Aard van het preparaat

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN. BIJLAGE III WG van het middel FLINT N W.9

Wijziging Regeling residuen van bestrijdingsmiddelen

FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU

Teeltcodes met aanduiding bouwland

WETTELIJK GEBRUIKSVOORSCHRIFT

Wettelijk Gebruiksvoorschrift

februari maart april mei

Wettelijk Gebruiksvoorschrift

400 g/l pendimethalin

WETTELIJK GEBRUIKSVOORSCHRIFT Toegestaan is uitsluitend het professionele gebruik als onkruidbestrijdingsmiddel in de volgende sgebieden (volgens Defi

Organisatie van de moestuin

Toelatingsnummer: Aard van het preparaat

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN. Actueel WG van het middel LENTAGRAN WP, N W.6.

Uitzonderingmaatregel voor toepassen van zaaizaad behandeld met NNI s van suikerbieten, slasoorten, andijvie en wortelen voor 2019

BIJLAGE I bij het besluit d.d. 4 juli 2014 tot herregistratie van de toelating van het middel BotaniGard WP, toelatingnummer N

Actueel WG van het middel Roundup Ultimate W.3. 9 mei 2018

Switch WGGA, N W.6 bij etiketinstructie versie 15

Tabel: Teeltcodes met aanduiding bouwland / Campagne 2017

Wat gaan we vanavond doen?

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

Land- en Tuinbouw in de Scheldemond-provincies

Boxer WG en aanbevelingen, N W.10 bij etiketinstructie versie 10

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN. Actueel WG van het middel LUNA PRIVILEGE, N W.6.

Switch, WG en aanbevelingen N W.8

Transcriptie:

Aantrekkelijkheid van landbouwkundige gewassen voor voor het verzamelen van nectar en/of pollen

Landbouwkundige gewassen die bevlogen worden door ; versie 1.0 pag. 2 van 23

Voorwoord Naar aanleiding van de motie Ouwehand (Kamerstukken II 2010/11, 32 372 nr. 19) heeft het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) de toegelaten gewasbeschermingsmiddelen op basis van drie neonicotinoïden en fipronil in 2011 opnieuw getoetst op de effecten op de gezondheid van bijen. Voor een aantal middelen waren aanvullende gebruiksrestricties nodig om te voldoen aan de meest recente eisen met betrekking tot risico s voor. In deze aanvullende gebruiksrestricties worden onder andere beperkingen voorgeschreven voor het zaaien of planten van voor bijen aantrekkelijke gewassen na gebruik van middelen op basis van neonicotinoïden in voorgaande teelten. Naar aanleiding van bovengenoemde herbeoordeling kwam het Ctgb met een aantal aanbevelingen. Eén van de aanbevelingen is dat telers, gebruikers en voorlichters ingelicht moeten worden over welke gewassen aantrekkelijk zijn voor. Door middel van het opstellen van een lijst waarin voor alle landbouwkundige gewassen wordt aangegeven of ze worden bevlogen door voor het verzamelen van nectar en/of pollen, wordt voor telers, gebruikers en voorlichters duidelijk welke gewassen worden bedoeld in de gebruiksrestricties. Onbedoeld onjuist gebruik kan hierdoor worden voorkomen. Ook de handhaving krijgt hiermee een goed instrument in handen om doelbewuste overtreders aan te pakken. Bij de totstandkoming van dit document zijn stakeholders betrokken geweest uit zowel de bijensector als het landbouwbedrijfsleven en het onderzoek. Onderstaande organisaties zijn in de gelegenheid gesteld om hun input te leveren: - Artemis - Bijen@wur - College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) - DLV-plant - Inbuzz - Koninklijke Algemeene Vereeniging voor Bloembollencultuur (KAVB) - LTO-Nederland - Naturalis - Nederlandse Bijenhouders Vereniging (NBV) - Nefyto - Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit (NVWA) - Universiteit van Utrecht Landbouwkundige gewassen die bevlogen worden door ; versie 1.0 pag. 3 van 23

Toelichting op de lijst: Deze lijst bevat een overzicht van de meeste landbouwkundige gewassen in Nederland. Als basis voor de lijst van landbouwkundige gewassen is de Definitielijst gewasbeschermingsmiddelen (DTG lijst, versie 2.0, Ctgb juni 2011) gebruikt. Verder is gebruik gemaakt van de reeds bestaande lijst van gewassen die bevlogen worden door voor het verzamelen van nectar en/of pollen. Die lijst is onderdeel van de Evaluation Manual (Chapter 7 Ecotoxicology: terrestrial; bees version 1.0; January 2010) die het Ctgb hanteert voor de beoordeling van de toelaatbaarheid van gewasbeschermingsmiddelen. In bijgevoegde lijst is aangegeven of de gewassen worden bevlogen door voor het verzamelen van nectar en/of pollen. Er wordt uitgegaan van de teelt van landbouwkundige gewassen volgens goed landbouwkundig gebruik. Komt een gewas in een normale productieteelt niet tot bloei, dan wordt deze op de lijst vermeld als niet aantrekkelijk voor. Een voorbeeld hiervan zijn koolgewassen zoals spruitkool of bloemkool. Ook kan het voorkomen dat gewassen wel in bloei komen op het veld, maar dat deze door niet worden bevlogen omdat er op deze gewassen geen nectar en/of pollen worden verzameld. Deze gewassen zijn op de lijst aangemerkt als niet aantrekkelijk voor. Een andere situatie is dat een gewas in principe tot bloei kan komen en aantrekkelijk is voor maar vanuit landbouwkundige overwegingen bloei is sommige gevallen wordt voorkomen. Een voorbeeld hiervan is het klepelen en onderwerken van een groenbemester voordat deze in bloei komt (om zaadvorming te voorkomen) of de vermeerderingsteelt van aardbeien waarbij niet voorkomt. Gezien het feit dat er wel sprake kan zijn van (bijvoorbeeld in de productieteelt van aardbei) wordt deze gewasgroep in de lijst wel aangemerkt als aantrekkelijk voor. De groep van sierteeltgewassen bevat een breed assortiment aan gewassen. Voor deze groep is er vanuit gegaan dat niet bloeiende soorten als niet aantrekkelijk voor kunnen worden beschouwd. Bloeiende soorten worden als aantrekkelijk voor beschouwd. Dit geldt zowel voor de bedekte als de onbedekte teelten. De risico's voor in bedekte teelten kunnen worden afgedekt door te voorkomen dat de kas binnen kunnen komen. Dit kan bijvoorbeeld door alle openingen met insectengaas af te sluiten. Een aantal gewassen waaronder prunus, vlier, wilg, pompoen, stokroos, pioenroos, zonnebloem en een aantal soorten bonen zoals tuinboon (Vicia) nectar uit zogenaamde extraflorale nectariën: nectarklieren buiten de bloem. Bij een aantal bloeiende planten (bijvoorbeeld korenbloem of zonnebloem) wordt extrafloraal nectar aan de knop geproduceerd, reeds voordat de plant bloeit. Blootstelling aan voor schadelijke middelen dient in deze gevallen voorkomen te worden. De meeste van deze gewassen zijn in de lijst al aangemerkt als aantrekkelijk voor. Andere aandachtspunten: Als een toepassing van een voor schadelijk middel plaats vindt in een gewas dat is aangemerkt als niet aantrekkelijk voor, kan toch schade aan plaats vinden indien deze om andere redenen actief zijn in het perceel. Bloeiende onkruiden kunnen worden bevlogen door. Indien er een aanzienlijk aantal bloeiende onkruiden in een gewas voorkomt (meer dan twee bloeiende onkruiden per vierkante meter, zie onderstaande definitie) kunnen hierop vliegen. Een dergelijke toepassing is vaak niet toegestaan (zie Wettelijk Gebruiksvoorschrift voor geldende restricties). Ook kunnen actief vliegen op niet-aantrekkelijke gewassen om honingdauw te verzamelen die door bladluizen is afgescheiden. Landbouwkundige gewassen die bevlogen worden door ; versie 1.0 pag. 4 van 23

In sommige gewassen (zoals peen of witlof (pennenteelt)) die normaal niet tot bloei komen en dus als niet aantrekkelijk voor zijn aangemerkt, kunnen tijdens de teelt zogenaamde schieters worden gevormd. Deze schieters dienen te worden verwijderd indien er meer dan twee bloeiende planten per vierkante meter voorkomen (zie definitie bloei). Voor bepaalde middelen gelden restricties voor volggewassen die aantrekkelijk zijn voor. Gewassen die in de lijst staan vermeld als aantrekkelijk voor mogen niet worden gezaaid of geplant binnen de voorgeschreven wachttijd, ook niet als bloei van deze volggewassen geruime tijd na zaaien of planten. Honingbijen vliegen in de periode van februari tot eind oktober. Buiten deze periode kunnen gewassen die in de lijst worden aangemerkt als aantrekkelijk voor in principe zonder beperkingen worden geteeld. Bovengenoemde wachttijden dienen overigens wel in acht te worden genomen. Definities: Definitie bloei: Bloemen waarbij meeldraden of stampers zichtbaar zijn. Definitie bloeiend gewas bij bloembollen: Een gewas staat in bloei wanneer meer dan 1% van de planten op een perceel bloeit. In de praktijk betekent het dat er maximaal twee bloemen per strekkende meter bed mogen bloeien. Bij meer dan twee bloemen per strekkende meter is er sprake van bloei. Definitie bloeiend gewas bij fruit: Bij fruitgewassen is sprake van bloei wanneer meer dan 1% van de bloemen bloeit. Definitie bloeiend gewas (overige gewassen): Bij meer dan twee bloeiende planten (geteeld gewas of onkruiden) per vierkante meter is er sprake van bloei. Landbouwkundige gewassen die bevlogen worden door ; versie 1.0 pag. 5 van 23

Landbouwkundige gewassen die bevlogen worden door ; versie 1.0 pag. 6 van 23

Aantrekkelijkheid van landbouwkundige gewassen voor voor het verzamelen van nectar en/of pollen Teeltgroepen / 1. Akkerbouwgewassen 1.1 Aardappelen - Pootaardappel Nee Consumptieaardappel Nee Zetmeelaardappel Nee 1.2 Bieten - Suikerbiet Nee Voederbiet Nee 1.3 Granen 1.3.1 Wintergraan Wintertarwe Nee Wintergerst Nee Winterrogge Nee Triticale Nee Spelt Nee Kanariezaad (kanariegras) Nee 1.3.2 Zomergraan Zomertarwe Nee Zomergerst Nee Zomerrogge Nee Haver Nee Teff Nee 1.3.3 Overige granen Nee 1.4 Maïs Snijmaïs Ja voor stuifmeel Korrelmaïs Ja voor stuifmeel Corncobmix Ja voor stuifmeel Maiskolvensilage Ja voor stuifmeel 1.5 Peulvruchten 1.5.1 Droog te oogsten erwten Kapucijner Ja Gele erwt Ja Grauwe erwt Ja Groene erwt Ja Landbouwkundige gewassen die bevlogen worden door ; versie 1.0 pag. 7 van 23

Linzen Ja Rozijnenerwt Ja Schokker Ja Suikererwt Ja Kikkererwt Ja 1.5.2 Droog te oogsten bonen Bruine boon Ja Gele boon Ja Kievitsboon Ja Witte boon Ja Sojaboon Ja 1.6 Graszaadteelt 1.6.1 Raaigras Engels raaigras Nee Italiaans raaigras Nee Frans raaigras Nee Westerwolds raaigras Nee Gekruist raaigras Nee Overige raaigrassen Nee 1.6.2 Zwenkgras Roodzwenkgras Nee Hardzwenkgras Nee Rietzwenkgras Nee Overige zwenkgrassen Nee 1.6.3 Beemdgras Veldbeemd Nee Moerasbeemdgras Nee Bosbeemdgras Nee Beemdlangbloem Nee Overige beemdgrassen Nee 1.6.4 Overige grassen Timothee Nee Kropaar Nee Struisgras Nee Kamgras Nee Landbouwkundige gewassen die bevlogen worden door ; versie 1.0 pag. 8 van 23

Ruwe smele Nee Fakkelgras Nee Overige graszaadgewassen Nee 1.7 Oliehoudende zaden - Blauwmaanzaad Ja Karwij Ja Lijnzaad Ja Mosterd Ja Koolzaad Ja Teunisbloem Ja Zonnebloem Ja Huttentut Ja Crambe Ja Overige oliehoudende zaden 1.8 Vezelgewassen - Hennep Nee Vezelvlas Ja Brandnetel Nee Overige vezelgewassen 1.9 Groenbemestersgewassen 1.9.1 Vlinderbloemige groenbemesters Klaver Ja Lupine Ja Voederwikke Ja Serradella Ja Hanekam (Esparcette) Ja veldboon Ja Overige vlinderbloemige Ja groenbemesters Landbouwkundige gewassen die bevlogen worden door ; versie 1.0 pag. 9 van 23

1.9.2 Grasachtige groenbemesters Rogge Nee Raaigras Nee 1.9.3 Kruisbloemige groenbemesters Bladrammenas Ja Koolzaad Ja Gele mosterd Ja Bladkool Ja voor zaadteelt Mergkool Nee 1.10 Voedergewassen 1.10.1 Vlinderbloemige voedergewassen 1.9.4 Overige groenbemesters Facelia (Phacelia) Ja Spurrie Ja Afrikaantjes (Tagetes) Ja Raketblad Ja Sudangras Nee Klaver Ja Luzerne Ja Voederwikke Ja Hanekam (Esparcette) Ja Veldboon (voor ensilage) Ja Stoppelknol Nee 1.10.2 Overige voedergewassen 1.11 Overige akkerbouwgewassen 1.11.1 - Witlof (penneteelt) Nee Cichorei Nee Boekweit Ja Hop Nee Meekrap Ja Olifantsgras Nee Landbouwkundige gewassen die bevlogen worden door ; versie 1.0 pag. 10 van 23

2. Cultuurgrasland 2.1 Voedergrasland - Weiland Nee, tenzij er bloeiende onkruiden aanwezig zijn Maaigrasland Nee, tenzij er bloeiende onkruiden aanwezig zijn Bij meer dan twee bloeiende onkruiden per vierkante meter is er sprake van bloei Bij meer dan twee bloeiende onkruiden per vierkante meter is er sprake van bloei 2.2 Graszodenteelt Nee 3. Fruitgewassen Betreft alleen de productieteelt van te oogsten vruchten 3.1 Groot fruit 3.1.1 Pitvruchten Appel Ja Peer Ja Kweepeer Ja Mispel Ja Overige pitvruchten Ja 3.1.2 Steenvruchten Kers (zoete en zure kers) Ja Pruim Ja Abrikoos Ja Perzik (incl. Nectarine) Ja Overige steenvruchten Ja 3.2 Kleinfruit 3.2.1 Aardbei Ja m.u.v. vermeerderingsteelt 3.2.2 Bessen Aalbes Ja Kruisbes Ja Blauwe bes Ja Veenbes Ja Moerbei Ja Rozenbottel Ja Kiwibes Ja Landbouwkundige gewassen die bevlogen worden door ; versie 1.0 pag. 11 van 23

Vlierbes Ja Overige bessen Ja 3.2.3 Druif Tafeldruif Ja Wijndruif Ja 3.2.4 Braam- en framboosachtigen (Rubus spp.) Braam Ja Framboos (incl. Taybes en Ja Japanse wijnbes) Dauwbramen Ja 3.3 Noten - Hazelnoot Ja Kastanje Ja Walnoot Nee 3.4 Overige fruitsoorten - Vijg Nee Kiwi Ja 4. Groenteteelt 4.1 Bladgroenten 4.1.1 Sla; Lactuca spp Nee 4.1.2 Andijvie Andijvie Nee 4.1.3 Spinazie-achtigen Spinazie Nee Snijbiet Nee Tuinmelde Nee Postelein Nee 4.1.4 Overige bladgroenten Witlof (trekteelt) Nee Tuinkers Nee Waterkers Nee Veldsla Nee Rucola Nee Lamsoor Nee Landbouwkundige gewassen die bevlogen worden door ; versie 1.0 pag. 12 van 23

4.2 Peulgroenten 4.2.1 Boon met peul Stamslaboon Ja Stamsnijboon Ja Boterboon Ja Stokslaboon Ja Stoksnijboon Ja Spekboon Ja Pronkboon Ja Kouseband Ja 4.2.2 Boon zonder peul Tuinboon Ja Limaboon Ja Flageolet Ja 4.2.3 Erwt met peul Peul Ja Asperge-erwt Ja Suikererwt Ja 4.2.4 Erwt zonder peul Doperwt Ja Kapucijner Ja 4.2.5 Spruitgroenten Taugé Nee Alfalfa Nee Overige spruitgroenten Nee 4.3 Vruchtgroenten 4.3.1 Vruchtgroenten van Cucurbitaceae eetbare schil 4.3.2 Vruchtgroenten van Cucurbitaceae niet-eetbare schil Augurk Ja Courgette Ja Komkommer Ja Pompoenachtigen Ja Meloen Ja Watermeloen Ja Landbouwkundige gewassen die bevlogen worden door ; versie 1.0 pag. 13 van 23

4.3.3 Vruchtgroenten van Solanaceae 4.3.4 Vruchtgroenten van Malvaceae Aubergine Ja Tomaat Ja Paprika Ja Okra Ja 4.4 Koolgewassen 4.4.1 Sluitkoolachtigen Sluitkool Nee Spruitkool Nee 4.4.2 Bloemkoolachtigen Bloemkool Nee Broccoli Nee 4.4.3 Bladkoolachtigen Chinese kool Nee Boerenkool Nee 4.4.4 Stengelkool Koolrabi Nee 4.5 Wortel- en knolgewassen 4.5.1 Radijs-achtigen Radijs Nee Rammenas Nee 4.5.2 Wortelgewassen (Umbelliferae) 4.5.3 Overige wortel- en knolgewassen Wortelen Nee Suikerwortel Nee Wortelpeterselie Nee Pastinaak Nee Knolraap (= Raap / Meiknol) Nee Landbouwkundige gewassen die bevlogen worden door ; versie 1.0 pag. 14 van 23

Koolraap Nee Aardpeer Ja Japanse aardappel Nee Zoete aardappel Ja Rode biet (= Kroot) Nee Knolselderij Nee Schorseneer Nee Mierikswortel Nee Yam Nee 4.6 Ui-achtigen 4.6.1. Uien Zaaiui Nee Eerstejaars plantui Nee Tweedejaars plantui Nee Zilverui Nee Picklers Nee 4.6.2 Sjalotten Zaaisjalot Nee Plantsjalot Nee 4.6.3 Bosuien Bosui inclusief Stengelui, lenteui, Grove bieslook Nee 4.6.4. Knoflook Knoflook Nee 4.7 Stengelgroenten - Asperge (Witte en groene Ja asperges) Bleekselderij Nee Kardoen Nee Rabarber Nee Knolvenkel Nee Prei Nee Artisjok Nee Zeekool Ja 4.8 Overige groentegewassen Suikermaïs Ja Landbouwkundige gewassen die bevlogen worden door ; versie 1.0 pag. 15 van 23

5. Kruidenteelt vers of gedroogd 5.1 Aromatische kruidgewassen - Basilicum Nee Bieslook (inclusief Nee Knoflookbieslook) Bonenkruid Ja Citroenmelisse Ja Dille Ja Dragon Ja Hysop Ja Kervel Nee Koriander Ja peterselie Nee maggiplant (Maggiblad (Lavas)) Nee Majoraan (Marjolein) Ja Oregano (Wilde marjolein) Ja Munt Ja Pimpernel Ja Rozemarijn Ja Salie Ja Tijm Ja Venkel Ja Bladselderij (= snijselderij) Nee Veldzuring Nee Overige aromatische tuinkruiden 5.2 Aromatische wortelgewassen - Maggi (= Maggiwortel) Nee Engelwortel (Angelica) Ja Bevernelwortel (Pimpinella) Nee Wortelpeterselie Nee (= Peterseliewortel) Overige aromatische wortelgewassen Landbouwkundige gewassen die bevlogen worden door ; versie 1.0 pag. 16 van 23

5.3 Medicinale kruidgewassen - Opgeblazen Lobelia Nee (Lobelia inflata) Wollig vingerhoedskruid Nee (Digitalis lanata) Driekleurig viooltje Nee (Viola tricolor) Echte kamille Ja Zonnehoed (Echinacea) Ja Bekergoudsbloem Nee Overige medicinale kruidgewassen 5.4 Medicinale wortelgewassen - Valeriaan Ja Ginseng Nee Zonnehoed (Echinacea) Ja Overige medicinale wortelgewassen 5.5 Kruidenzaadgewassen - Karwijzaad Ja Blauwmaanzaad Ja Overige kruidenzaadgewassen 6. Paddenstoelenteelt 6.1 Eetbare paddenstoelen Champignon n.v.t. Oesterzwam n.v.t. Overig paddenstoelen n.v.t. 7. Sierteeltgewassen 7.1 Bloembol- en bloemknolgewassen7.1.1 Bloembollen en bloemknollen Vermeerderingsteelt van Amaryllis, Dahlia, Gladiool, Landbouwkundige gewassen die bevlogen worden door ; versie 1.0 pag. 17 van 23

Hyacint, Lelie, Narcis, Tulp, Iris, Krokus, Bijgoed overige bloembollen en knollen. 7.1.2 Bolbloemen en knolbloemen bloemteelt van bloembollen en bloemknollen van Amaryllis, Dahlia, Gladiool, Hyacint, Lelie, Narcis, Tulp, Iris, Krokus, Bijgoed van bloembollen en - knollen 7.2 Bloemisterijgewassen Potplanten inclusief Eenjarige perkplanten Snijbloemen inclusief zomerbloemen, droogbloemen, bolbloemen en knolbloemen Trekheesters Snijgroen Nee 7.3 Boomkwekerijgewassen Laanbomen Klimplanten Rozen inclusief onderstammen Ja en buitenrozen Coniferen Nee Sierheesters Kerstbomen Nee Heide soorten Ja Bos- en haagplantsoen Landbouwkundige gewassen die bevlogen worden door ; versie 1.0 pag. 18 van 23

Vruchtbomen en -struiken inclusief vruchtboomonderstammen Ja 7.4 Vaste plantenteelt 7.5 Bloemenzaadteelt Ja 7.6 Moeras- en Waterplanten n.v.t. 7.7 Veredelingsteelt en basiszaadproductie van akkerbouw-, groente- en fruitgewassen, kruiden en sierteeltgewassen. Ja Merendeel van deze gewassen is aantrekkelijk voor 8. Openbaar groen 8.1 Grasvegetatie Gazon inclusief graszodenteelt Nee, tenzij er bloeiende onkruiden aanwezig zijn Speelweide inclusief graszodenteelt Sportveld inclusief golfterrein en graszodenteelt Grasbermen Nee, tenzij er bloeiende onkruiden aanwezig zijn Nee, tenzij er bloeiende onkruiden aanwezig zijn Nee, tenzij er bloeiende onkruiden aanwezig zijn Bij meer dan twee bloeiende onkruiden per vierkante meter is er sprake van bloei Bij meer dan twee bloeiende onkruiden per vierkante meter is er sprake van bloei Bij meer dan twee bloeiende onkruiden per vierkante meter is er sprake van bloei Bij meer dan twee bloeiende onkruiden per vierkante meter is er sprake van bloei 8.2 Houtige beplanting Laan- en perkbomen Landbouwkundige gewassen die bevlogen worden door ; versie 1.0 pag. 19 van 23

Windsingels, -schermen en -hagen) Overige houtige beplantingen (bosplantsoen en wegbeplanting) Afhankelijk van de soort en de snoei Afhankelijk van de soort en de snoei 8.3 Kruidachtige beplanting 9. Bosbouw 9.1 Loofhout 9.2 Naaldhout Nee 10. Onbeteeld terrein 10.1 Tijdelijk onbeteeld terrein Kaalslagterrein n.v.t. Tijdelijk onbeteeld land Akkerranden Ja, als er sprake is van bloei 10.2 Permanent onbeteeld terrein Gesloten verharding n.v.t. Verharding zonder voegen (bijv. asfalt of beton) Half open verharding n.v.t. Elementverhardingen met voegen (bijvoorbeeld trottoirtegels, straatstenen of ZOAB). Open verharding Gestort of n.v.t. waterdoorlatend materiaal (bijvoorbeeld grint, schelpen of grasbetontegels) Onverhard n.v.t. Bij meer dan twee bloeiende planten per vierkante meter is er sprake van bloei Landbouwkundige gewassen die bevlogen worden door ; versie 1.0 pag. 20 van 23

11. Watergangen 11.1 (droog) Talud n.v.t. 11.2 Droge slootbodems n.v.t. 11.3 Watervoerende watergangen 11.4 Onderhoudspaden van watergangen n.v.t. n.v.t. 11.5 Vijvers n.v.t. Oeverplanten worden vaak frequent bevlogen 12. Riet- en wilgenteelt Snijteen (droge en natte teelt) n.v.t. Riet 13. Afvalhopen n.v.t. 14. In en om het huis binnen de privé-sfeer 14.1 Sierbeplanting 14.2 Moestuin 14.3 Kamerplanten n.v.t. 14.4 Kuipplanten Ja 14.5 Gazons Nee, tenzij er bloeiende onkruiden aanwezig zijn 14.6 Weilanden Nee, tenzij er bloeiende onkruiden aanwezig zijn 14.7 Open verhardingen (grind, schelpen etc.) 14.8 Halfopen verhardingen (tegels, straatstenen, etc). n.v.t. n.v.t. Bij meer dan twee bloeiende onkruiden per vierkante meter is er sprake van bloei Bij meer dan twee bloeiende onkruiden per vierkante meter is er sprake van bloei Landbouwkundige gewassen die bevlogen worden door ; versie 1.0 pag. 21 van 23

14.9 Dichte verhardingen (beton, n.v.t. etc.) 14.10 Onverharde terreinen n.v.t. 15. Ontsmettingsmiddelen Land- en tuinbouwapparatuur en -gereedschap en materialen Mits de bestrijding van plantpathogenen wordt geclaimd, anders biocide n.v.t. Landbouwkundige gewassen die bevlogen worden door ; versie 1.0 pag. 22 van 23