Liturgie Pinksteren 2013 Psalm 68: 6 O stoet van wie het heil bevocht en grote overwinningstocht, o Heer, die zijt geprezen! Gij God, die duizend- duizendmaal aanbeden wordt in elke taal, almachtig Opperwezen! Zie hoe de Heer ten hemel vaart, vurige wagen, vurig paard, wolk die den Heer verhulde. Gevangen de gevangenis! Hij die ons hoogst verlangen is ontvangt de hoogste hulde. 7 God zij geprezen met ontzag. Hij draagt ons leven dag aan dag, zijn naam is onze vrede. Hij is het die ons heeft gered, die ons in ruimte heeft gezet en leidt met vaste schreden. Hij die het licht roept in de nacht, Hij heeft ons heil teweeggebracht, dat wordt ons niet ontnomen. Hij droeg ons door de diepte heen, de HERE Here doet alleen ons aan de dood ontkomen. Votum en groet Gezang 242 1 Komt laat ons deze dag met heilig vuur bezingen en met vernieuwde vreugd, want God deed grote dingen. Eens gaf de Heilge Geest aan velen heldenmoed. Bidt dat Hij ons vandaag verlicht met Pinkstergloed. 2 O Geest der eeuwigheid, gij Trooster aller tijden, deel thans uw zegen uit aan wie uw komst verbeiden. O heldere fontein, die uit Gods tempel welt, gij wordt een brede stroom die met de eeuwen zwelt. 7 Wie 's Heren Geest bezielt, wie 's Heren woord doet zingen, wie met ons vieren wil het feest der eerstelingen, die stemme met ons in en prijze Gods verbond dat Hij vandaag vernieuwt en elke morgenstond. Wetslezing Psalm 119: 3 Och, schonkt Gij mij de hulp van Uwen Geest! Mocht die mij op mijn paân ten leidsman strekken! 'k Hield dan Uw wet, dan leefd' ik onbevreesd; Dan zou geen schaamt' mijn aangezicht bedekken, Wanneer ik steeds opmerkend waar' geweest, Hoe Uw geboôn mij tot Uw liefde wekken. 1
9 Doe bij Uw knecht weldadigheid, o HEER, Opdat ik leev', Uw woorden moog' bewaren, En dat Uw Geest mij ware wijsheid leer', Mijn oog verlicht', de nevels op doe klaren; Dat mijne ziel de wond'ren zie en eer', Die in Uw wet alom zich openbaren. Gebed Gesprek met de kinderen Zingen: Heilige Geest enz. (Evang. Liedbundel 148) Heilige Geest van God, vul opnieuw Vul mij opnieuw, vul mij opnieuw. mijn hart. Heilige Geest, vul opnieuw mijn hart. (3 Heilige Geest van God, vul opnieuw x) mijn hart. Schriftlezing: Handelingen 1: 2 Daarop keerden de apostelen van de Olijfberg terug naar Jeruzalem. Deze berg ligt vlak bij de stad, op een sabbatsreis afstand.13 Toen ze in de stad waren aangekomen, gingen ze naar het bovenvertrek waar ze verblijf hielden: Petrus en Johannes, Jakobus en Andreas, Filippus en Tomas, Bartolomeüs en Matteüs, Jakobus, de zoon van Alfeüs, en Simon de IJveraar en Judas, de zoon van Jakobus. 14 Vurig en eensgezind wijdden ze zich aan het gebed, samen met de vrouwen en met Maria, de moeder van Jezus, en met zijn broers. Gezang 328: 2 Ons gevoel en ons verstand zijn, o Heer, zo zonder klaarheid, als uw Geest de nacht niet bant, ons niet stelt in 't licht der waarheid. 't Goede denken, doen en dichten moet Gij zelf in ons verrichten. 3 O Gij glans der heerlijkheid, licht uit licht, uit God geboren, maak ons voor uw heil bereid, open hart en mond en oren, dat ons bidden en ons zingen tot de hemel door mag dringen. Schriftlezing: Handelingen 2: 1 Toen de dag van het Pinksterfeest aanbrak waren ze allen bij elkaar. 2 Plotseling klonk er uit de hemel een geluid als van een hevige windvlaag, dat het huis waar ze zich bevonden geheel vulde. 3 Er verschenen aan hen een soort vlammen, die zich als vuurtongen verspreidden en zich op ieder van hen neerzetten, 4 en allen werden vervuld van de heilige Geest en begonnen op luide toon te spreken in vreemde talen, zoals hun door de Geest werd ingegeven. Schriftlezing: Handelingen 2: 32 Jezus is door God tot leven gewekt, daarvan getuigen wij allen. 33 Hij is door God verheven, zit aan zijn rechterhand, en heeft van de Vader de heilige Geest, die ons beloofd is, ontvangen. Die Geest heeft hij op ons doen neerdalen, en dat is 2
wat u ziet en hoort. 34 David is weliswaar niet naar de hemel opgestegen, maar toch zegt hij: De Heer sprak tot mijn Heer: Neem plaats aan mijn rechterhand, 35 tot ik je vijanden onder je voeten heb gelegd. 36 Laat het hele volk van Israël er daarom zeker van zijn dat Jezus, die u gekruisigd hebt, door God tot Heer en messias is aangesteld. 37 Toen ze dit hoorden, waren ze diep getroffen en vroegen aan Petrus en de andere apostelen: Wat moeten we doen, broeders? 38 Petrus antwoordde: Keer u af van uw huidige leven en laat u dopen onder aanroeping van Jezus Christus om vergeving te krijgen voor uw zonden. Dan zal de heilige Geest u geschonken worden, 39 want voor u geldt deze belofte, evenals voor uw kinderen en voor allen die ver weg zijn en die de Heer, onze God, tot zich zal roepen. 40 Ook op nog andere wijze legde hij getuigenis af, waarbij hij een dringend beroep op zijn toehoorders deed met de woorden: Laat u redden uit dit verdorven mensengeslacht! 41 Degenen die zijn woorden aanvaardden, lieten zich dopen; op die dag breidde het aantal leerlingen zich uit met ongeveer drieduizend. 42 Ze bleven trouw aan het onderricht van de apostelen, vormden met elkaar een gemeenschap, braken het brood en wijdden zich aan het gebed. Zingende Gezegend 184: Melodie Gezang 281 1 In vuur en vlam zet ons de Geest beleeft - God lof! - een ommekeer, gegeven op het pinsterfeest, de dag van de verrezen Heer. ten leven op ons uitgestort - hoort hoe Gods kerk geboren wordt! 2 Wie door dit vuur wordt aangeraakt en uit het ongeloof ontwaakt, Verkondiging Psalm 143: 8 Laat 's morgens uw genade dagen voor ogen die het donker zagen. Ik bouw op U en anders geen. Wijs mij de weg van uw behagen, mijn ziel wacht het van U alleen. Dankgebed + aansluitend Onze Vader. Collecten 3 Wie op het rijk van Christus hoopt ontvangt de Geest en wordt gedoopt - God heeft uw zonden weggedaan, een nieuwe mens is opgestaan! 9 Gij zijt mijn God, sta mij terzijde, mijn toevlucht als zij mij bestrijden. Leer mij uw wil, reik mij uw hand. Uw goede Geest zij mijn geleide; voer mij in een geëffend land. Gezang 477: 1 Geest van hierboven, leer ons geloven, hopen, liefhebben door uw kracht! Hemelse Vrede, deel U nu mede 3 aan een wereld die U verwacht! Wij mogen zingen van grote dingen, als wij ontvangen al ons verlangen,
met Christus opgestaan. Halleluja! Eeuwigheidsleven zal Hij ons geven, als wij herboren Hem toebehoren, die ons is voorgegaan. Halleluja! 2 Wat kan ons schaden, wat van U scheiden, Liefde die ons hebt liefgehad? Niets is ten kwade, wat wij ook lijden, Gij houdt ons bij de hand gevat. Gij hebt de zege voor ons verkregen, Gij zult op aarde de macht aanvaarden en onze koning zijn. Halleluja! Gij, onze Here, doet triomferen die naar U heten en in U weten, dat wij Gods zonen zijn. Halleluja! Zegen Ook hartelijk uitgenodigd voor de avonddienst, vanavond om 18.00 uur en voor de dienst maandagochtend (2 de pinksterdag) om 10.00 uur. 4
Avonddienst: Aanvang 18.00 uur Samen in de naam van Jezus 1 Samen in de naam van Jezus, heffen wij een loflied aan, want de Geest spreekt alle talen en doet ons elkaar verstaan. Samen bidden, samen zoeken, naar het plan van onze Heer. Samen zingen en getuigen, samen leven tot Zijn eer. 2 Heel de wereld moet het weten dat God niet veranderd is. En zijn liefde als een lichtstraal doordringt in de duisternis. 't Werk van God is niet te keren omdat Hij erover waakt, en de Geest doorbreekt de grenzen die door mensen zijn gemaakt. 3 Prijst de Heer, de weg is open naar de Vader, naar elkaar. Jezus Christus, Triomfator, mijn Verlosser, Middelaar. Vader, met geheven handen breng ik U mijn dank en eer. 't Is uw Geest die mij doet zeggen: Jezus Christus is de Heer! Votum en groet Gezang 250: 1 Kom, Heilge Geest, Gij vogel Gods, daal neder waar Gij wordt verwacht. Verschijn, Lichtengel, in de nacht van onze geest, verward en trots. 2 Waar Gij niet zijt, is het bestaan, is alle denken, alle doen zo leeg en woest, zo dood, als toen Gij, Geest, nog niet waart uitgegaan. 3 Er is geen licht dan waar Gij zijt, uw vleugels breidt, uw vleugels strekt, geen leven, dan waar Gij het wekt in een gemis dat naar U schreit. 4 Hoor, Heilge Geest, wij roepen U! Kom, wees aanwezig in het woord; wek onze geest, opdat hij hoort, wek ons tot leven, hier en nu. 5 O Heilge Geest, wij zijn verblijd: Gij immers, eeuwig ondoorgrond, legt zelf dit lied ons in de mond, ten teken dat Gij bij ons zijt. Geloofsbelijdenis Zingen met de kinderen: 429 ELB 1 Een rivier vol van vrede, een rivier vol van vrede, een rivier vol van vrede in mijn hart. Een rivier vol van vrede, een rivier vol van vrede, een rivier vol van vrede in mijn hart. 2 Een fontein vol van blijdschap, een fontein vol van blijdschap, een fontein vol van blijdschap in mijn hart. Een fontein vol van blijdschap, een fontein vol van blijdschap, een fontein vol van blijdschap in mijn hart. 3 Ik heb lief als mijn Jezus, ik heb lief als mijn Jezus, 5
ik heb lief als mijn Jezus in mijn hart. Ik heb lief als mijn Jezus, ik heb lief als mijn Jezus, ik heb lief als mijn Jezus in mijn hart. 4 Een rivier vol van vrede, een fontein vol van blijdschap, ik heb lief als mijn Jezus in mijn hart. Een rivier vol van vrede, een fontein vol van blijdschap, ik heb lief als mijn Jezus in mijn hart. Zingen met de kinderen: opwekking 25: Laat ons met elkander, Laat ons dat tezamen doen, laat ons met elkander, zingen, prijzen, loven de Heer. (5x) zingen, prijzen, loven de Heer. Zingen met de kinderen: Hand en Voet 1 Dit is m n hand en dat m n voet. k Heb ze allebei nodig. Waar moet ik heen als één het niet doet? Niets is er overbodig. k Heb m n voeten nodig om te lopen en m n handen om m n veters vast te knopen. Hand, voet, knie, oog, oor, neus, keel. Alles is nodig, niets te veel. Alles is nodig, niets te veel. 2 M n hand kan niet zeggen tegen m n voet. Ik heb jou niet nodig. Stel je s voor dan ging het niet goed. Niets is er overbodig. 6 Gebed Want al kan ik met m n handen ballen zonder m n voeten zou ik op m n snufferd vallen. Hand, voet, knie, oog, oor, neus, haar. Alles is nodig, voor elkaar. Alles is nodig, voor elkaar. 3 Ik ben de hand en jij de voet. Wij zijn allebei nodig. Wat ik niet kan, kan jij juist goed. Niemand is overbodig. Jij bent gemaakt om mee te spelen. Te lachen en te huilen en alles mee te delen. Niemand is minder, niemand is meer. Ieder is nodig bij de Heer. Ieder is nodig bij de Heer. Schriftlezing: Johannes 20: 19 Op de avond van die eerste dag van de week waren de leerlingen bij elkaar; ze hadden de deuren afgesloten, omdat ze bang waren voor de Joden. Jezus kwam in hun midden staan en zei: Ik wens jullie vrede! 20 Na deze woorden toonde hij hun zijn handen en zijn zijde. De leerlingen waren blij omdat ze de Heer zagen. 21 Nog eens zei Jezus: Ik wens jullie vrede! Zoals de Vader mij heeft uitgezonden, zo zend ik jullie uit. 22 Na deze woorden blies hij over hen heen en zei: Ontvang de heilige Geest. 23 Als jullie iemands zonden vergeven, dan zijn ze vergeven; vergeven jullie ze niet, dan zijn ze niet vergeven. Schriftlezing: Handelingen 2: 1 Toen de dag van het Pinksterfeest aanbrak waren ze allen bij elkaar. 2 Plotseling klonk er uit de hemel een geluid als van een hevige windvlaag, dat het huis waar
ze zich bevonden geheel vulde. 3 Er verschenen aan hen een soort vlammen, die zich als vuurtongen verspreidden en zich op ieder van hen neerzetten, 4 en allen werden vervuld van de heilige Geest en begonnen op luide toon te spreken in vreemde talen, zoals hun door de Geest werd ingegeven. 5 In Jeruzalem woonden destijds vrome Joden, die afkomstig waren uit ieder volk op aarde. 6 Toen het geluid weerklonk, dromden ze samen en ze raakten geheel in verwarring omdat ieder de apostelen en de andere leerlingen in zijn eigen taal hoorde spreken. 7 Ze waren buiten zichzelf van verbazing en zeiden: Het zijn toch allemaal Galileeërs die daar spreken?8 Hoe kan het dan dat wij hen allemaal in onze eigen moedertaal horen? 9 Parten, Meden en Elamieten, inwoners van Mesopotamië, Judea en Kappadocië, mensen uit Pontus en Asia, 10 Frygië en Pamfylië, Egypte en de omgeving van Cyrene in Libië, en ook Joden uit Rome die zich hier gevestigd hebben, 11 Joden en proselieten, mensen uit Kreta en Arabië wij allen horen hen in onze eigen taal spreken over Gods grote daden. 12 Verbijsterd en geheel van hun stuk gebracht vroegen ze aan elkaar: Wat heeft dit toch te betekenen? 13 Maar sommigen zeiden spottend: Ze zullen wel dronken zijn. Psalm 67: 2 De volken zullen U belijden, O God, U loven al te zaâm. De landen zullen zich verblijden, En juichen over Uwen naam. Volken zult Gij rechten, Hunne zaak beslechten, In rechtmatigheid; Volken op deez' aarde, Die Uw arm vergaarde, Die Gij veilig leidt. 3 De volken zullen, HEER, U loven; O HEER, U loven altemaal, Die d' aarde vruchtbaar maakt van boven, Dat z' ons op haar gewas onthaal'. God is ons genegen; Onze God geeft zegen. Hij, die alles geeft, Hij zal zijn geprezen; Hem zal alles vrezen, Wat op aarde leeft. 7 Verkondiging Heer ik hoor van rijke zegen, Joh. de Heer 1 Heer! Ik hoor van rijke zegen, die Gij kracht in mij! uitstort keer op keer; laat ook van die milde regen, dropp'len vallen op mij neer; ook op mij, ook op mij, dropp'len vallen ook op mij. 3 Heil'ge Geest, wil niet voorbij gaan: Gij geeft blinden de ogen weer! Wil, o wil nu bij mij stilstaan, werk in mij met kracht, o Heer! Ook in mij, ook in mij, werk ook door Uw 5 Liefde Gods, zo rein, zo krachtig, bloed van Jezus, rijk en vrij, Gods genade, sterk en machtig, o verheerlijk U in mij. Ook in mij, ook in mij, o, verheerlijk U in mij! 6 Ga mij niet voorbij, o Herder! Maak mij gans van zonden vrij; vloeit de stroom van zegen verder,
zegen and'ren, maar ook mij. Ja, ook mij, ja ook mij, zegen and'ren, maar ook mij. Dankgebed Zingen met de kinderen: Onze Vader in de hemel, heilig is uw naam. Laat uw koninkrijk spoedig komen. Laat uw wil worden gedaan. In de hemel, zo ook hier op aard'. Refrein: Want van U is het koninkrijk, ) de kracht en de heerlijkheid, )2x tot in eeuwigheid. ) Onze Vader in de hemel, geef ons daaglijks brood. En vergeef ons onze schulden, gelijk ook wij dat doen. Hen vergeven die ons iets schuldig zijn. Refrein: Want van U is het koninkrijk, ) de kracht en de heerlijkheid, )2x tot in eeuwigheid. ) En leidt ons niet in verzoeking, maar verlos ons van het kwaad. Refrein: Want van U is het koninkrijk, ) de kracht en de heerlijkheid, )2x tot in eeuwigheid. ) Amen. Amen. Collecten Joh. de Heer 289 1 God zij met u tot ons wederzien, Hij, de Heer der legerscharen. Hij zal uwe gang bewaren, God zij met u tot ons wederzien. 2 God zij met u tot ons wederzien, ga met God en wees een zegen. Voorspoed geev Hij op uw wegen, God zij met u tot ons wederzien. Gezang 456: 1 Zegen ons, Algoede, neem ons in uw hoede en verhef uw aangezicht over ons en geef ons licht. Zegen Gezang 456: 3 Amen, amen, amen! Dat wij niet beschamen 3 God zij met u tot ons wederzien, Hij zal uwe arbeid lonen en uw werk met zielen kronen. God zij met u tot ons wederzien. 4 God zij met u tot ons wederzien, hier op aard of eens daarboven. Waar wij na de strijd hem loven, God zij met u tot ons wederzien. 2 Stort, op onze bede, in ons hart uw vrede, en vervul ons met de kracht van uw Geest bij dag en nacht Jezus Christus onze Heer, amen, God, uw naam ter eer! 8
9