Inspectierapport Kindcentrum de Kloostertuin (BSO) Aletta Jacobsweg 80 9408AM Assen Toezichthouder: GGD Drenthe In opdracht van gemeente: Assen Datum inspectie: 14-01-2019 Type onderzoek : Onderzoek voor registratie Status: Definitief Datum vaststelling inspectierapport: 06-02-2019
Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 2 Het onderzoek... 3 Observaties en bevindingen... 4 Overzicht getoetste inspectie-items... 8 Gegevens voorziening... 11 Gegevens toezicht... 11 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum... 12 2 van 12
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 1 van de Wet kinderopvang. Het betreft een aangekondigd onderzoek voor registratie. De toezichthouder van de GGD heeft beoordeeld of de exploitatie redelijkerwijs zal plaatsvinden binnen de eisen van de Wet kinderopvang. Omdat de buitenschoolse opvang gaat verhuizen, konden niet alle kwaliteitseisen worden beoordeeld. De oordelen zijn gebaseerd op: het gesprek met de locatiecoördinator op locatie; observatie op de locatie; documenten die voorafgaand aan de inspectie zijn opgevraagd en aan de toezichthouder zijn toegestuurd. Beschouwing Per 14 december 2018 heeft gemeente Assen in het Landelijk Register Kinderopvang (LRK) de aanvraag opgenomen voor registratie van buitenschoolse opvang (BSO) Kindcentrum de Kloostertuin. De BSO is momenteel gevestigd in een schoolgebouw in de wijk Kloosterveen, maar zal per 20 februari 2019 verhuizen naar een nabijgelegen nieuw gebouwd complex. In hetzelfde gebouw zal kinderdagverblijf (KDV) Kindcentrum de Kloostertuin zich vestigen. In opdracht van Gemeente Assen heeft de toezichthouder het onderzoek voor registratie uitgevoerd. Aangezien de houder reeds in exploitatie is en dit onderzoek een verhuizing betreft, richt dit onderzoek zich in overleg met de gemeente op specifieke domeinen. Uit de bij de aanvraag ingediende documenten en bij het inspectiebezoek op 14 januari 2019 blijkt voldoende, dat redelijkerwijs aan de wettelijke kwaliteitseisen voldaan zal gaan worden. Uit het onderzoek blijkt, dat de houder naar verwachting verantwoorde buitenschoolse opvang zal gaan aanbieden die zal bijdragen aan een goede en gezonde ontwikkeling van het kind in een veilige en gezonde omgeving. Advies aan College van B&W Opnemen in het landelijk register kinderopvang. 3 van 12
Observaties en bevindingen Registratie, wijzigingen en administratie Inleiding Onder de Wet kinderopvang gelden eisen voor de registratie. Tijdens dit onderzoek is gecontroleerd of de houder zijn administratie overzichtelijk en inzichtelijk georganiseerd heeft. Registratie De houder heeft een aanvraag ingediend voor het registreren van de locatie. Op het moment van inspectie is de locatie nog niet in exploitatie. Er wordt voldaan aan de getoetste voorwaarde. Gebruikte bronnen: aanvraagformulier exploitatie kinderdagverblijf of buitenschoolse opvang; observatie op locatie 4 van 12
Personeel en groepen Inleiding Onder de Wet kinderopvang gelden voorwaarden voor verklaringen omtrent het gedrag (VOG) voor personen werkzaam bij de kinderopvangorganisatie. Daarnaast gelden eisen voor de opvang in groepen en het aantal beroepskrachten dat ingezet wordt op een groep kinderen. Binnen dit domein zijn zowel de houder en de beroepskrachten gecontroleerd op een passende beroepskwalificatie en een geldige verklaring omtrent het gedrag (VOG). Verder is gecontroleerd hoe de houder de groepen in zal delen en hoe er aan de beroepskracht kind ratio (BKR) wordt voldaan. Verklaring omtrent het gedrag en personenregister kinderopvang Uit de steekproef, gedaan op 10 oktober 2018, en het daarbij behorende jaarlijkse onderzoek is gebleken dat de medewerkers in het bezit zijn van een geldige verklaring omtrent gedrag en zijn gekoppeld aan de houder in het Personenregister kinderopvang (PRK). Er wordt voldaan aan de getoetste voorwaarde. Opleidingseisen en eisen aan de inzet van leerlingen Uit de steekproef, gedaan op 10 oktober 2018, en het daarbij behorende jaarlijkse onderzoek is gebleken dat de medewerkers in het bezit zijn van een geldig diploma. Er wordt voldaan aan de getoetste voorwaarde. Aantal beroepskrachten De locatiecoördinator beschrijft welke beroepskrachten ingezet worden op de groepen. De inzet van beroepskrachten geschiedt op dezelfde wijze als bij de huidige locatie. De locatiemanager heeft een basisrooster voor personeelsinzet toegestuurd en groepsagenda's waarin het aantal aanwezige kinderen vermeld staat. Op basis van dit personeelsrooster en de groepsagenda ziet de toezichthouder het als aannemelijk dat de houder ook na de verhuizing voldoet aan de beroepskracht-kindratio (BKR). Er wordt voldaan aan de getoetste eisen omtrent de beroepskracht- kind ratio. Stabiliteit van de opvang voor kinderen De opvang vindt plaats in basisgroepen. De locatiecoördinator vertelt tijdens de inspectie dat dezelfde indeling van groepen wordt aangehouden. Er wordt voldaan aan de getoetste voorwaarde. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (mevr. Westendorp) Presentielijsten Personeelsrooster steekproef VOG en diploma's (10-10-2018) 5 van 12
Veiligheid en gezondheid Inleiding Onder de Wet kinderopvang en aanverwante regelgeving worden onder meer voorwaarden gesteld waaruit blijkt dat de houder moet zorgdragen voor kinderopvang in een veilige en gezonde omgeving. Het gaat daarbij onder meer over het volgende onderwerp: de houder moet een veiligheidsbeleid en gezondheidsbeleid voeren dat de veiligheid en gezondheid van de op te vangen kinderen zo veel mogelijk waarborgt. Veiligheids- en gezondheidsbeleid Tijdens de inspectie is gekeken of de houder een veiligheids- en gezondheidsbeleid heeft gemaakt, waarin de risico's van de opvanglocatie inzichtelijk worden gemaakt. De houder heeft schriftelijk vastgelegd welke risico's de opvang van kinderen op de huidige locatie met zich meebrengt. Het veiligheids- en gezondheidsbeleid is nog niet toegespitst op de nieuwe locatie en de locatiespecifieke risico's staan niet beschreven. De locatiecoördinator legt uit dat de beroepskrachten hier actief bij betrokken worden in een bijeenkomst die na de verhuizing zal plaats vinden. Na de verhuizing, wanneer de groepsruimtes volledig zijn ingericht en de beroepskrachten meer inzicht hebben in de risico's op locatie, kan het beleidsdocument geactualiseerd worden. Tijdens de jaarlijkse inspectie zal het veiligheids- en gezondheidsbeleid opnieuw worden getoetst. Er wordt voldaan aan de getoetste voorwaarden. Gebruikte bronnen: Beleid veiligheid- en gezondheid (Beleidsplan veiligheid en gezondheid ckc drenthe kinderopvang 2018) Actieplan Veiligheid en Gezondheid de Kloostertuin 6 van 12
Accommodatie Inleiding Onder de Wet Kinderopvang gelden eisen voor de accommodatie en inrichting. Binnen dit onderdeel is zowel de binnen- als de buitenruimte beoordeeld. Hierbij gaat het om het aantal vierkante meters beschikbaar per kind en de veiligheid, toegankelijkheid en inrichting van de ruimten. Eisen aan ruimtes De locatie zal gebruik gaan maken van de volgende ruimtes: - de groepsruimte waar de peuters 's ochtends worden opgevangen (56m2): hier zullen de jongste kinderen van 4 tot 6 jaar worden opgevangen. De locatiecoördinator vertelt dat de inrichting van de ruimte het meest zal aansluiten op de leeftijd van deze kinderen; - twee lokalen waar de basisschool gebruik van maakt (59m2); - de pantry tussen beide KDV lokalen (6m2); - het speellokaal (78m2 + 83m2); - de gang/ het leerplein (>100m2): de ruimte is ingericht met computers waar de kinderen gebruik van kunnen maken. De houder heeft een aanvraag gedaan voor registratie in het Landelijk register van 69 kindplaatsen. Er is voldoende ruimte voor 69 kindplaatsen. De kinderen kunnen gebruik maken van de buitenspeelruimte van de school. Er wordt voldaan aan de gestelde eisen met betrekking tot de binnen- en buitenspeelruimte. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (mevr. Westendorp) Observaties Plattegrond 7 van 12
Overzicht getoetste inspectie-items Registratie, wijzigingen en administratie Registratie Een kindercentrum wordt niet in exploitatie genomen voordat een onderzoek heeft plaatsgevonden, waaruit blijkt dat de exploitatie redelijkerwijs zal plaatsvinden in overeenstemming met de daarvoor gestelde regels. (art 1.45 lid 3 Wet kinderopvang) Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag en personenregister kinderopvang In het bezit van een verklaring omtrent het gedrag zijn: a. de houder of voorgenomen houder van een kindercentrum; b. de personen die op basis van een arbeidsovereenkomst met de houder of met een uitzendorganisatie tijdens opvanguren werkzaam zijn dan wel zullen zijn op de locatie van een onderneming waarmee de houder een kindercentrum exploiteert en waar kinderen worden opgevangen; c. de personen die op basis van een andere overeenkomst met de houder structureel tijdens opvanguren werkzaam zijn of zullen zijn op de locatie waarmee de houder een kindercentrum exploiteert en waar kinderen worden opgevangen; d. de personen die uit hoofde van hun functie toegang hebben of zullen hebben tot informatie over de kinderen die worden opgevangen; e. de personen van 18 jaar en ouder die op het woonadres waar een kindercentrum is gevestigd hun hoofdverblijf hebben of zullen hebben dan wel die structureel tijdens opvanguren aanwezig zijn of zullen zijn op het kindercentrum, gevestigd op een woonadres. Voor zover het natuurlijke personen betreft is eenieder als bedoeld in de onderdelen a tot en met e ingeschreven in het personenregister kinderopvang. (art 1.50 lid 3 Wet kinderopvang) De houder van een kindercentrum draagt zorg voor koppeling op basis van het burgerservicenummer, met de in artikel 1.50 derde lid van de Wet genoemde personen inclusief hemzelf. (art 1.48d lid 2 en 3 Wet kinderopvang) Opleidingseisen en eisen aan de inzet van leerlingen Beroepskrachten en beroepskrachten meertalige buitenschoolse opvang beschikken over een voor de werkzaamheden passende opleiding en bewijsstukken. De beroepskwalificatie-eisen en bewijsstukken die voor beroepskrachten worden genoemd in de meest recent aangevangen cao Kinderopvang en cao Sociaal Werk, Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening worden aangemerkt als beroepskwalificatie-eisen en bewijsstukken voor een passende opleiding. Een beroepskracht meertalige buitenschoolse opvang beschikt daarbij over een bewijsstuk waaruit blijkt dat hij de Duitse, Engelse of Franse taal voor de deelvaardigheden gesprekken voeren, lezen, luisteren en spreken beheerst op ten minste niveau B2 van het Europees Referentiekader (ERK) voor talen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang; art 15 lid 1 en 2 Besluit kwaliteit kinderopvang; art 9a lid 1 en 2 Regeling Wet kinderopvang) 8 van 12
Aantal beroepskrachten De verhouding tussen het minimaal aantal in te zetten beroepskrachten en het aantal aanwezige kinderen in een basisgroep (beroepskracht-kindratio) wordt bepaald op grond van tabel 2 in bijlage 1a, onderdeel b bij het besluit en de daarbij behorende rekenregels. Gebruik kan worden gemaakt van de rekentool op de website www.1ratio.nl In afwijking hiervan kunnen voor en na de dagelijkse schooltijd alsmede gedurende vrije middagen van de basisschool voor ten hoogste een half uur per dag minder beroepskrachten worden ingezet, met dien verstande dat ten minste de helft van het aantal beroepskrachten wordt ingezet. Indien bij buitenschoolse opvang per dag ten minste tien aaneengesloten uren opvang wordt geboden, kunnen, op vrije dagen van de basisschool of tijdens de schoolvakanties, in afwijking van het aantal minimaal in te zetten beroepskrachten, voor ten hoogste drie uren per dag minder beroepskrachten worden ingezet. Dit met inachtneming van de in het pedagogisch beleidsplan vastgestelde tijden waarop minder beroepskrachten kunnen worden ingezet dan minimaal vereist op grond van de beroepskracht-kindratio alsmede de tijden waarop in ieder geval niet daarvan wordt afgeweken. Gedurende de uren dat minder beroepskrachten worden ingezet wordt ten minste de helft van het aantal vereiste beroepskrachten ingezet. De afwijkende inzet kan op de dagen van de week verschillen, zij het dat de afwijkende inzet niet per week verschilt. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang; art 12 lid 3 onder a en 16 lid 1, 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang) Indien op grond van de benodigde beroepskracht-kindratio slechts één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is, is tevens een volwassene beschikbaar die telefonisch bereikbaar is en die binnen vijftien minuten in het kindercentrum aanwezig kan zijn in geval van een calamiteit. De houder informeert de bij het kindercentrum werkzame personen over de naam en het telefoonnummer van deze persoon. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang; art 16 lid 5 Besluit kwaliteit kinderopvang) Indien op grond van het afwijken van de beroepskracht-kindratio slechts één beroepskracht op het kindercentrum wordt ingezet, is ter ondersteuning van deze beroepskracht ten minste één andere volwassene in het kindercentrum aanwezig. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang; art 16 lid 6 Besluit kwaliteit kinderopvang) Stabiliteit van de opvang voor kinderen Bij buitenschoolse opvang vindt de opvang plaats in basisgroepen. Een kind wordt opgevangen in één basisgroep. De maximale grootte van de basisgroep wordt bepaald op grond van tabel 2 in bijlage 1a, onderdeel b van het Besluit kwaliteit kinderopvang. Het vereiste van opvang in één basisgroep geldt niet: - indien kinderen bij activiteiten als beschreven in het pedagogisch beleidsplan de basisgroep verlaten; - indien met vooraf gegeven schriftelijke toestemming van de ouders het kind gedurende een tussen houder en ouders overeengekomen periode worden opgevangen in één andere basisgroep dan de vaste basisgroep. De eis ten aanzien van de maximale groepsgrootte geldt niet indien kinderen bij activiteiten als beschreven in het pedagogisch beleidsplan de groep verlaten. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang; art 18 lid 1, 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang) Veiligheid en gezondheid Veiligheids- en gezondheidsbeleid De houder heeft voor elk kindercentrum een beleid dat ertoe leidt dat de veiligheid en gezondheid van de op te vangen kinderen zoveel mogelijk is gewaarborgd. De houder draagt er zorg voor dat er in de buitenschoolse opvang conform het veiligheids- en gezondheidsbeleid wordt gehandeld. (art 1.49 lid 1 en art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang; art 13 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang) 9 van 12
Accommodatie Eisen aan ruimtes De binnen- en buitenruimtes waar kinderen verblijven gedurende de tijd dat zij worden opgevangen, zijn veilig, toegankelijk en passend ingericht in overeenstemming met het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang; art 19 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang) Een kindercentrum beschikt over ten minste 3,5m² binnenspeelruimte per in het kindercentrum aanwezig kind. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang; art 19 lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang) Een kindercentrum beschikt over ten minste 3m² vaste buitenspeelruimte per in het kindercentrum aanwezig kind. De buitenspeelruimte is bij voorkeur aangrenzend aan het kindercentrum. In het geval een buitenspeelruimte niet aangrenzend is, is deze gelegen in de directe nabijheid van het kindercentrum en voor kinderen toegankelijk en veilig bereikbaar. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang; art 19 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang) 10 van 12
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening : Kindcentrum de Kloostertuin Website : http://www.ckcdrenthe.nl Vestigingsnummer KvK : 000037611224 Aantal kindplaatsen : 69 Gegevens houder Naam houder : Stichting CKC Drenthe Kinderopvang Adres houder : Postbus 167 Postcode en plaats : 9400AD Assen KvK nummer : 64509907 Aansluiting geschillencommissie : Ja Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD : GGD Drenthe Adres : Postbus 144 Postcode en plaats : 9400AC ASSEN Telefoonnummer : 0592-306300 Onderzoek uitgevoerd door : M. Dennert Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente : Assen Adres : Postbus 30018 Postcode en plaats : 9400RA ASSEN Planning Datum inspectie : 14-01-2019 Opstellen concept inspectierapport : 01-02-2019 Zienswijze houder : 06-02-2019 Vaststelling inspectierapport : 06-02-2019 Verzenden inspectierapport naar houder : 06-02-2019 Verzenden inspectierapport naar : 06-02-2019 gemeente Openbaar maken inspectierapport : 06-02-2019 11 van 12
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. Wij onderschrijven graag de bevindingen van de inspecteur. CKC Drenthe Kinderopvang zal de opvang van de kinderen op deze locatie op professionele en plezierige wijze voortzetten. 12 van 12