Witte Donderdag viering klein Avondmaal Stil gebed, bemoediging en groet Aanvangslied: Psalm 81:2,3,4,5 2. Laat de harpen slaan, / klinken de trompetten. Viert bij volle maan / met muziek en mond een hernieuwd verbond / volgens oude wetten. 3. Dit is ingezet / als een eeuwig teken Jozef tot een wet, / toen des Heren hand aan Egypteland / machtig is gebleken. 4. God heeft ons gezegd / nooit gehoorde dingen. Heilig is 't en recht / nu en t'allen tijd Hem die ons bevrijdt / vrolijk toe te zingen. 5. Onder lasten zwaar / waart gij haast bezweken. Groot was het gevaar / Ik vergat u niet, in het doodsgebied / gaf Ik taal en teken. We zijn hier als discipelen van Jezus Christus bij elkaar om volgens Zijn bevel, in het Avondmaal, Zijn dood en opstanding mee te beleven. Hoe het Avondmaal ingesteld werd, in de nacht dat Jezus verraden werd, wordt door Lucas zo verteld (22:14-20): Toen het zover was, ging hij samen met de apostelen aanliggen voor de maaltijd. Hij zei tegen hen: Ik heb er hevig naar verlangd dit pesachmaal met jullie te eten voor de tijd van mijn lijden aanbreekt. Want ik zeg jullie: ik zal geen pesachmaal meer eten 1
voordat het zijn vervulling heeft gevonden in het koninkrijk van God. Hij nam een beker, sprak het dankgebed uit en zei: Neem deze beker en geef hem aan elkaar door. Want ik zeg jullie: vanaf nu zal ik niet meer drinken van de vrucht van de wijnstok tot het koninkrijk van God gekomen is. En hij nam een brood, sprak het dankgebed uit, brak het brood, deelde het uit en zei: Dit is mijn lichaam dat voor jullie gegeven wordt. Doe dit, telkens opnieuw, om mij te gedenken. Zo nam hij na de maaltijd ook de beker, en zei: Deze beker, die voor jullie wordt uitgegoten, is het nieuwe verbond dat door mijn bloed gesloten wordt. Om dit avondmaal tot eer van God te kunnen vieren, en om er zelf iets aan te mogen hebben, vroeg Paulus als dienaar van Christus al, om jezelf vooraf te onderzoeken. In dat zelfonderzoek krijg je drie vragen als leidraad: 1. Niemand komt zonder kleerscheuren door het leven. Er zijn dingen waar anderen je ziel mee bezeerden. Ook zelf maakte je fouten, soms onnadenkend, soms opzettelijk. Dat kan zwaar drukken op ons kwetsbare mensen. 2. Degene die je vrij kan maken van alle verdriet en schuld, is Jezus. Aan Zijn tafel vier je dat je niet gevangen hoeft te zitten in dingen uit heden of verleden. Je mag zien op Hem, Die je onvoorwaardelijk met open armen ontvangt. 3. Niemand leeft voor zich alleen. Je hebt anderen nodig om mens te zijn. Avondmaal vieren doe je daarom samen. Jij mag op anderen rekenen. De ander mag er zijn en op ons rekenen. Als teken dat je ook praktisch met en voor anderen wilt leven nu de avondmaalscollecte. 2
Samenzang tijdens de collecte: NLB 381:3,4 3. Gij, die voor armen rijkdom hebt bereid, voor onrechtvaardigen gerechtigheid, zie, hoe naar U zich mijn verlangen wendt en leid mij zelf, Heer, tot uw sacrament. 4. Wie geeft het brood, dat hongerigen voedt, waar is de bron waaruit ik drinken moet? Gij, Heer, alleen kunt mijn genezing zijn; voed mij en drenk mij met uw brood en wijn. Aan deze tafel is Jezus Christus de Gastheer. Zijn verhalen kunnen hier bij je boven komen. Bijvoorbeeld over de verloren zoon. Toen die weer thuiskwam bij zijn vader hoefde er niet eerst van alles uitgepraat te worden. Het weer bij elkaar zijn liet alle verdriet en alle verkeerds als sneeuw voor de zon verdwijnen. De vreugde van beide kanten maakte het mogelijk om een feestmaal te organiseren. En niemand hoefde eerst vlekkeloos te zijn vóór hij mee mocht doen. Ook de oudste zoon was welkom, die zo rechtvaardig was in eigen ogen en die zo neer dacht te kunnen kijken op de verkeerde keuzes van zijn broer. Zo ook komt niemand naar het avondmaal om getuigenis af te leggen van een perfect en zondeloos leven. Het is eerder een teken van het besef dat je vanuit jezelf niet volmaakt bent en zoveel mist, en dat je zonder Jezus Christus en Zijn Vader het gevoel hebt verloren in het leven te staan. Aan het Avondmaal nemen we de tijd om te gedenken dat 3
Jezus niet kwam om de wereld te veroordelen, maar dat de wereld door Hem behouden zou worden. Samenzang: NLB 574:2,3 2. Christus is gekomen in ons aards bestaan, nam onze gestalte, onze zwakheid aan, aan het kruishout stierf Hij in gehoorzaamheid, Hij, de schuldeloze, scheldt de schulden kwijt. Kyrie eleison, Christe eleison, Kyrie eleison. 3. Glorie zij U, Christus, licht in onze nacht, U verbreekt het donker, alles is volbracht; geef dat wij een volk zijn dat U toebehoort, één van ziel en levend bij Uw heilig Woord. Kyrie eleison, Christe eleison, Kyrie eleison. Jezus wordt Heiland, Heelmaker, genoemd. Hij wil de wonden die ieder mens oploopt, door de macht van de zonde, genezen. Dat deed Hij door onze plaats in te nemen: Hij werd in Gethsemané onterecht gebonden, opdat Hij ons zou bevrijden. Ze deden Hem onterecht ontelbare smaadheden aan in het proces vóór Zijn dood, opdat wij in het laatste oordeel niet te schande zouden staan. Hij is onschuldig ter dood veroordeeld, opdat wij voor het gericht van God zouden worden vrijgesproken. Hij heeft de vloek van onze zonden op zich genomen, om ons de zegen te laten ontvangen. Aan het kruis heeft Hij naar lichaam en ziel de verworpenheid en angst van de hel doorstaan. Hij riep toen: Mijn God, mijn God, waarom hebt Gij Mij verlaten?, opdat wij de zekerheid krijgen dat wij door God 4
aangenomen zijn en nooit door Hem verlaten worden. Ten slotte vervulde Hij door Zijn dood en bloed het genadeverbond en de verzoening, met: Het is volbracht! Deze boodschap van zijn leven en sterven geeft ons de zekerheid, dat het offer van onze Here Jezus Christus aan het kruis de enige grond van onze zaligheid is. Het is de bezegeling van Zijn hartelijke liefde en Zijn trouw. Hij heeft met zijn werk aan het kruis voor ons de levendmakende Geest verworven. Die geeft ons in dorheid en doodsheid deel aan het ware leven. Die verandert schuld in gerechtigheid. Die laat ons ondanks onreinheid delen in de heiligheid. En ondanks onze ellende geeft Hij ons de heerlijkheid. Diezelfde Geest maakt dat wij leden van één lichaam geworden zijn, zodat wij door broederlijke liefde met elkaar verbonden zijn, zoals Paulus het omschrijft: Omdat het één brood is zijn wij, hoewel met velen, één lichaam, want wij hebben allen deel aan dat ene brood. (1Cor.10:17). Wie in het Avondmaal aangeraakt wordt door Gods goedheid, gaat daarom verlangen naar de wederkomst van Jezus Christus, in Bijbelse termen gezegd: naar het bruiloftsfeest met het Lam. Samenzang: OLB 188:1 1. O Lam van God, onschuldig geslacht aan 't kruis der schande, te allen tijd geduldig bereid ten offerande, Gij hebt de schuld gedragen, nu is de dood verslagen. 5
Erbarm U onzer, o Jezus! Laten we bidden: Barmhartige God en Vader, wilt U door Uw Heilige Geest maken dat wij ons, via de viering van het Avondmaal, hoe langer hoe meer vol vertrouwen overgeven aan onze Here Jezus Christus. Geef dat ons bij tijden verslagen hart met Hem gevoed wordt, Die het brood uit de hemel is. Versterk het geloof dat we U als genadige Vader hebben. Dat U ons de zonden nooit meer aanrekent. Dat U ons naar lichaam en ziel verzorgt als Uw eigen kinderen en erfgenamen. Geef ons de genade dat we niet in onze zonden blijven, maar dat Hij in ons en wij in Hem leven. Help ons dat wij getroost ons kruis op durven nemen, dat we onszelf weg kunnen cijferen en voor Hem uitkomen. Leer ons in de nood van deze wereld het verlangen naar Hem, die ons sterfelijk lichaam gelijk zal maken aan zijn verheerlijkt lichaam om in Uw Koninkrijk het bruiloftsmaal van het Lam te vieren. In de naam van Hem die ons leerde zeggen: Onze Vader, Samenzang: NLB 340b Ik geloof in God de Vader, de Almachtige, Schepper des hemels en der aarde. En in Jezus Christus, zijnen eniggeboren Zoon, onze Here; die ontvangen is van de Heilige Geest, geboren uit de maagd Maria; die geleden heeft, onder Pontius Pilatus is gekruisigd, gestorven en begraven, nedergedaald ter helle; ten derden dage wederom opgestaan van de doden; opgevaren ten hemel, zittende ter rechterhand Gods, des almachtigen Vaders; vanwaar Hij komen zal om te oordelen de levenden en de doden. Ik geloof in de Heilige Geest. Ik geloof in een heilige, algemene, christelijke kerk, de 6
gemeenschap der heiligen; vergeving der zonden; wederopstanding des vlezes; en een eeuwig leven. Amen. Verhef nu je hart in de hemel, waar Jezus Christus in heerlijkheid aan de rechterhand van de Vader zit. En twijfel er niet aan, of je zult door de werking van de Heilige Geest zo echt met het lichaam en bloed gevoed en gelaafd worden, als je dit brood en deze wijn tot zijn gedachtenis ontvangt. Want: Het brood dat we breken is een gemeenschap met het lichaam van Christus. Neem, eet, gedenk en geloof dat het lichaam van onze Here Jezus Christus gegeven is tot een volkomen verzoening van al onze zonden. De beker der dankzegging, waarover wij de dankzegging uitspreken, is een gemeenschap met het bloed van Christus. Neem, drink allen daaruit; gedenk en geloof dat het kostbare bloed van onze Here Jezus Christus vergoten is tot een volkomen verzoening van al onze zonden. Psalm 103: Prijs de HEER, mijn ziel, prijs, mijn hart, zijn heilige naam. Prijs de HEER, mijn ziel, vergeet niet één van zijn weldaden. Hij vergeeft u alle schuld, hij geneest al uw kwalen, hij redt uw leven van het graf, hij kroont u met trouw en liefde, hij overlaadt u met schoonheid en geluk, uw jeugd vernieuwt zich als een adelaar. Liefdevol en genadig is de HEER, hij blijft geduldig en groot is zijn trouw. Niet eindeloos blijft hij twisten, niet eeuwig duurt zijn toorn. Hij straft ons niet naar onze zonden, hij vergeldt ons niet naar onze schuld. Zoals de hoge hemel de aarde overspant, zo welft zich zijn trouw over wie hem vrezen. Zo ver oost is van west zo ver heeft hij de zonden van ons 7
verwijderd. Slotlied: NLB 575:3,6 3. Die gewillig waart ten dode, in het duister van de pijn U ten offer hebt geboden, hoe verlaten moest Gij zijn, troosteloos aan 't kruis gehangen opdat wij uw troost ontvangen. Duizend, duizendmaal, o Heer, zij U daarvoor dank en eer. 6. Dank zij U, o Heer des levens, die de dood zijt doorgegaan, die Uzelf ons hebt gegeven ons in alles bijgestaan, dank voor wat Gij hebt geleden, in uw kruis is onze vrede. Voor uw angst en diepe pijn wil ik eeuwig dankbaar zijn. 8