ECLI:NL:RBROT:2008:BC7045



Vergelijkbare documenten
ECLI:NL:GHDHA:2015:84

ECLI:NL:RBDHA:2014:1006

ECLI:NL:RBUTR:2010:BN2158

ECLI:NL:RBASS:2007:BB8355

Uitspraak. parketnummer: datum uitspraak: 3 november 2016 TEGENSPRAAK

ECLI:NL:RBAMS:2011:BU5011

ECLI:NL:RBASS:2011:BQ1377

ECLI:NL:RBUTR:2005:AU7293

ECLI:NL:RBROT:2017:6331

ECLI:NL:RBALK:2010:BO9234

ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012

ECLI:NL:OGEAA:2016:411

ECLI:NL:RBZUT:2004:AO7273

ECLI:NL:RBUTR:2004:AR8109

ECLI:NL:RBZUT:2007:BB4499

ECLI:NL:RBNNE:2017:1473

ECLI:NL:RBROT:2016:10161

ECLI:NL:GHARN:2011:BQ0420

ECLI:NL:RBARN:2001:AD4391

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 26 maart 2013 in de zaak tegen: thans gedetineerd in de.

ECLI:NL:GHLEE:2009:BK2993

ECLI:NL:GHSGR:2009:BH2061

ECLI:NL:RBNNE:2015:6277

ECLI:NL:GHAMS:2016:3674

ECLI:NL:GHAMS:2014:3775

ECLI:NL:RBUTR:2011:BT1675

ECLI:NL:RBMAA:2005:AU2647

ECLI:NL:RBUTR:2008:BC6472

ECLI:NL:RBMAA:2005:AT2876

ECLI:NL:RBZUT:2010:BL3511

ECLI:NL:RBUTR:2011:BR2992

ECLI:NL:GHDHA:2017:2291

ECLI:NL:GHLEE:2011:BU1518

ECLI:NL:GHDHA:2016:935

Uitspraak. Afdeling strafrecht. Parketnummer: Datum uitspraak: 1 november TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman)

ECLI:NL:RBROT:2005:AT7197

ECLI:NL:GHAMS:2016:5635 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

Uitspraak. Parketnummer: Datum uitspraak: 17 november 2016 VERSTEK

ECLI:NL:GHLEE:2011:BP4388

ECLI:NL:RBROT:2017:2554

ECLI:NL:GHLEE:2010:BO3296

ECLI:NL:GHLEE:2009:BH4974 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHSGR:2000:AD9850

ECLI:NL:RBROT:2010:BO3383

ECLI:NL:GHARL:2015:2905

ECLI:NL:RBALK:2007:BA2306

ECLI:NL:RBGRO:2011:BU3998

ECLI:NL:GHAMS:2015:5213 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

Verkort vonnis van de rechtbank 's-hertogenbosch, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:

ECLI:NL:RBGRO:2008:BD3261

ECLI:NL:GHLEE:2010:BO7907

Strafprocesrecht Bijzondere kenmerken: Hoger beroep Wetsverwijzingen: Wetboek van Strafrecht 197a, geldigheid:

ECLI:NL:RBSHE:2008:BG5264

ECLI:NL:RBUTR:2008:BD7407

ECLI:NL:RBONE:2013:BY9769

ECLI:NL:RBZLY:2008:BD7184

ECLI:NL:RBOBR:2017:4416

ECLI:NL:GHSGR:2010:BO0993

ECLI:NL:RBSGR:2003:AN7090

ECLI:NL:RBROT:2008:BD2506

ECLI:NL:RBAMS:2007:BB8678

ECLI:NL:GHARL:2017:2188

ECLI:NL:RBUTR:2011:BQ9715

ECLI:NL:RBASS:2011:BR5599

ECLI:NL:RBAMS:2007:AZ9968

ECLI:NL:RBMAA:2006:AY6572

onder parketnummer 01/ dat: hij in of omstreeks de periode van 12 december 2005 tot en met 19 december 2005 te Helmond, in elk geval in Neder

ECLI:NL:RBASS:2012:BW7835

Uitspraak RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE SECTOR STRAFRECHT MEERVOUDIGE KAMER (VERKORT VONNIS)

ECLI:NL:RBAMS:2015:10245

ECLI:NL:GHAMS:2014:264

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van 24 augustus 2016.

ECLI:NL:RBGEL:2016:1041

ECLI:NL:RBNHO:2015:7578

ECLI:NL:GHAMS:2014:2785 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHARL:2013:BZ1390

Uitspraak. parketnummer: datum uitspraak: 16 februari 2017 TEGENSPRAAK

ECLI:NL:RBGEL:2014:6552

ECLI:NL:RBMAA:2007:BB2790

ECLI:NL:RBOVE:2016:1480. Datum uitspraak: Datum publicatie: Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg - meervoudig.

Uitspraak. parketnummer: datum uitspraak: 29 november 2016 TEGENSPRAAK

ECLI:NL:RBMAA:2010:BN4824

ECLI:NL:GHARN:2012:BW9677

ECLI:NL:GHARN:2012:BY2909

LJN: BF8034, Rechtbank Arnhem, 05/

ECLI:NL:RBMAA:2011:BP5002

ECLI:NL:RBMNE:2016:5688

ECLI:NL:RBBRE:2008:BD6817

ECLI:NL:RBARN:2012:BY7009

ECLI:NL:RBNNE:2017:610

ECLI:NL:GHARL:2013:CA1193

ECLI:NL:GHSGR:2010:BN2157

ECLI:NL:RBZUT:2008:BD0696

ECLI:NL:RBAMS:2015:10201

ECLI:NL:RBMID:2006:AY3834

ECLI:NL:RBHAA:2006:AX9578

ECLI:NL:RBNNE:2013:1433

ECLI:NL:GHLEE:2010:BL7457 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ONDERZOEK OP DE TERECHTZITTING Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 15 oktober 2015.

ECLI:NL:RBHAA:2006:AZ5994

Transcriptie:

ECLI:NL:RBROT:2008:BC7045 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 18 03 2008 Datum publicatie 18 03 2008 Zaaknummer 10/711116 07 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerkeneerste aanleg meervoudig Inhoudsindicatie Verdachte heeft zijn echtgenote en dochter vermoord. Verdachte sterk verminderd toerekingsvatbaar. Oplegging van een gevangenisstraf voor de tijd van 15 jaar met aftrek van voorarrest, alsmede de maatregel van terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging van overheidswege. Wetsverwijzingen Wetboek van Strafrecht 289 Vindplaatsen Rechtspraak.nl Uitspraak RECHTBANK ROTTERDAM Sector strafrecht Parketnummer: 10/711116 07 Datum uitspraak: 18 maart 2008 Tegenspraak VONNIS van de RECHTBANK ROTTERDAM, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte: [verdachte], geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats], ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie op het adres [adres], ten tijde van het onderzoek op de terechtzitting preventief gedetineerd in de Penitentiaire Inrichtingen Rijnmond [naam P.I.] te Rotterdam, raadsvrouw mr. Pieterse, advocaat te Rotterdam. ONDERZOEK OP DE TERECHTZITTING Het onderzoek op de terechtzitting heeft plaatsgevonden op 4 maart 2008. TENLASTELEGGING Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht. Deze bijlage maakt deel uit van dit vonnis. EIS OFFICIER VAN JUSTITIE De officier van justitie mr. Bonnes heeft gerequireerd tot: bewezenverklaring van het onder 1 impliciet primair, 2 impliciet primair en 3 ten laste gelegde; veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 12 jaar, met aftrek van voorarrest en terbeschikkingstelling van de verdachte met dwangverpleging. BEWEZENVERKLARING Wettig en overtuigend is bewezen dat de verdachte het onder 1 impliciet primair, 2 impliciet primair en 3 ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat: 1. hij op 05 september 2007 te Melissant, gemeente Dirksland, http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ecli:nl:rbrot:2008:bc7045 1/5

opzettelijk en met voorbedachten rade, een persoon genaamd [slachtoffer 1] van het leven heeft beroofd, meermalen, met een hamer op het hoofd van die [slachtoffer 1] geslagen en (vervolgens) met beide handen de keel/hals van die [slachtoffer 1] dichtgeknepen en/of dichtgedrukt gehouden en (vervolgens) meermalen, met een mes in het hoofd en de hals/nek en de borst enschouder van die [slachtoffer 1] gestoken en geprikt, tengevolge waarvan voornoemde [slachtoffer 1] is overleden; 2. hij op 05 september 2007 te Melissant, gemeente Dirksland, opzettelijk en met voorbedachten rade, een persoon genaamd [slachtoffer 2] (geboren [datum]) van het leven heeft beroofd, meermalen, met een mes in de hals/nek en de borst van die [slachtoffer 2] gestoken, tengevolge waarvan voornoemde [slachtoffer 2] is overleden; 3. hij in de periode van 05 september 2007 tot en met 07 september 2007 te Melissant, gemeente Dirksland, zonder redelijk doel, bij een dier, te weten een hond (genaamd Luna), pijn en letsel, heeft veroorzaakt dan wel de gezondheid of het welzijn van voornoemde hond heeft benadeeld door die hond meermalen, met een hamer, te slaan en meermalen, met een mes te steken en(vervolgens) toen die hond door voorgaande handelingen hulpbehoevend was geworden, die hond de nodige verzorging heeft onthouden door die hond niet naar een dierenarts te brengen. Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken. BEWIJSMOTIVERING De overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan is gegrond op de inhoud van de wettige bewijsmiddelen, houdende daartoe redengevende feiten en omstandigheden. Het vonnis zal in die gevallen waarin de wet dit vereist worden aangevuld met een later bij dit vonnis te voegen bijlage met daarin de inhoud dan wel de opgave van de bewijsmiddelen. STRAFBAARHEID FEITEN De bewezen feiten leveren op: 1. Moord 2. Moord 3. De voortgezette handeling van: een gedraging in strijd met het voorschrift vastgesteld bij artikel 36 lid 1 van de Gezondheids en welzijnswet voor dieren en een gedraging in strijd met het voorschrift vastgesteld bij artikel 36 lid 3 van de Gezondheids en welzijnswet voor dieren De feiten zijn strafbaar. STRAFBAARHEID VERDACHTE De verdachte is strafbaar. http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ecli:nl:rbrot:2008:bc7045 2/5

STRAFMOTIVERING/ MOTIVERING MAATREGEL De straf en de maatregel die aan de verdachte worden opgelegd, zijn gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen. De verdachte trof, bij thuiskomst na een weekje vakantie met zijn gezin, diverse brieven van incassobureaus aan. In de daarop volgende dagen volgden nog meer incasso en aanmaningsbrieven. De verdachte kon zijn financiële problemen niet meer overzien en heeft op dinsdagavond bedacht dat zijn gezin er helemaal niet meer moest zijn en dat het ombrengen van zijn gezin de volgende ochtend zou gebeuren. De verdachte kon zich, naar zijn zeggen, niet tegen deze gedachte verzetten. Op woensdagochtend heeft de verdachte op voorhand de gordijnen gesloten en is vervolgens de hond uit gaan laten. Na terugkomst is hij met een hamer achter het gordijn bij de trap gaan staan en heeft daar zijn vrouw opgewacht. Toen zijn vrouw korte tijd later naar beneden kwam heeft hij haar van achteren aangevallen door met een hamer meermalen op haar hoofd te slaan. Daarna heeft de verdachte haar gewurgd. Toen de verdachte merkte dat zijn vrouw nog leefde is hij naar de keuken gelopen en heeft daar een mes gepakt, waarmee hij haar meerdere malen heeft gestoken in haar hoofd, de hals, de nek en de borst. Vervolgens heeft de verdachte de hond, Luna, meerdere malen met een hamer geslagen en met een mes gestoken. Daarna is de verdachte naar zijn dochtertje gegaan, die boven in haar slaapkamer was. Hij heeft haar in de ouderslaapkamer een verhaaltje voorgelezen en daarna geprobeerd haar te verwurgen, waardoor zij bewusteloos raakte. De verdachte heeft zijn dochtertje naar haar eigen bedje gebracht, is beneden het mes gaan halen en heeft vervolgens zijn dochtertje, die inmiddels weer bij bewustzijn was gekomen, gestoken in de hals en de borst. Zijn vrouw en dochtertje zijn tengevolge van bovengenoemde gedragingen overleden. De verdachte heeft hen de daaropvolgende dagen in de woning laten liggen en gedaan of er niets aan de hand was. Zo ging hij dezelfde middag naar een garage om papieren af te leveren voor een pas gekochte auto en ging hij die avond bij vrienden eten. De volgende dag bezocht hij zijn vader met wie hij over uitgebrachte hypotheek offertes sprak. Na de moorden verzond de verdachte ook (sms)berichten op naam van zijn overleden vrouw. Voor de hond, waarvan de verdachte wist dat deze nog in leven was heeft hij gedurende deze dagen niets gedaan. De verdachte is, na vergeefse pogingen ook zichzelf van het leven te beroven, uiteindelijk naar de politie gegaan. Omtrent de verdachte zijn diverse rapportages uitgebracht. De rechtbank heeft kennis genomen van het psychiatrisch onderzoek d.d. 29 december 2007, opgemaakt door prof. dr. H.J.C. van Marle, hoogleraar forensische psychiatrie en drs. S. Geldermans, arts in opleiding tot psychiater. De deskundigen rapporteren dat er bij betrokkene sprake is van een aanpassingsstoornis met angstige en depressieve stemming de periode voorafgaand en ten tijde van het delict. De avond voor het delict is de verdachte steeds meer gaan piekeren over zijn schulden en kon hij uiteindelijk aan niets anders meer denken dan aan de schulden. Dit heeft uiteindelijk geleid tot een bewustzijnsvernauwing. De persoonlijkheidsstructuur van de verdachte vertoont afhankelijke en ontwijkende trekken. Er is sprake van een gebrekkige identiteitsontwikkeling bij de verdachte, waardoor hij weinig grip heeft op zichzelf en geen zicht heeft op eigen doen en laten en de frustratietolerantie is rigide. De verdachte is introvert, egocentrisch en krenkbaar (narcisme). Er is sprake van sterk verminderde toerekeningsvatbaarheid. Wanneer de verdachte in een soortgelijke situatie terecht zal komen is de kans op een herhalingsdelict verhoogd. Door het gebrek aan ziekteinzicht zal een langdurige behandeling noodzakelijk zijn. Gezien de beschreven factoren en condities adviseren de deskundigen de verdachte op te nemen in een TBS instelling middels een bevel tot verpleging. Voorts heeft de rechtbank kennis genomen van het psychologisch rapport d.d. 30 januari 2008, opgemaakt door dr. S.G. Vitale, psycholoog. De deskundige rapporteert dat er bij de verdachte sprake is van een gebrekkige identiteitsontwikkeling en van sterk vermijdende en afhankelijke persoonlijkheidskenmerken. De verdachte is angstig voor afkeuring van anderen en zal er alles aan doen om narcistische krenking te voorkomen. De verdachte beschikt daarbij over onvoldoende interne controlemechanismen om (agressieve) impulsen te voorkomen. Tijdens het tenlastegelegde feit was de verdachte niet meer in staat om de bestaande financiële problemen af te wenden door vermijding met als gevolg schaamte en angst voor narcistische krenking. Vanwege de beperkte controlemechanismen was het voor hem niet meer mogelijk om de aanwezige doodswensen af te wenden. Hij heeft gehandeld in een moment van bewustheidsvernauwing. De verdachte is sterk verminderd toerekeningsvatbaar te achten, omdat er sprake is van een gebrekkig ontwikkelde identiteit waarbij weinig grip is op zichzelf, waardoor de kans op recidive meer dan gemiddeld is. Daarbij dient tevens in ogenschouw genomen te worden dat het zowel voor de verdachte zelf als voor zijn omgeving niet zichtbaar is wat er in hem omgaat. Hierdoor kan de verdachte voor de buitenwereld en zichzelf lange tijd aangepast en adequaat functioneren, maar dan onverwacht en plotseling deviant gedrag vertonen. De deskundige adviseert de verdachte verplicht op te nemen in een TBS instelling. Ten slotte heeft de rechtbank kennis genomen van de rapportage d.d. 9 oktober 2007, opgemaakt door Th.J.G. Bakkum en het Milieurapport d.d. 1 januari 2008, opgemaakt door R. Liekens Willems, reclasseringswerker. De rechtbank neemt de bevindingen van de deskundigen ten aanzien van de toerekeningsvatbaarheid en de kans op recidive over. Zij acht de verdachte derhalve sterk verminderd toerekeningsvatbaar. http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ecli:nl:rbrot:2008:bc7045 3/5

In die omstandigheid ziet de rechtbank aanleiding de aan de verdachte op te leggen straf aanzienlijk te matigen, doch niet tot de door de officier van justitie geëiste 12 jaar. Immers, het opzettelijk en met voorbedachten rade benemen van het leven van een ander behoort tot de zwaarste categorie strafbare feiten die de wet kent. De verdachte heeft het leven genomen van twéé personen, die beiden geen schijn van kans maakten tegen de buitengewoon geweldadige wijze waarop de verdachte te werk is gegaan. De ernst van deze feiten, zoals deze ook in zijn algemeenheid tot uitdrukking komt in het hierop gestelde wettelijk strafmaximum bij een tijdelijke gevangenisstraf, dat met ingang van 1 februari 2006 is verhoogd van 20 jaren naar 30 jaren, maakt dat de rechtbank een hogere dan door de officier van justitie geëiste gevangenisstraf, aangewezen acht. De rechtbank heeft daarbij tevens meegewogen dat de verdachte onherstelbaar leed heeft toegebracht aan de nabestaanden en dat zijn daden tot grote maatschappelijke onrust hebben geleid. Gelet op al het vorenstaande is de rechtbank tevens van oordeel dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen en goederen het opleggen van de maatregel terbeschikkingstelling met dwangverpleging eisen. De rechtbank ziet in de bewezenverklaarde feiten en in de omstandigheden, noch in de persoonlijkheid van de verdachte aanleiding om, zoals door de raadsvrouwe verzocht, ingevolge artikel 37b, lid 2, van het Wetboek van Strafrecht, een advies op te nemen dat ertoe strekt de tenuitvoerlegging van de TBS eerder, dan wel uiterlijk nadat eenderde van de opgelegde gevangenisstraf ten uitvoer is gelegd, te laten aanvangen. Alles afwegend worden na te noemen straf en maatregel passend en geboden geacht. TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN Gelet is op de artikel 37a, 37b, 56, 57 en 289 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 36, 121 en 122 van de gezondheids en welzijnswet voor dieren. BESLISSING De rechtbank: verklaart bewezen, dat de verdachte de onder 1 impliciet primair, 2 impliciet primair en 3 ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan; verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij; stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten; verklaart de verdachte strafbaar; veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de tijd van 15 (vijftien) jaar; beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht; gelast dat de verdachte ter beschikking wordt gesteld; beveelt dat de terbeschikkinggestelde van overheidswege wordt verpleegd. Dit vonnis is gewezen door: mr. Van der Kolk, voorzitter, en mrs. Rijperman en Van der Ven, rechters, in tegenwoordigheid van mr. Van den Heuvel, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op 18 maart 2008. Bijlage bij vonnis van 18 maart 2008: TEKST TENLASTELEGGING Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat: 1. hij op of omstreeks 05 september 2007 te Melissant, gemeente Dirksland, opzettelijk en met voorbedachten rade, althans opzettelijk, een persoon genaamd [slachtoffer 1] van het leven heeft beroofd, http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ecli:nl:rbrot:2008:bc7045 4/5

althans opzettelijk, meermalen, althans éénmaal, met een hamer op het hoofd van die [slachtoffer 1] geslagen en/of (vervolgens) met beide handen de keel/hals van die [slachtoffer 1] dichtgeknepen en/of dichtgedrukt gehouden en/of (vervolgens) meermalen, althans éénmaal, met een mes in het hoofd en/of de hals/nek en/of de borst en/of een/de schouder(s) van die [slachtoffer 1] gestoken en/of geprikt, tengevolge waarvan voornoemde [slachtoffer 1] is overleden; (artikel 289/287 van het Wetboek van Strafrecht) 2. hij op of omstreeks 05 september 2007 te Melissant, gemeente Dirksland, opzettelijk en met voorbedachten rade, althans opzettelijk, een persoon genaamd [slachtoffer 2] (geboren [datum]) van het leven heeft beroofd, althans opzettelijk, meermalen, althans éénmaal, met een mes in de hals/nek en/of de borst van die [slachtoffer 2] gestoken en/of geprikt, tengevolge waarvan voornoemde [slachtoffer 2] is overleden; (artikel 289/287 van het Wetboek van Strafrecht) 3. hij in of omstreeks de periode van 05 september 2007 tot en met 07 september 2007 te Melissant, gemeente Dirksland, zonder redelijk doel of met overschrijding van hetgeen ter bereiking van zodanig doel toelaatbaar is, bij een dier, te weten een hond (genaamd Luna), pijn of letsel, heeft veroorzaakt dan wel de gezondheid of het welzijn van voornoemde hond heeft benadeeld door die hond meermalen, althans eenmaal, met een hamer, te slaan en/of meermalen, althans eenmaal, met een mes te steken en/of (vervolgens) toen die hond door voorgaande handelingen hulpbehoevend was geworden, die hond de nodige verzorging heeft onthouden door die hond niet naar een dierenarts te brengen; (artikel 36, lid 1 en 3 van de gezondheids en welzijnswet voor dieren); http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ecli:nl:rbrot:2008:bc7045 5/5