Toetsingskader nieuwe opleidingen hoger onderwijs Vlaanderen 2 de ronde



Vergelijkbare documenten
Kader Toets Nieuwe Opleiding. - Vlaanderen

Kader Toets Nieuwe HBO5-Opleiding. Omvorming

ERKENNING NIEUWE OPLEIDING VLAANDEREN SJABLOON AANVRAAGDOSSIER AMBTSHALVE GEREGISTREERDE INSTELLINGEN MACRODOELMATIGHEIDSTOETS TOETS NIEUWE OPLEIDING

Kader Toets Nieuwe Opleiding. Specificatie Educatieve Graduaatsopleiding. Educatieve Masteropleiding

Toetsingskader HBO 5 Toets Nieuwe Opleiding (omvorming)

Kader Opleidingsaccreditatie. - Vlaanderen

Toetsingskader Nieuwe om te vormen en nieuwe HBO5-opleidingen

Handreiking aanvraag Toets Nieuwe Opleiding Nederland

Politieonderwijs & externe kwaliteitszorg op weg naar accreditatie

KWALITEITSZORGSTELSEL VLAANDEREN

Accreditatiestelsel hoger onderwijs Vlaanderen Kader voor de opleidingsaccreditatie 2 de ronde

COMMISSIE HOGER ONDERWIJS VLAANDEREN

HOOFDSTUK I. ALGEMENE BEPALINGEN

Nieuw accreditatiestelsel: de opleidingsbeoordeling

Conceptkaders HBO5 3 november 2009

KWALITEITSZORGSTELSEL VLAANDEREN

Operationeel kader vermindering studieomvang masteropleidingen

KWALITEITSZORGSTELSEL VLAANDEREN

KWALITEITSZORGSTELSEL VLAANDEREN

Kader Instellingsreview. - Vlaanderen

BESLUIT: HOOFDSTUK I. ALGEMENE BEPALINGEN

Doelstellingen Onderwerp niet behandeld tijdens de verkorte procedure na tijdelijke erkenning.

Breakout sessie 2-5. Stelsel 3.0 Accreditatie op Maat: Opleidingsbeoordeling. Introductie

Protocol TNO Educatieve Master

Commissie Hoger Onderwijs Vlaanderen

Generieke kwaliteitswaarborg 1 - Beoogd eindniveau De commissie beoordeelt het beoogd eindniveau als voldoende.

COMMISSIE HOGER ONDERWIJS

Beoordelingskader instellingsreview hoger onderwijs Vlaanderen 1 ste Ronde. 2d r 2 de ronde

Kwaliteitscode - Vlaanderen

KWALITEITSZORGSTELSEL VLAANDEREN

KWALITEITSZORGSTELSEL VLAANDEREN

Doelstellingen van de opleiding Onderwerp niet behandeld tijdens de verkorte procedure na tijdelijke erkenning.

Beoordelingskaders accreditatiestelsel hoger onderwijs

Protocol beoordeling experimenten flexibilisering. Uitwerking voor de experimenten leeruitkomsten en nieuwe onvolledige opleidingen.

Versie juli 2013, Accreditatiekader. nieuwe opleidingen. wetenschappelijk onderwijs. met toelichting. [22 april RN/AR/DP] Pagina 0

Beoordelingskader Beoordelingskader voor de beperkte toets nieuwe opleiding van de NVAO (Stcrt. 2014, nr 36791).

Beoordelingskaders accreditatiestelsel hoger onderwijs

Naam/Datum/Versie document advies/verbeterpunten. Avans documenten

Draaiboek Uitgebreide Instellingsreview. - Vlaanderen

Teamscan op accreditatiewaardigheid

Versie juli Accreditatiekader bestaande opleidingen. wetenschappelijk onderwijs. met toelichting. [22 april RN/AR/DP] Pagina 0

Accreditatie nieuwe opleiding

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag Toets nieuwe opleiding hbo-bachelor Game Architecture and Design van de NHTV

Informatievergadering. Hervisitatie Specifieke lerarenopleiding

Versie juli 2013, Accreditatiekader voor aanvragen steunend op een buitenlandse accreditatie. met toelichting. [22 april RN/AR/DP] Pagina 0

Besluit. Voozieningen (facet 4.1 )

Ontwerp Toetsingskader nieuwe opleidingen hoger onderwijs Vlaanderen April 2004

MEMORIE VAN TOELICHTING

NVAO NEDERLAND RICHTLIJN PANELSAMENSTELLING

BESLUIT: HOOFDSTUK I. ALGEMENE BEPALINGEN

Informatiepakket 5 BASISREGISTRATIE

Voorontwerp van decreet houdende vaststelling van het kwaliteitszorgstelsel in het hoger onderwijs

CONCEPT Beoordelingskaders ten behoeve van de ontwikkeling van een nieuw accreditatiestelsel in Nederland en Vlaanderen

Reglement. Accreditatie voor Permanente Educatie. I A P E Instituut Accreditatie voor Permanente Educatie. juni 2008

Besluit. Samenvattend advies visitatiecommissie. ter inzage en de gesprekken tijdens het locatiebezoek, en de aanvullende informatie.

Arteveldehogeschool. Bachelor in het onderwijs: lager onderwijs. (professioneel gerichte bachelor)

Kwaliteitszorg en accreditatie

Arteveldehogeschool. Bachelor in het onderwijs: kleuteronderwijs. (professioneel gerichte bachelor)

Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs [hbo-bachelor]: uitwerking voor Associate degree-programma s tijdens de pilotfase

Handreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs

{nvao. Uit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Technische Informatica van de Hogeschool Dirksen B.V.

Addendum beoordeling bestaande experimenten leeruitkomsten. 14 december Beoordelingskaders accreditatiestelsel 19 december 2014, versie 1.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Beoordelingskaders accreditatiestelsel hoger onderwijs

1.4. Studentennummer: de persoonlijke studentencode vermeld in de databank van de instelling.

Besluit. Oordeel en samenvattend advies van de visitatiecommissie. Doelstellingen. Programma

BEOORDELING BESTAANDE EXPERIMENTEN LEERUITKOMSTEN

De lijst vermeldt de gegevens bedoeld in artikel 64, 2, 2 [... geschr. decr. 19 maart 2004, art. V.25,I: 1 januari 2003)].

Richtlijn beoordeling postinitiële wo-master opleidingen in Nederland Positionering van de opleidingen De vergelijking met Vlaanderen

Besluit strekkende tot een oordeel positief van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de wo-master Executive MBA

Commissie Hoger Onderwijs Vlaanderen

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 8 februari 2008;

[AFDELING 2 ACCREDITATIE, PROGRAMMATIE EN REGISTRATIE VAN OPLEIDINGEN ONDERAFDELING 1 ALGEMENE BEPALING (verv. decr. 19 maart 2004, art. V.

Informatiepakket 3 BASISREGISTRATIE

bijlage 1 bij agendapunt 4.2/15DB12 HERSTELPLAN OPLEIDING COMMUNICATIEMANAGEMENT HOGESCHOOL WEST-VLAANDEREN

Sjabloon aanvraag voor het aanbieden van een anderstalige initiële bachelor- en/of masteropleiding

Besluit strekkende tot een positief oordeel van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de hbo-bachelor HBO-Rechten van Capabel Hogeschool

Gelet op het decreet van 30 april 2009 betreffende de kwalificatiestructuur, inzonderheid op artikel 15/1, 15/2 en 15/3;

Toetsingskaders opleidingsschool en academische kop 2013

Informatiepakket 4B BASISREGISTRATIE

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie (na herstel) aan de opleiding hbobachelor

Bijzondere kenmerken Nadere uitwerking

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Communicatie van de NHL Hogeschool

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Chemie van de Hogeschool Drenthe

Kader toets nieuw Associate-degree programma

Verantwoordingsformulier deskundigheden en onafhankelijkheid beoordelingspanel voor een visitatiegroep

Samenvattende bevindingen en overwegingen De NVAO steunt haar inhoudelijke besluitvorming op de onderstaande elementen uit het visitatierapport.

Universiteit van Amsterdam wo-bachelor Biologie (180 EC) 23 maart 2016 Bachelor of Science voltijd Amsterdam

Wat kunnen we daaruit leren? Opleidingsbeoordelingen: de eerste reeks in het NAS. 1. Voorjaar 2013: start van het NAS

G. nvao. Besluit. Samenvattend advies van de beoordelingscommissie

Samenvattende bevindingen en overwegingen De NVAO steunt haar inhoudelijke besluitvorming op de onderstaande elementen uit het visitatierapport.

Panelsamenstellingen - nieuw sjabloon, nieuwe invullingen -

Informatiepakket 2 BASISREGISTRATIE

Kritische reflectie voor de beperkte opleidingsbeoordeling. (naam opleiding) (naam Academie) Avans Hogeschool. Colofon

Toetsingskader en -procedure aspirant-opleidingsschool Protocol

BEOORDELING TRANSNATIONAAL ONDERWIJS

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bestuurskunde/Overheidsmanagement van de NHL Hogeschool

Bijlage 1: Toetsingskader opleidingsschool

Addendum (april 2014) bij de Handleiding onderwijsvisitatie Specifieke lerarenopleiding, Brussel, 2009

Reglement van Toelating

Beoordelingskader Beoordelingskader voor de beperkte toets nieuwe opleiding van de NVAO (Stcrt. 2014, nr 36791).

Transcriptie:

Toetsingskader nieuwe opleidingen hoger onderwijs Vlaanderen 2 de ronde 25 januari 2013

Inhoud 1 Opzet 4 2 Generieke kwaliteitswaarborgen 4 2.1 Generieke kwaliteitswaarborg 1: beoogd eindniveau 4 2.2 Generieke kwaliteitswaarborg 2: onderwijsproces 5 2.3 Generieke kwaliteitswaarborg 3: Evaluatie 5 2.4 Generieke kwaliteitswaarborg 4: opzet en organisatie van de interne kwaliteitszorg 6 2.5 Oordelen en beslisregel 6 2.5.1 De oordelen per generieke kwaliteitswaarborg 6 2.5.2 Eindoordeel 6 3 Samenstelling visitatiecommissie 7 4 Beoordelingsproces 8 4.1 Aanvraag 8 4.2 Informatiedossier 8 4.3 Locatiebezoek 9 4.4 Beoordelingsprocedure binnen de visitatiecommissie 9 4.5 Adviesrapport 10 5 NVAO-besluitvorming 10 5.1 Een oordeel voldoende 10 5.2 Een oordeel onvoldoende 11 6 Documentatie bij de aanvraag 11 6.1 Basisgegevens over de opleiding 11 6.1.1 Administratieve gegevens van de instelling 11 6.1.2 Administratieve gegevens van de opleiding 11 6.2 Het informatiedossier 12 6.2.1 Toelichting per generieke kwaliteitswaarborg 12 6.2.2 Verifieerbare feiten 12 6.2.3 Documenten ter inzage tijdens het bezoek 12 pagina 3

1 Opzet Een nieuwe opleiding kan worden erkend als zij voldoet aan de generieke kwaliteitswaarborgen. De beoordeling van deze generieke kwaliteitswaarborgen sluit aan bij drie vragen: 1. Wat beoogt de opleiding? 2. Hoe wil de opleiding dit realiseren? 3. Hoe zal de opleiding evalueren of de beoogde leerresultaten bereikt zijn? Het kader maakt een onderscheid tussen opleidingen van ambtshalve geregistreerde instellingen 1, opleidingen van geregistreerde instellingen en opleidingen van nog niet geregistreerde instellingen. De geregistreerde en nog niet geregistreerde instellingen zijn niet onderworpen aan een instellingsreview. Daarom wordt voor de beoordeling van de opleidingen die zij wensen aan te bieden nog een vierde vraag gesteld over de opzet en de organisatie van de interne kwaliteitszorg. De NVAO baseert haar oordeel over de nieuwe opleiding op een toetsing door een visitatiecommissie. Deze toetsing resulteert in een toetsingsrapport. (Zie ook hoofdstuk 4: Beoordelingsproces.) De werkwijze en procedure voor de toetsing van nieuwe opleidingen worden door de NVAO vastgelegd. Daarbij is gekozen voor een gedifferentieerde benadering. Hoewel de generieke kwaliteitswaarborgen voor alle nieuwe opleidingen dezelfde zijn, zal het karakter van de toetsing van de vooropgestelde opleiding variëren afhankelijk van haar graad van nieuwheid in de betrokken instelling en in het Vlaams hoger onderwijs en afhankelijk van de mate waarin de opleiding reeds wordt aangeboden. 2 2 Generieke kwaliteitswaarborgen 2.1 Generieke kwaliteitswaarborg 1: beoogd eindniveau Het beoogd eindniveau weerspiegelt qua niveau, oriëntatie en inhoud de actuele eisen die in internationaal perspectief vanuit het beroepenveld en/of het vakgebied worden gesteld aan de opleiding. Criteria: De beoogde opleidingsspecifieke leerresultaten zijn een vertaling van het (gevalideerde) domeinspecifieke leerresultatenkader en passen (daardoor) binnen het Vlaamse kwalificatieraamwerk. Indien geen gevalideerde domeinspecifieke leerresultaten beschikbaar zijn, omdat het om een opleiding gaat die in Vlaanderen nog niet bestaat, 1 De ambtshalve geregistreerde instellingen worden in artikel 7 van het structuurdecreet gedefinieerd als volgt: de hogescholen, de universiteiten, de instellingen voor postinitieel onderwijs en de erkende faculteiten der protestantse godgeleerdheid. 2 De werkwijze bij de behandeling van aanvragen wordt beschreven in een door de NVAO opgestelde Handleiding toets nieuwe opleiding Vlaamse Gemeenschap. pagina 4

formuleert de instelling een voorstel voor domeinspecifieke leerresultaten. Zij volgt daarbij de richtlijnen zoals verwoord in de VLUHR-handleiding. Indien nog geen gevalideerde domeinspecifiek leerresultaten beschikbaar zijn voor een opleiding die wel reeds in Vlaanderen aangeboden wordt, sluit de opleiding zich aan bij het referentiekader in het jongste visitatierapport. Oordeel: De visitatiecommissie geeft een gewogen en gemotiveerd oordeel op een tweepuntsschaal: voldoende of onvoldoende aan de hand van de hiervoor vermelde criteria en onderbouwd door de bij het informatiedossier gevoegde verifieerbare feiten. 2.2 Generieke kwaliteitswaarborg 2: onderwijsproces Het onderwijsproces maakt het voor de studenten mogelijk de beoogde leerresultaten te realiseren. Criteria: De inhoud en de vormgeving van het programma, met inbegrip van de opleidingsspecifieke onderwijs- en leervormen, zullen de toegelaten studenten in staat stellen de beoogde leerresultaten te bereiken. De kwaliteit en kwantiteit van het geplande personeel en de kwaliteit van de geplande opleidingsspecifieke voorzieningen zijn daarbij essentieel. Programma, personeel en voorzieningen zullen een voor studenten samenhangende onderwijsleeromgeving vormen. De voorziene investeringen zijn toereikend om de opleiding tot stand te brengen en het volledig opleidingstraject te kunnen aanbieden. Oordeel: De visitatiecommissie geeft een gewogen en gemotiveerd oordeel op een tweepuntsschaal: voldoende of onvoldoende aan de hand van de hiervoor vermelde criteria en onderbouwd door de bij het informatiedossier gevoegde verifieerbare feiten.. 2.3 Generieke kwaliteitswaarborg 3: Evaluatie De opleiding beschikt over een toetsbeleid dat een adequaat evaluatiesysteem instelt, waardoor zij nagaat of de beoogde leerresultaten worden bereikt. Criteria: De opleiding formuleert in haar toetsbeleid hoe zij ervoor zorgt dat de evaluatie valide, betrouwbaar en transparant is. 3 De beoogde evaluatievormen zijn congruent met de verschillende leervormen. Oordeel: De visitatiecommissie geeft een gewogen en gemotiveerd oordeel op een tweepuntsschaal: voldoende of onvoldoende aan de hand van de hiervoor vermelde criteria en onderbouwd door de bij het informatiedossier gevoegde verifieerbare feiten.. 3 Bij een opleiding die door de instelling reeds wordt georganiseerd, zal het gerealiseerd niveau meegenomen worden in de beoordeling door de visitatiecommissie. pagina 5

2.4 Generieke kwaliteitswaarborg 4: opzet en organisatie van de interne kwaliteitszorg De opzet en de organisatie van de interne kwaliteitszorg is gericht op een systematische borging en verbetering van de opleiding waar de relevante stakeholders bij betrokken worden. Criteria: De opleiding zal periodiek geëvalueerd worden, mede aan de hand van toetsbare streefdoelen. De uitkomsten van deze evaluatie zullen de basis vormen voor aantoonbare verbetermaatregelen die bijdragen tot de realisatie van de streefdoelen. Bij de interne kwaliteitszorg zullen medewerkers, studenten, alumni en het afnemend (beroepen)veld van de opleiding actief betrokken worden. 4 Oordeel: De visitatiecommissie geeft een gewogen en gemotiveerd oordeel op een tweepuntsschaal: voldoende of onvoldoende aan de hand van de hiervoor vermelde criteria en onderbouwd door de bij het informatiedossier gevoegde verifieerbare feiten.. De vierde generieke kwaliteitswaarborg is enkel van toepassing op opleidingen uit geregistreerde of nog niet geregistreerde instellingen. Deze zijn niet onderworpen aan een instellingsreview. 2.5 Oordelen en beslisregel 2.5.1 De oordelen per generieke kwaliteitswaarborg Een oordeel voldoende betekent dat de nieuwe opleiding wat betreft de beoordeelde generieke kwaliteitswaarborg zal voldoen aan de basiskwaliteit. Dit is de kwaliteit die in internationaal perspectief redelijkerwijs mag worden verwacht van een bachelor- of masteropleiding in het hoger onderwijs. De generieke kwaliteitswaarborg is in voldoende mate aanwezig. Een oordeel onvoldoende betekent dat de nieuwe opleiding wat betreft de beoordeelde generieke kwaliteitswaarborg niet voldoet aan de basiskwaliteit want de generieke kwaliteitswaarborg is onvoldoende aanwezig. 2.5.2 Eindoordeel De visitatiecommissie geeft een gemotiveerd eindoordeel op een tweepuntsschaal: de kwaliteit van de nieuwe opleiding is voldoende of onvoldoende. Het eindoordeel over een nieuwe opleiding is voldoende indien de opleiding aan alle generieke kwaliteitswaarborgen voldoet. 4 Bij een opleiding die door de instelling reeds wordt georganiseerd, zullen reeds uitgevoerde evaluaties meegenomen worden in de beoordeling door de visitatiecommissie. pagina 6

Het eindoordeel over een nieuwe opleiding is onvoldoende indien één of meerdere generieke kwaliteitswaarborgen als onvoldoende is/zijn beoordeeld. De nieuwe opleiding voldoet niet aan de basiskwaliteit. 3 Samenstelling visitatiecommissie De NVAO stelt de visitatiecommissie samen die de toets nieuwe opleiding uitvoert en benoemt deze commissie. De te beoordelen opleiding heeft het recht beargumenteerd bezwaren aan te dragen tegen de samenstelling van de visitatiecommissie. Het is van belang dat een zinvolle discussie tussen peers en andere deskundigen met de opleiding ontstaat. De visitatiecommissie moet dan ook gezaghebbend, onafhankelijk en deskundig zijn. De visitatiecommissie voldoet aan de volgende eisen: 1) de visitatiecommissie bestaat uit vier leden, waaronder een student; 2) de visitatiecommissie beschikt in haar geheel over de volgende deskundigheden: a. Vakdeskundigheid richt zich op de ontwikkelingen in het vakgebied. Een vakdeskundige verzorgt of heeft zelf onderwijs verzorgd in een zelfde of verwante opleiding met dezelfde oriëntatie en draagt bij aan de ontwikkeling van de beroepspraktijk, de discipline of het vakgebied; b. Internationale deskundigheid is in de visitatiecommissie vertegenwoordigd als de commissie in staat is om een inhoudelijke vergelijking te maken met verwante buitenlandse opleidingen van dezelfde oriëntatie en niveau en, voor zover van toepassing, als de visitatiecommissie inzicht heeft in de eisen die de internationale beroepspraktijk stelt aan de afgestudeerden. Deze laatste vorm van internationale deskundigheid is belangrijk voor opleidingen met een civiel effect en is verplicht aanwezig bij opleidingen die voorbereiden op een internationaal werkveld; c. Werkvelddeskundigheid is onmisbaar in opleidingen met een professionele oriëntatie. De werkvelddeskundige beschikt over een goed overzicht van de eisen die het beroepenveld stelt aan de afgestudeerden, bijvoorbeeld door betrokkenheid bij koepelorganisaties of een leidinggevende positie bij een grote of kenmerkende werkgever; d. Onderwijsdeskundigheid refereert aan recente ervaring met geven of ontwikkelen van onderwijs op het relevante opleidingsniveau en aan deskundigheid ten aanzien van de door de opleiding gehanteerde onderwijs(vormen); e. Van studentgebonden deskundigheid is sprake tot één jaar na het afstuderen (bachelor of master) op het moment waarop de visitatiecommissie wordt ingesteld door de NVAO. De NVAO beschikt over een pool van door haar getrainde studenten. f. Visitatie- of auditdeskundigheid is bij voorkeur gerelateerd aan het hoger onderwijs. In de visitatiecommissie moet een combinatie van deze deskundigheden vertegenwoordigd zijn. De visitatiecommissie wordt bijgestaan door een secretaris die getraind en gecertificeerd is door de NVAO. De NVAO maakt jaarlijks een lijst bekend van door haar gecertificeerde secretarissen. Dit kan ook een beleidsmedewerker van NVAO zijn. Daarnaast wordt de pagina 7

visitatiecommissie begeleid door een procescoördinator van de NVAO. Secretaris en procescoördinator zijn geen lid van de visitatiecommissie. 3) de visitatiecommissie is onafhankelijk: Alle commissieleden, alsook de secretaris en de procescoördinator verklaren voorafgaand aan het bezoek geen relaties of banden met de desbetreffende instelling te onderhouden die een onafhankelijke oordeelsvorming over de kwaliteit van de opleiding positief of negatief zou kunnen beïnvloeden. Zij hebben dusdanige relaties met de instelling de afgelopen vijf jaar niet gehad. Alle commissieleden, de secretaris en de procescoördinator ondertekenen een deontologische code waarin zij o.a. verklaren gedurende een termijn van vijf jaar niet betrokken te worden bij de oprichting van eenzelfde of sterk verwante nieuwe opleiding. De voorzitter en de secretaris ondertekenen na afloop van het beoordelingsproces het adviesrapport, nadat alle commissieleden hebben ingestemd met het rapport. In het adviesrapport is tevens een verklaring opgenomen dat de beoordeling in onafhankelijkheid heeft plaatsgevonden. Indien er tijdens het beoordelingsproces zaken plaatsvinden die de onafhankelijkheid van de beoordeling kunnen beïnvloeden, kunnen belanghebbenden, zoals bijvoorbeeld commissieleden, medewerkers of studenten, dit melden bij de NVAO. 4 Beoordelingsproces De eindverantwoordelijkheid voor de uitvoering van het beoordelingsproces ligt bij de NVAO. 4.1 Aanvraag De instelling dient een aanvraag voor toetsing van de nieuwe opleiding in bij de NVAO, vergezeld van de onder hoofdstuk 6 genoemde documentatie. Deze aanvraag kan in het geval van opleidingen aan ambtshalve geregistreerde instellingen enkel worden ingediend indien de Erkenningscommissie een positief oordeel heeft uitgebracht over de macrodoelmatigheid van de opleiding of de Vlaamse regering hierover een positief oordeel heeft geformuleerd. Het oordeel van de Vlaamse regering wordt geacht positief te zijn indien het niet wordt meegedeeld binnen de dertig kalenderdagen. De aanvraag moet worden ingediend binnen een termijn van vijftien dagen na ontvangst van het genoemde oordeel of nadat de termijn is verstreken waarbinnen de Vlaamse regering een oordeel moet uitspreken. 4.2 Informatiedossier De opleiding presenteert ten behoeve van de beoordeling door de visitatiecommissie een informatiedossier over de opleiding. Het informatiedossier is een op zichzelf staand document, dat zelfstandig te lezen is. Het dient de generieke kwaliteitswaarborgen te volgen zoals weergegeven in hoofdstuk 2. pagina 8

In het kader voor de toets nieuwe opleiding is gekozen voor een opzet die veel ruimte laat voor de opleiding om haar eigenheid te benadrukken. In het informatiedossier kan de opleiding van deze ruimte gebruik maken. Het is bij uitstek het handvat om docenten en peers te laten spreken over de inhoud van de opleiding en waarin de belanghebbenden zich herkennen. Bij het schrijven van het informatiedossier en bij de uitvoering van de visitatie is het van belang dat er geen overlap optreedt met de beoordeling in het kader van de instellingsreview. Voorop staat fitness for purpose : indien het nodig is te refereren aan instellingsbeleid, gaat het louter om de uitwerking van dit beleid voor de betrokken opleiding. Randvoorwaardelijke zaken, zoals de opzet van de kwaliteitszorg of het personeelsbeleid van de instelling behoren hier niet toe. Zij zijn onderwerp van de instellingsreview. Voor de geregistreerde instellingen die geen instellingsreview ondergaan geldt dat zij het opzet van het kwaliteitszorgstelsel (generieke kwaliteitswaarborg 4) en het personeelsbeleid (onder generieke kwaliteitswaarborg 2) wel uitwerken. De omvang van het informatiedossier bedraagt maximaal 25 pagina s met een maximum van 10000 woorden, inclusief de inleiding en exclusief de verplichte bijlagen. 4.3 Locatiebezoek Het verplichte locatiebezoek ten behoeve van de toets nieuwe opleiding duurt maximaal één etmaal, slechts in uitzonderlijke gevallen kan hiervan worden afgeweken. Hierbij wordt als werkwijze gehanteerd dat de visitatiecommissie tijdens de installatievergadering, voorafgaand aan het locatiebezoek, de schriftelijke informatie heeft doorgenomen en de vragen voor het locatiebezoek heeft geformuleerd. De visitatiecommissie spreekt tijdens het locatiebezoek met het bestuur van de instelling, de (beoogde) opleidingscoördinatie, beoogde docenten, studenten die gebruik maken van dezelfde voorzieningen en waar relevant vertegenwoordigers van het beroepenveld. Op die manier moet de visitatiecommissie zicht krijgen op de kwaliteit van de opleiding. In uitzonderlijke omstandigheden kan het locatiebezoek bij een herbeoordeling vervangen worden door een vraaggesprek. Cf. Handleiding toets nieuwe opleiding. 4.4 Beoordelingsprocedure binnen de visitatiecommissie De visitatiecommissie geeft een oordeel over de generieke kwaliteitswaarborgen. De visitatiecommissie kan na de visitatie nog aanvullende informatie vragen om tot een oordeel te komen. Dat oordeel wordt gemotiveerd door een weging van positieve en kritische elementen uit de bevindingen en vaststellingen van de visitatiecommissie. Daarbij komen alle onderliggende criteria aan bod. Het oordeel kan zijn: voldoende of onvoldoende. Vervolgens formuleert de visitatiecommissie een oordeel over de kwaliteit van de opleiding. Ook dat oordeel wordt gegeven op een tweepuntsschaal: voldoende of onvoldoende. pagina 9

4.5 Adviesrapport De secretaris van de visitatiecommissie stelt een adviesrapport op van maximaal 20 pagina s, met een maximum van 8000 woorden. Per generieke kwaliteitswaarborg zijn opgenomen: de feitelijk onderbouwde bevindingen van de commissie, haar overwegingen, het oordeel en eventuele verbetersuggesties. De visitatiecommissie geeft haar onderbouwing op basis van het informatiedossier, de gesprekken tijdens het locatiebezoek en het beschikbare materiaal. In het adviesrapport zijn voor iedere generieke kwaliteitswaarborg waar mogelijk aansprekende en representatieve voorbeelden opgenomen. Het adviesrapport wordt voorafgegaan door een samenvattend oordeel over de kwaliteit van de opleiding van maximaal twee pagina s, leesbaar voor een breed publiek. Hier wordt ook het eindoordeel vermeld. Verder bevat het adviesrapport: de basisgegevens over de opleiding, een scoretabel met de oordelen, de samenstelling van de visitatiecommissie, informatie over het locatiebezoek, een overzicht van het bestudeerde materiaal en een lijst met afkortingen. Nadat alle commissieleden hebben ingestemd met de inhoud van het adviesrapport stelt de voorzitter van de commissie het rapport vast. Het adviesrapport wordt formeel gefiatteerd door de voorzitter en de secretaris van de visitatiecommissie en ter besluitvorming aangeboden aan de NVAO. 5 NVAO-besluitvorming De NVAO stelt vast of het adviesrapport voldoet aan de criteria en of de gehanteerde methoden en de gebruikte informatiebronnen deugdelijk zijn. Indien het adviesrapport vragen oproept bij de NVAO kan de NVAO de visitatiecommissie uitnodigen voor een gesprek. De NVAO neemt binnen de ordetermijn van vier maanden na ontvangst van de aanvraag een beslissing. Op basis van het adviesrapport stelt de NVAO het toetsingsrapport op en spreekt daarin een samenvattend oordeel uit. De NVAO kan twee mogelijke besluiten nemen: voldoende of onvoldoende. 5.1 Een oordeel voldoende Een oordeel voldoende betekent dat de NVAO van mening is dat voor de nieuwe opleiding voldoende generieke kwaliteitswaarborgen voorhanden zijn. Alvorens het toetsingsrapport definitief vast te stellen, geeft de NVAO het instellingsbestuur de mogelijkheid binnen een termijn van tien dagen bezwaar en opmerkingen te formuleren op het ontwerp van toetsingsrapport. Het adviesrapport van de commissie is als bijlage toegevoegd aan het toetsingsrapport. De NVAO bezorgt haar positief toetsingsrapport met het samenvattend oordeel aan de instelling en aan de Vlaamse minister bevoegd voor onderwijs. De Vlaamse regering neemt het besluit houdende erkenning van een nieuwe opleiding binnen een termijn van 30 pagina 10

kalenderdagen, die ingaat de dag na deze van ontvangst van het toetsingsrapport van de NVAO. Het besluit treedt in werking met ingang van de bekendmaking ervan aan de instelling en dit voor een periode van de duur van de opleiding, verlengd met twee jaar. 5.2 Een oordeel onvoldoende Indien de NVAO van oordeel is dat voor de nieuwe opleiding potentieel onvoldoende generieke kwaliteitswaarborgen voorhanden zijn, leidt de toets tot een negatief toetsingsrapport. Alvorens het toetsingsrapport definitief vast te stellen, geeft de NVAO het instellingsbestuur de mogelijkheid binnen een termijn van tien dagen bezwaren en opmerkingen te formuleren op het ontwerp van toetsingsrapport. Het adviesrapport van de commissie is als bijlage toevoegd aan het toetsingsrapport. De instelling wordt in diezelfde termijn ook in de gelegenheid gesteld haar aanvraag in te trekken. Ambtshalve geregistreerde instellingen hebben de mogelijkheid om binnen een termijn van 60 kalenderdagen opnieuw een aanvraag in te dienen. Gelet op het feit dat aanvragen toets nieuwe opleiding van geregistreerde en nog niet geregistreerde instellingen niet gebonden zijn door een uitspraak over macrodoelmatigheid, kunnen zij na intrekking steeds een nieuwe aanvraag indienen. Indien de instelling haar aanvraag niet intrekt, stelt de NVAO een negatief toetsingsrapport met samenvattend oordeel op. Het toetsingsrapport wordt bezorgd aan de instelling en aan de Vlaamse minister bevoegd voor onderwijs. 6 Documentatie bij de aanvraag De ontvankelijkheid van de aanvraag is gebaseerd op de volledigheid van het dossier. De aanvraag voor de toets van een nieuwe opleiding bevat de volgende informatie: 6.1 Basisgegevens over de opleiding De administratieve gegevens worden opgenomen in het adviesrapport van de visitatiecommissie, het toetsingsrapport en het besluit van de NVAO. 6.1.1 Administratieve gegevens van de instelling 1. naam, adres, telefoon, e-mailadres, website; 2. status (ambtshalve geregistreerd, geregistreerd of niet geregistreerd); 3. in voorkomend geval: naam van de associatie waartoe de instelling behoort; 4. vestiging(en) opleiding; 5. naam, functie, telefoon en e-mail contactpersoon. 6.1.2 Administratieve gegevens van de opleiding 1. de naam; 2. de eventuele afstudeerrichtingen; 3. de onderwijstaal; 4. het niveau en de oriëntatie; 5. doelstellingen en eindtermen van de opleiding; 6. het studiegebied, een deel van een studiegebied of studiegebieden waarbinnen de opleiding wordt gerangschikt; pagina 11

7. of de opleiding al bestaat in het Vlaams hoger onderwijs dan wel nieuw is; 8. de studieomvang uitgedrukt in studiepunten; 9. de graad waartoe de opleiding leidt, de kwalificatie van de graad en in voorkomend geval de specialisatie van de graad; 10. in voorkomend geval de titel die houders van de graad van deze opleiding kunnen voeren; 11. wanneer het om een bacheloropleiding gaat: de aansluitingsmogelijkheden en de mogelijke vervolgopleidingen; wanneer het om een masteropleiding gaat: de vereiste vooropleidingen en toelatingsvoorwaarden. 6.2 Het informatiedossier Indien de opleiding nog wijzigingen aanbrengt in het dossier na de beslissing van de erkenningscommissie, dienen deze aangeduid te worden. 6.2.1 Toelichting per generieke kwaliteitswaarborg De opleiding geeft per generieke kwaliteitswaarborg een toelichting bij alle onderliggende criteria. 6.2.2 Verifieerbare feiten 1. Besluit van de Erkenningscommissie c.q. Vlaamse Regering inzake macrodoelmatigheid of toelichting bij het overschrijden van de besluittermijn van de Vlaamse Regering; 2. Domeinspecifieke leerresultaten opgesteld conform de VLUHR-handleiding; 3. De beoogde opleidingsspecifieke leerresultaten; 4. Een schematisch programmaoverzicht; 5. Een inhoudsbeschrijving (op hoofdlijnen) van de programmaonderdelen van de eerste 60 studiepunten, met vermelding van de eindkwalificaties, leerdoelen, werkvorm(en), wijze van toetsing, literatuur (verplicht/aanbevolen), studiepunten (ECTS-fiches); 6. Een beschrijving van het personeel: de beoogde profielen en voor zover beschikbaar: korte CV s; 7. Overzicht van de contacten met het werkveld (indien relevant); 8. Het investeringsplan voor de volledige opleiding. 6.2.3 Documenten ter inzage tijdens het bezoek 1. Onderwijs- en examenregeling; 2. Verslagen van overleg in relevante commissies / organen; 3. Beschikbare handboeken en studiemateriaal. pagina 12