Verordening loonkostensubsidie gemeente Beek Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d. 7 oktober 2014

Vergelijkbare documenten
Nadere uitleg is opgenomen in de implementatiehandleiding, onderdeel van de bij deze modelverordening behorende ledenbrief.

Verordening loonkostensubsidie Participatiewet Ridderkerk 2015 De raad van de gemeenteridderkerk

besluit vast te stellen de Verordening loonkostensubsidie Participatiewet gemeente Venray 2017 ev.

GEMEENTEBLAD. Onderwerp: Verordening loonkostensubsidie garantiebanen Participatiewet gemeente Maassluis 2015

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van (datum en nummer);

Verordening loonkostensubsidie

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 15 maart 2016; gelet op de bespreking in commissievergadering van woensdag 13 april 2016;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 28 oktober [nummer];

GEMEENTEBLAD. Officiële publicatie van Gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 14 november 2017;

Model Verordening loonkostensubsidie Participatiewet

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders nr ; BESLUIT

Onderwerp: Verordening loonkostensubsidie Participatiewet Purmerend 2015

Verordening loonkostensubsidie Participatiewet gemeente Tholen 2017

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van de gemeente Lingewaard d.d. 30 mei 2017

Verordening Loonkostensubsidie Participatiewet, IOAW en IOAZ Orionis Walcheren 2015

Verordening loonkostensubsidie Participatiewet

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 19 mei 2015, nummer: 15/458;

Verordening loonkostensubsidie Participatiewet 2015 gemeente Midden-Drenthe

Verordening loonkostensubsidie ISD BOL 2018

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 4 november 2014;

VERORDENING LOONKOSTENSUBSIDIE PARTICIPATIEWET 2015

Verordening loonkostensubsidie Participatiewet BMWE 2016

Hoofdstuk 2. Loonwaarde en loonkostensubsidie

Verordening loonkostensubsidie Participatiewet gemeente Stein

gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d. 28 oktober 2014; vast te stellen de Verordening loonkostensubsidie Participatiewet Asten 2015.

Verordening loonkostensubsidie Participatiewet gemeente Doetinchem 2015

Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d. 7 oktober Gezien het advies van de commissie Inwonerszaken d.d.

Kenmerk gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 14 oktober 2014;

Besluit gemeenteraad. De raad van de gemeente Someren; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 19 november 2014;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 11 november 2014;

*Z0376ACA796* Verordening loonkostensubsidie Participatiewet Goeree-Overflakkee.

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 28 oktober 2014

b e s l u i t : Verordening Loonkostensubsidie Participatiewet gemeente Gooise Meren 2016

overwegende dat het college ten behoeve van de personen uit de doelgroep loonkostensubsidie kan verstrekken aan de werkgever van deze doelgroep;

Verordening loonkostensubsidie gemeente Overbetuwe 2015

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Gooise Meren d.d. besluit:

Verordening loonkostensubsidie Participatiewet BMWE gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 16 december 2014;

Verordening loonkostensubsidie Participatiewet 2015 Dienst SoZaWe Nw. Fryslân

Nummer (gewijzigd) Verordening loonkostensubsidie Participatiewet BMWE 2015

Verordening Loonkostensubsidie Participatiewet Gemeente Capelle aan den IJssel 2015

Verordening loonkostensubsidie Participatiewet, IOAW, IOAZ gemeente Dalfsen 2017 (geldig vanaf )

Verordening loonkostensubsidie arbeidsbeperkte

Raadsvoorstel Agendanummer: Datum raadsvergadering: Onderwerp: Gevraagde Beslissing: Inleiding Beoogd effect

Verordening loonkostensubsidie Participatiewet Krimpen aan den IJssel 2015

VERORDENING LOONKOSTENSUBSIDIE PARTICIPATIEWET NEDERWEERT 2017

Raadsvergadering : 8 september 2015 agendapunt : Commissie : Sociaal. : Verordening loonkostensubsidie Participatiewet gemeente Berkelland 2015

Verordening loonkostensubsidie Participatiewet gemeente Echt-Susteren 2015

Raadsvoorstel. Aan de gemeenteraad. Onderwerp: Bijlage(n): Bijlage bij artikel 2 wijze waarop loonwaarde wordt vastgesteld

Verordening Loonkostensubsidie Participatiewet Rijk van Nijmegen

~'i" ~ Emmen. ~~~ Gemeente. Raadsvoorstel. 11. de verordening loonkostensubsidie gemeente Emmen 2015 per 1 juli 2015 vast te stellen

ALGEMENE TOELICHTING. TK , , nr. 107, p. 60

Beleidsregels forfaitaire loonkostensubsidie Weststellingwerf Beleidsregels forfaitaire loonkostensubsidie Weststellingwerf 2017

Wijziging op de Verordening Re-integratie en Tegenprestatie Participatiewet 2015 gemeente Borsele

4. Het college kan nadere regels stellen omtrent de wijze van aanvraag, de betaling van loonkostensubsidie en de uitvoering van de loonwaarde.

Verordening Loonkostensubsidie Participatiewet Uithoorn 2017

VERORDENING LOONKOSTENSUBSIDIE PARTICIPATIEWET GEMEENTE NEDERWEERT 2015

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Lelystad houdende regels omtrent participatie [Participatieverordening Lelystad 2018]

Wijzigingsverordening Participatiewet gemeente Almelo 2017

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 3 november 2014, vast te stellen de Verordening individuele studietoeslag Participatiewet

"VERORDENING INDIVIDUELE STUDIETOESLAG 2015".

vast te stellen de Verordening individuele studietoeslag gemeente Haarlem.

Verordening individuele studietoeslag Participatiewet gemeente Buren

gelezen het voorstel van het college burgemeester en wethouders van 29 september 2014,

Verordening individuele studietoeslag Participatiewet ISD Bollenstreek 2015 BESLUIT

gelet op artikel 8 eerste lid onderdeel c van de Participatiewet en artikel 7 lid 1 van de gemeenschappelijke regeling 2010 ISD Noordoost;

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Verordening individuele studietoeslag gemeente Stein

Verordening individuele studietoeslag Participatiewet gemeente Lingewaard 2015

Verordening individuele studietoeslag Participatiewet Gemeente.

gelet op artikel 108, tweede lid jo. artikel 147, eerste lid van de Gemeentewet, Verordening individuele studietoeslag gemeente Heerenveen 2015

Verordening individuele studietoeslag gemeente Doetinchem 2015

Verordening individuele studietoeslag 2015

Verordening individuele studietoeslag Participatiewet gemeente Renkum 2015

BIJLAGE 1 Overzicht nieuw-oud artikelen 10b en 10d van de Participatiewet

Verordening individuele studietoeslag gemeente Stein 2015

Verordening individuele studietoeslag

HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN

Verordening tot wijziging van de Reintegratieverordening

gelezen het voorstel van het College van burgemeester en wethouders van 6 januari 2015;

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 28 oktober 2014

Vastgestelde verordening - Verordening individuele studietoeslag Participatiewet gemeente Zoeterwoude 2015

Verordening individuele studietoeslag Participatiewet gemeente Lingewaard 2015

GEMEENTEBLAD. Officiële publicatie van Gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude

Verordening individuele studietoeslag 2016

Verordening individuele studietoeslag Participatiewet BMWE 2015

Verordening individuele studietoeslag Participatiewet gemeente Venray 2017

Verordening. individuele studietoeslag. gemeente Borsele 2015

Verordening individuele studietoeslag

gelet op de artikelen 10c, 10d, 10da en 10e van de Participatiewet en gelet op de Verordening Loonkostensubsidie Participatiewet gemeente;

Verordening individuele studietoeslag Participatiewet 2015 gemeente Midden-Drenthe 1

Toelichting Re-integratieverordening Participatiewet 2017

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van ;

Algemene toelichting bij Verordening individuele studietoeslag Participatiewet Heemstede 2015

Re-integratieverordening Participatiewet 2015

Uitvoeringsregels loonkostensubsidie PW 2017

Verordening individuele studietoeslag Zevenaar 2018

De Raden van de gemeenten Dantumadiel, Dongeradeel, Kollumerland c.a. en Ferwerderadiel,

Transcriptie:

CVDR Officiële uitgave van Beek. Nr. CVDR342639_3 20 november 2018 Verordening loonkostensubsidie gemeente Beek 2015 De raad van de gemeente Beek Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d. 7 oktober 2014 Gelet op artikel 6, tweede lid Participatiewet 2015 Gezien het advies van de commissie Inwonerszaken d.d. 21 oktober 2014 Gezien het advies van de Clientenraad Besluit Vast te stellen de "Verordening loonkostensubsidie gemeente Beek 2015 Artikel 1. Vaststelling of iemand behoort tot de doelgroep loonkostensubsidie 1. Het college stelt vast of een persoon behoort tot de doelgroep loonkostensubsidie. 2. Hierbij neemt het college de volgende criteria in acht: a. een persoon moet behoren tot de doelgroep zoals omschreven in artikel 7, eerste lid, onderdeel a, van de Participatiewet, die persoon is niet in staat met voltijdse arbeid het wettelijk minimumloon te verdienen en die persoon heeft mogelijkheden tot arbeidsparticipatie; of b. een persoon moet behoren tot de doelgroep zoals omschreven in artikel 10d, tweede lid, van de Participatiewet. 3. Desgevraagd kan het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) het college adviseren met betrekking tot het oordeel of een persoon behoort tot de doelgroep loonkostensubsidie. Het UWV neemt daarbij de in het tweede lid neergelegde criteria in acht. Artikel 2. Vaststelling loonwaarde Het college gebruikt de in de bijlage omschreven wijze om de loonwaarde van een persoon vast te stellen. Artikel 3. Inwerkingtreding en citeertitel 1. Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2015. 2. Deze verordening wordt aangehaald als: "Verordening Loonkostensubsidie Participatiewet gemeente Beek 2015". De griffier, De voorzitter, Toelichting Algemene deel Deze verordening geeft uitvoering aan artikel 6, tweede lid, van de Participatiewet. Overeenkomstig deze bepaling dient de gemeenteraad bij verordening regels vast te stellen over de doelgroep loonkostensubsidie en de loonwaarde. De regels dienen in ieder geval te bepalen: - de wijze waarop wordt vastgesteld wie tot de doelgroep loonkostensubsidie behoort, en - de wijze waarop de loonwaarde wordt vastgesteld. Het college kan op verzoek of ambtshalve vaststellen wie tot de doelgroep loonkostensubsidie behoort (artikel 10c van de Participatiewet). Personen zoals bedoeld in artikel 7, eerste lid, onderdeel a, van de Participatiewet die mogelijkheden tot arbeidsparticipatie hebben en van wie is vastgesteld dat zij met voltijdse arbeid niet in staat zijn tot het verdienen van het wettelijk minimumloon, behoren tot de doelgroep loonkostensubsidie (artikel 6, eerste lid, onderdeel e, van de Participatiewet). Ook personen als bedoeld in artikel 10d, tweede lid, van de Participatiewet behoren tot de doelgroep loonkostensubsidie. Heeft het college vastgesteld dat een persoon behoort tot de doelgroep loonkostensubsidie en is een werkgever voornemens met die persoon een dienstbetrekking aan te gaan, dan stelt het college in beginsel de loonwaarde van die persoon vast (artikel 10d, eerste lid onderdeel a, van de Participatiewet). Hiervoor is geen aanvraag vereist. De vastgestelde loonwaarde legt het college vast in een beschikking waartegen zowel de betrokken persoon als diens (potentiële) werkgever bezwaar en beroep kunnen instellen. 1

De loonwaarde is een vastgesteld percentage van het wettelijk minimumloon voor de door een persoon - die behoort tot de doelgroep loonkostensubsidie - verrichte arbeid in een functie naar evenredigheid van de arbeidsprestatie in die functie van een gemiddelde werknemer met een soortgelijke opleiding en ervaring, die niet tot de doelgroep loonkostensubsidie behoort (artikel 6, eerste lid, onderdeel g, van de Participatiewet). In deze verordening gaat het om een andere vorm van loonkostensubsidie dan de vorm van loonkostensubsidie zoals omschreven in de reïntegratieverordening Participatiewet. De loonkostensubsidie zoals beschreven in deze verordening kan uitsluitend worden ingezet als de persoon in kwestie behoort tot de doelgroep loonkostensubsidie, als bedoeld in artikel 6, eerste lid, onderdeel e, van de Participatiewet: mensen met een arbeidsbeperking. Deze nieuwe vorm van loonkostensubsidie is niet per definitie tijdelijk, maar kan indien nodig voor een langere periode worden ingezet. Met dit instrument compenseert de gemeente werkgevers voor de verminderde productiviteit van de werknemer (zie Kamerstukken II 2013/14, 33 161, nr. 107, blz. 60). Begrippen die al zijn omschreven in de Participatiewet, Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) of de Gemeentewet zijn vanzelfsprekend ook van toepassing op deze verordening. Hiervan zijn in deze verordening daarom geen begripsomschrijvingen opgenomen. Voor de duidelijkheid zijn een aantal belangrijke wettelijke definities hieronder weergegeven: - doelgroep loonkostensubsidie (artikel 6, eerste lid, onderdeel e, Participatiewet): personen als bedoeld in artikel 7, eerste lid, onderdeel a, van wie is vastgesteld dat zij met voltijdse arbeid niet in staat zijn tot het verdienen van het wettelijk minimumloon, doch wel mogelijkheden tot arbeidsparticipatie hebben; - loonwaarde (artikel 6, eerste lid, onderdeel g, Participatiewet): vastgesteld percentage van het wettelijk minimumloon voor de door een persoon, die tot de doelgroep loonkostensubsidie behoort, verrichte arbeid in een functie naar evenredigheid van de arbeidsprestatie in die functie van een gemiddelde werknemer met een soortgelijke opleiding en ervaring, die niet tot de doelgroep loonkostensubsidie behoort; - dienstbetrekking (artikel 6, eerste lid, onderdeel f Participatiewet): een privaatrechtelijke of publiekrechtelijke dienstbetrekking. De gemeenteraad heeft ervoor gekozen om Competensys te gebruiken om de loonwaarde van een persoon vast te stellen. Deze methodiek is zowel van toepassing wanneer het gaat om toepassing van artikel 10d, vierde lid, van de Participatiewet als wanneer het gaat om toepassing van artikel 10d, vijfde lid, van de Participatiewet. Artikelsgewijze toelichting Enkel die bepalingen die verdere toelichting behoeven worden hieronder behandeld. Artikel 1. Vaststelling wie tot doelgroep loonkostensubsidie behoort In artikel 10c van de Participatiewet is geregeld wanneer wordt vastgesteld of een persoon tot de doelgroep loonkostensubsidie behoort: op schriftelijke aanvraag of ambtshalve. Ambtshalve vaststelling is alleen mogelijk bij: - personen die algemene bijstand ontvangen; - personen als bedoeld in artikel 34a, vijfde lid, onderdelen b en c, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (hierna: WIA), artikel 35, vierde lid onderdelen b en c, van de WIA en artikel 36, derde lid, onderdelen b en c, van de WIA tot het moment dat het inkomen uit arbeid in dienstbetrekking gedurende twee aaneengesloten jaren ten minste het minimumloon bedraagt en ten behoeve van die persoon in die twee jaren geen loonkostensubsidie als bedoeld in artikel 10d van de Participatiewet is verleend; - personen als bedoeld in artikel 10, tweede lid, van de Participatiewet; - personen met een uitkering op grond van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers, en - personen met een uitkering op grond van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen. In artikel 10c van de Participatiewet is ook bepaald dat het aan college is om vast te stellen of een persoon tot de doelgroep loonkostensubsidie behoort. Binnen de kaders van de wet is het aan de gemeente om vast te stellen op welke wijze zij bepalen of mensen tot de doelgroep loonkostensubsidie behoren en of loonkostensubsidie voor hen wordt ingezet (zie Kamerstukken II 2013/14, 33 161, nr. 107, blz. 62). In artikel 1, tweede lid, is vastgelegd welke criteria daarbij in acht genomen worden. Deze cumulatieve criteria zijn ontleend aan artikel 6, eerste lid, onderdeel e, van de Participatiewet. Daarin is immers wettelijk de doelgroep loonkostensubsidie vastgelegd. Onderdeel a ziet op het toekennen van loonkostensubsidie aan personen die nog geen dienstbetrekking hebben. Onderdeel b ziet op het 2

toekennen van loonkostensubsidie aan personen met een reeds bestaande dienstbetrekking en die in de periode van 6 maanden voorafgaande aan de dienstbetrekking hebben deelgenomen aan praktijkonderwijs, voortgezet speciaal onderwijs of de entreeopleiding. Bij de vaststelling of iemand behoort tot de doelgroep loonkostensubsidie kan het college zich laten adviseren door het UWV. Het college draagt personen voor die zouden kunnen behoren tot de doelgroep loonkostensubsidie, het UWV adviseert en neemt daarbij eveneens de in het tweede lid neergelegde criteria in acht. Op basis van het advies beslist het college of iemand tot de doelgroep loonkostensubsidie behoort. Alleen als sprake is van een onzorgvuldige totstandkoming van het advies, kan besloten worden het advies niet te volgen. Artikel 2. Vaststelling loonwaarde In artikel 10d, eerste lid, van de Participatiewet is bepaald dat als een persoon behoort tot de doelgroep loonkostensubsidie en een werkgever voornemens is een dienstbetrekking aan te gaan met die persoon, het college de loonwaarde van die persoon vaststelt met inachtneming van artikel 10d, vierde lid, van de Participatiewet. Hiervoor is geen aanvraag vereist. Het college kan tevens in overleg met de werkgever vaststellen dat de vaststelling van de loonwaarde gedurende maximaal de eerste zes maanden van de dienstbetrekking achterwege kan blijven (artikel 10d, eerste lid, onderdeel b van de Participatiewet en artikel 10d, vijfde lid, van de Participatiewet). Als deze periode is verstreken, dan moet de loonwaarde worden vastgesteld. De vastgestelde loonwaarde legt het college vast in een beschikking waartegen zowel de betrokken persoon als diens (potentiële) werkgever bezwaar en beroep kunnen instellen. In de bijlage bij artikel 2 wordt de methode die het college gebruikt om de loonwaarde van die persoon te bepalen omschreven. Als een dienstbetrekking tot stand komt, verleent het college loonkostensubsidie aan de werkgever met inachtneming van artikel 10d van de Participatiewet. De gemeenteraad heeft ervoor gekozen om Competensys te gebruiken om de loonwaarde van een persoon vast te stellen. Deze methodiek is zowel van toepassing wanneer het gaat om toepassing van artikel 10d, vierde lid, van de Participatiewet als wanneer het gaat om toepassing van artikel 10d, vijfde lid, van de Participatiewet. 3

Bijlage bij artikel 2 - wijze waarop loonwaarde wordt vastgesteld Het college maakt gebruik van Competensys. De loonwaarde methodiek heeft de naam Loonbalans en bestaat uit de volgende stappen: 1 Taakanalyse uitvoeren 2 Berekening 3 Vaststelling additionele kosten 4 Ontwikkeladvies 1. Taakanalyse uitvoeren De loonwaardemeting wordt uitgevoerd door een daartoe opgeleid en deskundig medewerker. Hij start met een meting vanuit een klassieke taak-functie analyse en gedegen onderzoek op de werkplek. De hoofdtaken die de deelnemer verricht worden uitgeschreven qua inhoud en eisen op de meet-items productiviteit, Kwaliteit en Inzetbaarheid. Op basis van de Taakanalyse wordt een normfunctie gezocht. In eerste instantie binnen het bedrijf, indien noodzakelijk wordt op zoek gegaan naar functies die in cao s of branche-documenten beschreven staan. De gerealiseerde arbeidsprestatie van de deelnemer wordt per taak afgezet tegen de arbeidsprestatie die gangbaar is in de normfunctie. Dit prestatieniveau wordt bepaald door de volgende aspecten: Tempo: Per functie en taak is sprake van een specifieke bepaling van de output op basis waarvan de norm wordt vastgesteld. Het CompetenSYS-systeem ondersteunt de loonwaarde-onderzoeker in het bepalen van de juiste meet-items. Dit om eenduidigheid in de meting tussen onderzoekers onderling te bevorderen. Kwaliteit: Het gemiddeld aantal geproduceerde eenheden dat direct bruikbaar is, omdat ze voldoen aan de gestelde kwaliteit. Inzetbaarheid De uren die de werknemer binnen de werktijd niet aanwendt voor productie wegens redenen die kunnen worden gerelateerd aan de mogelijkheden van de werknemer (denk aan extra wachten bij begeleidingstijd, instructietijd, controletijd, langere omsteltijd, verminderde aanwezigheid, gedragsproblemen die de beschikbaarheid voor productie beïnvloeden. Bij inzetbaarheid meet Loonbalans de netto productietijd van de werknemer. 2. Berekening De loonwaarde van een potentiële werknemer bedraagt de som van de loonwaardes per taak. De loonwaarde per taak wordt berekend volgens de formule: L =T* K * I * BT waarbij: L De loonwaarde per taak T De prestatie in de taak in tempo van de potentiële werknemer uitgedrukt in een percentage van wat een gemiddelde werknemer met een soortgelijke opleiding en ervaring, die niet tot de doelgroep loonkostensubsidie behoort, in de normfunctie presteert, K De prestatie in de taak in kwaliteit van de potentiële werknemer uitgedrukt in een percentage van wat een gemiddelde werknemer met een soortgelijke opleiding en ervaring, die niet tot de doelgroep loonkosten-subsidie behoort, in de normfunctie presteert, I De prestatie in de taak in inzetbaarheid van de potentiële werknemer uitgedrukt in een percentage van wat een gemiddelde werknemer met een soortgelijke opleiding en ervaring, die niet tot de doelgroep loonkostensubsidie behoort, in de normfunctie presteert, en B De bijdrage van de taak aan het totale takenpakket. Bij iedere loonwaardemeting worden zowel de werknemer als de werkgever betrokken door het afnemen van een interview. Dit interview vindt bij voorkeur op de werkplek zelf plaats. Voorafgaand aan het interview kan via het online-systeem een vragenset ter voorbereiding en oriëntatie naar de werknemer en werkgever worden verzonden. Tijdens het onderzoek dat daarop volgt, komt de berekening van het loonwaarde-percentage transparant tot stand. Doordat het op taakniveau is uitgewerkt, is het herkenbaar voor zowel werkgever als werknemer. In het rapport wordt de subsidieberekening conform ministeriële format inzichtelijk gemaakt. 3. Vaststellingadditionelekosten Additionele kosten die binnen de CompetenSYS-methodiek in het loonwaarde-onderzoek worden meegenomen zijn: werkplekaanpassing, ziekteverzuim en extra begeleidingsbehoefte als extra kosten vanuit de werkgever (extra begeleiding aan de kant van de werknemer wordt verdisconteerd bij de inzetbaarheid en is onderdeel van het loonwaarde-percentage). 4. Ontwikkeladvies Naast de loonwaardemeting en subsidieberekening wordt een ontwikkeladvies opgesteld en opgenomen in het rapport, waarin een diagnose van de sterktes en ontwikkelpunten van de deelnemer wordt 4

gemaakt. Dit wordt vertaald naar handreikingen die de werkgever kan gebruiken om de werknemer op de werkvloer te ontwikkelen. 5