***I VERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL A7-0373/

Vergelijkbare documenten
***I STANDPUNT VAN HET EUROPEES PARLEMENT

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

***I VERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement A8-0071/

*** AANBEVELING. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement A8-0195/

* VERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement A8-0262/

*** ONTWERPAANBEVELING

*** ONTWERPAANBEVELING

* VERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement A8-0124/

* VERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement A8-0265/

***I VERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement A8-0063/

Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken. van de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken

EUROPEES PARLEMENT * VERSLAG. Zittingsdocument DEFINITIEVE VERSIE A6-0431/

Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken ***I ONTWERPVERSLAG

VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

*** AANBEVELING. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement A8-0196/

*** ONTWERPAANBEVELING

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

*** AANBEVELING. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement A8-0304/

***I VERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement A8-0061/

Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken. van de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

*** AANBEVELING. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement A8-0305/

* VERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement A8-0315/

***I VERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement A8-0070/

***I VERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement A8-0082/

***I VERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement A8-0062/

* VERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement A8-0343/

* VERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement A8-0266/

***II ONTWERPAANBEVELING VOOR DE TWEEDE LEZING

Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken ***I ONTWERPVERSLAG. Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

***I ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement 2016/0110(COD)

Amendement 3 Claude Moraes namens de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken AMENDMENTEN VAN HET EUROPEES PARLEMENT *

*** AANBEVELING. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement A8-0336/

EUROPEES PARLEMENT. Commissie werkgelegenheid en sociale zaken * ONTWERPVERSLAG. Commissie werkgelegenheid en sociale zaken

* VERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement A8-0283/

Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken. van de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken

*** ONTWERPAANBEVELING

*** AANBEVELING. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement A8-0337/

***I VERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL A7-0256/

*** AANBEVELING. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement A8-0333/

Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken. van de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

* ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL 2011/0444(NLE)

***II AANBEVELING VOOR DE TWEEDE LEZING

***I ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL 2013/0268(COD)

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

* VERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL A8-0008/

***I ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement 2016/0029(COD)

BIJLAGE. bij het. Voorstel voor een besluit van de Raad

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

***I VERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement A8-0012/

*** AANBEVELING. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement A8-0197/

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

* ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement 2016/0406(CNS)

* VERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement A8-0451/

***I VERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement A8-0361/

*** AANBEVELING. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement A8-0177/

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

* VERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement A8-0364/

* ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL 2009/0075(CNS)

EUROPEES PARLEMENT. Commissie werkgelegenheid en sociale zaken ***II ONTWERPAANBEVELING VOOR DE TWEEDE LEZING

***I ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL 2011/0327(COD)

7107/15 JVS/jvc DGD 1. Raad van de Europese Unie. Brussel, 28 april 2015 (OR. en) 7107/15. Interinstitutioneel dossier: 2015/0049 (NLE)

***I ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL 2010/0272(COD)

Raad van de Europese Unie Brussel, 15 april 2015 (OR. en)

*** AANBEVELING. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement A8-0281/

*** AANBEVELING. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement A8-0327/

*** AANBEVELING. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement A8-0322/

***I VERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement A8-0088/

EUROPEES PARLEMENT Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid ***I ONTWERPVERSLAG

***II ONTWERPAANBEVELING VOOR DE TWEEDE LEZING

"Culturele Hoofdstad van Europa" voor het tijdvak 2005 tot 2019 ***I

*** AANBEVELING. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement A8-0320/

* VERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement A8-0164/

*** ONTWERPAANBEVELING

EUROPEES PARLEMENT. Zittingsdocument

EUROPEES PARLEMENT * ONTWERPVERSLAG. Commissie economische en monetaire zaken VOORLOPIGE VERSIE 2004/0079(CNS)

***I ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL 2012/0260(COD)

*** AANBEVELING. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement A8-0321/

7111/15 JVS/mg DGD 1. Raad van de Europese Unie. Brussel, 28 april 2015 (OR. en) 7111/15. Interinstitutioneel dossier: 2015/0048 (NLE)

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

*** AANBEVELING. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement A8-0325/

*** ONTWERPAANBEVELING

*** ONTWERPAANBEVELING

* VERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement A8-0035/

*** AANBEVELING. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement A8-0321/

*** AANBEVELING. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement A8-0324/

***I ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL 2013/0390(COD)

BIJLAGE. bij het. Voorstel voor een besluit van de Raad

*** ONTWERPAANBEVELING

*** AANBEVELING. NL In verscheidenheid verenigd NL A8-0195/

* VERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL A8-0066/

Transcriptie:

EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Zittingsdocument 8.11.2013 A7-0373/2013 ***I VERSLAG over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 539/2001 tot vaststelling van de lijst van derde landen waarvan de onderdanen bij overschrijding van de buitengrenzen in het bezit moeten zijn van een visum en de lijst van derde landen waarvan de onderdanen van deze plicht zijn vrijgesteld (COM(2012)0650 C7-0371/2012 2012/0309(COD)) Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken Rapporteur: Mariya Gabriel RR\1009280.doc PE504.389v02-00 In verscheidenheid verenigd

PR_COD_1app Verklaring van de gebruikte tekens * Raadplegingsprocedure *** Goedkeuringsprocedure ***I Gewone wetgevingsprocedure (eerste lezing) ***II Gewone wetgevingsprocedure (tweede lezing) ***III Gewone wetgevingsprocedure (derde lezing) (De aangeduide procedure is gebaseerd op de in de ontwerptekst voorgestelde rechtsgrond.) Amendementen op een ontwerptekst Door het Parlement aangebrachte wijzigingen op de ontwerptekst worden in vet cursief aangegeven. De markering in mager cursief is een aanwijzing voor de technische diensten en betreft passages in de ontwerptekst waarvoor een correctie wordt voorgesteld met het oog op de uiteindelijke tekst (bijvoorbeeld aperte fouten of weglatingen in een taalversie). Dergelijke correcties moeten worden goedgekeurd door de betrokken technische diensten. In de koptekst van een amendement op een bestaande tekst, waarvoor in de ontwerptekst wijzigingen worden voorgesteld, wordt op respectievelijk de derde en vierde regel verwezen naar de bestaande tekst en naar de bepaling in kwestie. Tekstdelen die worden overgenomen uit een bepaling van een bestaande tekst die in de ontwerptekst niet is gewijzigd, maar door het Parlement wordt geamendeerd, worden in vet gemarkeerd. Een eventuele schrapping van dergelijke tekstdelen wordt als volgt aangegeven: [...]. PE504.389v02-00 2/16 RR\1009280.doc

INHOUD Blz. ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT...5 TOELICHTING...11 PROCEDURE...16 RR\1009280.doc 3/16 PE504.389v02-00

PE504.389v02-00 4/16 RR\1009280.doc

ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 539/2001 tot vaststelling van de lijst van derde landen waarvan de onderdanen bij overschrijding van de buitengrenzen in het bezit moeten zijn van een visum en de lijst van derde landen waarvan de onderdanen van deze plicht zijn vrijgesteld (COM(2012)0650 C7-0371/2012 2012/0309(COD)) (Gewone wetgevingsprocedure: eerste lezing) Het Europees Parlement, gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2012)0650), gezien artikel 294, lid 2, en artikel 77, lid 2, onder a) van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C7-0371/2012), gezien artikel 294, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, gelet op artikel 55 van zijn Reglement, gezien het verslag van de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken (A7-0373/2013), 1. stelt onderstaand standpunt in eerste lezing vast; 2. verzoekt om hernieuwde voorlegging indien de Commissie voornemens is ingrijpende wijzigingen in haar voorstel aan te brengen of dit door een nieuwe tekst te vervangen; 3. verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad, de Commissie en de nationale parlementen. RR\1009280.doc 5/16 PE504.389v02-00

Amendement 1 Voorstel voor een verordening Overweging 2 Door de Commissie voorgestelde tekst (2) De visumplicht is niet langer gerechtvaardigd voor de onderdanen van Dominica, Grenada, Kiribati, de Marshalleilanden, Micronesia, Nauru, Palau, Saint Lucia, Saint Vincent en de Grenadines, Oost-Timor, de Salomonseilanden, Samoa, Trinidad en Tobago, Tonga, Tuvalu en Vanuatu. Deze landen vormen geen risico vanuit het oogpunt van illegale immigratie noch een bedreiging van de openbare orde van de Unie, criteria die zijn vervat in overweging 5 van Verordening (EG) nr. 539/2001. De onderdanen van deze landen dienen dan ook te worden vrijgesteld van de visumplicht voor een verblijf van in totaal maximaal drie maanden en deze landen dienen naar bijlage II te worden overgebracht. Amendement (2) De visumplicht is niet langer gerechtvaardigd voor de onderdanen van Colombia, Dominica, Grenada, Kiribati, de Marshalleilanden, Micronesia, Nauru, Palau, Peru, Saint Lucia, Saint Vincent en de Grenadines, Oost-Timor, de Salomonseilanden, Samoa, Trinidad en Tobago, Tonga, Tuvalu, de Verenigde Arabische Emiraten en Vanuatu. Deze landen vormen geen risico vanuit het oogpunt van illegale immigratie noch een bedreiging van de openbare orde van de Unie, criteria die zijn vervat in overweging 5 van Verordening (EG) nr. 539/2001. De onderdanen van deze landen dienen dan ook te worden vrijgesteld van de visumplicht voor een verblijf van in totaal maximaal drie maanden en deze landen dienen naar bijlage II te worden overgebracht. Motivering De Verenigde Arabische Emiraten voldoen in dezelfde mate aan de voorwaarden die zijn opgenomen in de verordening inzake de visumvrijstelling als de landen die reeds zijn opgenomen in de tekst van de verordening. De Verenigde Arabische Emiraten moeten dus worden toegevoegd aan de in bijlage II opgenomen lijst. Gelet op de in overweging 5 van verordening (EG) nr. 539/2001 opgenomen criteria, is het duidelijk dat de VAE geen enkel risico vormen voor illegale immigratie, de openbare orde en de veiligheid. Bovendien onderhouden de VAE reeds lang betrekkingen met verschillende EUlidstaten, die dienen te worden uitgediept binnen de EU. Ook geven de VAE biometrische paspoorten uit aan burgers, en bieden ze volledige wederkerigheid aan de EU. De VAE dienen zonder twijfel toegevoegd te worden aan deze 'positieve lijst'. PE504.389v02-00 6/16 RR\1009280.doc

Amendement 2 Voorstel voor een verordening Overweging 3 Door de Commissie voorgestelde tekst (3) Teneinde volledige wederkerigheid te waarborgen, dienen de onderdanen van Dominica, Grenada, Kiribati, de Marshalleilanden, Micronesia, Nauru, Palau, Saint Lucia, Saint Vincent en de Grenadines, Oost-Timor, de Salomonseilanden, Samoa, Trinidad en Tobago, Tonga, Tuvalu en Vanuatu niet van de visumplicht te worden vrijgesteld voordat bilaterale visumvrijstellingsovereenkomsten zijn gesloten tussen de Unie en de betrokken landen. Amendement (3) Teneinde volledige wederkerigheid te waarborgen, dienen de onderdanen van Colombia, Dominica, Grenada, Kiribati, de Marshalleilanden, Micronesia, Nauru, Palau, Peru, Saint Lucia, Saint Vincent en de Grenadines, Oost-Timor, de Salomonseilanden, Samoa, Trinidad en Tobago, Tonga, Tuvalu, de Verenigde Arabische Emiraten en Vanuatu niet van de visumplicht te worden vrijgesteld voordat bilaterale visumvrijstellingsovereenkomsten zijn gesloten tussen de Unie en de betrokken landen. Motivering De Verenigde Arabische Emiraten voldoen in dezelfde mate aan de voorwaarden die zijn opgenomen in de verordening inzake de visumvrijstelling als de landen die reeds zijn opgenomen in de tekst van de verordening. De Verenigde Arabische Emiraten moeten dus worden toegevoegd aan de in bijlage II opgenomen lijst. Gelet op de in overweging 5 van verordening (EG) nr. 539/2001 opgenomen criteria, is het duidelijk dat de VAE geen enkel risico vormen voor illegale immigratie, de openbare orde en de veiligheid. Bovendien onderhouden de VAE reeds lang betrekkingen met verschillende EUlidstaten, die dienen te worden uitgediept binnen de EU. Ook geven de VAE biometrische paspoorten uit aan burgers, en bieden ze volledige wederkerigheid aan de EU. De VAE dienen zonder twijfel toegevoegd te worden aan deze 'positieve lijst'. Amendement 3 Voorstel voor een verordening Artikel 1 punt -1 bis (nieuw) Verordening (EG) nr. 539/2001 Artikel 2 bis (nieuw) Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement -1 bis Het volgende artikel wordt ingevoegd: RR\1009280.doc 7/16 PE504.389v02-00

"Artikel 2 bis De aanwijzing van derde landen waarvan de onderdanen onderworpen zijn aan of vrijgesteld van de visumplicht geschiedt aan de hand van een zorgvuldige toetsing van geval tot geval aan verschillende criteria die onder meer verband houden met illegale immigratie, openbare orde en veiligheid en met de externe betrekkingen van de Europese Unie met de betrokken derde landen, waarbij in het bijzonder gekeken wordt naar respectering van mensenrechten en fundamentele vrijheden. Daarbij wordt tevens rekening gehouden met implicaties van regionale samenhang en wederkerigheid." Amendement 4 Voorstel voor een verordening Artikel 1 punt -1 ter (nieuw) Verordening (EG) nr. 539/2001 Artikel 7 bis (nieuw) Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement -1 ter. Het volgende artikel wordt ingevoegd: "Artikel 7 bis De Commissie houdt het Europees Parlement regelmatig op de hoogte van de stand van de onderhandelingen over bilaterale overeenkomsten inzake visumvrijstellingen, en laat het EP ook weten of derde landen waarvan de onderdanen een visumvrijstelling genieten, nog steeds aan de criteria beantwoorden die voor die vrijstelling gelden. De Commissie brengt tenminste eenmaal per jaar verslag uit aan het Europees Parlement en de Raad met een samenvatting van haar werkzaamheden en bevindingen op dat punt." PE504.389v02-00 8/16 RR\1009280.doc

Amendement 5 Voorstel voor een verordening Artikel 1 punt 1 letter a Verordening (EG) nr. 539/2001 Bijlage I punt 1 Door de Commissie voorgestelde tekst (a) in punt 1 worden Dominica, Grenada, Kiribati, de Marshalleilanden, Micronesia, Nauru, Oost-Timor, Palau, Saint Lucia, Saint Vincent en de Grenadines, de Salomonseilanden, Samoa, Tonga, Trinidad en Tobago, Tuvalu en Vanuatu geschrapt en wordt Zuid-Sudan ingevoegd; Amendement (a) in punt 1 worden Colombia, Dominica, Grenada, Kiribati, de Marshalleilanden, Micronesia, Nauru, Palau, Peru, Saint Lucia, Saint Vincent en de Grenadines, Oost-Timor, de Salomonseilanden, Samoa, Trinidad en Tobago, Tonga, Tuvalu, de Verenigde Arabische Emiraten en Vanuatu geschrapt en wordt Zuid-Sudan ingevoegd; Motivering De Verenigde Arabische Emiraten voldoen in dezelfde mate aan de voorwaarden die zijn opgenomen in de verordening inzake de visumvrijstelling als de landen die reeds zijn opgenomen in de tekst van de verordening. De Verenigde Arabische Emiraten moeten dus worden toegevoegd aan de in bijlage II opgenomen lijst. Gelet op de in overweging 5 van verordening (EG) nr. 539/2001 opgenomen criteria, is het duidelijk dat de VAE geen enkel risico vormen voor illegale immigratie, de openbare orde en de veiligheid. Bovendien onderhouden de VAE reeds lang betrekkingen met verschillende EUlidstaten, die dienen te worden uitgediept binnen de EU. Ook geven de VAE biometrische paspoorten uit aan burgers, en bieden ze volledige wederkerigheid aan de EU. De VAE dienen zonder twijfel toegevoegd te worden aan deze 'positieve lijst'. Amendement 6 Voorstel voor een verordening Artikel 1 punt 2 letter a Verordening (EG) nr. 539/2001 Bijlage II punt 1 Door de Commissie voorgestelde tekst (a) in punt 1 worden de volgende namen ingevoegd: "Dominica*" Amendement (a) in punt 1 worden de volgende namen ingevoegd: "Colombia*" "Dominica*" RR\1009280.doc 9/16 PE504.389v02-00

"Grenada*", "Kiribati*" "Marshalleilanden*", "Micronesia*", "Nauru*", "Palau*" "Saint Lucia*", "Saint Vincent en de Grenadines*", "Samoa*", "Salomonseilanden*", "Oost-Timor*", "Tonga*" "Trinidad en Tobago*", "Tuvalu*" en "Vanuatu*". "Grenada*", "Kiribati*" "Marshalleilanden*", "Micronesia*", "Nauru*", "Peru*" "Palau*" "Saint Lucia*", "Saint Vincent en de Grenadines*", "Samoa*", "Salomonseilanden*", "Oost-Timor*", "Tonga*", "Trinidad en Tobago*", "Tuvalu*" "De Verenigde Arabische Emiraten *" en "Vanuatu*". Motivering De Verenigde Arabische Emiraten voldoen in dezelfde mate aan de voorwaarden die zijn opgenomen in de verordening inzake de visumvrijstelling als de landen die reeds zijn opgenomen in de tekst van de verordening. De Verenigde Arabische Emiraten moeten dus worden toegevoegd aan de in bijlage II opgenomen lijst. Gelet op de in overweging 5 van verordening (EG) nr. 539/2001 opgenomen criteria, is het duidelijk dat de VAE geen enkel risico vormen voor illegale immigratie, de openbare orde en de veiligheid. Bovendien onderhouden de VAE reeds lang betrekkingen met verschillende EUlidstaten, die dienen te worden uitgediept binnen de EU. Ook geven de VAE biometrische paspoorten uit aan burgers, en bieden ze volledige wederkerigheid aan de EU. De VAE dienen zonder twijfel toegevoegd te worden aan deze 'positieve lijst'. PE504.389v02-00 10/16 RR\1009280.doc

TOELICHTING 1. Inleiding Verordening (EG) nr. 539/2001 1 stelt de lijst vast van derde landen waarvan de onderdanen bij overschrijding van de buitengrenzen in het bezit moeten zijn van een visum (de zogeheten "negatieve lijst", bijlage I) en de lijst van derde landen waarvan de onderdanen van die plicht zijn vrijgesteld (de zogeheten "positieve lijst", bijlage II). Dit voorstel van de Europese Commissie is bedoeld om deze verordening te actualiseren. Aangezien de situatie van derde landen ten aanzien van de in Verordening (EG) nr. 539/2001 opgenomen criteria mettertijd kan wijzigen, moeten de positieve en de negatieve lijsten geregeld worden herzien. De Europese Commissie gaat met de indiening van dit voorstel in op het verzoek van de Europese Raad, dat tot uitdrukking is gebracht in het programma van Stockholm, om deze twee lijsten regelmatig opnieuw te bestuderen. Het Europees Parlement heeft sinds de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon bevoegdheid om mee te beslissen over het totale gemeenschappelijk visumbeleid overeenkomstig artikel 77, lid 2, onder a), van het VWEU. 2. Algemene achtergrond van het voorstel De Europese Commissie stelt in deze context in de eerste plaats voor om de visumplicht in te trekken voor de onderdanen van de volgende eilandstaten in het Caribisch Gebied en de Stille Oceaan: Dominica, Grenada, Kiribati, de Marshalleilanden, Micronesia, Nauru, Palau, Saint Lucia, Saint Vincent en de Grenadines, Oost-Timor, de Salomonseilanden, Samoa, Trinidad en Tobago, Tonga, Tuvalu en Vanuatu. Om te waarborgen dat het in de toekomst voor korte verblijven van drie maanden binnen een periode van zes maanden tot volledige wederkerigheid met deze eilandstaten komt en om de samenhang met visumvrijstellingen te garanderen, dient voor onderdanen van deze landen bovendien geen visumvrijstelling te gelden, voordat een tussen de Unie en de betrokken landen te sluiten visumvrijstellingsovereenkomst in werking is getreden. Ten tweede stelt de Europese Commissie voor om de visumplicht in te trekken voor alle Britse burgers die geen onderdaan van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland zijn in de zin van het recht van de Unie. De Europese Commissie kwam tot de conclusie dat het niet langer gerechtvaardigd was om de onderdanen van de hierboven genoemde landen aan de visumplicht te onderwerpen. Ten slotte stelt de Europese Commissie voor om de negatieve lijst en de toevoeging van Zuid- Sudan aan de lijst van derde landen waarvan de onderdanen aan de visumplicht zijn 1 Een geconsolideerde versie is te vinden op: http://eur-lex.europa.eu/lexuriserv/lexuriserv.do?uri=consleg:2001r0539:20110111::pdf. RR\1009280.doc 11/16 PE504.389v02-00

onderworpen, te actualiseren. 3. Opmerkingen van de rapporteur De rapporteur staat positief tegenover het voorstel van de Europese Commissie om Verordening (EG) nr. 539/2001 te wijzigen en steunt het voorstel van de Europese Commissie met betrekking tot de aanpassing van de lijsten. De rapporteur is van mening dat de Europese Commissie een afgewogen beoordeling per geval heeft gemaakt voor elk van de hierboven genoemde landen. De Europese Commissie heeft bovendien verstandig genoeg de criteria gevolgd waardoor zij zich dient te laten leiden bij haar voorstellen met betrekking tot deze lijsten. Deze criteria die in overweging 5 van Verordening (EG) nr. 539/2011 staan, houden in het bijzonder verband met illegale immigratie, openbare orde en veiligheid en de externe betrekkingen van de Europese Unie met de derde landen, waarbij tevens rekening wordt gehouden met implicaties van de regionale samenhang en de wederkerigheid. Het voorstel heeft als doel het gemeenschappelijk immigratiebeleid tot ontwikkeling te brengen en tegelijkertijd bij te dragen tot de versterking van de betrekkingen tussen de Europese Unie en de in het voorstel van de Europese Commissie genoemde landen. In dit verband draagt het verdiepen van de betrekkingen tussen de Europese Unie en de betreffende landen zonder twijfel bij aan de rechtsbedeling en eerbiediging van de burgerlijke vrijheden. ** Wat in de eerste plaats de van de ene naar de andere lijst overgebrachte eilandstaten in het Caribische Gebied en in de Stille Oceaan betreft: voor deze landen bestaat er voor handhaven van de visumplicht geen reden meer. Deze landen vormen geen risico uit het oogpunt van illegale immigratie noch een bedreiging van de openbare orde en veiligheid van de EUlidstaten. De rapporteur steunt overigens de overbrenging van deze landen, omdat de geringe consulaire vertegenwoordiging van de lidstaten in de betreffende derde landen een belemmering vormt voor zover hun burgers gedwongen zijn Schengenvisa in het buitenland aan te vragen, hetgeen aanzienlijke kosten meebrengt en soms de visumplicht voor overschrijding van de buitengrenzen tot gevolg heeft. Wat betreft de beveiliging van de reisdocumenten die door de betrokken derde landen worden afgegeven, vormen de reisdocumenten van deze landen geen enkel risico. Hoewel de afgifte van biometrische paspoorten een voorwaarde is geworden voor de overbrenging van de westelijke Balkanlanden van de negatieve naar de positieve lijst, dient de afgifte van biometrische paspoorten geen vereiste te zijn voor de overbrenging van Dominica, Grenada, Saint Lucia, Saint Vincent en de Grenadines of Trinidad en Tobago. Deze derde landen hebben namelijk streng beveiligde machineleesbare Caricom-paspoorten, die zij in de nabije toekomst door biometrische paspoorten willen vervangen. PE504.389v02-00 12/16 RR\1009280.doc

De paspoorten die door de eilandstaten in de Stille Oceaan zijn afgegeven, zijn machineleesbaar en bevatten voldoende veiligheidskenmerken. Ten tweede brengt de herziening van de verordening een verheldering van de situatie van de specifieke categorieën Britse onderdanen mee. Uit statistische gegevens blijkt dat de groepen Britse onderdanen die momenteel onder punt 3.) van bijlage I worden vermeld, uit het oogpunt van illegale immigratie naar het Schengengebied geen risico vormen en dat de meesten wonen op eilanden in het Caribisch gebied die hechte banden onderhouden met en sterk lijken op buurlanden die van de visumplicht zijn vrijgesteld. Bovendien is de beveiliging van de reisdocumenten van de Britse onderdanen gewaarborgd, aangezien dergelijke documenten volgens strenge technische specificaties worden vervaardigd in het Verenigd Koninkrijk. Zij zijn machineleesbaar en bevatten een aantal veiligheidskenmerken. Ten derde brengt het voorstel de actualisering van de negatieve lijst met zich mee met de toevoeging van Zuid-Sudan. Op 9 juli 2011 heeft Zuid-Sudan zich officieel onafhankelijk verklaard van Sudan, dat op de negatieve lijst staat. Op 14 juli 2011 werd het land lid van de Verenigde Naties. Zuid-Sudan moet derhalve in bijlage I worden opgenomen. 4. Conclusie en aanbevelingen van de rapporteur De rapporteur is voorstander van het voorstel van de Europese Commissie. De eilandstaten in het Caribisch Gebied, de vermelde eilandstaten in de Stille Oceaan en de specifieke categorieën Britse onderdanen vormen geen enkel gevaar voor de Europese Unie, noch in termen van illegale immigratie, noch wat betreft de openbare orde. De rapporteur heeft vertegenwoordigers van de eilandstaten in het Caribisch Gebied, van de eilandstaten in de Stille Oceaan en van de specifieke categorieën Britse onderdanen ontmoet. Alle vertegenwoordigers hebben herhaaldelijk te kennen gegeven hun betrekkingen met de Europese Unie te willen verdiepen en verder uit te willen breiden. Visumliberalisering is zeer belangrijk in het leven van de burgers. Visumversoepeling zal zorgen voor minder tijdverlies en minder kosten voor reizen naar de Schengenruimte. De vrijstelling van de visumplicht zal voorts de persoonlijke contacten tussen burgers vergemakkelijken, wat een essentiële voorwaarde is voor de ontwikkeling van economische, humanitaire, culturele, wetenschappelijke en andere betrekkingen. Door de visumregeling worden tevens de contacten tussen de volkeren geïntensiveerd en het beginsel van vrij verkeer in de praktijk gebracht, één van de grondrechten in Europa. Het voorstel tot wijziging van Verordening (EG) nr. 539/2001 wordt gerechtvaardigd door de noodzaak van evenredige en op wederkerigheid gebaseerde EU-beleidsmaatregelen. Hoewel het voorstel van de Europese Commissie goed ontvangen wordt, acht de rapporteur het nodig enige aanbevelingen te doen en enkele amendementen voor te stellen. De rapporteur verzoekt de Europese Commissie de visumplicht te herzien voor leden van de RR\1009280.doc 13/16 PE504.389v02-00

Parlementaire Vergadering ASC-EU wanneer zij deelnemen aan bijeenkomsten van de genoemde vergadering in de Schengenruimte. Momenteel ondervinden zij vaak problemen en daar moeten oplossingen voor komen. De rapporteur spreekt zijn nadrukkelijke wens uit dat het Europees Parlement betrokken wordt bij en geïnformeerd wordt over de stand van zaken van de bilaterale visumvrijstellingsovereenkomsten tussen de Europese Unie en de derde landen waarvoor afschaffing van de visumplicht wordt voorgesteld. De rapporteur verzoekt de Europese Commissie te voldoen aan de verplichting het Europees Parlement volledig op de hoogte te houden van alle stappen van de procedure met betrekking tot de overeenkomsten, en ten minste elke zes maanden. De rapporteur verzoekt de Commissie met het oog op de van kracht zijnde overeenkomsten het Parlement onmiddellijk alle informatie die zij vergaart en die kan leiden tot opschorting van een overeenkomst, te doen toekomen. Hiertoe stelt de rapporteur de invoeging voor van een artikel dat de verdragsverplichtingen inzake het informeren van het Parlement nader preciseert (artikel 218, lid 10, VWEU). In dit voorgestelde artikel wordt van de Commissie ook verlangd erop te letten dat de landen op de positieve lijst ook aan de criteria voor de visumvrijstelling blijven voldoen. De rapporteur raadt het Parlement aan om op de toepassing van deze overeenkomsten nauwlettend toe te zien. Overigens stelt de rapporteur voor die criteria, die zoals gezegd te vinden zijn in een van de overwegingen, ook in een bepaling op te nemen. Omzetting in een artikel is nodig want in een wetgevingshandeling hebben "de overwegingen tot doel de essentiële bepalingen van het regelgevend gedeelte beknopt te motiveren" en "bevatten zij geen regelgevende bepalingen." 1 Deze omzetting doet geen afbreuk aan de flexibiliteit die uiteraard nodig is bij het visabeleid, en heeft bovendien het voordeel van meer transparantie. Voorts stelt de rapporteur voor uitdrukkelijk te specificeren dat de externe betrekkingen van de Unie evenzeer zien op de mensenrechten en fundamentele vrijheden. Uitgaande van de laatste ontwikkelingen van het dossier en de toekomstige plaatsing van de Verenigde Arabische Emiraten op de positieve lijst, steunt de rapporteur deze kandidatuur, maar wijst de Commissie en de autoriteiten van de VAR daarbij wel op twee prioritaire punten die bijzondere aandacht vragen bij de goedkeuring van dit verslag en de onderhandelingen over een toekomstige bilaterale uitvoeringsovereenkomst: In de eerste plaats wil de rapporteur zijn instemming betuigen met het constructieve voorstel van de VAR om een technische werkgroep VAR-EU mensenrechten op te richten. De mensenrechten behoren immers tot de fundamentele waarden van de Unie, en hij spoort dan ook aan tot een zeer snelle installatie van die werkgroep. De rapporteur onderstreept hoe belangrijk het is dat deze werkgroep, als voorbeeld voor de landen van deze regio, goed functioneert. Anderzijds wil de rapporteur vasthouden aan de volledige inachtneming van het wederkerigheidsprincipe en de gelijke behandeling van alle burgers van de Unie (EU-15 en EU-13) door de Verenigde Arabische Emiraten, ook tijdens de zogenoemde 2 Gemeenschappelijke praktische handleiding van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie ten behoeve van eenieder die binnen de Gemeenschapsinstellingen bij de opstelling van wetteksten is betrokken (2013). PE504.389v02-00 14/16 RR\1009280.doc

"overgangsperiode" die aan de inwerkingtreding van de bilaterale overeenkomst EU/VAR zal voorafgaan. Voor wat betreft de plaatsing van Peru en Colombia op de positieve lijst wil de rapporteur de nadruk leggen op het criterium van regionale coherentie, en hij is blij met de vooruitgang die deze landen op economisch en sociaal gebied de laatste jaren te zien geven. Tegelijkertijd lijkt het raadzaam ervoor te zorgen dat vóór de inwerkingtreding van de vrijstelling de wederkerigheid volledig verzekerd is en dat alle klassieke voorwaarden voor visumvrijstelling zullen zijn vervuld. RR\1009280.doc 15/16 PE504.389v02-00

PROCEDURE Titel Document- en procedurenummers Vaststelling van de lijst van derde landen waarvan de onderdanen bij overschrijding van de buitengrenzen in het bezit moeten zijn van een visum en de lijst van derde landen waarvan de onderdanen van deze plicht zijn vrijgesteld COM(2012)0650 C7-0371/2012 2012/0309(COD) Datum indiening bij EP 7.11.2012 Commissie ten principale Datum bekendmaking Medeadviserende commissie(s) Datum bekendmaking Geen advies Datum besluit Rapporteur(s) Datum benoeming LIBE 19.11.2012 AFET 19.11.2012 AFET 27.11.2012 Mariya Gabriel 17.12.2012 JURI 19.11.2012 JURI 26.11.2012 Behandeling in de commissie 31.1.2013 27.6.2013 5.9.2013 21.10.2013 Datum goedkeuring 21.10.2013 Uitslag eindstemming +: : 0: 50 2 3 Bij de eindstemming aanwezige leden Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s) Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervanger(s) (art. 187, lid 2) Datum indiening 8.11.2013 Jan Philipp Albrecht, Edit Bauer, Rita Borsellino, Emine Bozkurt, Arkadiusz Tomasz Bratkowski, Salvatore Caronna, Philip Claeys, Carlos Coelho, Agustín Díaz de Mera García Consuegra, Ioan Enciu, Frank Engel, Cornelia Ernst, Tanja Fajon, Kinga Gál, Kinga Göncz, Sylvie Guillaume, Salvatore Iacolino, Sophia in t Veld, Teresa Jiménez-Becerril Barrio, Juan Fernando López Aguilar, Baroness Sarah Ludford, Monica Luisa Macovei, Clemente Mastella, Véronique Mathieu Houillon, Anthea McIntyre, Nuno Melo, Louis Michel, Claude Moraes, Antigoni Papadopoulou, Georgios Papanikolaou, Carmen Romero López, Judith Sargentini, Birgit Sippel, Wim van de Camp, Axel Voss, Josef Weidenholzer, Cecilia Wikström, Tatjana Ždanoka, Auke Zijlstra Alexander Alvaro, Silvia Costa, Dimitrios Droutsas, Mariya Gabriel, Monika Hohlmeier, Franziska Keller, Jan Mulder, Juan Andrés Naranjo Escobar, Raül Romeva i Rueda, Marco Scurria Francisco José Millán Mon, Britta Reimers, José Ignacio Salafranca Sánchez-Neyra, Kay Swinburne, Rafał Trzaskowski, Luis de Grandes Pascual PE504.389v02-00 16/16 RR\1009280.doc