BIJLAGE 1 BEVINDINGEN PRC ONDERZOEK



Vergelijkbare documenten
Ventilatievoorzieningen, Daglicht, VWA en HWA

Daglicht- en ventilatieberekening

Ventilatie berekening Nieuwbouw woning Den Hartog

Rapport. Ventilatieberekeningen Herontwikkeling Rietveld 33A te Woerden. Projectnummer 16126

Verbouw Abdij Koningsoord te Berkel-Enschot. - Werkplaats - Toetsing verblijfsgebieden, verblijfsruimten Luchtverversing Daglichttoetreding

Installatievoorschriften. Bel-Ro-combi CLV systeem

Bouwbesluit Toetsing BB 2012

Renovatie en verbouwing Brouwhuis Ceresstraat te Breda '8 woningen noord en westgevel'

T O E T S I N G S R A P P O R T

Verbouw schuur Vlietweg 13 te Leiden. Toetsing verblijfsgebieden, verblijfsruimten Luchtverversing Daglichttoetreding

Datum: 14 november 2016 Ons kenmerk: MW15457 Project: Verbouwing schuur Wiersserbroekweg 12 te Vorden Betreft: Bouwbesluitberekeningen

BOUWBESLUIT BEREKENINGEN. Inhoud. - Gebruiksfuncties, gebruiks- en verblijfsoppervlaktes. - Daglichttoetredingsberekening. - Spuiventilatieberekening

AFD BEPERKING ONTSTAAN BRANDGEVAARLIJKE SITUATIE

Behoort bij besluit van het College van burgemeester en wethouders van Uden van. 29 april Teamleider dienstverlening afdeling Ruimte

BOUWBESLUIT BEREKENINGEN. Inhoud ZK BEM Gebruiksfuncties, gebruiks- en verblijfsoppervlaktes

Inhoud. Regelgeving. J.E. StorkAir. Jerôme Corba Adviseur woningbouw. - Regelgeving. - Bouwbesluit berekening / installatie ontwerp - EPC.

Bouwbesluitrapportage

Initiatiefnemer: Wooncorporatie ProWonen Revitalisatie en renovatie 18 woningen te Zelhem. Datum: Rapportage bouwbesluit INHOUD

Bouwbesluit Rapport Verbouw

BOUWBESLUIT BEREKENINGEN. Inhoud. - Gebruiksfuncties, gebruiks- en verblijfsoppervlaktes. - Daglichttoetredingsberekening. - Spuiventilatieberekening

Notitie Luchtverversing

Rapport Bouwbesluit. (Bouwfysische berekeningen) - Oppervlakte berekening - Daglicht berekening - Ventilatie & spui berekening

BOUWBESLUIT BEREKENINGEN. Inhoud. - Gebruiksfuncties, gebruiks- en verblijfsoppervlaktes. - Daglichttoetredingsberekening. - Spuiventilatieberekening

Ventilatieberekening. Projectnummer Project : Vrijstaande woning aan de Roswinkelermarke 15 ter Apel

Bouwbesluit Toetsing Verbouw BB 2012

BOUWBESLUIT BEREKENINGEN

Nieuwbouw gebouw B Nistelrodeseweg t.h.v. nr 13, te Uden Inleiding

BOUWBESLUIT BEREKENINGEN

Architecten HMV Burg. Guljelaan CZ Breda Tel

Projectgegevens. Openbaar Belang Binnengasthuisstraat NH, Zwolle T. (038) E. info@openbaarbelang.nl. Projectteam PROJECT

GASINSTALLATIES EN GASVERBRANDINGSTOESTELLEN (procescertificaat)

Projectgegevens. Inhoudsopgave

Project: Verbouwing voormalig Klooster Kranenburg Ruurloseweg LD Vorden Werknummer: CM 10 Datum: 25 juni 2018

Rapport: ventilatieberekening voor de verbouw van de woonboerderij aan de Min. Cremerstraat 10 te Zeijen

Rookgasafvoerkanalen

Rapportage. Verdunning. Post Rotterdam. Rotterdam

Bouwbesluit Toetsing BB 2012

Hierbij de gevraagde info betreffende zaak , Breistroeken 50 Nw. Balinge.

Renvooi. datum: P = 0,90- N.A.P. gebakken klinker oprit. gebakken klinker terras. entree aanduiding. parkeerplaats opstelling

Bouwbureau Jansman. Nieuwbouw woning a.d. Koekoekweg 2 te Harfsen.

Heeren Santpoort-Noord

Behoort bij besluit van burgemeester en wethouders van Berkelland datum: zaaknr: nr: 10 jan OU

DA AD. Nieuwbouw woonhuis Galama-Sevinga te Veenhuizen. rapportage bouwbesluitberekeningen. Werknummer: Datum: Particuliere woning

Het ontwerpen van een

Projectgegevens. Inhoudsopgave. Bruikbaarheid oppervlaktestaat gbo / vg / vr NEN 2580 aantal personen toiletruimte toegankelijkheidssector

Rgd. Dichtheid. Voor het aspect dichtheid van bouwconstructies wordt onderscheid gemaakt in:

Bouwbesluit Toetsing BB 2012

Projectnaam : 12 appartementen Catherijnesteeg te Barneveld - app 1, 3 en 8 Projectnummer : PR8691

Projectgegevens. Inhoudsopgave. Bruikbaarheid oppervlaktestaat gbo / vg / vr NEN 2580 toiletruimte buitenberging en buitenruimte

C ntek serooskerke. Bouwfysisch rapport Te realiseren appartement in wagenschuur Te Grijpskerke

Ventilatieberekening. Projectnummer 1718 Datum: Vrijstaande woning Bos, Teugel kavel 36 Barger Compascuum

Brandveiligheidsaspecten van de uitbreiding van het kantoorpand van IHC Hydrohammer B.V. te Kinderdijk. Ontwerp met 3 verdiepingen

Projectnaam : 12 appartementen Catherijnesteeg te Barneveld - app 5 en 10 Projectnummer : PR8691

: Nieuwbouw woning aan de Ruigendijk 8 te de Koog. : Ventilatie berekening

Rapport Bouwbesluiteisen

Rapport Bouwbesluit. (Bouwfysische berekeningen) - Oppervlakte berekening - Daglicht berekening - Ventilatie & spui berekening

BOUWBESLUITBEREKENINGEN

w w w. o l d e h a n t e r. n l

Berekeningen en Bouwkundige gegevens

nieuwbouw melkveebedrijf: Werktuigenberging C, Jongveestal D, Ligboxenstal E jc Cotenoeverseweg 105, Brummen

Het nieuwe beugelen! Wat is de beste manier om een rookgasafvoersysteem

Onderbouw. Brandveiligheidseisen ONDERBOUW. Om voor optoppen in aanmerking te komen moet een woongebouw aan

Ill I III IIIII III IIIII D D

Namens dezen, Teamleider Ruimtelijke Ordening & Vergunningen. Gemeente Hilvarenbeek Ingekomen:

VERBOUW \)^NBOERDERIJ A/D MIN.CREMERSTRK^T'^^IO 9491 TJ ZEIJEN VOOR DHR. J. V.D. LAAN

Project gegevens. Horstman Warmtetechnisch Advies- en Ontwerpbureau Lochem. Gebruiksoppervlakte

C ntek serooskerke. Bouwfysische berekening Uitbreiding woning. C. Jaspersestraat 19 te Meliskerke. Matthijsse Administratie en advies

Uw ventilatiesysteem: natuurlijke toevoer, mechanische afvoer

Stappenplan voor het maken van een ventilatiebalans (nieuwbouwwoning)

ouw toetz Project: Herinrichting 't Klooster van Rilland Werknummer:ZF15-06 Datum:

WERKOMSCHRIJVING MONUMENT

Verbouwing pand a/d Kabbelaarsbank te Ouddorp

C ntek serooskerke. Bouwfysische berekening Uitbreiden woonhuis. Duinweg 28 te Oostkapelle

HET NIEUWE BEUGELEN CHECKLIST. Burgerhout PARTNER INNOVATIVE

VvE Koning Karel 12 e

RAPPORT. Recreatiewoning Bosweg 45 Zoutelande. Recreatiewoning

BEREKENINGEN T.B.V. AANVRAAG OMGEVINGSVERGUNNING RESTAURATIE RIJKSMONUMENT KERKHOFWEG 18 TE STEENDEREN BA800

Verbouw Reigerstraat 8-10, Breda Toetsing verblijfsgebieden, verblijfsruimten Luchtverversing Daglicht toetreding Doorspuibaarheid

Kunststof rookgasafvoersystemen. Dat installeert wel zo makkelijk!

C ntek serooskerke. Bouwfysisch rapport Bouwen van vrijstaande aan de Brouwerijweg 35 te Domburg

Oppervlakte, daglicht en ventilatieberekening woning familie van Lin

Uw ventilatiesysteem: Vraaggestuurde ventilatie met natuurlijke toevoer, mechanische afvoer;

BOUWBESLUIT BEREKENINGEN

Berekening Bouwbesluit

Bouwbesluit rapportage

Toetsing bouwbesluit. Onderwerp:

Projectgegevens. Inhoudsopgave. Bruikbaarheid oppervlaktestaat gbo / vg / vr NEN 2580 aantal personen toiletruimte toegankelijkheidssector

Bijlage omgevingsvergunning

Lees zorgvuldig onderstaande informatie

cætshage architectenbureau bna b.v onderdeel : foto oostgevel situatie (schaal 1 : 500) foto noordgevel

Rapport Bouwbesluit. (Bouwbesluit 2012) - Ventilatie berekening - Spui berekening - Daglicht berekening

Daglichtberekening. Ventilatieberekening

KNOEIWERK. FOTO 2 Aansluitkanaal - twee stukken flexibele metalen buis met verschillende doormeter aan elkaar vastgezet.

AD T Tekeningenlijst

Nummer 87833/02 Vervangt 87833/01. Geldig tot Pagina 1 van 5

Notitie Luchtverversing

Montage handleiding BM kunststof PP rookgasafvoerleidingen

Woning Lekdijk 42 te Nieuw-Lekkerland. Toetsing verblijfsgebieden, verblijfsruimten Daglichttoetreding

GSPublisherVersion LOFT APPARTEMENTEN TILBURG DEFINITIEF ONTWERP

Rogafa. Het nieuwe beugelen! Rogafa. Nieuw advies Wat is de beste manier om een rookgasafvoersysteem

Transcriptie:

BIJLAGE 1 BEVINDINGEN PRC ONDERZOEK

1. PROJECTGEGEVENS Object : Bouwplan De Leertuinen te Rijen Onderzoek ter plaatse Inspectie d.d. : 12 november 2007 Door : de heren J.C. Kok en R.J. van Drie Rapportage : J.C. Kok, P.W. van Calis en R.J. van Drie Werknummer : W0001.01.99 W0001.01.99/DvD/TKa - 1-24 april 2008/ Versie: definitief

2. BEVINDINGEN De cv-ketel is een zogenoemde combiketel die ook voorziet in warm tapwater. Er zijn mankementen geconstateerd in de dichtingen van de leidingen. De meeste leidingen waren niet in voldoende mate in elkaar geschoven. In de eerste leidingschacht (nrs 23 47 71) bleken twee rookgasafvoeren los. De horizontale leiding die van de cv loopt naar de verticale leiding in de in de leidingschacht, had een sterk tegenschot. Hierdoor bleek dit horizontale deel van de leiding voor meer dan driekwart van de doorsnede vol te staan met (condens)water. 2.1 Naar aanleiding van de visuele inspectie 2.1.1 Geïnspecteerde appartementen Totaal zijn 5 appartementen door PRC in het onderzoek betrokken. Appartement nr. 23, is als eerste bezocht. Vervolgens zijn de twee appartementen boven dit appartement aangedaan (1 e verdieping = huisnummer 47; 2 e verdieping huisnummer 71). Zo is het gehele stramien 1, (deze benaming wordt als zodanig door de Technische Recherche gevoerd) door PRC geschouwd. Tevens is op de 1 e verdieping appartement 41 aangedaan omdat daar de leidingschacht was open gemaakt. In de hoogbouw is het hoogst gelegen appartementen nr. 81 aangedaan. Via de Vlizotrap is van dit appartement ook de vliering bezocht zodat de leidingschacht inspecteerbaar was. Tot slot is het platte hoofddak van de laagbouw aangedaan. Onderstaand staat de indeling van het complex schematisch weergegeven. De groot weergegeven nummers betreffen de woningen die zijn geïnspecteerd. 83 79 81 77 75 73 71 69 67 65 63 61 59 57 55 53 51 49 47 45 43 41 39 37 35 33 31 29 27 25 23 21 19 17 15 13 11 9 7 5 3 1 Stramien: 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 W0001.01.99/DvD/TKa - 2-24 april 2008/ Versie: definitief

2.1.2 Mechanische ventilatie Onderstaand zal worden ingedaan op de bevindingen die betrekking hebben op de ventilatie toevoer en ventilatie afvoer in de bezochte appartementen. In alle situaties is dezelfde mechanische ventilatiebox toegepast. In het bijzonder is de inregeling van de afzuigventielen beoordeeld. Daarnaast of sprake is van een motorloze c.q. recirculerende afzuigkap. De posities en aantallen nachtventilatieroosters in woonkamer/keuken zijn opgenomen. En de positie van de standenschakelaar van de mechanische ventilatie. Ook is vastgelegd of onder de binnendeuren een naadvorming aanwezig is tussen onderzijde deur en bovenzijde vloerafwerking. Er dient uit de rapportages van de technische recherche te worden herleid of te achterhalen is wat de standen geweest zijn van de standenschakelaar (1, 2 of 3) en ventilatieroosters (open/dicht) in de afzonderlijke appartementen,ten tijde van het ongeval. 2.1.2.1 Algemeen De mechanische ventilatiebox, hangt aan de wand van de schacht in de inpandige bergruimte van het appartement. De ventilatiebox heeft een capaciteit van 325 m3/h. Deze levert een druk van 150 PA en kent een Pnorm van 43 W. De afzuigventielen zijn opgenomen in de betonnen systeemvloeren. Op de ventielen is aangegeven met een op welke stand het ventiel is ingeregeld. Elke keuken heeft twee afzuigventielen. Op een van de afzuigventielen kan de motorloze afzuigkap worden aangesloten, het andere ventiel is bedoeld als ruimteafzuiging. De volgende standen laten zich instellen: 0-1T - 2-3B - 4-5K - 6. Dit impliceert dat de ventielen ingesteld kunnen worden op 7 standen. De standen 1T, 3B en 5K geven aan dat deze voor een toilet, badkamer en keuken bedoeld zijn. 2.1.2.2 Appartement 23 (=PD) De standenschakelaar van de mechanische ventilatie staat tijdens het onderzoek op stand 3. Toegepast is een motorloze afzuigkap die aangesloten is op ventiel 1 in de keuken; Ventilatietoevoer in woonkamer/keuken geschiedt via 3 stuks ventilatieroosters in de gevelkozijnen nabij de keuken (L = 900 millimeter) Onder de binnendeuren bevindt zich een naad > 10 mm ten opzichte bovenzijde vloerafwerking. Met betrekking tot de afzuigventielen: Berging: stand 0 (zeer marginale naad) Toilet: stand 2 Badkamer: stand 3B Keuken: stand 3B (ventiel 2) W0001.01.99/DvD/TKa - 3-24 april 2008/ Versie: definitief

2.1.2.3 Appartement 47 (= direct boven PD) De standenschakelaar van de mechanische ventilatie staat thans op stand 3. Toegepast is een motorloze afzuigkap die aangesloten is op ventiel 1 in de keuken; Ventilatietoevoer in woonkamer/keuken geschiedt via, 3 stuks nachtventilatieroosters in de gevelkozijnen nabij de woonkamer (L = 1200 mm met een hoogte van 40 mm) Onder de binnendeuren bevindt zich een naad > 10 mm ten opzichte bovenzijde vloerafwerking. Met betrekking tot de afzuigventielen: Berging: stand 2 Toilet: stand 2 Badkamer: stand 3-B Keuken: stand 3B (ventiel 2) 2.1.2.4 Appartement 41 (= op 1 e verd. met open schacht) Binnendeuren zijn afgetaped om het personeel dat de herstelwerkzaamheden uitvoert, buiten de verblijfsruimten van dit herstel te houden. In dit appartement is daarom alleen de bergruimte en entreehal bezocht. Onder de binnendeuren bevindt zich een naad > 10 mm ten opzichte bovenzijde vloerafwerking. Met betrekking tot de afzuigventielen: Berging:stand 2 2.1.2.5 Appartement 71 (=boven PD op 2 e verdieping gelegen) De standenschakelaar van de mechanische ventilatie staat thans op stand 1 (= spaarstand) Toegepast is een motorloze afzuigkap die aangesloten is op ventiel 1 in de keuken; Ventilatietoevoer in woonkamer/keuken geschiedt via, 3 stuks nachtventilatieroosters in de gevelkozijnen nabij de woonkamer (L = 1200 mm met een hoogte van 40 mm) Onder de binnendeuren bevindt zich een naad > 10 mm ten opzichte bovenzijde vloerafwerking. Met betrekking tot de afzuigventielen: Berging:fout; ventiel staat geheel open Toilet:stand 2 Badkamer:stand 3-B 2e keukenventielstand 3-B(is ruimte afzuiging, ventiel 2) W0001.01.99/DvD/TKa - 4-24 april 2008/ Versie: definitief

2.1.2.6 Appartement 81 hoogbouw 6 bouwlaag De standenschakelaar van de mechanische ventilatie staat thans op stand 2. Toegepast is een recirculatie afzuigkap die niet is aangesloten. Ventilatietoevoer in woonkamer/keuken geschiedt via, 4 stuks nachtventilatieroosters in de gevelkozijnen nabij de keuken (L = 1200 mm met een hoogte van 40 mm) Onder de binnendeuren bevindt zich een naad > 10 mm ten opzichte bovenzijde vloerafwerking. Met betrekking tot de afzuigventielen: Berging:stand 0(maar royaal open, fout ingeregeld) Toilet:stand 2 Badkamer:stand 3-B 1e keukenventielstand 3-B(ventiel 1 recirculatie kap niet nabij ventiel gebracht) 2e keukenventielstand 3-B(is ruimte afzuiging, ventiel 2) 2.1.3 Rookgasafvoer, doorvoeringen door schacht / positie brandmanchet / bevestiging Onderstaand wordt een beknopt overzicht gegeven van met name de bevindingen die betrekking hebben op het verloop en de bevestigingswijze van de rookgasafvoer en eventueel luchtaanvoerleidingen, de wijze van doorvoer door de leidingschacht, de locatie van de brandmanchetten en eventueel de bevestigingswijze. 2.1.3.1 Algemeen De scheidingswand tussen berging en leidingschacht bestaat uit 70 mm dikke gipsblokken. De wand is niet nader afgewerkt. De hoekaansluitingen van deze wand vertonen plaatselijk smalle kieren. 2.1.3.2 Voor de wanddoorvoer van de rookgasafvoer is een kunststof leiding toegepast. Rond de doorvoer is een brandmanchet aanwezig 2.1.3.3 Appartement 23 (=PD) De ketel is verwijderd. De doorvoeren zijn nog aanwezig en intact, behoudens het plaatselijk wegsteken van het stucwerk onder de doorvoer van de rookgasafvoer. De doorvoer van de rookgasafvoer heeft een tegenschot van ca. 5 graden. In de afvoerleiding staat nog een laag water. De horizontale lengte (onder tegenschot) bedraagt circa 800 mm De brandmanchetten rond de doorvoeren steken minder dan 100 mm uit buiten de wanddoorvoer. De aansluiting rond de brandmanchet is aan het oppervlak afgesmeerd met gips. Langs de onderzijde van rookgasafvoer is dit gedeeltelijk verwijderd en blijkt hierachter een rand pur- W0001.01.99/DvD/TKa - 5-24 april 2008/ Versie: definitief

schuim aanwezig met een dikte van circa 5-10 mm en tot een diepte van minimaal 100 mm (voor zover geconstateerd). 2.1.3.4 Appartement 47 (= direct boven PD) De ketel is ontkoppeld. De doorvoeren zijn nog aanwezig en intact. De horizontale doorvoer van de rookgasafvoer ligt nagenoeg horizontaal. De brandmanchetten steken minder dan 100 mm uit buiten de wanddoorvoer. 2.1.3.5 Appartement 41 (= op 1 e verd. met open schacht) Woning 41 op de eerste verdieping, vierde stramien vanaf links, is aan de inspecties toegevoegd omdat hier de wand tussen de opstelruimte van de cv en de leidingschacht gedeeltelijk is doorgebroken. Het horizontale deel van de rookgasafvoer was gedemonteerd en ter plaatse nog aanwezig. Het verticale deel van de rookgasafvoer was gebeugeld geweest aan de achterliggende rookgasafvoerleiding van de begane grond. De verbindingen waren met aluminiumtape afgedicht geweest. De brandmanchetten van de nog aanwezige doorvoeren steken minder dan 100 mm uit buiten de wanddoorvoer. Bij de gedemonteerde doorvoer van de rookgasafvoer is vastgesteld dat de brandmanchet een lengte heeft van 205 mm. 2.1.3.6 Appartement 71 (= direct boven PD op 2 e verdieping gelegen) De ketel is ontkoppeld. De doorvoeren zijn nog aanwezig en intact. De horizontale doorvoer van de rookgasafvoer ligt nagenoeg horizontaal. De brandmanchetten van de mechanische ventilatie en de rookgasafvoer steken circa 105 mm uit buiten de wanddoorvoer. De brandmanchetten van de luchttoevoerleiding steekt circa 160 mm uit buiten de wanddoorvoer. 2.1.3.7 Appartement 81 hoogbouw 6 bouwlaag De wand tussen de opstelruimte van de cv en de leidingschacht is doorgebroken rond de doorvoeren van de leidingen van de cv en de mechanische ventilatie tot aan vloerniveau. De posities van de brandmanchetten zijn gedeeltelijk nog zichtbaar. De manchetten van de rookgasafvoer en de luchtaanvoer steken voor circa 90 mm uit buiten de wand. Het horizontale gedeelte van de mechanische ventilatieleiding steekt voor circa 170 mm uit buiten de wand. Ter plaatse van de doorbraak tussen opstelruimte en leidingschacht op vloerniveau (onderzijde vlieringvloer) is een stalen rail aangebracht waaraan enkele leidingen zijn verankerd. Naar verwachting betreft dit een aanpassing die in het kader van het thans aangevangen herstel is uitgevoerd. W0001.01.99/DvD/TKa - 6-24 april 2008/ Versie: definitief

Op het dak zijn boven de schachten van de stramienen 1, 2 en 3 (boven de woningnummers 71, 69 en 67) prefab schoorstenen aangetroffen met daarin op twee niveaus de uitmondingen van de rookgasuitvoer (boven) en de luchtaanvoerleidingen (onder). Boven de stramienen 4, 5 en 6 (boven de woningnummers 65, 63 en 61) is een zogenaamde rups aangetroffen, met daarin de versleping van de rookgasafvoeren van deze stramienen. Aan de bovenzijde van deze horizontale schacht zijn twee reparaties zichtbaar in de dakbedekking. Volgens mededeling door de technische recherche zijn deze recent opengemaakt ter controle van het leiding verloop en het afschot van deze horizontale leidingen. Medegedeeld is dat het afschot van deze leidingen niet voldoet. Exacte waarden zijn zo niet voorhanden. 2.2 Naar aanleiding van de 29 november 2007 verstrekte foto s Op 29 november 2007 zijn door VI drie foto s verstrekt die afkomstig zijn van de technische recherche. Deze foto s hebben betrekking op de schacht in appartement nr. 23. Deze foto s zijn als bijlage 1 toegevoegd. De eerste foto toont de doorvoeren van de luchttoevoer en rookgasafvoer van de ketel gezien vanuit de schacht. Hierbij valt het volgende op: De sparingen in de gipswand ten behoeve van de doorvoeren zijn vierkant uitgezaagd; Rondom de beide doorvoeren bevindt zich een brandmanchet die ruim doorsteekt aan de binnenzijde van de schachtwand. De ruimte tussen de opening en de brandmanchet is deels afgedicht met groene PURschuim. De PUR-schuim is met name zichtbaar in de hoeken van de vierkante openingen. De midden-boven gedeelten van de sparingen en het midden van de zijkanten zijn, in ieder geval over het achterste gedeelte, niet gevuld met PUR-schuim. Aan de bovenzijde van de luchttoevoerleiding bevindt zich een stuk tempex (piepschuim). Aan de bovenzijde hiervan is een stuk flexibele pvc-mantelbuis zichtbaar. Deze mantelbuis loopt door tot in de bovenliggende betonvloer. Op de aansluiting tussen bovenzijde gipsblok en betonvloer lijkt in de rechter bovenhoek een prop gele PUR-schuim zichtbaar. Over de resterende lengte van deze aansluiting lijkt een weefsellaag aanwezig. De tweede foto toont de lekkage van rook vanuit de schacht nadat de schacht volgezet is met rook. Een directe locatie van luchtlekken is op basis van de foto niet vast te stellen. De derde foto toont de volledig ontkoppelde verbinding van het afvoerkanaal van de combiketel in perceel 23. De foto toont het beeld vanuit de pijp gefotografeerd, naar boven gericht in de schacht. Zichtbaar is de blauwe afdichting van de bovenliggende pijp. Uit de foto wordt afgeleid dat rookgasafvoerleiding voor meer dan 50% van de doorsnede uitkomt in de schacht en voor minder dan 50% van de doorsnede uitkomt onder de bovenliggende afvoerleiding. Met ander woorden er zit een onderbreking in de pijp waarbij twee pijpeinden volledig zijn ontkoppeld en ten opzichte van elkaar zijn verschoven. Ten gevolge van deze onderbreking komt een groot gedeelte van de rookgassen rechtstreeks terecht in de leidingschacht. W0001.01.99/DvD/TKa - 7-24 april 2008/ Versie: definitief

2.3 Naar aanleiding van de verleende bouwvergunning Ontvangen zijn tekeningen en documenten behorende bij de bouwvergunning van Bouwplan De Leertuinen te Rijen (besluit van 23 mei 2006). Wij hebben kennisgenomen van de inhoud van deze stukken. Onderstaand zal op beknopte wijze een feitenrelaas worden opgesteld van de Bevindingen uit deze stukken. Zo mogelijk zijn de bevindingen uit het onderzoek op locatie gekoppeld aan deze gegevens. Het feitenrelaas zal gericht zijn op drie aspecten: Gasinstallatie (HR combiketel) Luchtverversing van de appartementen Brandcompartimentering van leidingschacht in de hoogbouw Eerst zal een algemeen relaas worden opgesteld omtrent de verstrekte stukken en voor zover van belang geacht in relatie tot voornoemde aspecten. De nummering is gelijk aan de nummering zoals die door de Inspectie op de aangeleverde stukken is aangebracht. 14. Aanvraag formulier bouwvergunning. Geen relevante gegevens. 15. Begeleidend schrijven bij Bouwaanvraag, besluit 23 mei 2006. Vermelding dat nadrukkelijk kennis genomen moet worden van de in de vergunning op genomen voorwaarden en bijgevoegde algemene voorwaarden. 16. Bouwvergunning 23 mei 2006. Overeenkomstig de volgende bij de vergunning behorende bescheiden: - memo toets bouwbesluit opties 5 oktober 2005; - het rapport brandoverslag, d.d. 16 augustus 2005; - ventilatieberekening 24 maart 2006; - overzichtstekening bouwbesluit toets 24 maart 2006; De bouwvergunning te verlenen onder de volgende voorwaarden: a) Het bouwen moet geschieden overeenkomstig de bepalingen van het Bouwbesluit, de bouwverordening en de krachtens die regelingen gestelde nadere eisen. Gegevens betreffende de details van de installatie en de details van de brandwerende voorzieningen maken geen onderdeel uit van de bouwvergunning. In de voorwaarden bij de bouwvergunning is ook niet opgenomen dat deze gegevens nog ter controle moeten worden overlegd. 19. Memo toets Bouwbesluit Geen relevante gegevens. 20. Toets Bouwbesluit afd. 2.9 Gasvoorziening Deze valt onder de verantwoordelijkheid van de adviseur installaties. Relevante gegevens van deze adviseur worden echter niet aangetroffen. W0001.01.99/DvD/TKa - 8-24 april 2008/ Versie: definitief

Afd. 2.11 Beperken van het ontstaan van een brandgevaarlijke situatie. Hieraan wordt voldaan, zie tekeningen m.b.t. toegepaste materialen en constructies. Opvallend is dat géén expliciete eisen / voorwaarden gesteld worden (zie ook onder 16). Afd. 2.12 Beperking van uitbreiding bij brand Elke woning is een afzonderlijk brandcompartiment Wat betreft de brandoverslagberekening tussen de diverse compartimenten wordt verwezen naar de notitie 2005. 1895-1 van Cauberg-Huygen (opmerking PRC = stuk 25) Details van de brandwerende voorzieningen ter voorkoming van branddoorslag maken geen onderdeel uit van deze berekening. Afd. 3.10 Luchtverversing van verblijfsgebied, verblijfsruimte, toiletruimte en badruimte Aan de hand van berekeningen van de adviseur installaties zijn deze verwerkt door de architect op de bijgevoegde tekeningen BB-20, BB-21 en BB-40. Laatstgenoemde ontbreekt in de aan PRC verstrekte stukken. De overige tekeningen worden in paragraaf 3.4.1. aangehaald. Afd. 3-13 Toevoer van verbrandingslucht Valt onder de verantwoording adviseur installaties Het ontbreekt in de verstrekte stukken aan specificaties / expliciete eisen / voorwaarden zoals deze door voornoemde adviseur zijn gesteld. Noch uit de vergunning noch uit de verstrekte correspondentie blijkt dat hierom is gevraagd door BWT. Afd. 3-14 Afvoer van rook. Het ontbreekt in de verstrekte stukken aan specificaties / expliciete eisen / voorwaarden zoals deze door voornoemde adviseur zijn gesteld. Noch uit de vergunning noch uit de verstrekte correspondentie blijkt dat hierom is gevraagd door BWT Afd. 4-16 Opstelplaats voor een stooktoestel De locatie van het stooktoestel is aangegeven op de tekeningen van de architect, de juiste uitvoering van het toestel valt onder verantwoording van de adviseur installaties. Het ontbreekt in de verstrekte stukken aan specificaties / expliciete eisen / voorwaarden zoals deze door voornoemde adviseur zijn gesteld. Noch uit de vergunning noch uit de verstrekte correspondentie blijkt dat hierom is gevraagd door BWT Afd. 4-17 Opstelplaats voor een warmwatertoestel, nieuwbouw. Het warmwatertoestel wordt gecombineerd met het stooktoestel, zie hiertoe het hierboven vermelde. 23. Ventilatieberekening De ventilatieberekening wordt in paragraaf 3.4.1. aangehaald. 25. Berekening Brandoverslag. Details van de brandwerende voorzieningen ter voorkoming van branddoorslag maken geen onderdeel uit van deze berekening. Meer in het bijzonder is aangegeven dat de brandwerendheid moet zijn bepaald volgens hoofdstuk 3 van NEN 6097, 5.2 van NEN 6071 of 5.2 van NEN 6073. W0001.01.99/DvD/TKa - 9-24 april 2008/ Versie: definitief

Met betrekking tot de brandoverslag verticaal van appartement naar appartement de gebruikte normversie NEN 6068: 2004. Losse stukken niet behorende bij het besluit van 23 mei 2006. 37. Brief Heymans aan Gemeente, d.d. 22 december 2005 Bij deze aanvraag worden u de volgende stukken verstrekt.. - Gegevens installaties 4 voud. 2.3.1 Ventilatie; Tekening 4; Spazio, DO-20-BB plattegrond laag 0 woongeb. Type E t/m E5, Bouwbesluit Naast de bevindingen op grond van verstrekte stukken, zal indien mogelijk tevens een link worden gelegd met de bevindingen die zijn opgedaan bij het onderzoek ter plaatse. Dit om verbanden sneller te kunnen leggen. 1. Type E op de rechter hoek is het incident appartement ; 2. De positie van luchtaanvoer (natuurlijk) is in overeenstemming met de positie van de traploosregelbare ventilatieroosters in de gevelkozijnen zoals ter plaatse aangetroffen; Er zijn drie ventilatieroosters in de kozijnen geplaatst van woonkamer/keuken, dit levert ca 50 á 100 m3/h per rooster. Dit impliceert dat niet getwijfeld wordt aan de minimum eis aan natuurlijke luchttoevoer via de gevel van woonkamer/keuken, namelijk 130 m3/h (zie ventilatieberekening = document 23). De kozijnen in de beide slaapkamers zijn elk voorzien van één rooster over de gehele breedte. Dus totaal 5 roosters die ca 50 á 100 m3/h per rooster leveren. Dit leidt ertoe dat niet wordt getwijfeld aan de minimum eis aan natuurlijke luchttoevoer voor het totaal van het appartement, namelijk 200 m3/h (doc. 23). 3. de spleet onder de binnendeuren dient als overstroomvoorziening voor de luchtaanvoer van en naar andere ruimten. De spleet dient als overstroomvoorziening om zodoende lucht te kunnen afvoeren via een toilet- of badruimte. Ter plaatse is een spleet van 10 mm aangetroffen (bovenzijde vloerafwerking / onderzijde deur). Uitgaande van een deurbreedte van 0,93 m is de oppervlakte van de spleet 0,01 x 0,93 = 0,0093 m2. Het oppervlak is voldoende ten behoeve van een functionele overstroomvoorziening. 4. de luchtafvoer (mechanisch) voor de afzonderlijke vertrekken is vastgesteld op: a) Berging 50 m3/h b) Toilet 25 m3/h c) Badkamer 50 m3/h d) Keuken 75 m3/h Het afzuigventiel laat diverse stand-instellingen zien: 0-1T - 2-3B - 4-5K - 6. Het aantal m3/h op grond van de instelling is dan: <25-25- 25-50 -50 50-75- 75- >75 De afzuigcapaciteit van de mechanische ventilatiebox is 325 m3/h. Dit in relatie met de relatief beperkte lengte van de leidingen naar de diverse afzuigventielen en de minimale afzuigcapaciteit van de afzonderlijke vertrekken maakt het hoogst aannemelijk dat de afzuigcapaciteit van de afzuigbox voldoende is. In het bijzonder bij de berging van het PD valt op dat het afzuigventiel vrijwel dichtstond (< 25 m3/h). Bij de andere geïnspecteerde bergingen staat het ventiel te royaal afgesteld In hoofdstuk 4 zal door PRC nader worden ingegaan wat de feitelijke instellingen waren. W0001.01.99/DvD/TKa - 10-24 april 2008/ Versie: definitief

Tekening 6: Spazio, DO-21-BB, plattegronden laag 1,2 en laag 3, 4,5 Type E2 E4, E5 E3. De positie van luchtaanvoer (natuurlijk) is in overeenstemming met de positie van de traploosregelbare (nacht)ventilatieroosters in de gevelkozijnen zoals ter plaatse aangetroffen; De spleet onder de binnendeuren dient als overstroomvoorziening voor de luchtaanvoer van en naar andere ruimten. De spleet dient als overstroomvoorziening om zodoende lucht te kunnen afvoeren via een toilet- of badruimte. Ter plaatse is een spleet van 10 mm aangetroffen (bovenzijde vloerafwerking / onderzijde deur). Uitgaande van een deurbreedte van 0,93 m is de oppervlakte van de spleet 0,01 x 0,93 = 0,0093 m2. Het oppervlak is voldoende ten behoeve van een functionele overstroomvoorziening. De luchtafvoer (mechanisch) voor de afzonderlijke vertrekken is vastgesteld op: Type nummer E5 E3 E2 E4 a) Berging 50 m3/h 50 m3/h 50 m3/h 50 m3/h b) Toilet 25 m3/h 25 m3/h 25 m3/h 25 m3/h c) Badkamer 50 m3/h 50 m3/h 50 m3/h 50 m3/h d) Keuken 110 m3/h 135 m3/h 110 m3/h 85 m3/h e) Entree 25 m3/h De typenummers E2 t/m E5 hebben betrekking op de verschillende type appartementen. Het afzuigventiel laat diverse stand-instellingen zien: 0-1-T - 2-3-B - 4-5-K - 6. Het aantal m3/h op grond van de instelling is dan: <25-25- 25-50 -50 50-75- 75- >75 De afzuigcapaciteit van de mechanische ventilatiebox is 325 m3/h. Dit in relatie met de relatief beperkte lengte van de leidingen naar de diverse afzuigventielen en de minimale afzuigcapaciteit van de afzonderlijke vertrekken maakt het hoogst aannemelijk dat de afzuigcapaciteit van de afzuigbox voldoende is. PRC heeft niet nagegaan of in appartement E5 daadwerkelijk een afzuigventiel in de entree is opgenomen. Deze heeft geen directe relatie met het incident en is daarom bij de beoordeling buiten beschouwing gelaten. 2.3.2 Installatie; De tekeningen W000, W107, W111, W112, W113 hebben betrekking op de werktuigbouwkundige symbolen en ook op de warmte- en luchttechnische installaties. Op deze tekeningen zijn relatief beperkte feitelijkheden af te leiden. Inhoudelijk hebben de tekeningen weinig diepgang. Voor de overige bevindingen wordt verwezen naar het algemene relaas waarmee is gestart in paragraaf 3.4. 2.3.3 Brandveiligheid Voor de bevindingen wordt verwezen naar het algemene relaas in hoofdstuk 4. W0001.01.99/DvD/TKa - 11-24 april 2008/ Versie: definitief

3. AANVULLENDE CONSTATERINGEN 3.1 Toetsingskader De bouwvergunning is verleend op 23 mei 2006. Ten tijde van de indiening van de bouwaanvraag mag daarom worden aangenomen dat de eisen uit het Bouwbesluit 2003 van kracht waren. De bouwaanvraag is derhalve getoetst aan de eisen voor nieuwbouw uit het Bouwbesluit 2003. Artikel 44 van de Woningwet geeft aan dat het verboden is te bouwen in afwijking van de bouwvergunning. Bij de toetsing van het gebouw is dus de verleende bouwvergunning leidend. Indien er afwijkingen zijn geconstateerd ten opzichte van de bouwvergunning is steeds beoordeeld of deze afwijkingen strijdig zijn met het Bouwbesluit 2003. 3.2 Brandveiligheid 3.2.1 Beperking van het ontstaan van een brandgevaarlijke situatie (Afdeling 2.11, artikel 2.83) Artikel 2.83 bepaalt, kort gezegd, dat de binnenzijde van een schacht die grenst aan meer dan één brandcompartiment voorzien moet zijn van minimaal 10 mm dik onbrandbaar materiaal. De binnenzijde van de schacht is uitgevoerd met gipsblokken en beton (vloerniveau). Deze materialen zijn onbrandbaar overeenkomstig de bepalingen van NEN 6064. De bekleding van de schacht op de vliering van de woningen 81 en 82 voldoet weliswaar niet aan deze brandwerendheid, maar vormt geen scheiding tussen brandcompartimenten Zowel de bouwaanvraag als het gebouw voldoen aan de bepalingen van artikel 2.83, met betrekking tot het materiaaltoepassing voor de binnenzijde van de schacht. 3.2.2 Beperking van de ontwikkeling van brand (Afdeling 2.12) De bepalingen binnen deze afdeling hebben geen directe relatie met de aandachtspunten voor dit onderzoek en zijn daarom bij de beoordeling buiten beschouwing gelaten. 3.3 Luchtverversing 3.3.1 Met betrekking tot de doorstroomvoorziening De ventilatielucht (luchtaanvoer) komt rechtstreeks van buiten en wordt afgevoerd in onder andere de toilet en badruimte. Hierbij moet een inwendige scheidingsconstructie worden gepasseerd. Tussen de onderzijde van de binnendeuren en de bovenzijde van de vloerafwerkingen is een voldoende vrije ruimte vastgesteld die een overstroomvoorziening van voldoende capaciteit levert. Daarbij is het aantal overstroomvoorzieningen dat in een luchtstroom traject mag worden opgenomen vastgesteld op twee. In onderhavige situatie is dit aantal eveneens gerespecteerd. W0001.01.99/DvD/TKa - 12-24 april 2008/ Versie: definitief

Zowel de Bouwaanvraag als het gebouw voldoen aan de bepalingen volgens artikel 3.46 en 3.53 van het Bouwbesluit 2003 en de daaronder vallende NEN 1087 met betrekking tot luchtverversing. 3.3.2 Spuivoorziening, afdeling 3.11 De artikelen 3.60 t/m 3.63 stellen eisen aan voorzieningen voor het zonodig snel kunnen afvoeren van sterk verontreinigde binnenlucht (beweegbare onderdelen in de uitwendige scheidingsconstructie). De bepalingen binnen deze afdeling hebben geen directe relatie met de aandachtspunten voor dit onderzoek en worden daarom bij de beoordeling buiten beschouwing gelaten. 3.4 Toevoer van verbrandingslucht, afdeling 3.13 De artikelen 3.79 t/m 3.84 bevatten bepalingen over de voorzieningen voor toevoer van verbrandingslucht uit het oogpunt van een gezonde binnenlucht. De installatievoorschriften van de ketel bevatten bepalingen voor de luchttoevoer. De dakuitmonding Toegepast is een dakuitmonding met prefab schoorsteen. De afmetingen van de prefabschoorsteen voldoen aan de minimum vereisten volgens de installatievoorschriften te weten: Uitmonding luchttoevoer minimaal 300 mm boven dakoppervlak (overeenkomstig artikel 3.83 lid 3); Vrije ruimte boven luchttoevoer minimaal 160 mm; Buitenopeningen luchttoevoer minimaal 150 cm² per toestel. De leidingen De luchttoevoerleiding bestaat uit een zogenaamde spiralo-buis van enkelwandig verzinkt staal en voldoet daarmee aan de installatievoorschriften. De leidinglengte De toegestane leidinglengte voor luchttoevoer- en de rookgasafvoerleiding mag samen niet meer bedragen dan 80 m. Een globale schatting van de feitelijke lengte volgens de aangegeven meetwijze bedraagt 70 meter voor de hoogbouw (6 verdiepingen + zolder). Hiermee wordt voldaan aan de vereiste maximale leidinglengte. De verbindingen Niet luchtdichte verbindingen dienen te worden afgeplakt met vochtbestendige tape. Ter plaatse is geconstateerd dat de verbindingen tussen de verschillende buisdelen van de luchttoevoerleidingen steeds zijn afgetaped met een kunststof tape. De bevestiging/verankering Over de bevestigings- en verankeringswijze van de kanalen zijn in de verwerkingsvoorschriften geen bepalingen opgenomen. De feitelijke verankering is uitgevoerd met buisklemmen die onderling aan elkaar zijn gekoppeld, en waarvan de buitenste zijn verankerd aan de wand van de schacht. Deze wijze van verankeren biedt onvoldoende zekerheid tegen verticale vervorming (uitzakken). W0001.01.99/DvD/TKa - 13-24 april 2008/ Versie: definitief

Het gebouw voldoet aan de bepalingen volgens de artikelen 3.97 tot en met 3.84 het Bouwbesluit 2003 met betrekking tot de toevoer van verbrandingslucht. In de bouwaanvraag wordt dit aspect niet specifiek benoemd. 3.5 Bepalingen met betrekking tot de afvoer van rook: afdeling 3.14 art. 3.91 3.97 De artikelen 3.91 t/m 3.97 bevatten bepalingen over de voorzieningen voor afvoer van rook uit het oogpunt van een gezonde binnenlucht. De installatievoorschriften van de ketel bevatten in paragraaf 5.5 bepalingen voor de rookgasafvoer. De dakuitmonding Toegepast is een dakuitmonding met prefab schoorsteen. De afmetingen van de prafabschoorsteen voldoen aan de minimum vereisten volgens de installatievoorschriften te weten: Uitmonding luchttoevoer minimaal 300 mm boven dakoppervlak (overeenkomstig artikel 3.83 lid 3); Vrije ruimte boven luchttoevoer minimaal 160 mm; Buitenopeningen luchttoevoer minimaal 150 cm² per toestel. De leidingen De wanddoorvoer van het rookgasafvoerkanaal bestaat uit een kunststofleiding. De overige delen bestaan uit naadloze buizen van enkelwandig verzinkt staal en voor zover geconstateerd steeds voorzien van blauwe kunststof afdichtingsring. Ten aanzien van de toegepaste leidingen doen zich voor zover geconstateerd geen gebreken voor. Op basis van de uiterlijke kenmerken voldoen de leidingen aan de vereisten volgens NEN 2757 overeenkomstig de bepalingen in artikel 3.96 Bouwbesluit. Op het aspect van de verwerking van de leidingen wordt later ingegaan (zie hiervoor het kopje De verbindingen ). De leidinglengte De toegestane leidinglengte voor luchttoevoer- en de rookgasafvoerleiding mag samen niet meer bedragen dan 80 m. Een globale schatting van de feitelijke lengte volgens de aangegeven meetwijze bedraagt 70 meter voor de hoogbouw (6 verdiepingen + zolder). Hiermee wordt voldaan aan de vereiste maximale leidinglengte. Niet verticale leidingen Met betrekking tot niet verticale rookgasafvoerleidingen bepalen de installatievoorschriften dat deze op afschot naar het toestel toe gemonteerd dienen te worden, met een minimum afschot van 5 mm per m¹. Op het zolderniveau van de hoogbouw is geconstateerd dat versleping van de schacht naar de prefab schoorsteen steeds is uitgevoerd onder circa 135 graden, zodat hier steeds voldaan wordt aan het vereiste afschot. W0001.01.99/DvD/TKa - 14-24 april 2008/ Versie: definitief

In de appartementen is het afschot van de horizontale leidingen niet overal exact gemeten. Bij enkele appartementen is (deels op het oog en deels met behulp van een waterpas) vastgesteld dat deze leiding min of meer horizontaal lopen. Bij appartement nummer 23 was de rookgasafvoer aangebracht in een sterk tegenschot van circa 85 mm/m¹. Een dergelijk tegenschot is bij andere appartementen niet vastgesteld. Geconcludeerd wordt dat de rookgasafvoerleiding vanuit de stookruimte naar de schacht niet voorzien is van het afschot zoals in de verwerkingsvoorschriften vastgelegd en dat incidenteel bij woning 23 sprake is van een extreem tegenschot. Door dit sterke tegenschot is de werking van de rookgasafvoer sterk verstoord doordat condens, die in een rookgasafvoer ontstaat, niet kan worden afgevoerd, maar een belangrijk deel van de vrije doorgang wegneemt. De verbindingen De installatievoorschriften bepalen dat niet luchtdichte verbindingen dienen te worden afgeplakt met hitte- en vochtbestendige aluminiumtape. Ter plaatse is geconstateerd dat de verbindingen tussen de verschillende buisdelen voorzien zijn van een kunststof afdichtingsring, waarmee deze in principe als luchtdichte verbindingen beschouwd kunnen worden. De verbindingen waren tevens voorzien van aluminiumtape. Op het zolderniveau van woning 81 is geconstateerd dat de aluminiumtape incidenteel gescheurd of onthecht was, vermoedelijk ten gevolge van vervormingen van de verbindingen. Uit een verstrekte foto wordt afgeleid dat de onderste verbinding in de schacht van de rookgasafvoer van woning 23 geheel los zit en de beide delen niet meer recht boven elkaar zitten, maar zodanig horizontaal verplaatst zijn ten opzichte van elkaar dat minder dan 50% van de doorsnede van de onderste bocht uitkomt onder de bovenliggende afvoerleiding. Beide pijpeinden zijn volledig ontkoppeld. De kanalen voor de rookgasafvoer voldoen dus niet aan artikel 3.96 van het Bouwbesluit. Uit de toelichting van de TR maken wij op dat in dit stramien is gebleken dat een 2 de rookgasafvoer los zou zijn. Dit is niet in het onderzoek van PRC betrokken. De bevestiging/verankering Over de bevestigings- en verankeringswijze van de kanalen zijn in de verwerkingsvoorschriften geen bepalingen opgenomen. De feitelijke verankering is uitgevoerd met buisklemmen die onderling aan elkaar zijn gekoppeld, en waarvan de buitenste zijn verankerd aan de wand van de schacht. Deze wijze van verankeren biedt onvoldoende zekerheid tegen verticale vervorming (uitzakken). Het is waarschijnlijk dat de losse verbinding van de rookgasafvoer bij woning 23, zoals hierboven genoemd, veroorzaakt is door het uitzakken dan wel het onvoldoende verankeren van de verschillende delen van de rookgasafvoerleiding. W0001.01.99/DvD/TKa - 15-24 april 2008/ Versie: definitief

De rups op het platte dak Op het dak van de laagbouw is een zogenaamde rups aanwezig waarin zich een horizontale versleping vindt van de rookgasafvoer. Deze voorziening is aangebracht in verband met een voldoende scheiding van rookgasafvoer en luchttoevoer naar de woningen en is gebaseerd op de zogenaamde verdunningsfactor volgens artikel 3.94 en de bepalingen volgens NEN 2757. Hiervan is geen berekening bij de bouwaanvraag toegevoegd. Voor zover te controleren komen de uitmondingen overeen met bovengenoemde bepalingen. Volgens mededeling door de technische recherche is het afschot in het horizontale deel van deze leidingen niet voldoende. Door de TR zijn ook op/aanmerkingen gemaakt omtrent de verbindingen, de bevestiging en verankering. Exacte gegevens hierover zijn bij het schrijven van deze rapportage voor PRC, niet beschikbaar. W0001.01.99/DvD/TKa - 16-24 april 2008/ Versie: definitief