VERORDENING HAVENGELDEN 2016

Vergelijkbare documenten
VERORDENING HAVENGELDEN 2017

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 11 november 2014 (Gemeenteblad 2014, nr. );

Verordening op de heffing en de invordering van scheepvaartrechten c.a. 2015, versie 2

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel a en b, van de Gemeentewet;

Beoogd resultaat Vaststellen van de verordening zodat in 2010 de belastingheffing plaats kan vinden.

Verordening op de heffing en invordering van haven-, lig-, kade- en opslaggelden 2018

Verordening havengelden 2011

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 31 oktober 2017;

Verordening op de heffing en invordering van Scheepvaartrechten Cuijk Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.

GEMEENTEBLAD. Verordening op de heffing en invordering van liggeld pleziervaartuigen Maassluis 2015

Verordening op de heffing en de invordering van havengelden 2017 De raad van de gemeente Haarlem;

GEMEENTEBLAD. Nr Verordening havengelden Leeuwarden 2019

Verordening liggelden Colijnsplaat 2010 Raadsbesluit: 5 november 2009

Verordening op de heffing en de invordering van havengeld Onderwerp: Verordening op de heffing en de invordering van havengeld 2017

Verordening op de heffing en de invordering van havengelden 2017

Verordening op de heffing en invordering van haven-, kade- en opslaggelden 2019

CVDR. Nr. CVDR603868_1. Verordening scheepvaartrechten 2018

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel a en b, van de Gemeentewet;

Verordening scheepvaartrechten 2015

Verordening liggelden Colijnsplaat 2017, gemeente Noord-Beveland

Gemeente Tiel Verordening op de heffing en de invordering van haven-, kade- en

Raadsvoorstel 78J. Gemeenteraad. Vergadering 3 november Onderwerp : Verordening Scheepvaartrechten Helmond 2017

VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN HAVENGELD 2016 (VERORDENING HAVENGELD 2016)

Onderwerp : Verordening binnenhavengelden De raad van de gemeente Beverwijk;

Verordening op de heffing en invordering van binnenhavengeld Vlissingen 2019

gezien het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders; gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel a en b van de Gemeentewet;

een schip dat is bestemd of geschikt is voor de vaart op zee;

Verordening op de heffing en de invordering van binnenhavengelden 2016

GEMEENTEBLAD. gelet op het bepaalde in artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b van de Gemeentewet, en 229a van de Gemeentewet; besluit:

Gemeenteraad: 15 december Commissie: Samen Leven 1 december 2016

Raadsbesluit. j. passagiersschip: een vaartuig dat is ingericht en hoofdzakelijk wordt gebruikt voor het bedrijfsmatig. Sr n? gemeen te ALIKI\1AAR.

Havengeld. Verordening op de heffing en de invordering van havengeld 2016

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 8 oktober 2013; b e s l u i t :

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 24 september 2013;

GEMEENTEBLAD. Officiële publicatie van Gemeente Houten. gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 11 november 2014;

VERORDENING HAVEN- EN KADEGELD 2007

Verordening op de heffing en de invordering van havengelden 2017

GEMEENTEBLAD. Officiële publicatie van Gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude. De raad van de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude;

B E S L U I T: VERORDENING op de heffing en invordering van marktgelden.

Verordening op de heffing en de invordering van scheepvaartrechten 2016

VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN SCHEEPVAARTRECHTEN 2018

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 3 september 2014;

Verordening op de heffing en invordering van haven- en kadegeld VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN HAVEN- EN KADEGELD

Verordening op de heffing en invordering van haven- en kadegeld

Verordening op de heffing en invordering van Brug-, schut- en havengelden 2018 gemeente Utrecht

GEMEENTEBLAD. Nr VERORDENING VAN UTRECHT 2012 Nr mei Officiële uitgave van gemeente Utrecht (Utr).

GEMEENTEBLAD. Nr VERORDENING SCHEEPVAARTRECHTEN 2015

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten gemeente Veendam

Hoofdstuk I Algemene bepalingen

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 11 december 2013;

Artikel 1 Begripsomschrijvingen Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

Gemeente Bergen op Zoom - Verordening havengelden Bergen op Zoom 2015

VERORDENING LIJKBEZORGINGSRECHTEN 2017

Verordening op de heffing en invordering van precariobelasting 2010

Verordening op de heffing en de invordering van marktgelden 2015

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet en artikel van de Wet milieubeheer; B E S L U I T:

Verordening op de heffing en de invordering van leges 2017

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 27 oktober 2015;

Verordening op de heffing en invordering van de afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2019

GEMEENTEBLAD. Nr Verordening haven- en kadegelden 2016

GEMEENTE LOPIK. Verordening afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2010

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet en artikel van de Wet milieubeheer; B E S L U I T:

Gemeente Langedijk. gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 18 november 2014, nummer 86;

gelet op artikel 225 van de Gemeentewet en de Parkeerverordening Boxtel 1996; Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2013

Overige relevante gemeentelijke regelingen die betrekking hebben op dit onderwerp

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Almere (Flevoland)

Verordening op de heffing en de invordering reinigingsrechten 2018 gemeente Alkmaar

Verordening reinigingsheffingen 2016 gemeente Sliedrecht. gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;

Artikel 1 Inleidende bepaling

Gemeenteblad Officiële uitgave van de gemeente Huizen Week: 48 Datum: nr. 9

I

Gelet op artikel 228 van de Gemeentewet

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van xxxxxx, nr. xx ;

VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN PRECARIOBELASTING WASSENAAR 2019

GEMEENTEBLAD. Officiële publicatie van Gemeente Wijk bij Duurstede (Utrecht) gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders

* GEWIJZIGD, 22 NOVEMBER 2017 (pagina 7) Gemeenteblad 612

Verordening reinigingsheffingen 2014

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b van de Gemeentewet en artikel van de Wet Milieubeheer;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 11 november 2014;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;

gelet op het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 25 oktober 2011, met kenmerk AP 020; raadsstuk l;

Raadsbesluit. De raad van de gemeente Wijk bij Duurstede; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 22 november 2016 nr.

Verordening op de heffing en de invordering van precariobelasting 2019

Gelet op het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam van.9 oktober 2007, GBR015; raadsstuk ;

VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN PRECARIOBELASTING WASSENAAR 2017 (Verordening precariobelasting Wassenaar 2017)

VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN TOERISTENBELASTING 2014 (versie geldig vanaf )

Reglement kade- en ligplaatsgeld 2012

"Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2017"

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 27 oktober 2015, met kenmerk AP020, raadsstuk 15bb8495;

Gezien de voordracht van burgemeester en wethouders van 31 oktober 2017 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1449),

Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2014

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 27 oktober 2015, met kenmerk AP020, raadsstuk 15bb8495;

gelezen het voorstel van het college d.d. 10 november 2015, nummer ;

Besluit: vast te stellen de: VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN AFVALSTOFFENHEFFING EN REINIGINGSRECHTEN (REINIGINGSHEFFINGEN) 2016

Artikel 1 Aard van de heffing en belastbaar feit Artikel 2 Begripsbepalingen

VERORDENING AFVALSTOFFENHEFFING 2017

De raad van de gemeente Gooise Meren; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders met nummer ; gelet op artikel 228 van de Gemeentewet;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 29 oktober 2013;

Transcriptie:

VERORDENING HAVENGELDEN 2016 De raad van de gemeente Waalwijk heeft het voorstel over de belastingverordeningen 2016 van het college van burgemeester en wethouders van 22 september 2015 gelezen en besluit, gelet op de artikelen 216 en 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet; de volgende verordening vast te stellen: Verordening op de heffing en invordering van haven- en kadegeld 2016 Artikel 1 Begripsomschrijvingen Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder: a. haven: de voor de openbare dienst bestemde wateren en voor de openbare dienst bestemde werken of inrichtingen die bij de gemeente in eigendom of in beheer en onderhoud zijn, te weten: 1. in Waalwijk, het ten zuiden van de Bergsche Maas gelegen vaarwater dienende tot haven; 2. in Sprang-Capelle, het vaarwater, genaamd Capelse haven, zich uitstrekkende vanaf het Oude Maasje tot de Hoofdstraat in Capelle, dienende tot haven met uitzondering van het gedeelte dat uitsluitend is bestemd voor gebruik door en ten behoeve van pleziervaartuigen. 3. in Waspik, de Kerkvaartsehaven, zijnde het ten zuiden van het Oude Maasje gelegen vaarwater en de voormalige laad- en loswal aan de zuidzijde van het Oude Maasje. b. vaartuigen: alle soorten drijvende lichamen die blijkens de constructie zijn bestemd of worden gebruikt voor het vervoer over water van personen en/of goederen of voor het dragen van voorwerpen die al dan niet met het drijvende lichaam een geheel uitmaken. c. beroepsvaartuigen: alle vaartuigen bestemd voor het beroepsmatig vervoer van goederen en/of personen alsmede overige vaartuigen niet vallende onder d. d. pleziervaartuigen: alle vaartuigen, bestemd voor het uitoefenen van de watersport of voor het vervoer van personen welke vaartuigen hoofdzakelijk bestemd zijn en/of worden gebruikt voor de recreatie, niet zijnde bedrijfsvervoer en niet tegen betaling. e. meetbrief: document als bedoeld in de Meetbrievenwet 1981 en het Meetbrievenbesluit 1981. f. laadvermogen: in tonnen uitgedrukte laadvermogen, zoals dat blijkt uit de bij het vaartuig behorende meetbrief. g. ton: massa van 1.000 kilogram. h. steigereenheid: één (1) steigereenheid is gelijk aan 2,5 strekkende meter. i. ligplaats: een ligplaats, die naar plaatselijk gebruik, zulks ter beoordeling van het college, is bestemd voor het regelmatig afmeren of ter anker leggen van een zelfde pleziervaartuig gedurende een periode van ten minste een maand. *15-0129242* 15-0129242 Verordening Haven- en kadegelden 2016 1 D14-0009821

j. dag: een tijdvak van 24 uur, aanvangende te 0.00 uur; week: een tijdvak van 7 achtereenvolgende dagen; maand: een tijdvak van 30 achtereenvolgende dagen; jaar: een tijdvak van 12 achtereenvolgende maanden. k. vastgestelde openingstijden van de sluis: a. maandag tot en met vrijdag van 5:00 uur tot 19:00 uur; b. zaterdag; van 9:00 uur tot 11:00 uur. l. tijd buiten de vastgestelde openingstijden van de sluis: a. maandag tot en met vrijdag; van 19:00 uur tot 21:00 uur; b. zaterdag; van 7:00 tot 9:00 uur en 11:00 uur tot 17:00 uur. Artikel 2 Belastbaar feit Onder de naam: a. havengelden, worden rechten geheven ter zake van het gebruik overeenkomstig de bestemming van de voor de openbare dienst bestemde gemeentewateren, bezittingen, werken of inrichtingen die bij de gemeente in beheer of in onderhoud zijn en ter zake van het genot van door het gemeentebestuur verstrekte diensten in verband met dat gebruik; b. kadegelden, worden rechten geheven terzake van het gebruik van de gemeentelijke kaden en loswallen voor de overslag van goederen zoals het gebruik van de kaden voor het opslaan, laden of lossen van goederen en andere voorwerpen op kaden, steigers en oevers, bij de gemeente in eigendom of in beheer en onderhoud, behorende bij de haven, alsmede voor het opslaan, laden of lossen van goederen en andere voorwerpen op of in vrachtwagens en voertuigen, aanwezig op de kaden, steigers en oevers. Artikel 3 Belastingplicht 1. Het havengeld wordt geheven van de gezagvoerder, de reder, schipper, de kapitein, de eigenaar van het vaartuig, degene aan wie het vaartuig in gebruik is gegeven, degene die het vaartuig heeft gecharterd dan wel degene die als vertegenwoordiger voor een van de genoemde partijen optreedt. 2. Het kadegeld wordt geheven van degene, aan wie een kade-, oever-, of steigergedeelte als opslagplaats is toegewezen, of van degene, die of op wiens last de voor het opslaan, laden of lossen van goederen en voorwerpen als bedoeld in artikel 2, onderdeel b, benodigde ruimte in gebruik heeft genomen. Artikel 4 Wijze van heffing en tijdstip van verschuldigdheid 1. De rechten worden geheven bij wege van een door of namens het college gedane mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur. 2. Het recht als bedoeld in artikel 2, onderdeel a, is verschuldigd zodra het gebruik van de haven aanvangt. 3. Het recht als bedoeld in artikel 2, onderdeel b, is verschuldigd bij de aanvang van het gebruik van de kade, werken of inrichtingen. Artikel 5 Termijnen van betaling 1. De rechten moeten worden betaald in geval de kennisgeving als bedoeld in artikel 4 mondeling wordt gedaan; op het moment van het doen van de kennisgeving; in geval de kennisgeving schriftelijk wordt gedaan: op het moment van uitreiken van de kennisgeving. 2. Indien de rechten niet op het in het eerste lid genoemde tijdstip kunnen worden vastgesteld moeten deze, in afwijking van het bepaalde in het eerste lid worden betaald in één termijn binnen dertig dagen na dagtekening van de schriftelijke kennisgeving, nota of andere schriftuur. Verordening Haven- en kadegelden 2016 2 D14-0009822

HAVENGELD Artikel 6 Heffingsmaatstaven 1. Het havengeld wordt geheven: a. naar het laadvermogen van het binnenschip, uitgedrukt in tonnen; b. naar het aantal te laden of te lossen containers; c. voor een pleziervaartuig, naar het aantal steigereenheden dat door het vaartuig in gebruik wordt genomen. d. voor vaartuigen die in het kader van de uitoefening van beroep of bedrijf in onderhoud of aanbouw zijn dan wel verbouwd worden, naar het aantal steigereenheden dat door de vaartuigen in gebruik wordt genomen. Indien meerdere schepen in onderhoud of aanbouw zijn dan wel verbouwd worden, wordt per beschikbare steigereenheid steeds uitgegaan van een bezettingstermijn van acht maanden per jaar. Indien aantoonbaar is dat de beschikbare steigereenheden minder of meer dan acht maanden per jaar in gebruik zijn genomen, kan achteraf verrekening plaatsvinden. 2. Bij gemis van een meetbrief kan het laadvermogen dan wel de lengte door of namens het college ambtshalve worden bepaald. 3. De bedrijven gelegen aan, dan wel voor aan- en afvoer van goederen gebruik makend van, de haven in Waspik zijn gehouden om maandelijks, uiterlijk op de eerste vrijdag van de volgende maand, opgave te doen van: a. het aantal schepen dat zij hebben ontvangen; b. de datum en het tijdstip waarop zij de schepen hebben ontvangen; c. de namen en indien mogelijk de europanummers van de betreffende schepen. Artikel 7 Onderdelen van tijdvakken en eenheden Bij de berekening van het verschuldigde recht worden onderdelen van tijdvakken en eenheden, waarover tarieven worden berekend, voor een geheel gerekend. Artikel 8 Tarief 1. Het havengeld bedraagt voor elke keer dat een beroepsvaartuig in de haven van Waalwijk komt per ton laadvermogen 0,08 met een minimum van 4,50. 2. Het havengeld bedraagt voor elke keer dat een beroepsvaartuig in de haven van Waspik of Sprang-Capelle komt per ton laadvermogen 0,07 met een minimum van 4,50. 3. In afwijking van het bepaalde in het eerste en tweede lid, bedraagt het havengeld voor beroepsvaartuigen die de haven aandoen om slechts een gedeelte van de zaken te lossen of te laden, indien het gewicht van de te lossen of te laden zaken minder bedraagt dan de helft van het laadvermogen van het vaartuig, 50% van het havengeld dat bij het volledig laadvermogen van het binnenschip zou zijn verschuldigd, met een minimum van 4,50. 4. Voor een beroepsvaartuig dat is gemaakt, ingericht of wordt gebruikt voor het vervoeren van containers, wordt havengeld bepaald op basis van het aantal te lossen en/of te laden containers per keer dat het binnenschip de haven aandoet. Het havengeld bedraagt 0,96 per container (ongeacht de afmeting), met een minimum van 4,50. 5. Het havengeld bedraagt voor elke keer dat een pleziervaartuig in de haven van Waalwijk komt per vierkante meter 0,07 met een minimum van 4,50. 6. Het havengeld bedraagt voor elke keer dat een pleziervaartuig in de haven van Waspik komt per vierkante meter 0,07 met een minimum van 4,50. 7. Voor elke keer, dat voor het invaren van een vaartuig in de haven gebruik wordt gemaakt van de schutsluis, wordt boven het in artikel 3 bedoelde recht, per vaartuig een recht geheven van 0,03 per ton respectievelijk per container of vierkante meter met een minimum van 4,50. 8. Onverminderd het in het zevende lid bedoelde recht is het voor op aanvraag gebruik Verordening Haven- en kadegelden 2016 3 D14-0009823

maken van de schutsluis buiten de vastgestelde openingstijden een recht verschuldigd van 33,09 per keer dat van de schutsluis gebruik wordt gemaakt. 9. Het recht bedraagt voor het gebruik van de haven voor het innemen van een ligplaats met een vaartuig als bedoeld in artikel 6 lid 1 sub c en sub d van deze verordening per in gebruik genomen steigereenheid: Per maand per ½ jaar per jaar 1 steigereenheid 3,82 21,02 38,23 2 steigereenheden 7,65 42,06 76,42 3 steigereenheden 11,53 63,10 114,65 4 steigereenheden 15,36 84,13 152,85 10. Voor overige vaartuigen (vlotten, pontons, drijvende kranen) bedraagt het havengeld voor elke keer dat het vaartuig de haven bezoekt 72,41. Artikel 9 Voortgezet verblijf 1. Voor vaartuigen die vallen onder de bepalingen van artikel 8, is voortgezet verblijf voor beroepsvaartuigen niet mogelijk en mogen daar niet langer verblijven dan strikt noodzakelijk is voor het laden en/of lossen van goederen. 2. Het bepaalde in het eerste lid is niet van toepassing indien het voortgezet verblijf het gevolg is van het gestremd zijn van de scheepvaart tengevolge van ijs of andere redenen van overmacht. KADEGELD Artikel 10 Grondslag van de heffing Grondslag van de heffing van het recht als bedoeld in artikel 2, onderdeel b, is het aantal in te nemen steigereenheden. Artikel 11 Tarief 1. Het recht als bedoeld in artikel 2, onderdeel b, bedraagt per m2 voor; a. het opslaan van goederen; b. het plaatsen van een boot, bootblok of trailer voor een periode korter dan een week, per dag 0,08 voor een periode van een week of langer, doch niet langer dan een maand, per week 0,77 voor een periode van een maand of langer, doch niet langer dan een jaar, per maand 6,30 voor een periode van een jaar 96,91 2. Het recht als bedoeld in artikel 2, onderdeel b, bedraagt per m2 0,32 per dag voor het plaatsen van zodanige toestellen, werken of inrichtingen, die met het lossen en laden van vaartuigen verband houden; 3. Het recht als bedoeld in artikel 2, onderdeel b, wordt geheven met een minimum van telkens 4,50 Verordening Haven- en kadegelden 2016 4 D14-0009824

ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 12 Omzetbelasting De in deze verordening genoemde tarieven zijn exclusief de eventueel verschuldigde omzetbelasting. Artikel 13 Vrijstellingen 1. Geen havengeld is verschuldigd voor: a. Baggermachines en vaartuigen, die daarbij gebezigd worden voor het vervoer van baggerspecie, gedurende de tijd, dat zij in opdracht van de gemeente Waalwijk werken; b. Een Rode Kruis vaartuig en een vaartuig, erkend als uitsluitend gebezigd en uitgerust voor een godsdienstige, menslievende of wetenschappelijke bestemming; 2. Voor een vaartuig, waarvoor reeds havengeld is geheven, wordt geen verder recht geheven indien het door ijsgang of andere redenen van overmacht, zijn reis niet kan beginnen of vervolgen. 3. Het recht als bedoeld in artikel 2, onderdeel b, wordt niet geheven voor het gebruikmaken van de loswal als dit geschiedt ten behoeve van de gemeente Waalwijk, het Rijk of ten behoeve van instellingen met een uitsluitend godsdienstige, menslievende of wetenschappelijke doelstelling. Artikel 14 Kwijtschelding Bij de invordering van de haven- en kadegelden wordt geen kwijtschelding verleend. Artikel 15 Nadere regels door het college Het college kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rechten. Artikel 16 Inwerkingtreding en citeertitel 1. De Verordening Havengelden 2015 van 13 november 2014, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan. 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2016. 3. Het tijdstip van ingang van de heffing is 1 januari 2016. 4. Deze verordening wordt aangehaald als de Verordening Havengelden 2016 Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 12 november 2015 DE RAAD VAN DE GEMEENTE WAALWIJK de griffier, de voorzitter, G.H. Kocken drs. A.M.P. Kleijngeld Verordening Haven- en kadegelden 2016 5 D14-0009825