10 februari 2019 17.00 uur JB Wilmink orgel/piano: Piet Noort schriftlezing: Roel Hagg Welkom door ouderling van dienst LB 655 (LvdK 225): 1 en 4 Zing voor de Heer Stil gebed, gezongen votum, groet, gezongen Amen LB ps113: 1 en 2 Gebed om leiding van de Heilige Geest Schriftlezing MARKUS 5:21-43 (door voorlezer) en HC zondag 21B (55) LB Psalm 72: 4 en 7 Verkondiging LB 939 Op U alleen, mijn licht, mijn kracht Dankgebed en voorbeden Collecten Aankondigen: LB 864 (LvdK 409): 1 en 5 Laat ons de Heer lofzingen Zegen - Gemeente: Amen
10 februari 2019 17.00 uur JB Wilmink orgel/piano: Piet Noort schriftlezing: Roel Hagg Welkom door ouderling van dienst LB 655 (LvdK 225): 1 en 4 Zing voor de Heer 1 Zing voor de Heer een nieuw gezang! Hij laaft u heel uw leven lang met water uit de harde steen. Het is vol wonderen om u heen. 4 De hand van God doet in de tijd tekenen van gerechtigheid. De Geest des Heren vuurt ons aan de heilige tekens te verstaan. Stil gebed, gezongen votum, groet, gezongen Amen LB ps113: 1 en 2 1 Prijs, halleluja, prijs de Heer, gij s Heren knechten, immermeer moet s Heren naam gezegend wezen. Van waar de zon in t oosten straalt, tot waar ze in t westen nederdaalt, zij s Heren grote naam geprezen. 2 Ver boven aller volken trots blinkt hemelhoog de glorie Gods. Wie is als Hij, de Heer der heren? Hij onze God, die troont zo hoog, slaat op het diepste diep zijn oog. Hemel en aarde moet hem eren. Gebed om leiding van de Heilige Geest Schriftlezing MARKUS 5:21-43 21 Toen Jezus weer met de boot was overgestoken, verzamelde er zich een grote menigte bij hem, en hij bleef aan het meer. 22 Een van de leiders van de synagoge, die Jaïrus heette, kwam naar hem toe, en toen hij Jezus zag viel hij aan zijn voeten neer. 23 Hij smeekte hem dringend: Mijn dochter ligt op sterven; kom haar de handen opleggen om haar te redden en te zorgen dat ze in leven blijft. 24 Hij ging met hem mee. Een grote menigte volgde hem en verdrong zich om hem heen. 25 Onder hen was ook een vrouw die al twaalf jaar aan bloedverlies leed. 26 Ze had veel ellende doorgemaakt door de behandeling van allerlei artsen, aan wie ze haar hele vermogen had uitgegeven zonder dat ze ergens baat bij had gehad; integendeel, ze was alleen maar achteruitgegaan. 27 Ze had gehoord over Jezus,
en ze begaf zich tussen de menigte en raakte zijn bovenkleed van achteren aan, 28 want ze dacht: Als ik alleen zijn kleren maar kan aanraken, zal ik al gered worden. 29 En meteen hield het bloed op te vloeien en merkte ze aan haar lichaam dat ze van de kwaal genezen was. 30 Op hetzelfde ogenblik werd Jezus zich ervan bewust dat er kracht uit hem was weggestroomd. Midden in de menigte draaide hij zich om en vroeg: Wie heeft mijn kleren aangeraakt? 31 Zijn leerlingen zeiden tegen hem: U ziet dat de menigte zich om u verdringt en dan vraagt u: Wie heeft mij aangeraakt? 32 Maar hij keek om zich heen om te zien wie het gedaan had. 33 De vrouw, die bang was geworden en stond te trillen omdat ze wist wat er met haar was gebeurd, kwam naar hem toe en viel voor hem neer en vertelde hem de hele waarheid. 34 Toen zei hij tegen haar: Uw geloof heeft u gered; ga in vrede en wees genezen van uw kwaal. 35 Nog voor hij uitgesproken was, kwamen enkele mensen tegen de leider van de synagoge zeggen: Uw dochter is gestorven, waarom valt u de meester nog lastig? 36 Maar Jezus hoorde dat en zei tegen de leider van de synagoge: Wees niet bang, maar blijf geloven. 37 Hij stond niemand toe om met hem mee te gaan, behalve Petrus, Jakobus en Johannes, de broer van Jakobus. 38 Ze kwamen bij het huis van de leider van de synagoge en zagen daar een groep mensen die luid stonden te huilen en te weeklagen. 39 Hij ging naar binnen en zei tegen hen: Waarom maken jullie zo n misbaar en huilen jullie? Het kind is niet gestorven, het slaapt. 40 Ze lachten hem uit. Maar hij stuurde hen allemaal naar buiten en ging met de vader en moeder van het kind en de leerlingen die bij hem waren de kamer van het kind binnen. 41 Hij pakte de hand van het kind vast en zei tegen haar: Talita koem! In onze taal betekent dat: Meisje, ik zeg je, sta op! 42 Meteen stond het meisje op en begon heen en weer te lopen. Ze was twaalf jaar. Iedereen was met stomheid geslagen. 43 Hij drukte hun op het hart dat niemand dit te weten mocht komen, en zei dat ze haar te eten moesten geven. en HC zondag 21B (55) Vraag 55: Wat verstaat u onder de gemeenschap der heiligen? Antwoord: Ten eerste dat de gelovigen allen samen en ieder persoonlijk als leden gemeenschap hebben met de Here Christus en deel hebben aan al zijn schatten en gaven. Ten tweede dat ieder verplicht is zijn gaven tot nut en heil van de andere leden gewillig en met vreugde te gebruiken.
LB Psalm 72: 4 en 7 4 Hij zal de redder zijn der armen, hij hoort hun hulpgeschrei. Hij is met koninklijk erbarmen hun eenzaamheid nabij. Hij helpt, met hun bestaan bewogen, die zijn in vrees verward. Hun bloed is kostbaar in zijn ogen. Hij draagt hen in zijn hart. 7 Laat ons de grote naam bezingen van Hem die Israël leidt, want Hij alleen doet grote dingen, zijn roem vervult de tijd. Loof God de Heer, Hij openbaarde zijn wonderen, zijn eer. Zijn heerlijkheid vervult de aarde. Ja, amen, loof de Heer. Verkondiging LB 939 Op U alleen, mijn licht, mijn kracht Op U alleen, mijn licht, mijn kracht, stel ik mijn hoop, U zorgt voor mij. Door golven heen, door storm en nacht, leidt mij Uw hand, U blijft nabij. Uw vrede diep, uw liefde groot, verjaagt mijn angst, verdrijft de dood. Mijn vaste rots, mijn fundament, U bent de grond waarop ik sta. U werd een mens, U daalde neer, in onze pijn en schuld en strijd. U droeg de last, verrezen Heer, die ons van elke vloek bevrijdt. U sloeg de zonden aan het kruis en brengt ons bij de Vader thuis; want door Uw bloed, Uw levenskracht, komen wij vrij voor God te staan. Van eerste kreet tot laatste zucht, leef ik in U, en U in mij. Geen boze macht, geen kwaad gerucht, niets is er dat mij van U scheidt. Want U regeert, U overwint, U neemt mij aan, ik ben Gods kind. Totdat U komt, mij roept voorgoed, bent U het doel van mijn bestaan. Dankgebed en voorbeden
Collecten Aankondigen: LB 864 (LvdK 409): 1 en 5 Laat ons de Heer lofzingen 1 Laat ons de Heer lofzingen, juich, al wie bij Hem hoort! Hij zal met trouw omringen wie steunen op zijn woord. Al moet ge hier ook dragen veel duisternis en dood, gij hoeft niet te versagen, Hij redt uit alle nood. 5 Daarom lof zij de Here, in wie ons heil bestaat, Hem die ons toe wou keren zijn liefelijk gelaat. Hij moge ons behoeden, elkander toegewijd, en schenke ons al t goede nu en in eeuwigheid. Zegen - Gemeente: Amen