Inspectierapport BSO Droomtuin (BSO) Leike 12 5133AR Riel Registratienummer 122777189 Toezichthouder: GGD Hart voor Brabant In opdracht van gemeente: Goirle Datum inspectie: 14-09-2015 Type onderzoek : Incidenteel onderzoek Status: Definitief Datum vaststelling inspectierapport: 03-11-2015
Inhoudsopgave Het onderzoek... 3 Observaties en bevindingen... 4 Pedagogisch klimaat... 4 Veiligheid en gezondheid... 5 Accommodatie en inrichting... 6 Inspectie-items... 7 Gegevens voorziening... 9 Gegevens toezicht... 9 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum... 10 2 van 10
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 4 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd incidenteel onderzoek. Beschouwing Op 14 september 2015 en 5 oktober 2015 heeft de toezichthouder kinderopvang in opdracht van de gemeente Goirle een incidenteel onderzoek uitgevoerd bij buitenschoolse opvang de Droomtuin. Buitenschoolse opvang de Droomtuin is in juni 2015 verhuisd naar de semi permanente units van de basisschool. De huisvesting in dit gebouw is tijdelijk. Als de nieuwbouw van de basisschool is afgerond zal de Droomtuin zich in dit nieuwe gebouw gaan vestigen. Uit de volgende domeinen zijn de voorwaarden beoordeeld die van toepassing zijn op de nieuwe locatie. Beoordeeld is: Het aantal vierkante meters beschikbare binnen en buitenruimte en de inrichting hiervan. Het veiligheids- en gezondheidsbeleid. De beschrijving van de werkwijze met de groepen in de semi-permanente units. Omdat tijdens de eerste inspectie op 14 september de inrichting van de binnenruimte en de risicoinventarisatie veiligheid en gezondheid niet geheel aan de eisen voldeed heeft er in overleg met de gemeente Goirle een tweede onderzoek plaatsgevonden op 5 oktober 2015. De unitmanager heeft de risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid aangepast en afspraken gemaakt over de begrenzing van de buitenruimte en het gebruik van de binnenruimte met de school. Hiermee voldoet buitenschoolse opvang de Droomtuin aan de getoetste voorwaarden. De toelichting op de bevindingen en de aandachtspunten van de toezichthouder kunt u lezen in het vervolg van dit rapport. Aan het einde van dit rapport treft u een overzicht aan van de inspectie-items die zijn beoordeeld. Advies aan College van B&W Geen handhaving. 3 van 10
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Pedagogisch beleid Kober heeft een algemeen pedagogisch beleidsplan. Locatie specifieke informatie is opgenomen in de locatiewijzer en de locatiematrix. De locatiewijzer geeft informatie over de leeftijdsopbouw en de groepsgrootte. In het pedagogisch kader (locatiematrix) staat beschreven hoe invulling wordt gegeven aan de pedagogische basisdoelen op de tijdelijke locatie van buitenschoolse opvang de Droomtuin in de semi permanente units aan Leike 12 te Riel. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (Unitmanager) Interview anderen (Beroepskracht) Website Pedagogisch werkplan (Locatiekader 2015) 4 van 10
Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De meest recente risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid is opgesteld op 7 september 2015. Tevens zijn er actieplannen opgesteld. Omdat de risico-inventarisatie tijdens de eerste inspectie op 17 september 2015 niet geheel overeenkomt met de praktijk heeft de locatiemanager de risicoinventarisatie aangepast. In eerste instantie staat het risico van het open terrein achter het grasveld met de speeltoestellen niet beschreven. Tijdens de tweede inspectie op 5 oktober 2015 is de risico-inventarisatie aangepast. De situatie met betrekking tot het grasveld staat beschreven en er zijn acties uitgezet door de gemeente om een fietsenhok te plaatsen. Het is de bedoeling dat na het plaatsen van het fietsenhok de kinderen niet meer naar het achtergelegen terrein met de sloot kunnen lopen. De werkzaamheden zijn tijdens het tweede inspectiebezoek nog niet afgerond. De houder blijft verantwoordelijk voor de veiligheid van de kinderen. Buitenschoolse opvang de Droomtuin heeft onder andere de volgende actie uitgezet: 'Kinderen mogen alleen in overleg en met toestemming van ouders zelfstandig van het schoolplein naar de speeltoestellen op het naastgelegen grasveld om te spelen. Deze regel wordt toegevoegd aan de huisregels en op het bso afspraken formulier vastgelegd indien van toepassing.' Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (Unitmanager) Interview anderen (Beroepskracht) Observaties (Binnen- en buitenruimte) Risico-inventarisatie veiligheid (7 september 2015 en 24 september 2015) Risico-inventarisatie gezondheid (7 september 2015 en 24 september 2015) Actieplan veiligheid (7 september 2015 en 21 september 2015) Actieplan gezondheid (7 september 2015 en 24 september 2015) Huisregels/groepsregels 5 van 10
Accommodatie en inrichting Binnenruimte Buitenschoolse opvang de Droomtuin maakt gebruik van de klaslokalen van basisschool de Vonder. Basisschool de Vonder is tijdelijk gehuisvest in semipermanente units. De kinderen van de Droomtuin worden op het moment van de inspectie opgevangen in de groepsruimte van groep 3 van de basisschool. Inrichting: De schooltafeltjes staan in groepjes opgesteld. Om wat sfeer te creëren worden enkele tafelgroepjes voorzien van een kleedje en een bloempotje. De buitenschoolse opvang beschikt over een kast met speelgoed. Deze kast staat in de gang, schuin tegenover de groepsruimte. In deze ruimte zijn geen functionele speelhoeken. Op de gang is een blokkenhoek waarvan bso de Droomtuin gebruik mag maken. Momenteel worden er maximaal 12 kinderen opgevangen. Indien er meer kinderen worden opgevangen kan de bso een tweede klaslokaal in gebruik nemen. Het is wenselijk dat deze ruimte over functionele speelhoeken beschikt. De kinderen zijn voor de uitvoering van het fantasiespel afhankelijk van de beroepskrachten omdat er weinig herkenbare materialen en functionele speelhoeken zijn. Buitenspeelruimte Buitenschoolse opvang de Droomtuin maakt gebruik van de buitenruimte van de school. Er is een betegelde buitenruimte. Deze betegelde buitenruimte is geheel omheind. Via een poortje kunnen de kinderen naar het aangrenzende grasveld waar enkele speeltoestellen staan. Het grasveld is niet geheel omheind. Gedurende het onderzoek is de gemeente gestart met het plaatsen van een fietsenhok. Het is de bedoeling om met dit fietsenhok het grasveld te begrenzen zodat de kinderen niet naar het achterliggende terrein en de sloot kunnen lopen. De werkzaamheden zijn nog niet afgerond op 5 oktober 2015. Gebruikte bronnen: Observaties (Binnen- en buitenruimte) Plattegrond 6 van 10
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogisch beleid De houder heeft een pedagogisch beleidsplan waarin de voor dat kindercentrum kenmerkende visie op de omgang met kinderen is beschreven. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) In het pedagogisch beleidsplan staat in duidelijke en observeerbare termen het volgende beschreven: de wijze waarop de emotionele veiligheid van kinderen wordt gewaarborgd, de mogelijkheden voor kinderen tot de ontwikkeling van hun persoonlijke- en sociale competentie, en de wijze waarop de overdracht van normen en waarden aan kinderen plaatsvindt. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de werkwijze, de maximale omvang en de leeftijdsopbouw van de basisgroep. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub b Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder stelt jaarlijks een risico-inventarisatie veiligheid op voor alle voor kinderen toegankelijke ruimtes in een kindercentrum, waaronder de buitenspeelruimte. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 sub f Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk) De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid betreffende de actuele situatie. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 sub f Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk) De houder beschrijft de veiligheidsrisico s op de thema s: verbranding, vergiftiging, verdrinking, valongevallen, verwondingen, beknelling, botsen, stoten, steken en snijden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub a en lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn, respectievelijk worden genomen in verband met de veiligheidsrisico s, alsmede de samenhang tussen de veiligheidsrisico s en de maatregelen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder stelt jaarlijks een risico-inventarisatie gezondheid op. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 sub f Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk) De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid betreffende de actuele situatie. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 sub f Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk) 7 van 10
De houder beschrijft de gezondheidsrisico s op de thema s: ziektekiemen, binnenmilieu, buitenmilieu en medisch handelen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub a en lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de gezondheidsrisico s, alsmede de samenhang tussen de gezondheidsrisico s en de maatregelen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie gezondheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Accommodatie en inrichting Binnenruimte Per aanwezig kind in het kindercentrum is ten minste 3,5 m² passend ingerichte binnenspeelruimte beschikbaar. kinderopvang en peuterspeelzalen; art 8 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De binnenruimte is passend ingericht in overeenstemming met het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen. kinderopvang en peuterspeelzalen; art 8 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Buitenspeelruimte Per aanwezig kind in het kindercentrum is ten minste 3 m² buitenspeelruimte beschikbaar. kinderopvang en peuterspeelzalen; art 10 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De buitenspeelruimte is voor kinderen toegankelijk. kinderopvang en peuterspeelzalen; art 10 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De buitenspeelruimte is vast beschikbaar voor de buitenschoolse opvang. kinderopvang en peuterspeelzalen; art 10 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De buitenspeelruimte is passend ingericht in overeenstemming met het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen. kinderopvang en peuterspeelzalen; art 10 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) 8 van 10
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening : BSO Droomtuin Aantal kindplaatsen : 30 Gegevens houder Naam houder : Kober B.V. Adres houder : Hooilaan 1 Postcode en plaats : 4816EM Breda KvK nummer : 20125402 Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD : GGD Hart voor Brabant Adres : Postbus 3024 Postcode en plaats : 5003DA TILBURG Telefoonnummer : 073-6404515 Onderzoek uitgevoerd door : B van Dommelen Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente : Goirle Adres : Postbus 17 Postcode en plaats : 5050AA GOIRLE Planning Datum inspectie : 14-09-2015 Opstellen concept inspectierapport : 19-10-2015 Zienswijze houder : 23-10-2015 Vaststelling inspectierapport : 03-11-2015 Verzenden inspectierapport naar houder : 03-11-2015 Verzenden inspectierapport naar : 03-11-2015 gemeente Openbaar maken inspectierapport : 24-11-2015 9 van 10
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. Uit uw rapport lees ik dat de incidentele inspectie op 14-9-2015 goed verlopen is. Wij vinden het fijn dat er aan alle inspectie-items is voldaan. Met vriendelijke groet, Rian Busio Unitmanager Kober kinderopvang 10 van 10