ISOLATIESYSTEEM VOOR OMKEERDAK STYRODUR 3035CS STYRODUR 4000CS STYRODUR 5000CS



Vergelijkbare documenten
ISOLATIESYSTEEM VOOR OMKEERDAK STYRODUR 3035CS STYRODUR 4000CS

ISOLATIESYSTEEM VOOR OMKEERDAK STYRISOL GR-300

ATG 14/2496. Technische Goedkeuring ATG met Certificatie. Geldig van 16/4/2014 tot 15/4/ Doel en draagwijdte van de technische goedkeuring

ATG 14/2974. Technische Goedkeuring ATG met Certificatie. Geldig van 22/7/2014 tot 21/7/ Voorwerp

STYRODUR 3035CS STYRODUR 4000CS STYRODUR 5000CS

SPOUWMUURISOLATIE (VOLLEDIGE OF GEDEELTELIJKE SPOUWVULLING)

ATG 11/1798. Technische Goedkeuring ATG met Certificatie. Geldig van 08/09/2011 tot 07/09/ Doel en draagwijdte van de technische goedkeuring

ISOLATIESYSTEEM VOOR OMKEERDAK STYRISOL STYRISOL

BUtgb. Isolatiesysteem voor omkeerdak STYRODUR 3035 CS, STYRODUR 4000 CS en STYRODUR 5000 CS 06/2525. Geldig van tot

ISOLATIESYSTEEM VOOR OMKEERDAK STYRISOL EN STYRISOL 500. Geldig van 04/11/2016 tot 03/11/ Voorwerp

ISOLATIESYSTEEM VOOR OMKEERDAK STYRISOL GR-300 STYRISOL GR-500. Geldig van 07/03/2017 tot 06/03/ Voorwerp

Isolatiesysteem voor warm dak

Spouwmuurisolatie (volledige of gedeeltelijke spouwvulling)

STYRODUR 3035 CS STYRODUR 4000 CS STYRODUR 5000 CS

DOW BENELUX Foam & Construction Products B E S C H R I J V I N G

Isolatiesysteem voor funderingsplaten STYRODUR 3035 CS STYRODUR 4000 CS STYRODUR 5000 CS. Geldig van 10/11/2015 tot 9/11/2020.

SPOUWMUURISOLATIE. (gedeeltelijke spouwvulling) STYRISOL GR-300. Geldig van 31/10/2016 tot 30/10/ Voorwerp

ISOLATIESYSTEEM VOOR WARM DAK

Isolatiesysteem voor perimeterisolatie STYRODUR 3035CS STYRODUR 4000CS STYRODUR 5000CS. Geldig van 10/11/2015 tot 9/11/2020.

TMS 23 SOPRATHERM ALU 23

SPOUWMUURISOLATIE (gedeeltelijke spouwvulling) KOOLTHERM K8. Geldig van 26/10/2016 tot 25/10/ Voorwerp

BUtgb 04/2497. Geldig van tot B E S C H R I J V I N G

SPOUWMUURISOLATIE. (volledige of gedeeltelijke spouwvulling) URSA WALLTEC 32, URSATEC FACADE 32. Geldig van 26/09/2018 tot 25/09/2023.

SPOUWMUURISOLATIE (gedeeltelijke spouwvulling) XTROWALL. Geldig van 29/01/2016 tot 28/01/ Voorwerp

Spouwmuurisolatie (volledige of gedeeltelijke spouwvulling)

SPOUWMUURISOLATIE (gedeeltelijke spouwvulling) TMS SOPRATHERM ALU. Geldig van 23/01/2017 tot 22/01/ Voorwerp

Spouwmuurisolatie (volledige of gedeeltelijke spouwvulling)

Spouwmuurisolatie (gedeeltelijke spouwvulling) UTHERM WALL PIR L. Geldig van 25/11/2016 tot 24/11/ Voorwerp

SPOUWMUURISOLATIE. (gedeeltelijke spouwvulling) BAUDERPIR W R. Geldig van 29/05/2016 tot 28/05/ Voorwerp

SPOUWMUURISOLATIE (gedeeltelijke spouwvulling) EUROWALL EUROWALL 21 EUROTHANE AL EUROTHANE SILVER

SPOUWMUURISOLATIE (gedeeltelijke spouwvulling) EUROWALL EUROTHANE AL EUROTHANE SILVER. Geldig van 08/08/2011 Tot 07/08/2016 Versie van 25/03/2013

BUtgb. Spouwmuurisolatie (gedeeltelijke spouwvulling) EUROWALL, EUROTHANE AL en EUROTHANE SILVER 03/2481

SPOUWMUURISOLATIE (gedeeltelijke spouwvulling)

SAMENGESTELDE PANELEN VOOR THERMISCHE ISOLATIE

Spouwmuurisolatie (volledige of gedeeltelijke spouwvulling) Isover. EASYPAN, MUPAN PLUS, MUPAN FACADE en MUPAN ULTRA XS

Spouwmuurisolatie (gedeeltelijke spouwvulling) EUROWALL XENTRO. Geldig van 08/06/2019 tot 07/06/ Voorwerp

Spouwmuurisolatie (volledige of gedeeltelijke spouwvulling) Isover EASYPAN, MUPAN PLUS, MUPAN FACADE, MUPAN ULTRA XS EN MULTIMAX 30

KINGSPAN INSULATION B.V. B E S C H R I J V I N G

GEVELS - PRODUCTEN VOOR GEVELS OF GLAS GARGIULO ISOLERENDE STRIPPEN VOOR ALUMINIUM PROFIELEN MET THERMISCHE ONDERBREKING

SPOUWMUURISOLATIE (VOLLEDIGE OF GEDEELTELIJKE SPOUWVULLING) Minerale wol - glaswol (MW) CAVITEC 035, TPKD430, CAVITEC 032 en CAVITEC 032 PREMIUM

Isolatiesysteem voor warm dak

ATG 13/2940. Technische Goedkeuring ATG met Certificatie. Geldig van 01/09/2013 tot 31/08/ Doel en draagwijdte van de technische goedkeuring

Technische Goedkeuring

ATG 13/2886. Technische Goedkeuring ATG met Certificatie. Geldig van 01/09/2013 tot 31/08/ Doel en draagwijdte van de technische goedkeuring

ATG 13/2897. Technische Goedkeuring ATG met Certificatie. Geldig van 01/09/2013 tot 31/08/ Doel en draagwijdte van de technische goedkeuring

ATG 12/2884. Technische Goedkeuring ATG met Certificatie. Geldig van 28/06/2012 tot 31/08/ Doel en draagwijdte van de technische goedkeuring

ATG 15/2886. Technische Goedkeuring ATG met Certificatie. Geldig van 27/05/2015 tot 26/05/ Doel en draagwijdte van de technische goedkeuring

Isolatiesysteem voor warm dak

RUWBOUW - RUWBOUWMATERIALEN METAALVEZELS HE/TABIX/FE/HFE/TWINCONE VOOR BETONVERSTERKING. Geldig van 29/07/2011 tot 28/07/2014.

ATG 12/2873. Technische Goedkeuring ATG met Certificatie. Geldig van 26/02/2012 tot 25/02/ Doel en draagwijdte van de technische goedkeuring

SAMENGESTELDE PANELEN VOOR THERMISCHE ISOLATIE

Mortel met lichte, isolerende vulstoffen als onderlaag of uitvullaag voor vloeren BETOPOR SILVER HD 100. Geldig van 20/10/2014 tot 19/10/2017

Na-isolatie van spouwmuren met gebonden geëxpandeerde polystyreenkorrels NEOPIXELS PREMIUM HR INSULATION EN NEOFIXX

ISOMO ISOMO EPS 100 SE 20, ISOMO EPS 120 SE, ISOMO EPS 150 SE 25, ISOMO EPS 200 SE 30 Geldig van 26/10/2018 tot 25/10/2023.

Isolatiesysteem voor warm dak

GLAS MET LAGE EMISSIVITEITSCOATING PILKINGTON OPTITHERM GLAS MET LAGE EMISSIVITEITS- EN ZONREGULERENDE COATING PILKINGTON SUNCOOL

ATG 13/2899. Technische Goedkeuring ATG met Certificatie. Geldig van 01/09/2013 tot 31/08/ Doel en draagwijdte van de technische goedkeuring

HOUT GELIJMDE STRUCTUURELEMENTEN BALKEN IN GELIJMD GELAMELLEERD HOUT WOODLAM

ATG 11/2078 (versie 5/11/2012)

Spouwmuurisolatie (gedeeltelijke spouwvulling) EUROWALL EUROWALL 21 EUROTHANE AL EUROTHANE SILVER Geldig van 27/11/2018 tot 26/11/2023.

Na-isolatie van spouwmuren met minerale wol SUPAFIL CAVITY WALL 034. Geldig van 28/06/2012 tot 31/08/2013

Isolatiesysteem voor warm dak

THERMAL CERAMICS de France B E S C H R I J V I N G

Na-isolatie van spouwmuren met gebonden geëxpandeerde polystyreenkorrels NEOPIXELS PREMIUM HR INSULATION EN NEOFIXX

ATG 14/2963. Technische Goedkeuring ATG met Certificatie. Isolatiesysteem voor warm dak ROCKWOOL TAUROXX. Geldig van 16/4/2014 tot 15/4/2019

DAKEN - ISOLATIEMATERIALEN ISOLATIESYSTEEM VOOR WARM DAK UNIDEK EPS 100 UNIDEK EPS 150 UNIDEK EPS 200. Geldig van 25/01/2011 tot 24/01/2016

GEVELS - PRODUCTEN VOOR GEVELS OF GLAS ISOLERENDE STRIPPEN ALFAMID EN ALFAPRO VOOR ALUMINIUM PROFIELEN MET THERMISCHE ONDERBREKING

ISOLATIESYSTEEM VOOR WARM DAK

Na-isolatie van spouwmuren met gebonden geëxpandeerde polystyreenkorrels ISOMOPLUS. Geldig van 31/10/2014 tot 30/10/2017.

B E S C H R I J V I N G. Merknaam. isolatieplaten. Heralan DDP

ISOLATIESYSTEEM VOOR WARM DAK. ISOBOUW POLYTOP (EPS HR 100 SE, EPS 100 SE, EPS 150 SE, EPS 200 SE) Geldig van 28/06/2017 tot 27/06/2022.

Na-isolatie van spouwmuren met gebonden geëxpandeerde polystyreenkorrels HR++ PLATINUM ISOTECH PARELS. Geldig van 01/09/2013 tot 31/08/2016

SAMENGESTELDE PANELEN VOOR THERMISCHE ISOLATIE

Isolatiesystemen voor industriële daken met metalen ondergronden. FOAMGLAS READY BOARD T4+, S3 en F. FOAMGLAS READY BLOCK T4+, S3 en F

ISOLATIESYSTEEM VOOR WARM DAK UTHERM FLAT ROOF PIR M UTHERM FLAT ROOF PIR L. Geldig van 26/07/2017 tot 25/07/ Voorwerp

ATG 13/2901. Technische Goedkeuring ATG met Certificatie. Geldig van 01/09/2013 tot 31/08/ Doel en draagwijdte van de technische goedkeuring

ISOLATIESYSTEEM VOOR WARM DAK

Isolatiesysteem voor warm dak

ATG 12/2883. Technische Goedkeuring ATG met Certificatie. Geldig van 28/06/2012 tot 31/08/ Doel en draagwijdte van de technische goedkeuring

Duurzaam bouwen. Het geïsoleerde plat dak

Guardian - ClimaGuard

Technische Goedkeuring ATG met Certificatie

BUtgb 04/2492. Geldig van tot B E S C H R I J V I N G

Isolatiesystemen voor warm dak, groen- en parkeerdaken

GEVELS - PRODUCTEN VOOR GEVELS OF GLAS ESSENTRA EXTRUSION ISOLERENDE STRIPPEN VOOR ALUMINIUM PROFIELEN MET THERMISCHE ONDERBREKING

ISOLATIESYSTEEM VOOR WARM DAK Therma TR20, Therma TT40, Therma TR24, Therma TR27 FM. Geldig van 16/11/2017 tot 15/11/2022.

Schrijnwerk - halffabricaten voor venster- en deursystemen met profielen uit aluminium

Jaga oxygen patroongestuurd ventilatiesysteem. Geldig van tot

BUtgb. Isolatiesysteem voor warm dak KEMIROOF (Kemiroof EPS 100 SE, Kemiroof EPS 150 SE, Kemiroof EPS 200 SE) KEM-PRODUCTS N.V.

ISOLATIESYSTEEM VOOR WARM DAK

BUtgb. Isolatiesysteem voor warm dak EUROTHANE Bi-3, Bi-3A, AL en Silver 04/1575. Geldig van tot B E S C H R I J V I N G

ATG 11/1626 (versie 5/11/2012)

POWERDECK F (PIR) VOOR EXTENSIEVE GROENDAKEN

ATG 12/2064 versie 27/9/2013

Mortel met lichte, isolerende vulstoffen als onderlaag of uitvullaag voor vloeren BETOPOR PLUS EN BETOPOR PRO. Geldig van 20/10/2014 tot 19/10/2017

DAKEN SYNTHETISCHE KOUDLIJM VOOR ISOLATIE ILLBRUCK PU010 ISOLATIELIJM, DE BOER EASYFOAM PU. Geldig van 15/05/2017 tot 14/05/2022.

Technische Goedkeuring ATG met Certificatie

ELASTOPOR H2401/10 ATG 13/2931. Technische Goedkeuring ATG met Certificatie. Geldig van 21/05/2013 tot 31/08/ VOORWERP 3 MATERIALEN

ATG 15/2993. Technische Goedkeuring ATG met Certificatie. Geldig van 14/01/2015 tot 13/01/ Doel en draagwijdte van de technische goedkeuring

DAKAFDICHTINGSSYSTEEM SBS GEMODIFICEERD BITUMEN FORCE S 200 3/4/5 (A) (FR), FORCE S 250 4/5 (A) (FR)

Transcriptie:

Technische Goedkeuring ATG met Certificatie ISOLATIESYSTEEM VOOR OMKEERDAK Goedkeurings en Certificatieoperator STYRODUR 303CS STYRODUR 000CS STYRODUR 000CS ATG 1/22 Goedkeuringshouder: BASF SE G PMF/E D21 D 0 Ludwigshafen Tel : + 21 0 21238 Fa : + 21 0 208 email : styrodur@basf.com web : www.styrodur.com Geldig van 1//201 tot 1//2020 Belgian Construction Certification Association Aarlenstraat, 3 100 Brussel www.bcca.be info@bcca.be 1 Doel en draagwijdte van de technische goedkeuring Deze technische goedkeuring betreft een gunstige beoordeling door een onafhankelijke goedkeuringsoperator aangeduid door de vzw BUtgb van het product of systeem voor een bepaalde beoogde toepassing. Het resultaat van deze beoordeling werd in deze goedkeuringstekst vastgelegd. In deze tekst wordt het product, of de in het systeem toegepaste producten, geïdentificeerd en worden de te verwachten productprestaties bepaald, gesteld dat het product (de producten) of het systeem (de systemen) verwerkt, gebruikt en wordt (worden) onderhouden zoals uiteengezet in deze goedkeuringstekst. De technische goedkeuring gaat gepaard met een regelmatige opvolging en een aanpassing aan de stand van de techniek wanneer deze wijzigingen pertinent zijn. Een vijfjaarlijkse revisie wordt opgelegd. De instandhouding van de technische goedkeuring vereist dat de fabrikant te allen tijde kan bewijzen dat hij al het nodige doet opdat de in de goedkeuring beschreven prestaties bereikt worden. De opvolging hiervan is essentieel voor het vertrouwen in de overeenkomstigheid met deze technische goedkeuring. Deze opvolging wordt toevertrouwd aan een door de BUtgb aangeduide certificatieoperator. Door middel van het doorlopend karakter van de controles en de statistische interpretatie van de controleresultaten bereikt de bijbehorende certificatie een hoog betrouwbaarheidsniveau. De goedkeuring, evenals de certificatie van de overeenstemming met de goedkeuring, staan los van individueel uitgevoerde werken. De aannemer en voorschrijver blijven onverminderd verantwoordelijk voor de overeenstemming van de uitvoering met de bepalingen van het bestek. 2 Voorwerp Deze goedkeuring heeft betrekking op een isolatiesysteem voor een omkeerdak en dit voor daken met een zwakke helling (ma. % bij grindballast en 10 % bij tegelballast), begaanbaar voor voetgangers en frequent onderhoud (STYRODUR 303 CS, STYRODUR 000 CS en STYRODUR 000 CS), voor groendaken (STYRODUR 303 CS, STYRODUR 000 CS en STYRODUR 000 CS) en voor parkeerdaken (STYRODUR 000 CS en STYRODUR 000 CS). Het systeem bestaat uit isolatieplaten op basis van geëtrudeerd polystyreen hardschuim (XPS) die samen met de in deze goedkeuring beschreven hulpcomponenten moeten worden toegepast in overeenstemming met de uitvoeringsvoorschriften die in worden beschreven. De dakopbouwen die hierbij toegelaten zijn, worden eveneens aangegeven in. De isolatieplaten worden volgens het omgekeerde dakprincipe losliggend geplaatst op de dakafdichting die, in geval ze nieuw wordt aangebracht, voorzien is van een ATGgoedkeuring en uitgevoerd volgens een overeenstemmende plaatsingstechniek. De isolatieplaten worden steeds voorzien van een ballastlaag. Deze ballastlaag bestaat uit: grind voor niet toegankelijke daken(zie.3.); tegels op tegeldragers voor terrassen en daken toegankelijk voor voetgangers, (zie.3.); tegels op tegeldragers voor parkeerdaken (zie specifieke ATG) (zie.3.). De producten STYRODUR 303 CS, STYRODUR 000 CS en STYRODUR 000 CS vormen het voorwerp van de productgoedkeuring met certificatie ATG H32.

Deze productgoedkeuring met certificatie omvat een doorlopende productiecontrole door de fabrikant, aangevuld met een regelmatig etern toezicht daarop door de door de BUtgb toegewezen certificatieinstelling. De goedkeuring van het volledige systeem steunt bovendien op het gebruik van hulpcomponenten waarvan via een attestering vertrouwen wordt gegeven betreffende het voldoen aan de prestaties of identificatiecriteria aangegeven in 3.2. De technische goedkeuring heeft betrekking op het isolatiemateriaal en op het beschreven systeem, met inbegrip van de plaatsingstechniek, maar niet op de kwaliteit van de uitvoering. 3 Materialen 3.1 STYRODUR 303 CS, STYRODUR 000 CS en STYRODUR 000 CS platen De isolatieplaten STYRODUR 303 CS, STYRODUR 000 CS en STYRODUR 000 CS zijn stijve platen met een groene kleur, samengesteld uit geëtrudeerd hardschuim met etrusiehuid en zonder bekleding en met als blaasmiddel CO2 (+ <1% isobutaan). Productoverzicht: Merknaam isolatieplaten STYRODUR 303 CS STYRODUR 000 CS STYRODUR 000 CS Bekleding geen geen geen Fig. 1: Afmetingen (lengte, breedte, dikte) Lengte: 120 mm Breedte: 00 mm Dikte: 30 d 200 mm Lengte: 120 mm Breedte: 00 mm Dikte: 30 d 10 mm Lengte: 120 mm Breedte: 00 mm Dikte: 0 d 120 mm Tekening sponning Randafwerking Sponning aan de zijden Sponning aan de zijden Sponning aan de zijden Vervaardiging en commercialisatie De isolatieplaten worden vervaardigd door de firma BASF SE te Ludwigshafen (Duitsland). De commercialisatie gebeurt door de firma ALBINTRA NV te 220 Broechem (tel. 03/0.12.12). Voor wat betreft de vervaardiging, controles en merking wordt verwezen naar ATG H32. Op de verpakking (losse platen in pakken met krimpfolie) wordt een etiket aangebracht met de nodige gegevens in het kader van de CEmarkering, het ATGmerk en nummer. Opvatting en uitvoering.1 Referentiedocumenten TV 21: Het platte dak opbouw, materialen, uitvoering, onderhoud (WTCB). TV 22: Groendaken (WTCB). TV 2: Aansluitingsdetails bij platte daken: algemene principes (WTCB). BUtgbdocument Summary of the characteristicscriteria in the frame of ATGapplications van september 201. BUtgb Infoblad 2012/1 Windbelasting op platte daken volgens windnorm NBN EN 111..2 Uitvoering De isolatieplaten in hun verpakking dienen droog vervoerd en opgeslagen te worden waarbij de nodige voorzorgen genomen moeten worden om beschadigingen te voorkomen. De dakopbouw overeenkomstig TV 21 van het WTCB omvat: een dakvloer (.2.1); dampscherm (.2.2) Niet van toepassing voor omkeerdaken (zie TV 21); een dakafdichting (.2.3); de isolatieplaten (.2.); eventueel een scheidingslaag; een ballastlaag overeenkomstig het BUtgb Infoblad 2012/1 Windbelasting op platte daken volgens windnorm NBN EN 111 (.3)..2.1 Dakvloer De dakvloer moet overeenstemmen met de norm NBN B 001 en TV 21 van het WTCB. Tevens moet er rekening gehouden worden met: 3.2 Hulpcomponenten 3.2.1 Bitumineuze producten Bitumineuze producten waarvan de overeenkomstigheid met de PTV 002 geattesteerd is. 3.2.2 Dakafdichting De dakafdichting moet een technische goedkeuring met certificatie (ATG) voor dakafdichtingssysteem bezitten, indien deze nieuw wordt aangebracht. 3.2.3 Scheidingslagen Rotvrije, dampopen scheidingslagen, bijvoorbeeld nietgeweven polyester. maimale doorbuiging van 1/20 (voor parkeerdaken wordt enkel beton toegelaten; staaldak wordt niet toegelaten). de helling is beperkt tot ma % bij grindballast, 10 % bij tegelballast, met een minimum helling van de draagstructuur van 2 %. De ondergrond dient voldoende vlak te zijn. Oneffenheden mogen zeker niet meer dan 10 mm bedragen onder een lat van 2 m. Bij renovatie en in het geval van belaste terrasdaken is het uiteraard van belang te controleren of de draagconstructie het (etra) gewicht verdraagt. Geen attestering voorhanden. ATG 1/22 2/8

.2.2 Hygrothermisch gedrag Het omkeerdaksysteem kan toegepast worden op: zware onderconstructie (massieve dakvloeren met eigengewicht > 20 kg/m²); lichte onderconstructie (met eigengewicht 20 kg/m²) met een minimale warmteweerstand van 0,1 m²k/w. Bij een omkeerdak is geen etra dampscherm nodig aangezien de onderliggende afdichting als dampscherm fungeert. In ruimten van klimaatklasse IV kunnen condensatieproblemen optreden en moet er dan een afzonderlijke bouwfysische studie betreffende het hygrothermische gedrag van het dak uitgevoerd worden..2.3 Dakafdichting De plaatsing van de dakafdichting gebeurt overeenkomstig de plaatsingsvoorschriften vermeld in de ATGdakafdichting. Voor wat constructiedetails betreft, wordt verwezen naar de TV 21 en de TV 2 van het WTCB. Het waterafvoersysteem dient dusdanig te zijn ontworpen dat water, dat zich eventueel onder de platen bevindt, kan worden afgevoerd. Het dakoppervlak moet zuiver en voldoende effen zijn. Stagnerend water onder de platen wordt hierdoor vermeden. In het geval van een PVCdakafdichting wordt verwezen naar de technische goedkeuring van de dakafdichting voor het al dan niet voorzien van een scheidingslaag. Bij renovatie moet de dakafdichting worden schoongemaakt; blazen moeten verwijderd en hersteld worden, opstanden en afvoeropeningen moeten worden aangepast..2. Plaatsing van de isolatieplaten De isolatieplaten worden steeds in één laag in verband (bij voorkeur halfsteensverband) en goed aangesloten gelegd. De isolatie wordt steeds losliggend op de dakafdichting geplaatst. Bij dakranden en opstanden dient de isolatie te worden opgetrokken (zie TV 2). Het gebruik van een scheidingslaag tussen isolatie en ballast wordt aanbevolen voor terrasdaken en verplicht voor ballastlagen van grind met fijnere fracties dan 1/28..3 Ballast De ballastlaag dient dadelijk na het plaatsen van de platen te worden aangebracht in overeenstemming met de specifieke eisen van het BUtgb Infoblad 2012/1 Windbelasting op platte daken volgens windnorm NBN EN 111. De ballastlaag vervult volgende functies: weerstand tegen UVstralen (zie.3.1); weerstand tegen windzuigkrachten (zie.3.2); weerstand tegen opdrijven van de platen (zie.3.3). Hieronder wordt per functie aangegeven hoeveel ballast er moet voorzien worden. De meest nadelige waarde dient in rekening gebracht te worden..3.1 Weerstand tegen UVstralen De dikte van de ballastlaag is minimum cm omwille van de weerstand tegen UVstralen..3.2 Weerstand tegen windzuigkrachten De nodige voorzorgen moeten worden genomen opdat het dak aan de invloeden van de wind kan weerstaan. De dikte van de ballastlaag is afhankelijk van: de ligging (geografische zones binnen België en terreinruwheidsklassen), afmetingen en vorm van het gebouw de plaats op het dak (middenzones, randen hoekzone) zie BUtgbInfoblad 2012/1. luchtopenheid van de draagconstructie en het type dakafdichtingssysteem (stijfheid, bevestigingswijze, ) de plaatsingswijze van de afdichting (losliggend, deelsof volgekleefd). Fig. 2: Bepaling van hoek (c), rand (r) en middenzones (t) Uitzettingsvoegen dienen te worden behandeld als dakranden en dakopstanden (zie TV 2). Indien nodig, kunnen de isolatieplaten op de bouwplaats gesneden, gezaagd of doorboord worden. Alle voorzorgsmaatregelen moeten worden genomen om beschadiging van de sponningboorden en iedere andere schade aan het product te voorkomen. Beschadigde platen mogen niet verwerkt worden. Bij elke werkonderbreking en in ieder geval aan het einde van elke dag is het noodzakelijk het blootliggend isolatiemateriaal tegen weersinvloeden te beschermen. Tijdens de opslag of de verwerking van de isolatieplaten mag het materiaal niet blootgesteld worden aan: vlammen of andere bronnen van hoge temperatuur; zonnestralen gedurende een lange periode, daar UVstralen het oppervlak van de platen aantasten; materialen die XPS aantasten (zie ). Afhankelijk van de plaatsingswijze (en de nuttige windweerstand hiervan) van de afdichting (losliggend, deels of volgekleefd) dient de ballastlaag volledig of deels de windbelasting op het dak op te vangen. Volgende tabel, berekend conform de NBN EN 111, geeft het ballastgewicht weer in kg/m², nodig om te weerstaan aan de windlast. Er is rekening gehouden met een veiligheidscoëfficiënt van 1,2 voor de wind en 1,1 voor het gewicht van de ballastlaag, een levensduur van 2 jaar van het dakmateriaal en een windwerking die overeenstemt met een terugkeerperiode van 0 jaar. ATG 1/22 3/8

Tereinruwheidscategorie Dakhoogte (m) 0: Zee I: Vlak gebied II: Lage vegetatie III: Regelmatige begroeiing IV: Gebouwen >1m,0 1,3 8,0 21,3,0 23, 12,0 30,, 1,0 3,, 1,0 0,,1 18,0,0, 20,0,, 11,0 30,0 2,0,2, 1, 0,0,3 8,2 11, 22,2,0 1,0 1, 3,1,0 1,3 2,,1 100,0 Ligging (referentiewindsnelheid) Dakzone Gewicht ballast (kg/m²) bij luchtdichte dakvloer en losliggende afdichting (*) 23 m/s 2 m/s 2 m/s 2 m/s Hoekzone (**) Randzone (**) Hoekzone (**) Randzone (**) Hoekzone (**) Randzone (**) Hoekzone (**) Randzone (**) 10 112 11 13 122 3 12 1 133 13 1 1 8 1 1 12 13 13 138 83 1 188 10 0 1 203 12 1 1 133 13 181 1 8 1 1 1 1 213 10 102 1 18 1 8 1 202 12 1 21 1 10 1 23 10 11 1 (*): Voor een luchtopen dakvloer en/of andere plaatsingswijze van de afdichting wordt verwezen naar het ButgbInfoblad 2012/1 (**): Er wordt verondersteld dat er geen dakopstand is Het ballast moet op zichzelf windstabiel zijn, waardoor het een minimaal gewicht moet hebben. De onderstaande tabel, berekend conform de NBN EN 111, geeft het minimale ballastgewicht weer in kg/m², nodig om zelf te weerstaan aan de windlast. Er is rekening gehouden met een veiligheidscoëfficiënt van 1.2 voor de wind en 1.1 voor het materiaal van de ballasttegels, een levensduur van 2 jaar van het dakmateriaal en een windwerking die overeenstemt met een terugkeerperiode van 0 jaar. Er is tevens verondersteld dat: de tegels naast elkaar geplaatst zijn, waarbij het openingspercentage van het geheel (inclusief voegen) 0,1% het dakoppervlak waarop de tegels geplaatst is, kan beschouwd worden als luchtdicht de wind niet via de eerste rij tegels (aan de rand van het dak bijvoorbeeld) onder de tegels geblazen kan worden er geen dynamische windeffecten in rekening dienen gebracht te worden de dakhelling de terreinhelling % er in de nabijheid van het gebouw/dak geen gebouw/dak gelegen is dat minstens 2 keer zo hoog is als het beschouwde gebouw/dak 1 1 1 21 11 103 1 232 18 111 1 20 200 120 20 20 1 1 22 1 108 18 23 1 11 1 23 211 12 21 21 11 103 1 233 18 112 1 23 202 121 20 23 21 1 22 222 1 10 18 21 13 11 1 22 20 12 21 283 22 13 23 22 202 121 20 2 220 132 22 28 238 13 2 322 28 1 2 2 220 132 22 2 23 1 2 32 20 1 2 281 1 28 300 20 1 2 32 22 1 2 3 28 11 28 38 30 18 332 2 10 2 32 20 1 2 33 18 2 30 20 3 32 282 1 28 383 30 18 1 333 200 33 0 30 21 3 Tereinruwheidscategorie Dakhoogte (m) 0: Zee I: Vlak gebied II: Lage vegetatie III: Regelmatige begroeiing IV: Gebouwen >1m,0 1,3 8,0 21,3,0 23, 12,0 30,, 1,0 3,, 1,0 0,,1 18,0,0, 20,0,, 11,0 30,0 2,0,2, 1, 0,0,3 8,2 11, 22,2,0 1,0 1, 3,1,0 1,3 2,,1 100,0 Ligging (referentiewindsnelheid) Dakzone Minimaal gewicht ballast (kg/m²) 23 m/s 2 m/s 2 m/s 2 m/s Hoekzone Randzone Hoekzone Randzone Hoekzone Randzone Hoekzone Randzone 3 22 1 1 2 2 0 2 3 2 2 8 28 3 0 30 8 32 2 0 2 2 1 3 2 30 32 3 8 3 3 38 2 1 3 2 3 83 0 33 0 3 81 3 88 0 2 1 3 8 2 3 8 0 1 3 3 3 8 0 2 8 8 0 2 3 8 10 8 2 2 3 100 8 108 8 2 11 100 8 10 8 2 118 128 102 1 10 111 8 3 121 8 10 1 10 3 10 12 113 8 11 11 128 102 1 10 13 111 11 10 120 2 12 ATG 1/22 /8

.3.3 Weerstand tegen opdrijven van de platen De isolatieplaten dienen voldoende geballast te worden opdat ze niet zouden opdrijven bij stijging van de waterstand op het dak bijvoorbeeld onder invloed van een verstopte waterafvoer. Het opdrijfrisico is afhankelijk van de isolatiedikte en de waterstand. Als voorbeeld wordt in de onderstaande tabel voor een waterstand die gelijk is aan de isolatiedikte het ballastgewicht weergegeven in kg/m² nodig om te weerstaan aan opdrijving. Dikte van de isolatie (mm) Gewicht ballast (kg/m²) 30 33 0 3 0 0 0 8 100 10 120 12 10 10 10 12 1 13 200 21.3. Niet toegankelijke daken Indien de ballastlaag bestaat uit grind dient de fractie te voldoen aan de voorschriften van het BUtgb Infoblad 2012/1 Windbelasting op platte daken volgens windnorm NBN EN 11 1. Het grind is gerold en gewassen. Fijner grind wordt afgeraden. Indien er fijnere fracties (< 1/28) aanwezig zouden zijn, dient een scheidingslaag te worden gebruikt tussen het grind en de isolatie. De keuze van de isolatie wordt bepaald aan de hand van de druksterkte 10 % vervorming en de druksterkte op lange termijn (kruipbelasting). De ballastlaag wordt als volgt uitgevoerd: dampopen scheidingslaag op de isolatie drainagelaag waarop een filterdoek substraatlaag (voedingsbodem voor plantenvegetatie). Toelaatbare belastingen De belasting van de isolatie is afhankelijk van het contactvlak met de isolatie. Bij belangrijke permanente, tijdelijke of rollende lasten moeten steeds tegels op tegeldragers gebruikt worden. De maimaal toelaatbare belasting op de isolatie is de druksterkte op lange termijn (kruipbelasting) volgens EN 10: voor STYRODUR 303 CS : 130 kpa voor STYRODUR 000 CS : 1 kpa voor STYRODUR 000 CS : 20 kpa De minimale dikte van de tegels wordt bepaald door het gewicht van de ballast, voorzien in.3.. Brandveiligheid Er dient nagegaan te worden of het KB van 1.12.1 (inclusief de wijzigingen in het KB van 0.0.2003 en van 01.03.200 en van 12.0.2012) van toepassing is. Indien dit het geval is, moeten de volgende eisen i.v.m. de dakopbouw worden gerespecteerd: ten aanzien van een brand van buitenaf : omkeerdaken of daken met zware schutlaag (b.v. grind cm, ) worden geacht conform te zijn aan de eisen van het KB betreffende het brandgedrag. ten aanzien van een brand van binnenuit: de dakvloer moet zo worden ontworpen en uitgevoerd dat deze dakvloer een Rfwaarde heeft afhankelijk van het type gebouw zoals voorzien in het KB. Ten aanzien van de brandcompartimentering: in het project moet nagegaan worden in hoeverre de dakzones en de dakdetails van brandstoppen, uitgevoerd met onbrandbaar materiaal (Euroclass A1), voorzien en uitgevoerd dienen te worden..3. Toegankelijke daken Bij terrasdaken e.d. moet de ballastlaag bestaan uit tegels; de tegels liggen op tegeldragers. Er kunnen ook tegels met nokken gebruikt worden. Voor parkeerdaken (STYRODUR 000 CS, STYRODUR 000 CS) wordt verwezen naar een speciale studie ten aanzien van de structurele stabiliteit en de dakopbouw. Eveneens wordt aangeraden om de dakafdichting onder de XPSplaten volvlakkig te verkleven aan de ondergrond.. Groendaken Voor groendaken (STYRODUR 303 CS, STYRODUR 000 CS, STYRODUR 000 CS) wordt verwezen naar een speciale studie ten aanzien van de structurele stabiliteit en de dakopbouw. Groendaken, etensief en intensief, kunnen geïsoleerd worden uitgevoerd volgens de omgekeerde dak methode. De opbouw bestaat uit: draagstructuur waarop een wortelwerende dakafdichting isolatie : STYRODUR 303 CS, STYRODUR 000 CS of STYRODUR 000 CS ballastlaag ATG 1/22 /8

Prestaties.1 Thermische prestaties Zie NBN B 2002 Thermische prestaties van gebouwen berekening van de warmtedoorgangscoëfficiënten (Uwaarden) van gebouwcomponenten en gebouwelementen, editie 2008. 1/U = RT = Rsi + Romkeerdak + Rse Romkeerdak = R1 + R2 + + Risol + + Rn U = 1/RT Ucor = 1/(RT Rcor) 1/RT Uc = U + Ucor + Ug + Uf + Ur Waarbij: RT: de totale warmteweerstand van het bouwelement Rsi: de warmteovergangsweerstand aan het binnenoppervlak, conform NBN EN ISO, = 0,10 m².k/w R1, R2, Rn: warmteweerstand (rekenwaarde) van de verschillende lagen Risol: voor een homogene isolatielaag is dit de gedeclareerde thermische weerstand van het isolatieproduct voor de betreffende dikte Risol = RD/1,023 voor open ballast zoals grind of tegels Risol = RD/1,0 voor een groendak Rse: de warmteovergangsweerstand aan het buitenoppervlak, conform NBN EN ISO, = 0,0 m².k/w Rcor: correctiefactor = 0,10 m².k/w voor plaatsingstoleranties bij de uitvoering, voor omkeerdak = 0 U: warmtedoorgangscoëfficiënt (W/m².K) Uc: gecorrigeerde warmtedoorgangscoëfficiënt (W/m².K) conform aan NBN EN ISO Ug: toeslag op de Uwaarde voor spleten in de isolatielaag, conform NBN EN ISO, voor uitvoering conform de ATG wordt Ug = 0 Uf: toeslag op de Uwaarde voor bevestigingen door de isolatielaag, conform NBN EN ISO, =0, want geen bevestigingen Ur: toeslag op de Uwaarde als het bouwdeel een omkeerdak is, conform EN ISO ; verwaasloosbaar indien < 0,01 Voor de berekening van de warmteverliezen moet rekening gehouden worden met het effect van eventueel onderstromend water gedurende het stookseizoen. Hiervoor zijn in de NBN EN ISO de volgende parameters vastgelegd voor de formule: ΔUr = p.f..(ri / Rt)² met: p = 2,0 mm neerslag/dag f. = 0,03 voor platen met sponning rondom en open ballast zoals grind of tegels f. = 0,02 voor groendaken Ri = RD/1,023 voor open ballast zoals grind of tegels Ri = RD/1,0 voor groendaken waarbij geen verdere correctie voor plaatsingstolerantie bij de uitvoering wordt aangerekend..2 Overige prestaties Hierna worden de prestatiekenmerken van de isolatieplaten weergegeven. In de kolom BUtgb worden de minimale aanvaardingscriteria vermeld die door de BUtgb werden vastgelegd. In de kolom fabrikant worden de aanvaardingscriteria vermeld die de fabrikant zichzelf oplegt. Het naleven van deze criteria wordt bij de verschillende controles nagegaan en valt onder de productcertificatie. Alle Rwaarden hebben als eenheid m².k/w. Alle Uwaarden hebben als eenheid W/m².K. Dikte (mm) STYRODUR 303 CS STYRODUR 000 CS RD (m².k/w) STYRODUR 000 CS 30 0, 0 1,20 1,20 0 1,0 1,0 0 1, 1, 2,2 2,2 100 2, 2, 120 3,20 3,20 10 3,0 3,0 10,20,20 1,0,0 200,2,2 ATG 1/22 /8

Eigenschappen Criteria BUtgb Criteria fabrikant Bepalingsmethode Lengte (mm) ± 8 mm ( 100 mm) ± 8 mm ( 100 mm) NBN EN 822 Breedte (mm) ± 8 mm ( 100 mm) ± 8 mm ( 100 mm) NBN EN 822 Dikte (mm) T1 ± 2 mm (< 0 mm) 2/+3 mm (0 d 120 mm) 2/+ mm (>120 mm) Resultaten T1 NBN EN 823 Haaksheid (mm/m) mm/m mm/m NBN EN 82 Vlakheid (mm) Dimensionele stabiliteit h 0 C 0 % RV (%) Druksterkte bij 10 % vervorming (kpa) Plaatoppervl. dm²: 3 mm DS(0,0) Δl,b,d CS(10\Y)300 300 kpa Plaatoppervl. dm²: 3 mm DS(0,0) Δl,b,d STYRODUR 303 CS: CS(10\Y)300 300 kpa STYRODUR 000 CS: CS(10\Y)00 00 kpa STYRODUR 000 CS: CS(10\Y)00 00 kpa Warmtegeleidingscoëfficiënt D [W/(m.K)] 30 d < 0 mm: 0,032 0 d < 0 mm: 0,03 d = 0 mm: 0,03 d = mm: 0,03 100 d < 200 mm: 0,038 Brandreactie A1F Waterabsorptie door onderdompeling (%) WL(T) 0, 0, Waterabsorptie door diffusie (%) WD(V)3 3 Vorst/dooi weerstand (%) FTCD2 2 Δ drukspanning 10 % Mechanische sterkte verdeelde belasting Druksterkte op lange termijn (kruipbelasting) : Getest en conform het criterium van de fabrikant. DLT(2) % E WL(T) 0, 0, WD(V)3 3 FTCD1 1 Δ drukspanning 10 % DLT(2) % STYRODUR 303 CS: CC(2/1,/0)130 STYRODUR 000 CS: CC(2/1,/0)1 STYRODUR 000 CS: CC(2/1,/0)20 NBN EN 82 NBN EN 10 NBN EN 82 NBN EN 12 Euroclass (classificatie cf. NBN EN13011) NBN EN 1208 NBN EN 12088 NBN EN 1201 NBN EN 10 NBN EN 10 Onderhoud Het verdient aanbeveling om jaarlijks het onderhoud van het dak uit te voeren. Dit onderhoud heeft betrekking op de punten vermeld in TV 21 van het WTCB. Tijdens het onderhoud dient speciale aandacht besteed te worden aan het feit dat de warmte en het vocht tussen de isolatie en de dakafdichting microbiotische en vegetatieve ontwikkeling kunnen bevorderen. Na het wegnemen van een plaat, bijvoorbeeld om het onderhoud aan de afdichting uit te voeren, dient ze met de nodige zorg te worden teruggeplaatst. XPS is niet verenigbaar met oplossingen die de volgende producten bevatten: organische oplosmiddelen benzine. Bij twijfel dient BASF SE geraadpleegd te worden. ATG 1/22 /8

8 Voorwaarden A. Uitsluitend het in de voorpagina als ATGhouder vermelde bedrijf en het bedrijf (de bedrijven) die het onderwerp van de goedkeuring commercialiseert (commercialiseren) mogen aanspraak maken op de toepassing van deze technische goedkeuring. B. Deze technische goedkeuring heeft uitsluitend betrekking op het product of systeem waarvan de handelsnaam op de voorpagina wordt vermeld. Houders van een technische goedkeuring mogen geen gebruik maken van de naam van de BUtgb, haar logo, het merk ATG, de goedkeuringstekst of het goedkeuringsnummer om aanspraak te maken op productbeoordelingen die niet in overeenstemming zijn met de technische goedkeuring, en evenmin voor producten en/of systemen en/of eigenschappen of kenmerken die niet het voorwerp uitmaken van de technische goedkeuring. C. Informatie die door de goedkeuringshouder of zijn aangestelde en/of erkende installateurs, op welke wijze dan ook, ter beschikking wordt gesteld van (potentiële) gebruikers van het in de technische goedkeuring behandelde product of systeem (bv. bouwheren, aannemers, voorschrijvers, ), mag niet in tegenstrijd zijn met de inhoud van de goedkeuringstekst, noch met informatie waarnaar in de goedkeuringstekst verwezen wordt. D. Houders van een technische goedkeuring zijn steeds verplicht tijdig eventuele aanpassingen aan de grondstoffen en producten, de verwerkingsrichtlijnen, het productie en verwerkingsproces en/of de uitrusting, voorafgaandelijk bekend te maken aan de BUtgb vzw, en de door de BUtgb aangeduide certificatieoperator, zodat deze kan oordelen of de technische goedkeuring dient te worden aangepast. E. De auteursrechten behoren tot de BUtgb. De BUtgb vzw is een goedkeuringsinstituut dat lid is van de Europese Unie voor de technische goedkeuring in de bouw (UEAtc, zie www.ueatc.com) en dat aangemeld werd door de FOD Economie in het kader van Verordening (EU) N 30/2011 en lid is van de Europese Organisatie voor Technische Beoordeling (EOTA, zie www.eota.eu). De door de BUtgb vzw aangeduide certificatieoperatoren werken volgens een door BELAC (www.belac.be) accrediteerbaar systeem. Deze technische goedkeuring werd gepubliceerd door de BUtgb, onder verantwoordelijkheid van de goedkeuringsoperator BCCA, en op basis van het gunstig advies van de Gespecialiseerde Groep "Daken", verleend op 1/12/201. Daarnaast bevestigde de certificatie operator BCCA, dat de productie aan de certificatievoorwaarden voldoet en dat met de ATGhouder een certificatieovereenkomst ondertekend werd. Datum van deze uitgave: 1 juni 201 Voor de BUtgb, als geldigverklaring van het goedkeuringsproces Voor de goedkeurings en certificatieoperator Peter Wouters, directeur Benny De Blaere, directeur generaal Deze technische goedkeuring blijft geldig, gesteld dat het product, de vervaardiging ervan en alle daarmee verband houdende relevante processen: onderhouden worden, zodat minstens de prestatieniveaus bereikt worden zoals bepaald in deze goedkeuringstekst doorlopend aan de controle door de certificatieoperator onderworpen worden en deze bevestigt dat de certificatie geldig blijft Wanneer niet langer wordt voldaan aan deze voorwaarden, zal de technische goedkeuring worden geschorst of ingetrokken en de goedkeuringstekst van de BUtgb website worden verwijderd. De geldigheid en laatste versie van deze goedkeuringstekst kan nagegaan worden door de BUtgb website (www.butgb.be) te consulteren of rechtstreeks contact op te nemen met het BUtgb secretariaat. ATG 1/22 8/8