Uitpraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr d.d. 3 juli 2015 (mr. J.S.W. Holtrop, Voorzitter en mr. E.J.

Vergelijkbare documenten
ASR Levensverzekering N.V., gevestigd te Utrecht, hierna te noemen Aangeslotene.

De Commissie beslist met inachtneming van haar reglement en op basis van de volgende stukken:

ASR Levensverzekering N.V., gevestigd te Utrecht, hierna te noemen Aangeslotene.

ASR Levensverzekering N.V., gevestigd te Utrecht, hierna te noemen Aangeslotene.

Allianz Nederland Levensverzekering N.V., gevestigd te Rotterdam, hierna te noemen Aangeslotene.

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening d.d. 13 juli 2015 (mr. J.S.W. Holtrop, voorzitter en mr. F.E. Uijleman, secretaris)

Delta Lloyd Levensverzekeringen N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.

: ASR Levensverzekering N.V., gevestigd te Utrecht, verder te noemen Verzekeraar

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. D.P. van Strien, secretaris)

Consument 1 en Consument 2 hierna ook tezamen te noemen: Consumenten,

AEGON Spaarkas N.V, gevestigd te Leeuwarden, hierna te noemen: Aangeslotene.

ABN AMRO Bank N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.

Monuta Verzekeringen N.V, gevestigd te Apeldoorn, hierna te noemen: Aangeslotene,

ABN AMRO Bank N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.

De Commissie stelt vast dat partijen hebben gekozen voor bindend advies.

de besloten vennootschap Van de Burgwal Financieel Adviesbureau B.V., gevestigd te Amersfoort, hierna te noemen Aangeslotene.

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr d.d. 19 mei 2015 (mr. A.W.H. Vink, voorzitter en mr. E.E. Ribbers, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. M.B. Beunders, secretaris)

ING Bank N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:

ABN AMRO Bank N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.

Achmea Pensioen- en Levensverzekeringen N.V., gevestigd te Apeldoorn, hierna te noemen Aangeslotene.

ABN AMRO Bank N.V, gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen: Aangeslotene.

Administratiekantoor H.C. Snoei, gevestigd te [plaats], hierna te noemen Aangeslotene.

2. Feiten Begripsomschrijvingen spaarsaldo Kosten Vaststelling van het spaarsaldo

Delta Lloyd Levensverzekering N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.

ABN AMRO Verzekeringen B.V., gevestigd te Zwolle, hierna te noemen Aangeslotene.

de coöperatie Coöperatieve Rabobank Groesbeek Millingen aan de Rijn U.A., gevestigd te Groesbeek, hierna te noemen Aangeslotene.

Samenvatting. 1. Procedure

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening, nr (mr. J.S.W. Holtrop, voorzitter en mr. R.G. de Kruif, secretaris)

Delta Lloyd Levensverzekering N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.

Achmea Pensioen- en Levensverzekeringen N.V., handelend onder de naam Centraal Beheer Achmea, gevestigd te Apeldoorn, hierna te noemen Verzekeraar.

Meijers Assurantiën B.V., gevestigd te Amstelveen, hierna te noemen Aangeslotene.

de besloten vennootschap Verbrugge Financieel Advies B.V., gevestigd te Raamsdonksveer, hierna te noemen Aangeslotene.

De Commissie beslist met inachtneming van haar reglement en op basis van de volgende stukken:

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (prof. mr. M.L.Hendrikse, voorzitter en mr. M.B.Beunders, secretaris)

de naamloze vennootschap Achmea Pensioen- en Levensverzekering N.V., gevestigd te Apeldoorn, hierna te noemen Aangeslotene.

de naamloze vennootschap ABN AMRO Bank N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid.

Samenvatting. Consument, tegen

SRLEV N.V, gevestigd te Amstelveen, hierna te noemen: Aangeslotene.

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. E.L.A. van Emden, voorzitter en mr. R.G. de Kruif, secretaris)

Axent NabestaandenZorg N.V., gevestigd te Groningen, hierna te noemen Verzekeraar.

Samenvatting. Consument, tegen. Arag SE, gevestigd te Leusden, hierna te noemen Aangeslotene. 1. Procesverloop

de naamloze vennootschap ING Bank N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.

Samenvatting. 1. Procedure

Sinke Bedrijven B.V., gevestigd te Lelystad, hierna te noemen Aangeslotene.

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. J.S.W. Holtrop, voorzitter en mr. C.I.S. Dankelman, secretaris)

J.H. van Duuren Assurantie Adviseurs B.V., gevestigd te Rotterdam, hierna te noemen Aangeslotene.

Samenvatting. 1. Procedure

Achmea Pensioen en Levensverzekeringen N.V., gevestigd te Apeldoorn, hierna te noemen Aangeslotene.

ABN AMRO Bank N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen de Bank. UMG Verzekeringen B.V., gevestigd te Utrecht, hierna te noemen de Adviseur.

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr d.d.

Jubilee Europe B.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.

de naamloze vennootschap ABN AMRO Bank N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. E.L.A. van Emden, voorzitter en mr. C.I.S. Dankelman de Vogel, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening, nr (A.M.T. Wigger, voorzitter en mr. Z. Bonoo, secretaris)

De Commissie beslist met inachtneming van haar reglement en op basis van de volgende stukken:

De Commissie beslist met inachtneming van haar reglement en op basis van de volgende stukken:

Samenvatting. 1. Procedure

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. D.P. van Strien, secretaris)

Nationale-Nederlanden Schadeverzekering Maatschappij NV, gevestigd te Den Haag, hierna te noemen Aangeslotene.

ASR Schadeverzekering N.V, gevestigd te Utrecht, hierna te noemen: Aangeslotene.

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. E.LA. van Emden, voorzitter en mr. F. Faes, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. B.F. Keulen, voorzitter en mr. D.G. Rosenquist, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. dr. S.O.H. Bakkerus, voorzitter en mr. S.J.A. Koster, secretaris)

AEGON Levensverzekering N.V., gevestigd te Den Haag, hierna te noemen Aangeslotene.

Fiën Adviesgroep Haarlemmermeer B.V., gevestigd te Haarlem, hierna te noemen Aangeslotene.

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening, nr (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. M.B. Beunders, secretaris)

de naamloze vennootschap Nationale Nederlanden Levensverzekering Maatschappij N.V., gevestigd te Rotterdam, hierna te noemen Aangeslotene.

:Achmea Schadeverzekeringen N.V., gevestigd te Apeldoorn, h.o.d.n. Centraal Beheer Achmea, verder te noemen Verzekeraar

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr d.d. 3 juni 2014 (mr. A.W.H. Vink, voorzitter en mr. E.E. Ribbers, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. R.J. Paris, voorzitter en mr. C.I.S. Dankelman, secretaris)

Nationale-Nederlanden Levensverzekering Maatschappij N.V., gevestigd te Rotterdam, hierna te noemen: Aangeslotene.

de naamloze vennootschap ABN AMRO Bank N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid.

de besloten vennootschap ABN AMRO Hypotheken Groep B.V., gevestigd te Amersfoort, hierna te noemen Aangeslotene.

de naamloze vennootschap ING Bank N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. B.F. Keulen, voorzitter en mr. R.G. de Kruif, secretaris)

: ASR Schadeverzekering N.V. h.o.d.n. Europeesche Verzekering Maatschappij N.V., gevestigd te Utrecht, verder te noemen Verzekeraar

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. B.F. Keulen, voorzitter en mr. D.P. van Strien, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. J.S.W. Holtrop, voorzitter en mr. M.G. de Vries, secretaris)

de naamloze vennootschap ING Bank N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.

De Commissie heeft partijen opgeroepen voor een mondelinge behandeling op 5 maart 2012.

De Commissie beslist met inachtneming van haar reglement en op basis van de volgende stukken:

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr d.d. 19 mei 2015 (mr. A.W.H. Vink, voorzitter en mr. E.E. Ribbers, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. E.L.A. van Emden, voorzitter en mr. R.G. de Kruif, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. E.L.A. van Emden, voorzitter en mr. T. Boerman, secretaris)

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:

Samenvatting. 1. Procedure

: Assurantiekantoor E. van der Roest B.V., gevestigd te Huizen, verder te noemen Adviseur

Samenvatting. Consument, tegen. Assurantie Advies Commissaris B.V., gevestigd te Amstelveen, hierna te noemen Aangeslotene,

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. J.S.W. Holtrop, voorzitter en mr. F. Faes, secretaris)

De Commissie stelt vast dat het niet nodig is de zaak mondeling te behandelen. De zaak kan daarom op grond van de stukken worden beslist

de naamloze vennootschap Nationale-Nederlanden Schadeverzekering Maatschappij N.V., gevestigd te Den Haag, hierna te noemen Aangeslotene.

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:

SNS Bank N.V., gevestigd te Utrecht, hierna te noemen Aangeslotene.

de naamloze vennootschap ABN AMRO Bank N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.

Transcriptie:

Uitpraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2015-195 d.d. 3 juli 2015 (mr. J.S.W. Holtrop, Voorzitter en mr. E.J. Heck, secretaris) Samenvatting Kapitaalverzekering met overrentedeling. Consument klaagt er over dat op de door hem afgesloten verzekering een rekenrente van 4% van toepassing is in plaats van 3% en dat hij door Aangeslotene is misleid over de wijze waarop de rentepercentages die ten grondslag liggen aan de overrentedeling d.m.v. renteparticipatie zijn vastgesteld. Consument vordert een bedrag ter grootte van het verschil tussen een door hem af te lossen hypothecaire lening en de (lagere) uitkering uit de levensverzekering dan wel een door hemzelf berekend bedrag als de lagere rekenrente van toepassing zou zijn geweest. De Commissie oordeelt dat uit de polis(voorwaarden) blijkt dat deze is gesloten met een rekenrente van 4% en dat de informatie die aan Consument is verstrekt over de wijze waarop de renteparticipatie wordt toegepast voldoende en consistent is met de verzekeringsvoorwaarden. De vordering wordt afgewezen. Consument, tegen ASR Levensverzekering N.V., gevestigd te Utrecht, hierna te noemen Aangeslotene. 1. Procesverloop De Commissie beslist met inachtneming van haar reglement en op basis van de volgende stukken: - het dossier van de Ombudsman Financiële Dienstverlening, inclusief de eindbeslissing van de Ombudsman d.d. 23 april 2014; - het door Consument ondertekende vragenformulier van 21 april 2014; - de brief van Consument van 22 april 2014, binnengekomen op 23 juli 2014; - het verweerschrift van Aangeslotene; - de repliek van Consument; - de dupliek van Aangeslotene; - de brief van Aangeslotene van 20 mei 2015 naar aanleiding van de tijdens de zitting van 22 april 2015 gemaakte afspraken; - de brief van Consument in reactie hierop van 3 juni 2015. 2. Overwegingen De Commissie heeft het volgende vastgesteld. Tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening heeft niet tot oplossing van het geschil geleid. Beide partijen zullen het advies van de Commissie als bindend aanvaarden. Partijen zijn opgeroepen voor een mondelinge behandeling op 22 april 2015 en zijn aldaar verschenen.

3. Feiten De Commissie gaat uit van de volgende feiten: 3.1. Op 5 mei 1983 is door een rechtsvoorganger van Aangeslotene een kapitaalverzekering met overrentedeling opgemaakt met polisnummer [nummer]. Ingangsdatum is 15 mei 1983 en einddatum 15 mei 2013. Het verzekerde kapitaal bij overlijden bedraagt f 208.000,-. Bij in leven zijn op de einddatum is een kapitaal verzekerd ad f 104.000,- vermeerderd met renteparticipatie. Op de verzekering zijn onder meer van toepassing de voorwaarden RECHT OP RENTEPARTICPATIE RP. De rechten uit de verzekering zijn tot meerdere zekerheid voor de aflossing van een hypothecaire geldlening verpand aan N.V. [naam]. 3.2. In de voorwaarden RECHT OP RENTEPARTICPATIE RP wordt in artikel 2 Korte inhoud vermeld: Renteparticipatie houdt in, dat de maatschappij aanneemt van de beleggingen, staande tegenover een toeneming van de netto wiskundige reserve van de verzekering een zelfde rendement te maken als van de obligatieleningen die in artikel 5 nader worden omschreven volgens de daar vermelde regels. De op deze wijze berekende rentebaten worden voor zover zij een rendement van 3 1/2 % van de hiervoor bedoelde beleggingen overtreffen aangewend voor de verhoging van het verzekerde kapitaal en de eventueel medeverzekerde rente. (..). 3.3. Op 20 november 1987 is door een rechtsvoorganger van Aangesloten een offerte uitgebracht voor een hypothecaire lening tot een bedrag van f 295.000,-. Daarin wordt onder meer vermeld: Andere zekerheid Een bij een onze werkmaatschappijen te sluiten levensverzekering met gegarandeerde interestparticipatie: Tarief 21 Kapitaal: f 221.250,-, duur 26 jaar Conversie polis [nummer] 3.4. Op 25 januari 1988 is aan Consument door diens assurantiebemiddelaar een afschrift van een polis met nummer [nummer 1] gezonden. Ingangsdatum is 15 november 1987 en einddatum 15 november 2013. Het verzekerde kapitaal bij overlijden voor de einddatum of bij in leven zijn op de einddatum bedraagt f 222.925,-. In een clausuleblad is opgenomen dat in de verzekering is opgenomen de waarde van de verzekering met polisnummer [nummer] die daarmee is vervallen. Op de polis wordt onder meer vermeld: De verzekering geeft recht op renteparticipatie volgens de voorwaarden RP4. 3.5. In de VOORWAARDEN RECHT OP RENTEPARTICIPATIE RP4 wordt in artikel 2 Korte inhoud vermeld: Renteparticipatie houdt in, dat de maatschappij aanneemt van de beleggingen, staande tegenover de toeneming van de reserves van de verzekering een zelfde rendement te maken als van de obligatieleningen die in artikel 5 nader worden omschreven volgens de daar vermelde regels.

De op deze wijze berekende rentebaten worden voor zover zij een rendement van 4 1/2 % van de hiervoor bedoelde beleggingen overtreffen, aangewend voor de verhoging van het verzekerde kapitaal en de eventueel medeverzekerde erfrente en opvoedrente. (.). 3.6. In artikel 5 VASTSTELLING VAN DE RENTEPARTICIPATIE WORDT onder meer vermeld: 1. Op de wijze, zoals is aangegeven in lid 2 (van dit artikel, toevoeging GC) wordt nagegaan hoeveel het gemiddelde reële rendement voor de maanden januari, april, juli en oktober van het kalenderjaar voorafgaande aan de datum van de vaststelling van de renteparticipatie bedraagt over alle guldensobligaties, uitgegeven door de Staat der Nederlanden, die: a. Een gemiddelde resterende looptijd hebben van tien jaar of langer (vast te stellen in dagen nauwkeurig); b. Opgenomen zijn in de officiële Prijscourant van de Vereeniging voor den Effectenhandel te Amsterdam; c. Reeds gedurende 1 jaar na de datum van inschrijving in de bedoelde prijscourant zijn opgenomen en d. niet boven pari staan. 2. ( ) 3. Als het gemiddelde van de percentages, bepaald op de wijze omschreven in het vorige lid, voor de maanden januari, april, juli en oktober van het kalenderjaar, voorafgaande aan de datum van de berekening, hoger is dan vier en een half, is het meerdere de renteparticipatie. 3.7. In artikel 6 VASTSTELLING VAN DE VERHOGING wordt onder meer vermeld: De verhoging wordt vastgesteld door de per een berekeningsdatum in totaal beschikbare renteparticipatie aan te wenden als netto koopsom. Deze netto-koopsom wordt berekend op basis van 4% samengestelde intrest, de inmiddels door de verzekerde bereikte leeftijd en de nog toekomstige duur van de verzekering. (..) 3.8. In het AANHANGSEL VASTSTELLING RENDEMENT VR wordt vermeld: Hierbij wordt vastgesteld dat tot nader order bij de vaststelling van het reële rendement in het kader van de renteparticipaties uitgegaan wordt van het gemiddelde reële rendement van alle aflosbare guldensobligaties uitgegeven door de Staat der Nederlanden en opgenomen in de officiële Prijscourant van de Vereeniging voor den Effectenhandel te Amsterdam. Vanzelfsprekend wordt dit zgn. SR-rendement slechts toegepast wanneer dit hoger is dan de uitkomst van de in de polisbepalingen m.b.t. het recht op renteparticipatie vastgestelde berekeningswijze. 3.9. Op 13 november 2013 heeft Aangeslotene aan Consument uitgekeerd een bedrag ad 121.769,-.

4. De vordering, grondslagen en verweer 4.1. Consument vordert een bedrag ad 12.096,- respectievelijk 17.500,-. Eerstgenoemd bedrag is het verschil tussen de door hem af te lossen hypothecaire geldlening ad 133.865,- verminderd met het door Aangesloten uitgekeerde verzekerde bedrag inclusief renteparticipaties ad 121.769,-. Het als tweede vermelde bedrag is het verschil tussen de door Consument zelf geschatte uitkering als de renteparticipatie gebaseerd was geweest op een percentage van 4 boven de obligatiekoers in plaats van op 3. 4.2. Deze vordering steunt kort en zakelijk op de volgende grondslagen: - Op de door Consument bij Aangeslotene gesloten verzekering met polisnummer [nummer 1] zijn van toepassing de VOORWAARDEN RECHT OP RENTEPARTICPATIE RP. Over de toepassing van de VOORWAARDEN RECHT OP RENTEPARTICPATIE RP 4 bestond geen wilsovereenstemming. - Aangeslotene is toerekenbaar tekortgeschoten in haar verplichtingen jegens Consument door hem bij voortduring niet te informeren over de grondslagen van de renteparticipatie en heeft hem daardoor misleid. Aangeslotene heeft, kort en zakelijk weergegeven, de volgende verweren gevoerd: - Consument dient niet-ontvankelijk te worden verklaard in zijn klacht omdat hij deze niet binnen de in artikel 25.5 van het Reglement Ombudsman en Geschillencommissie genoemde termijn van drie maanden heeft aangebracht bij de Geschillencommissie. - Consument heeft te laat geklaagd en heeft daardoor niet tijdig geklaagd in het kader van het bepaalde in artikel 6:89 BW dan wel de klacht is verjaard ingevolge het bepaalde in artikel 3:307 e.v. BW. - De polis met nummer [nummer] met de daarop van toepassing zijnde voorwaarden RECHT OP RENTEPARTICPATIE RP is komen te vervallen en uit de aan Consument op 25 januari 1988 toegezonden kopie-polis blijkt dat daarop de VOORWAARDEN RECHT OP RENTEPARTICPATIE RP 4 van toepassing zijn. Consument heeft na ontvangst van de polis geen vragen gesteld, klachten geuit of anderszins gereageerd, zodat Aangeslotene er op mocht vertrouwen dat de verzekeringsovereenkomst conform de wensen van Consument was. - Aangeslotene heeft Consument voldoende informatie verschaft over de wijze waarop de renteparticipatie wordt berekend en uit een door de actuarieel adviseur van de Ombudsman opgestelde rapportage blijkt dat de berekening door Aangeslotene correct is uitgevoerd. - Van misleiding is geen sprake omdat Consument uit de contractsdocumentatie heeft kunnen en moeten begrijpen dat hij op de einddatum van de verzekering geen uitkering tegemoet kon zien gelijk aan de hoofdsom van de af te lossen hypothecaire geldlening.

5. Beoordeling 5.1. De Commissie heeft zich allereerst gebogen over het niet-ontvankelijkheidsverweer van Aangeslotene. De Commissie heeft in dat verband vastgesteld dat het oordeel van de Ombudsman inzake de klacht met nummer [NUMMER 2] dateert van 23 april 2014. Consument is tegen dit oordeel opgekomen met zijn klachtbrief van (mogelijk abusievelijk) 22 april 2014 die door de Commissie is ontvangen op 23 juli 2014, derhalve binnen de in het Reglement Ombudsman & Geschillencommissie gestelde termijn. Het beroep van Aangeslotene op niet-ontvankelijkheid van de klacht wordt derhalve verworpen. 5.2. Aangeslotene heeft aangevoerd dat Consument zich eerst op 7 mei 2007 tot Aangeslotene heeft gewend met een klacht over zijn verzekering. Consument heeft dit niet bestreden. Nu een afschrift van de polis op 25 januari 1988 in het bezit is gesteld van Consument, is de klacht van Consument verjaard conform het bepaalde in art. 3:307 e.v. BW. 5.3. Hoewel een inhoudelijke behandeling van de klacht derhalve achterwege kan blijven, heeft de Commissie ten overvloede de vraag onderzocht welke VOORWAARDEN RECHT OP RENTEPARTICIPATIE van toepassing zijn en of Consument is misleid over de wijze waarop de renteparticipatie is vastgesteld. 5.4. Ten aanzien van de vraag welke voorwaarden van toepassing zijn overweegt de Commissie dat Aangeslotene geen documenten uit de precontractuele fase heeft overgelegd zoals een offerte dan wel een door Consument ondertekende aanvraag. Op de polis met nummer [nummer 1] is aangetekend dat op de polis van toepassing zijn de VOORWAARDEN RECHT OP RENTEPARTICIPATIE RP4. Een afschrift van de polis met bijbehorende voorwaarden is op 25 januari 1988 in het bezit gesteld van Consument. Consument heeft zich eerst in 2007 met een vraag over de afkoopwaarde van de desbetreffende verzekeringsovereenkomst tot Aangeslotene gewend. Daaraan kon Aangeslotene het vertrouwen ontlenen dat de polis de inhoud van de met Aangeslotene tot stand gebrachte verzekeringsovereenkomst correct weergaf en de Commissie houdt het er aldus voor dat de VOORWAARDEN RECHT OP RENTEPARTICIPATIE RP4 van toepassing zijn. 5.5. Ten aanzien van de vraag of Consument is misleid over de wijze waarop de renteparticipatie is vastgesteld overweegt de Commissie het volgende. De Commissie heeft kennis genomen van de inhoud van de actuariële rapportage zoals die is opgenomen in het oordeel van de Ombudsman met nummer [NUMMER 2]. De actuaris oordeelt daarin dat de uitkering ad 121.769,- op basis van de bruto-rendementen zoals die waren opgenomen in bijlage 3 zoals die was gevoegd bij de brief van Aangeslotene van 29 november 2013 acceptabel is. Aangeslotene is na de zitting in de gelegenheid gesteld om Consument van een nadere toelichting te voorzien over de wijze waarop de bruto-rendementen in de desbetreffende tabel tot stand zijn gekomen. Consument heeft met die toelichting geen genoegen genomen.

De Commissie overweegt, alle door Aangeslotene tijdens de loop van de procedure en ten laatste in de brief van 20 mei 2015 verschafte informatie in aanmerking nemende, dat deze voldoende en consistent is en niet in strijd met de van toepassing zijnde verzekeringsvoorwaarden. De informatie is naar het oordeel van de Commissie in ieder geval zodanig dat er onvoldoende reden om te twijfelen aan de juistheid van de door Aangeslotene uitgevoerde berekeningen. De vordering van Consument komt daarom ook bij inhoudelijke beoordeling niet voor toewijzing in aanmerking. Een door Consument nog bij repliek gedaan verzoek om aanhouding van de zaak totdat het Europees Hof heeft beslist, wordt afgewezen omdat de door Consument gestelde argumenten, noch hetgeen overigens is gebleken, reden zouden zijn geweest om deze beslissing af te wachten 6. Beslissing De Commissie wijst de vordering van Consument af. In artikel 5 van het Reglement van de Commissie van Beroep Financiële Dienstverlening is bepaald in welke gevallen beroep openstaat van beslissingen van de Geschillencommissie Financiële Dienstverlening bij de Commissie van Beroep Financiële Dienstverlening. Daarbij geldt een termijn van zes weken na verzending van deze uitspraak. Op de website van Kifid vindt u praktische informatie over het instellen van beroep. Zie hiervoor www.kifid.nl/consumenten/wie-behandelt-mijn-klacht-1/4#stappen-plan